De nieuwe Wet werk en bijstand - Zo snel mogelijk weer aan het werk



Vergelijkbare documenten
Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Wet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk

Brochuretekst SZW. Wet werk en bijstand Januari 2012

Wet werk en bijstand. Wanneer hebt u recht op bijstand? Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan?

Wet werk en bijstand. Wanneer hebt u recht op bijstand? Hoe vraagt u een bijstandsuitkering aan?

Wet werk en bijstand. Wet investeren in jongeren Aanvullende inkomensvoorziening ouderen

Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand?

Wijzigingen Wet werk en bijstand per 1 januari 2012

Wijziging WWB en samenvoeging WIJ

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Werk boven Inkomen. Een aanvulling op uw uitkering

Publiekstekst Wet investeren in jongeren

Arbeidsverplichtingen en strengere maatregelen in de Participatiewet

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Werk

OVERZICHT WIJZIGINGEN WET INKOMENSVOORZIENIGING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKELOZE WERKNEMERS (IOAW) EN GEWEZEN ZELFSTANDIGEN (IOAZ)

De Wet Werk en Bijstand verandert op 1 januari 2015 in Participatiewet

Rechten en plichten. Wet werk en bijstand (WWB)

WWB wijzigt per 1 januari 2015 in Participatiewet. De kostendelersnorm

N.B. De rondjes die zich op deze pagina bevinden zijn bedoeld om met een perforator gaatjes te maken, indien u de wegwijzer in een ordner wilt

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

PARTICIPATIEWET en WET MAATREGELEN WWB 2015

Toeslagenverordening WWB-2

Wet werk en bijstand 2013 en overige regelingen

WWB & Participatiewet

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

Participatiewet. Wat gaat er veranderen in 2015 in de Wet werk en bijstand? Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in 2015? De kostendelersnorm

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004

Bijstands uitkering. rechten en plichten

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Veelgestelde vragen Wet WIJ

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

Toelichting bij de verordening. Algemeen

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Wet investeren in jongeren (WIJ)

Daarvan kan ik niet rondkomen. Kan ik een toeslag krijgen?

Wet werk en bijstand 2013 en overige regelingen

Voorwoord. Inhoudsopgave. Werk Informatie voor werkgevers 2

Bijstand voor zelfstandigen

IOAW-uitkering voor werkloze werknemers

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Bijstandsuitkeringen, IOAW, IOAZ, WWIK, per 1 januari 2008

NU WEET IK WAT BELANGRIJK IS BIJ MIJN BIJSTANDS- UITKERING. Spelregels met duidelijke afspraken. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN

Van WWB naar Participatiewet

B en W. nr d.d

de aangevraagde bijzondere bijstand moet dienen ter voorziening in de kosten van:

Daarvan kan ik niet rondkomen

Nieuwsbrief BELANGRIJKE INFORMATIE. De kostendelersnorm in 2015

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

Wet afschaffing huishoudinkomenstoets

Wijziging Wet werk en bijstand en samenvoeging WIJ. Corina Garcia Consulent Werk, inkomen en zorg

Koopkrachttegemoetkoming aanvragen

Wet werk en bijstand 2012 en overige regelingen

MEMO van college aan de raad

Bijzondere bijstand kunt u aanvragen binnen 12 maanden nadat u deze kosten hebt gemaakt. U moet wel alle rekeningen en nota s bewaren.

Voorblad aanvraag- en inlichtingenformulier bijzondere bijstand Voor klanten zonder een bijstandsuitkering of een lopende draagkrachtperiode

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger? Toeslagenverordening Toeslagenverordening Algemeen: de gezinsnorm

Veranderingen in de Wet werk en bijstand in 2015

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Bewaarexemplaar. De Wet Werk en Bijstand verandert op 1 januari 2015 in Participatiewet. Dat betekent iets voor u

Wijzigingen in de WWB (Wet maatregelen WWB) voor bestaande klanten.

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus BA Oss - telefoon wmoraad@oss.nl

Toelichting. Algemeen

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Extra geld voor mensen met een laag inkomen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Digitaal teruggezonden formulieren worden wegens het ontbreken van een handtekening en diverse bij te voegen bijlagen, niet in behandeling genomen.

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

Kinderopvangtoeslag Een bijdrage in de kosten voor kinderopvang

VERANDERINGEN PARTICIPATIEWET 2015

Inhoudsopgave. 3 Waar gaat deze brochure over?

Een nieuwe wet voor de bijstand Verdomhoekje of effectieve aanpak?

Nieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een

vast te stellen de: Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand.

Werken aan werk, terugvallen op bijstand

Bruto minimum(jeugd)loon per 1 januari 2008

Ontslag. Informatie voor werknemers

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas

2015: Participatiewet Wat is er veranderd aan de bijstandswet?

Van bijstand naar Participatiewet. Wat verandert er in 2015 in de Wet werk en bijstand?

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2005, nummer 1304;

Bijstandverlening voor zelfstandigen

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Beantwoording motie effecten invoering Participatiewet

Daarvan kan ik niet rondkomen

Als u AOW krijgt. Inhoud Wat is AOW 2

Voorlichtingstekst Maatregelen WWB en Participatiewet

Hoe en waarom controleert de afdeling Werk, inkomen en zorg uw gegevens?

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Van bijstand naar Participatiewet. Wat verandert er in 2015 in de Wet werk en bijstand?

WAT WIJZIGT ER PER 1 JANUARI 2015? In deze uitgebreide nieuwsbrief treft u informatie aan over de Participatiewet, met speciale aandacht voor:

Wajong en veranderingen

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gevolgen ontvangen stagevergoeding kind voor bijstandsgerechtigde alleenstaande ouders

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger?

Transcriptie:

Bijlage bij notitie armoedebeleid provincie Groningen De nieuwe Wet werk en bijstand - Zo snel mogelijk weer aan het werk (Bron: website ministerie sociale zaken en werkgelegenheid) Vanaf 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) van kracht. Deze wet regelt alle zaken rondom de bijstand en de terugkeer van mensen met een uitkering op de arbeidsmarkt. De Wet werk en bijstand vervangt de Algemene bijstandswet (Abw) en een aantal andere wetten op het gebied van bijstand en gesubsidieerd werk. In de Wet werk en bijstand is een aantal zaken anders geregeld dan in de Algemene bijstandswet. Deze brochure bevat informatie over de hoofdpunten van de nieuwe wet en de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude situatie. Die informatie is belangrijk als u een uitkering heeft of als u een uitkering gaat aanvragen. Voortaan zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de bijstandsuitkeringen en voor de begeleiding bij het zoeken naar werk. Gemeenten mogen zelf bepalen hoe zij dat aanpakken, zolang ze zich aan de wet houden. In deze vorlichtingstekst vindt u daarom algemene informatie. Welke regels er in uw woonplaats precies gelden en welke mogelijkheden er zijn, kunt u navragen bij de sociale dienst in uw gemeente. Als u vóór 1 januari 2004 al een bijstandsuitkering had, informeert de sociale dienst in uw gemeente u over de manier waarop uw uitkering wordt voortgezet. Inleiding Werk: kunt u werken, dan moet u werken Inkomen: een vangnet voor een periode zonder werk Hoe wordt de bijstandsuitkering vastgesteld? De plichten die bij een bijstandsuitkering horen Fraude Terugvordering van bijstand Bezwaar en beroep Cliëntenparticipatie Normbedragen van de bijstandsuitkering per 1 januari 2004 Meer weten? Inleiding Iedere Nederlander moet zoveel mogelijk proberen zelf in zijn levensonderhoud te voorzien. Betaald werk is daarvoor het belangrijkste middel. Dit is het uitgangspunt van de Wet werk en bijstand (WWB). Lukt dat niet én zijn er geen andere voorzieningen beschikbaar, dan is het de taak van de gemeente om te helpen bij het zoeken naar werk. Totdat u werk gevonden heeft, krijgt u een bijstandsuitkering. Werk staat voorop De nieuwe wet is bedoeld om iedereen die kan werken zo snel mogelijk weer een baan te laten vinden. Want werk maakt zelfstandig en zorgt dat mensen meedoen in de maatschappij. Om dat te bereiken, horen bij een uitkering duidelijke rechten en plichten. Het is mogelijk dat er persoonlijke omstandigheden zijn waardoor het niet lukt om een baan te vinden. Dan kan de gemeente u ondersteuning geven bij het zoeken naar werk. Hoe die steun eruit ziet, hangt af van uw persoonlijke situatie. Het is dus elke keer maatwerk. Uw gemeente maakt eigen beleid De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand. De rijksoverheid heeft in de wet vastgelegd waaraan gemeenten zich bij de uitvoering moeten houden. Op basis daarvan maakt elke gemeente eigen beleid. Ze leggen ook vast hoe ze mensen met een uitkering kunnen helpen bij het vinden van werk. Zo worden de maatregelen precies afgestemd op de bevolking en de arbeidsmarkt in uw woonplaats.

Invoering in fases De Wet werk en bijstand wordt op 1 januari 2004 ingevoerd. Maar niet alle onderdelen van de wet gaan op die datum in. Gemeenten hebben extra tijd gekregen om eigen beleid te maken. Daarom mogen zij bepaalde onderdelen later invoeren. Het gaat om de onderdelen die te maken hebben met de rechten en plichten die bij de bijstandsuitkering horen. Gemeenten mogen zelf bepalen wanneer zij dat doen. De uiterste datum is 1 januari 2005. Als u na 1 januari 2004 een bijstandsuitkering aanvraagt, krijgt u te maken met het nieuwe beleid van de gemeente, zodra dat is ingevoerd. Dat is dus uiterlijk 1 januari 2005. Uw contactpersoon bij de sociale dienst kan u meer informatie geven. Als u vóór 1 januari 2004 al een bijstandsuitkering had, moet uw gemeente volgens de wet binnen twee jaar aangeven welke nieuwe afspraken voortaan voor u gelden. Dat moet dus uiterlijk 31 december 2005 gebeuren. Maar het kan ook eerder, want gemeenten mogen dat zelf bepalen. Uw contactpersoon bij de sociale dienst kan u meer informatie geven. Werk: kunt u werken, dan moet u werken Als u een bijstandsuitkering krijgt, moet u proberen zo snel mogelijk weer werk te vinden. U bent dus verplicht om te solliciteren. Die plicht geldt vanaf 1 januari 2004 voor iedereen. Dat is een belangrijk verschil met de oude situatie. Toen hoefden alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar en mensen van 57,5 jaar of ouder niet te solliciteren. Als daarvoor een dringende reden is, is een tijdelijke ontheffing van de arbeidsplicht mogelijk. Dit betekent dat u tijdelijk niet hoeft te werken. Gemeenten moeten per persoon beoordelen of er dringende redenen zijn om een ontheffing te verlenen. Zij mogen geen ontheffing van de sollicitatieplicht verlenen aan groepen uitkeringsgerechtigden. Alleenstaande ouders De plicht om te werken geldt ook voor alleenstaande ouders (ook als uw kinderen jonger zijn dan vijf jaar). De gemeente moet er wel rekening mee houden dat u het werk moet combineren met de zorg voor uw kinderen. Er moet daarom kinderopvang geregeld zijn of er moet kinderopvang geregeld kunnen worden. Het regelen van kinderopvang kan op verschillende manieren. Meestal gaat dit via een kinderdagverblijf of via gastouders, maar het kan eventueel ook via familie. Alleenstaande ouders die vinden dat er dringende redenen zijn waardoor ze tijdelijk zelf voor hun kinderen moeten zorgen, kunnen dit aangeven bij de gemeente. De gemeente moet die wens meenemen als zij beslist of u moet gaan werken of moet meewerken aan een voorziening die werken in de toekomst mogelijk maakt. Dat kan betekenen dat u voorlopig deeltijdwerk moet gaan doen of vrijwilligerswerk mag gaan doen. Het kan ook betekenen dat de redenen zo zwaar wegen, dat u tijdelijk helemaal niet hoeft te werken of dat u op een ander manier gebruik kunt maken van de ondersteuning die de gemeente u aanbiedt. Mensen van 57,5 jaar en ouder De plicht om te werken geldt voortaan voor iedereen tot 65 jaar. Bent u 57,5 jaar of ouder, dan moet u dus ook solliciteren. Gemeenten moeten wel beoordelen of het in uw persoonlijke situatie mogelijk is om werk te vinden. Als de gemeente besluit dat het vanwege uw omstandigheden en de situatie op de arbeidsmarkt vrijwel onmogelijk is om een baan te vinden, kan zij besluiten dat u geen werk meer hoeft te zoeken. Die beoordeling is dan vaak eenmalig. In zo n geval hoeft u niet meer te solliciteren in de periode dat u een bijstandsuitkering ontvangt (tot uw 65ste jaar), maar kunt u bijvoorbeeld vrijwilligerswerk gaan doen. Andere voorbeelden Er kunnen ook andere dringende redenen zijn, die het moeilijk maken om te gaan werken. De gemeente zal uw omstandigheden dan beoordelen en besluiten of u tijdelijk niet hoeft te werken. Bijvoorbeeld omdat u voor een gezinslid moet zorgen en er niemand is die deze taak van u kan overnemen terwijl u werkt of een opleiding volgt. Of omdat u door ziekte of persoonlijke problemen tijdelijk niet kunt werken. Algemeen geaccepteerd werk Voortaan moet u ook banen aannemen die niet aansluiten bij uw opleiding en werkervaring. Dat is dus een belangrijk verschil met de oude situatie. De Wet werk en bijstand heeft tot doel dat mensen

zo kort mogelijk afhankelijk zijn van een uitkering. Zolang u nog geen werk heeft gevonden, moet u daarom ook meewerken aan activiteiten die werk in de toekomst wel mogelijk maken. U moet dus solliciteren naar (bijna) alle soorten werk. De wet noemt dit algemeen geaccepteerd werk, ofwel werk dat door vrijwel iedereen als normaal wordt gezien. Illegaal werk of werk waarvoor u minder krijgt betaald dan het geldende minimumloon, valt daar bijvoorbeeld niet onder. Steun bij het zoeken naar werk U kunt uw gemeente vragen om ondersteuning bij het vinden van werk. Dat geldt ook als u geen uitkering heeft of als u een uitkering heeft volgens de Algemene nabestaandenwet. De gemeente bepaalt of zij ondersteuning nodig vindt en waaruit deze bestaat. Door dat per persoon te bepalen, kan maatwerk geleverd worden. Als de gemeente u iets aanbiedt, bent u verplicht om mee te werken. Ook als u er zelf niet om vraagt, maar de gemeente ondersteuning nodig vindt, bent u verplicht om mee te werken. De gemeente kan verschillende middelen inzetten om terugkeer naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Voorbeelden daarvan zijn: een cursus solliciteren, beroepsgerichte opleidingen, een taalcursus of werkervaringsplaatsen. De gemeente kan u ook gesubsidieerd werk laten doen. Dat is werk waarbij uw werkgever een subsidie krijgt voor de loonkosten, zoals bij de vroegere ID-banen. Maar het einddoel is altijd ongesubsidieerd werk. Uitstroompremie De Wet werk en bijstand geeft de gemeente de mogelijkheid om mensen met een bijstandsuitkering één keer per jaar een premie te geven van maximaal 1.944,-. Bijvoorbeeld omdat u vanuit de bijstand doorstroomt naar een gesubsidieerde baan of naar een gewone baan. De gemeente is dat overigens niet verplicht. De sociale dienst kan u vertellen of dit in uw woonplaats geldt en aan welke voorwaarden u moet voldoen. Wat geldt er precies in uw gemeente? De gemeente moet haar beleid met betrekking tot de terugkeer op de arbeidsmarkt (reïntegratie) vastleggen in de zogeheten reïntegratieverordening. Ze hebben tot uiterlijk 1 januari 2005 de tijd om deze verordening in te voeren, maar het mag ook eerder. In de reïntegratieverordening staat onder meer welke voorzieningen de gemeente aanbiedt ter ondersteuning bij het vinden van werk. En of er bijvoorbeeld een premie beschikbaar is voor bijstandsgerechtigden die doorstromen naar een baan. Er staat ook in hoe de gemeente rekening houdt met het combineren van werk en zorg. Uw gemeente kan u vertellen wanneer de reïntegratieverordening ingaat en u meer informatie geven over de volledige inhoud. Inkomen: een vangnet voor een periode zonder werk Wie onvoldoende geld heeft om in het levensonderhoud te voorzien, heeft recht op een bijstandsuitkering. Deze uitkering is bedoeld om de periode te overbruggen totdat u weer een baan heeft gevonden. Volgens de Wet werk en bijstand wordt de hoogte van de uitkering afgestemd op uw persoonlijke omstandigheden, mogelijkheden en middelen. Daarom krijgt een jongere een andere uitkering dan een volwassene en een alleenstaande een andere uitkering dan iemand die is getrouwd of samenwoont. Bijzondere bijstand De bijzondere bijstand voor groepen bijstandsgerechtigden ( categoriale bijzondere bijstand ) is per 1 januari 2004 afgeschaft. Onder de nieuwe wet mogen gemeenten alleen individuele bijzondere bijstand verlenen. De gemeente bekijkt dus per persoon of iemand bijzondere bijstand nodig heeft en in welke vorm hij dat ontvangt. De sociale dienst in uw gemeente kan hierover meer informatie geven. De mogelijkheid om categoriale bijzondere bijstand te verlenen aan de groep mensen van 65 jaar of ouder blijft wel gehandhaafd.

In een aantal gevallen mag de gemeente een uitzondering maken. Als een gemeente voor 1 januari 2004 een collectieve ziektekostenverzekering heeft afgesloten voor mensen met een minimuminkomen, mag die worden voortgezet. Gemeenten mogen ook groepsgewijs bijzondere bijstand blijven verlenen aan chronisch zieken en gehandicapten tot de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006. Deeltijdwerk en een bijstandsuitkering De Algemene bijstandswet kende een regeling waardoor u een gedeelte van de inkomsten uit een deeltijdbaan mocht houden. Deze bestaat niet meer. In plaats daarvan is er vanaf 1 januari 2004 een nieuwe regeling. Deze geldt als de gemeente vindt dat uw deeltijdbaan u helpt om uit de bijstand te komen. Zij kan dan besluiten dat u gedurende maximaal zes aaneengesloten maanden een kwart van uw salaris mag houden tot een bepaald bedrag per maand. Dit bedrag mag nooit hoger zijn dan 163,- per maand. Het maximumbedrag wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. De sociale dienst kan u hierover meer informatie geven. Vrijwilligerswerk en een bijstandsuitkering Als u vrijwilligerswerk doet, kunt u in aanmerking komen voor een kostenvergoeding. Deze regeling is niet veranderd. De sociale dienst heeft hierover meer informatie. Bijstand in natura Als dat nodig is, mogen gemeenten beslissen dat u de bijstandsuitkering niet (helemaal) zelf ontvangt, maar dat bepaalde betalingen rechtstreeks worden gedaan. Bijvoorbeeld de huur van uw woning of de rekeningen voor gas, water en licht. Gemeenten kunnen ook besluiten de bijstand in natura uit te keren aan mensen die zelf slecht in staat zijn hun geld te beheren. Dit geldt vanaf 1 januari 2004. Langdurigheidstoeslag Heeft u al lange tijd een bijstandsuitkering, dan kunt u mogelijk een langdurigheidstoeslag ontvangen. Deze toeslag is nieuw en geldt vanaf 1 januari 2004. Om in aanmerking te komen, moet u aan een aantal voorwaarden voldoen, zoals: u moet ouder zijn dan 23 en jonger dan 65 jaar; u moet vijf jaar of langer een inkomen op bijstandsniveau hebben gehad; u heeft in die vijf jaar geen inkomsten gehad uit arbeid (zoals salaris) of in verband met arbeid (zoals een WW-uitkering); het moet duidelijk zijn dat u geen kans heeft op een baan. De sociale dienst in uw woonplaats kan u precies informeren over de voorwaarden. Hoe wordt de bijstandsuitkering vastgesteld? Bij de vaststelling van een bijstandsuitkering wordt allereerst gekeken of u zelf nog geld heeft om van te leven. Alleen als dat onvoldoende is, ontvangt u een bijstandsuitkering. Om dat vast te stellen, kijkt de gemeente onder andere of u: inkomsten heeft uit arbeid (zoals salaris) of die voortkomen uit salaris (zoals een WWuitkering of heffingskortingen van de Belastingdienst); gezinsleden heeft die inkomsten hebben; over vermogen beschikt (zoals spaargeld, een eigen huis, of een eigen huis in het buitenland); alimentatie krijgt. Vermogen en inkomen Het vermogen speelt alleen een rol bij het vaststellen of u recht heeft op een uitkering. Als het vermogen lager is dan een bepaalde grens, wordt het niet meegeteld. De vermogensgrens is: 5.065,- voor een alleenstaande;

10.130,- voor een alleenstaande ouder; 10.130,- voor gehuwden gezamenlijk. Uw eventuele inkomen (en dat van uw partner) speelt een rol bij het vaststellen van het recht op een uitkering én bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering. Belangrijk! Bij het vaststellen van uw inkomen en uw vermogen, moet de gemeente zich aan uitgebreide wettelijke regels houden. De bovenstaande informatie is niet volledig, maar is alleen bedoeld om u een indruk te geven. De sociale dienst in uw woonplaats kan u verder informeren. Heffingskortingen U kunt recht hebben op een of meerdere heffingskortingen van de Belastingdienst. Omdat dit inkomsten zijn, worden ze meegenomen bij het vaststellen van de hoogte van uw uitkering. Voor meer informatie over heffingskortingen kunt u terecht bij de Belastingdienst. Alleenstaande ouders met een deeltijdbaan In de nieuwe wet is geregeld dat bij alleenstaande ouders die in deeltijd werken en kinderen hebben jonger dan vijf jaar, de aanvullende alleenstaande ouderkorting en de combinatiekorting niet meetellen bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering. Dit gaat per 1 januari 2004 in. De aanvullende alleenstaande ouderkorting en de combinatiekorting zijn heffingskortingen van de Belastingdienst voor alleenstaande ouders die betaald werk doen. Landelijke bijstandsbedragen De Wet werk en bijstand kent landelijke bedragen voor mensen van 21 tot 65 jaar. De normbedragen worden elk half jaar aangepast. De actuele bijstandsbedragen vindt u op www.szw.nl. De wet maakt onderscheid tussen: gehuwden/ongehuwd samenwonenden tussen 21 en 65 jaar; alleenstaande ouders tussen 21 en 65 jaar; alleenstaanden tussen 21 en 65 jaar; heeft u zorg nodig, bijvoorbeeld omdat u gehandicapt bent, en u woont samen met een broer of zus, dan krijgt u een bijstandsuitkering voor een alleenstaande. Mensen van 65 jaar en ouder De normbedragen voor mensen van 65 jaar en ouder zijn gelijk aan de netto AOW-bedragen. Er geldt geen aparte toeslagenregeling. Jongeren tot 21 jaar/ schoolverlaters De bijstandsnorm wordt afgeleid van de kinderbijslag. Bij hogere noodzakelijke kosten zijn de ouders in eerste instantie verantwoordelijk. In bijzondere gevallen kan de gemeente besluiten om bijzondere bijstand te verlenen als aanvulling. Schoolverlaters kunnen het eerste half jaar na beëindiging van de scholing of opleiding een lagere uitkering krijgen. Jongeren van 21 of 22 jaar kunnen ook een lagere uitkering krijgen, bijvoorbeeld als ze kosten voor het bestaan kunnen delen met anderen. De gemeente mag echter geen combinatie van beide verlagingen opleggen. Toeslagen Op basis van de landelijke bijstandsbedragen bepaalt de gemeente hoe hoog uw uitkering wordt. De gemeente kan uw uitkering namelijk hoger of lager vaststellen dan de norm. Elke gemeente stelt een toeslagenverordening op waarin staat voor welke groepen bijstandsgerechtigden de norm wordt verhoogd of verlaagd en welke voorwaarden daarbij gelden. Dit is onder de Wet werk en bijstand niet veranderd. De sociale dienst kan u hierover informeren. Woonsituatie De gemeente kan het landelijke bijstandsbedrag verlagen als u vanwege uw woonsituatie lagere

woonkosten heeft. Bijvoorbeeld omdat u de woonkosten kunt delen met uw partner. Een tijdelijke toeslag is ook mogelijk, bijvoorbeeld als u in een huurwoning woont, maar nog geen recht heeft op huursubsidie. Alleenstaande (ouder) Bent u alleenstaand, met of zonder kinderen, dat kunt u een toeslag krijgen van maximaal 20 procent van het minimumloon als u de kosten voor levensonderhoud niet met anderen kunt delen. De gemeente bepaalt weer of u in aanmerking komt voor deze toeslag en welk bedrag u krijgt. De plichten die bij een bijstandsuitkering horen Nadat uw uitkeringsaanvraag is behandeld, krijgt u van de gemeente een beschikking waarin staat hoe hoog uw uitkering is. U hoort ook wat er van u wordt verwacht bij het vinden van werk en welke ondersteuning u daarbij eventueel krijgt. Verder krijgt u informatie over de gevolgen van het niet nakomen van de afspraken. In het algemeen moet u zich aan de volgende verplichtingen houden: Verantwoordelijkheid tonen voor uw eigen levensonderhoud Deze verplichting geldt al voordat een bijstandsuitkering wordt aangevraagd. Het betekent bijvoorbeeld dat u moet zorgen dat u uw huidige baan houdt, als ontslag zou betekenen dat u geen inkomsten meer heeft. Als u een bijstandsuitkering aanvraagt nadat u zelf ontslag heeft genomen, of als u door eigen schuld bent ontslagen, kan de gemeente besluiten dat u niet genoeg verantwoordelijkheid heeft getoond. Dan kunt u (tijdelijk) geen uitkering krijgen of een lagere uitkering krijgen. De plicht om te werken U moet proberen zo snel mogelijk weer een baan te vinden. U moet dus solliciteren naar alle soorten werk die als algemeen geaccepteerd werk worden beschouwd. Als de gemeente ondersteuning biedt bij het vinden van werk, bent u verplicht hieraan mee te werken. Informatieplicht U moet de nodige informatie geven als de sociale dienst of een andere instantie daar om vraagt. Wijzigingen in uw persoonlijke situatie, die van invloed kunnen zijn op uw uitkering of op uw mogelijkheden om te werken, moet u zelf melden. Bijvoorbeeld als u gaat samenwonen of in deeltijd gaat werken. Medewerking Er wordt van u verwacht dat u meewerkt aan activiteiten die horen bij de uitvoering van de wet. Voorbeelden daarvan zijn het toestaan van huisbezoek of het meewerken aan een psychologisch onderzoek. Als u zich ernstig misdraagt tegenover (medewerkers van) de sociale dienst, kan dat ook gevolgen hebben. Aanvullende verplichtingen De gemeente kan aanvullende verplichtingen verbinden aan het recht op een bijstandsuitkering. Een voorbeeld daarvan is de verplichting om kinderalimentatie aan te vragen, omdat u daardoor minder uitkering nodig heeft. Identificatieplicht U bent verplicht een geldig paspoort, identiteitskaart of rijbewijs te laten zien als dat nodig is voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand. Bijvoorbeeld bij een bezoek aan de sociale dienst. Niet nakomen van verplichtingen Als u zich niet aan de afspraken houdt, kan de gemeente besluiten om uw uitkering te verlagen. De Wet werk en bijstand kent namelijk maar één soort straf voor het niet nakomen van verplichtingen:

het verlagen van de uitkering. Daarmee vervallen de boetes en maatregelen van de Algemene bijstandswet. De gemeente omschrijft wanneer iemand zijn verplichtingen niet nakomt en bepaalt de hoogte en duur van de verlagingen die daarbij horen. Een verlaging kan ook inhouden dat de uitkering helemaal niet wordt gegeven. Dit wordt vastgelegd in de zogeheten afstemmingsverordening. Als de gemeente besluit om u een verlaging op te leggen, moet die beslissing binnen uiterlijk drie maanden opnieuw worden beoordeeld. Gemeenten hebben tot uiterlijk 1 januari 2005 om de afstemmingsverordening in te voeren, maar het kan ook eerder. Tot het moment waarop uw gemeente een afstemmingsverordening heeft ingevoerd, blijven de boetes en maatregelen uit de Algemene bijstandswet geldig. Uw gemeente kan u hierover informeren. Fraude U pleegt fraude als u de sociale dienst niet goed informeert bij het aanvragen van een uitkering of tijdens het ontvangen van een uitkering. Bijvoorbeeld als u niet meldt dat u gaat samenwonen of dat u voor halve dagen bent gaan werken. De gemeente bepaalt zelf welke regels zij hanteert voor de bestrijding van fraude. Als na onderzoek bewezen is dat er sprake is van fraude, heeft dat gevolgen. Afhankelijk van de ernst van de fraude kunnen die bestaan uit: verlaging of beëindiging van de uitkering. De gemeente bepaalt met welk bedrag de uitkering wordt verlaagd en is verplicht dit besluit binnen uiterlijk drie maanden opnieuw te beoordelen en/of terugvordering van het bedrag waar u geen recht op heeft. Is het fraudebedrag gelijk aan of hoger dan een bepaalde grens, dan is de gemeente verplicht om aangifte te doen bij de politie en wordt een proces-verbaal opgemaakt door de Officier van Justitie. Het grensbedrag wordt nog vastgesteld. Onder de Algemene bijstandswet was dit 6.000,-. Terugvordering van bijstand Als u een uitkering heeft ontvangen terwijl u daar geen recht op had, of als u te veel uitkering heeft ontvangen, is de kans groot dat u dit bedrag moet terugbetalen. Terugvordering betekent dat de sociale dienst de verleende bijstand terugeist van degene die de bijstand onterecht heeft ontvangen of van zijn gezinsleden. Vroeger was de gemeente verplicht om bijstand terug te vorderen. Onder de Wet werk en bijstand mag zij dat zelf bepalen. In de praktijk zal de gemeente vrijwel altijd terugvorderen. Dat is bijvoorbeeld het geval als u: geen, onjuiste of onvolledige gegevens heeft gegeven; bijstand ontving door een vergissing, waarbij u had kunnen weten dat er een fout was gemaakt; later alsnog inkomsten ontving over die periode, zoals alimentatie, achterstallig loon of een WW-uitkering; een lening ontving van de sociale dienst en deze niet volgens afspraak terugbetaalt. Als de sociale dienst een fout heeft gemaakt en u had dit niet kunnen begrijpen, moet er binnen twee jaar nadat de fout is gemaakt een besluit tot terugvordering zijn genomen. Anders is de vordering verjaard.

Verhaal van bijstand De gemeente kan de onterechte of te veel ontvangen bijstand in sommige gevallen ook terugeisen van andere mensen. De wet spreekt dan van verhalen. Meestal zijn dat de ouders, een (ex-)echtgenoot of een geregistreerde partner. Zij hebben namelijk onderhoudsplicht: ze zijn wettelijk verplicht om een behoeftig gezinslid levensonderhoud te geven. Vroeger was de gemeente verplicht om bijstand te verhalen. Onder de Wet werk en bijstand mag zij dat zelf bepalen. Bezwaar en beroep U heeft altijd het recht om bezwaar te maken als u het niet eens bent met een beslissing van de gemeente. Bezwaar maken kan ook als u vindt dat u te lang op een beslissing moet wachten. U moet uw bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders (B&W) van uw gemeente. U moet dit schriftelijk doen en binnen zes weken na ontvangst van het besluit. U hoeft hiervoor geen advocaat in te schakelen. Beroep Als u het niet eens bent met de uitkomst van het bezwaar, kunt u binnen zes weken bij de rechtbank in beroep gaan. Een advocaat is hiervoor niet nodig. Tegen de beslissing van de rechtbank kunt u weer in beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep. Cliëntenparticipatie Elke gemeente moet vastleggen op welke manier bijstandsgerechtigden worden betrokken bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand in de gemeente. Het gaat dan om zaken die te maken hebben met het beleid op het gebied van werk en inkomen en de uitvoering van het beleid. Zij moeten hiervoor een verordening cliëntenparticipatie opstellen. Dat moet uiterlijk 1 januari 2005 gebeurd zijn, maar het kan ook eerder. In de verordening moet in ieder geval staan: hoe vaak en op welke wijze er overleg wordt gevoerd; hoe de deelnemers onderwerpen voor de agenda van het overleg kunnen aandragen; hoe de deelnemers de informatie krijgen die nodig is om het overleg te kunnen voeren. De gemeente kan u informeren over de manier waarop de cliëntenparticipatie in uw woonplaats is geregeld of wordt geregeld. Normbedragen van de bijstandsuitkering per 1 januari 2004 Naar de normbedragen van de bijstandsuitkering per 1 januari 2004 Meer weten? Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog vragen dan kunt u contact opnemen met de afdeling Publieksinformatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus 90801, 2509 LV Den Haag Tel.: 0800 9051 (gratis)

De gelijknamige brochure De nieuwe Wet werk en bijstand - Zo snel mogelijk weer aan het werk kunt u per fax aanvragen onder vermelding van titel en bestelcode 312. Het faxnummer is 013 5953565. Voor algemene vragen aan de rijksoverheid kunt u gratis bellen met de Postbus 51 infolijn, tel. 0800 8051, of raadpleeg www.postbus51.nl Informatie over het beleid en de regels in uw gemeente Vragen over het gemeentelijk beleid en de regels die in uw gemeente gelden, kunt u stellen aan de sociale dienst of het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) in uw woonplaats. Informatie over uw persoonlijke situatie Vragen over uw persoonlijke situatie kunt u stellen aan uw contactpersoon bij de sociale dienst of het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Kijk op www.cwinet.nl voor een CWI-vestiging bij u in de buurt.