Overzicht van het Oude Testament



Vergelijkbare documenten
HEBREEUWS BETEKENIS GRIEKS (LXX) BETEKENIS

Inleiding Thora. Raymond R. Hausoul

Het Oude Testament in vogelvlucht

Werkvorm: Vertel dat de Bijbel bestaat uit 66 Bijbelboeken en dat die ook verschillende genres hebben. Start het spel:

Oude Testament: samenstelling en indeling

Chronologisch Bijbelleesrooster in 3⅓ jaar de Bijbel door - 3 dagen Oude en 1 dag Nieuwe Testament v blz. 1

ETS-Bijbelcursus. Genesis Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les (1)

GENESIS


OP VASTE GROND. over authentiek bijbels geloof

Bijbelverhalen, gerubriceerd op thema

Register van themanummers en bijbelteksten (jaargang 1,1-22,4) Thema's

Leesplan 1 De hele bijbel in één jaar

Bijbelverhalen.nl. Blz. werkstuk trefwoorden

Interpretatie - Register van thema s en bijbelteksten (bijgewerkt t/m 19,6 (2011)) Thema's

Bijbelboekenkast OUDE TESTAMENT EZECHIËL JOB PSALMEN DANIËL SPREUKEN PREDIKER HOOGLIED Z ACHARIA HOSEA HABAKUK NAHUM MALEACHI OBADJA JOËL AMOS MICHA

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

BIJBELLEESCURSUS Overzicht van de geschiedenis in de Bijbel

Interpretatie - Register van thema s en bijbelteksten (bijgewerkt t/m jaargang 20, 2012) Thema's

De bijbel is een verzameling van groot aantal boeken uit de het oude Israël, het antieke

leesplan voor het dagelijks lezen van de Bijbel

Tijdlijn van het oude Israël v.chr. tot 400 v. Chr.

CURSUS BIJBEL BASICS AVOND 3: OUDE TESTAMENT DEEL 1 EVANGELISCHE GEMEENTE DE DRIEHOEK 20 MAART 2019 ARIAN ELAND

BIJBELROOSTER GROEP 5

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Inhoudsopgave 05/08/ De Israëlieten zijn slaven in Egypte Mozes moet het volk Israël leiden

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

BIJBELROOSTER GROEP 3

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

BIJBELROOSTER GROEP 1

Ontstaan en gezag van de bijbel

Canonvensters. Genesis 1-2 In het begin schiep God de hemel en de aarde. In 6 dagen schiep God alles, op de 7 e dag rustte Hij.

Kennismaking met de bijbel

Inleiding programma Bijbel Basics

Het goede nieuws van het Oude Testament Jasper Klapwijk

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken.

WAJECHI. (en hij leefde) Tora: Gen 47:28-50:26 Haftara:1 Koningen 2:1-12 Briet Chadasja:Hnd 7:9-16); Hebr 11:21-22; 1 Petr 1:3-9; 2:11-17

Verenigd en verdeeld Israël

Bijbel en psalmrooster groep 1 en 2 schooljaar 2017/2018

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

De evangeliën en hun betrouwbaarheid

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Bijbelproject Delfzijl 2017

DE ONTZETTENDE GEVOLGEN VAN DE ZONDE

Avondbijeenkomst De Fontein 19 juni Thema: Jona

INHOUDSOPGAVE PROGRAMMA S OP THEMA Map HGJB-Kinderwerk Jaargang 1-8

Bijbel en psalmrooster groep 1 en 2 schooljaar 2015/2016

Hoor het Woord Groep Dit rooster is ook te vinden op

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

Dirk de Bree & Jan Joost Snoek

ETS-Bijbelcursus. Exodus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

Hoofdstuk 1: Algemene inleiding op het Oude Testament

INHOUDSOPGAVE. 1 Introductie... 8 DEEL 1: GENESIS De schepping De zondeval De zondvloed en daarna... 40

3. De Evangelisten, apostelen, brieven en de openbaring van Johannes

BIJBEL DICHTBIJ BIJBEL DICHTBIJ NBG. Bijbel in Gewone Taal met uitleg en toepassingen. Bijbel in Gewone Taal met uitleg en toepassingen

Hoor het Woord Groep

I DE BIJBEL HET MERKWAARDIGSTE BOEK ALLER TIJDEN. 1. Hoe is de Bijbel ontstaan?

Hoor het Woord Groep /2019

Het Koninkrijk van God

DE ONTZETTENDE GEVOLGEN VAN DE ZONDE

Rooster Godsdienstonderwijs groep 6/

Samenvattingen Geloof ABC

ETS-Bijbelcursus. Leviticus. Inhoud van de les. Doelstellingen van deze les

De openbaring van God

Over Bijbel Dichtbij. We hopen dat Bijbel Dichtbij je zal helpen om (opnieuw) te ontdekken wat de Bijbel vandaag voor jou betekent.

Jozua en het beloofde land

(groep. De juiste. andere taal. spreken. zodat de. zodat ze kon maken, aan bouwen. gedronken? b. water. d. wijn. Israëlische volk. d.

Blog 1. Scripture Use Workshop: God s Big Picture

Bijbelleesrooster voor iedereen

CURSUS BIJBEL BASICS EVANGELISCHE GEMEENTE DE DRIEHOEK 30 JANUARI 2019 ARIAN ELAND

Werkstuk Levensbeschouwing Joden

Het Koninkrijk van God

Inhoudsopgave op thema HGJB Kinderwerkmethode Clik Jaargang 1-7

Christus in de Psalmen

Oude Testament: taal. Hebreeuwse inscriptie, zevende eeuw voor Christus, gevonden tijdens opgravingen bij Hasha yadu.

Week 35: 24 augustus t/m 28 augustus 2015 Zomerweek 2 Wat geloof jij? Themaweek over je eigen geloof

Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4. Dag 1. Dag 2. Dag 3. Dag 4

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Methode Godsdienst Apeldoorn

Het bijbelboek Jeremia

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

Bijbelse tijdlijn. Voor de zondvloed. A.H. v.chr. Bron. Schepping van Adam Zondeval 8 J. Geboorte van Kaïn 64 J. Geboorte van Abel 71 J

De profeet Jeremia had voorzegd dat de ballingschap 70 jaar zou duren. De profeet Daniël verwachtte blijkbaar duidelijk dat na het einde van de

Studie 4 ( v.chr.) Tijdlijn Algemene tijdlijn ( v.chr.) Tijdlijn studie 4 ( v.chr.)

Maand 10 week 1: Mozes sterft.

Bijbelboek Hoofdstuk Vers Bijbelstudie: nummer en bladzijde

Jongeren leren de indeling van het Oude Testament en kennen de verschillende Bijbelboeken.

De bijbel voor Dummies

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Samenvattingen Geloof ABC

Hoe de Bijbel tot ons kwam

bouwen in Jeruzalem, in Juda. Wie nu onder u tot enig deel van zijn volk behoort, de Here, zijn God, zij met hem, hij trekke op.

INHOUD. Citaten : Statenvertaling 1977 Aanbevolen websites: www:mybrethren.org/index.html

BIJBELROOSTER GROEP 2

Welke koning komt naar voren in Zacharia 9:1-8? De aardse koning Alexander de Grote.

Psalm- en Bijbelrooster groep 2 Rooster cursusjaar

Transcriptie:

Overzicht van het Oude Testament

Inhoud Inleiding... 2 1. Tora de Wet... 4 2. Nebi im de Profeten... 6 1. Nebi im rishonim Vroege Profeten... 6 2. Nebi im acheronim Late Profeten... 7 3. Chetubim Geschriften... 8 4. Deuterocanonieke of apocriefe boeken... 10 De boeken van het OT... 12 De geschiedenis van Israel... 14 Afbeeldingen: etsen van Gustave Doré

Inleiding H et Oude Testament is een bundeling van oorspronkelijk vrijwel geheel in het Hebreeuws geschreven geschriften. Deze boeken (het zijn meestal boekrollen) golden al vòòr de christelijke periode als gezaghebbend binnen het jodendom en zijn dat nog steeds. Het christendom heeft deze verzameling opgenomen in haar eigen verzameling van heilige boeken, de bijbel (van ta biblia = de boeken (grieks)). Een boek wordt nooit als heilig boek geschreven! Waarom wordt het ene boek wel als Heilig boek of Gods Woord beschouwd en het andere niet? Je zou kunnen antwoorden: een boek is heilig omdat het in de bijbel staat; maar ooit was het omgekeerd: een boek is toegevoegd aan de bijbel omdat het als heilig beschouwd werd! Dezelfde vragen kun je ook stellen over de afzonderlijke boeken: waarom staat het ene verhaal, lied of gebod er wel in en het andere niet? Waarom zijn van sommige profeten de woorden wel opgenomen, maar van een groot profeet als Elia niet? We weten meestal niet hoe het precies gegaan is. Er zijn woorden gesproken en doorgegeven, soms zijn ze opgeschreven en overgeschreven. Ze zijn samengevoegd tot grotere gehelen (bundels of doorlopende geschiedenissen bijvoorbeeld), ze verwierven gezag en daarmee onaantastbaarheid. En tenslotte werden ze tot de heilige boeken gerekend. De teksten zijn uiteindelijk heilig boek geworden. Voor het jodendom vond de definitieve afsluiting van de canon pas plaats rond het jaar 100, op een vergadering van joodse schriftgeleerden, de zgn. synode van Jamnia 1. Er werden toen drie soorten boeken toegelaten tot de canon 2 : de Wet (Tora), de Profeten (Nebi im) en de Geschriften (Chetubim). Men noemt deze afgrenzing de Palestijnse (of Hebreeuwse) canon. Over de heiligheid van de Wet bestond toen al lang geen enkele twijfel meer. Welke boeken tot de Profeten behoorden stond ook wel vast. Er bleef een heterogene groep geschriften over, sommige van vrij recente datum, andere al heel oud. Deze groep werd achteraan geplaatst onder de titel Geschriften. Over sommige van deze boeken, zoals Esther, Prediker, het Hooglied en de Wijsheid van Jezus Sirach bestond toen veel verschil van mening. Naar de beginletters van de Hebreeuwse namen van de drie delen wordt deze indeling TeNaCH genoemd. Tot vandaag vormt deze bundel de Heilige Schrift van het jodendom. Eeuwenlang zijn het joodse schrijvers geweest (de Masoreten ) die de Hebreeuwse tekst bewaard en gekopieerd hebben. De christenen gebruikten alleen vertalingen. Pas tijdens de Reformatie was er weer belangstelling van christelijke zijde voor de Hebreeuwse grondtekst. In de boeken van TeNaCH staan profetieën waarin de komst van een Messias (=Gezalfde) aangekondigd wordt. De christenen zagen in Jezus deze Messias. Vandaar dat men deze boeken zonder meer als heilige geschriften overnam. Wel gebruikte men meestal niet de Hebreeuwse tekst, die velen niet konden lezen, maar een oude Griekse vertaling, de Septuaginta (=70, LXX). In deze vertaling staan enkele boeken en delen van boeken die in TeNaCH niet voorkomen (zie deel 4), en ook de volgorde en indeling is anders. De volgorde is in zekere zin logischer gemaakt: voorop staan de wet (die ook de oudste geschiedenissen 1 Waarschijnlijk is er niet echt een vergadering geweest. 2 Canon: letterlijk: meetsnoer, maat; hier: de lijst van gezaghebbende boeken 1

bevat) en de historische boeken. Er ontstaat zo een doorlopende bijbelse geschiedenis. Dan volgen de dichterlijke boeken en tenslotte de profetische boeken. Deze canon noemt men de Alexandrijnse (of Hellenistische) canon, naar de stad Alexandrië in Egypte waar de vertaling tot stand zou zijn gekomen door het werk van 72 vertalers. Er bestaan verschillende versies van de LXX, in sommige versies zijn zelfs christelijke teksten toegevoegd. De benaming Oude Testament voor de Palestijnse of de Alexandrijnse canon wordt alleen door christenen gebruikt. In de eerste eeuwen werden door christenen diverse nieuwere geschriften aan de canon toegevoegd, die samengevat worden onder de naam Nieuwe Testament. Men spreekt ook wel van Eerste en Tweede Testament. De joden erkennen de boeken van het Nieuwe testament niet. In de Rooms-katholieke kerk geldt de Vulgata (= de verbreide) sinds het Concilie van Trente (1546) als de officiële bijbel. Dit is een vertaling van de gehele bijbel, dus Oude en Nieuwe Testament, in het Latijn, begonnen door de kerkvader Hieronymus (zijn versie werd voltooid in 405). De Vulgata volgt voor het Oude Testament in grote lijnen de Alexandrijnse canon. Wel geldt de Hebreeuwse tekst als maatgevend. In de Grieks-Orthodoxe Kerk is de Septuaginta de officiële bijbel. In protestantse kringen worden gewoonlijk bijbels gebruikt die wat omvang betreft aansluiten bij de Palestijnse canon, en dus minder boeken bevatten. Een overzicht van de oudtestamentische boeken zoals ze in Tenach, Septuaginta en Vulgata gebundeld zijn staat aan het eind van deze tekst. Op de verschillen wordt in het vervolg van deze tekst een bespreking van de verschillende bijbelboeken van het OT ingegaan. In een paar excursen wordt kort de geschiedenis van Israel verteld, die steeds de achtergrond vormt van de verschillende boeken. Op de laatste pagina is deze geschiedenis in een schema gezet; het is handig dit overzicht steeds erbij te hebben. Pagina uit een moderne versie van de Hebreeuwse bijbel Titelpagina van een gedrukte versie van de Septuginta uit 1709 Pagina uit de Vulgata (1394) Exodus 1 2

1 Tora De Tora bevat 5 boeken, die ook wel de Boeken van Mozes genoemd worden (omdat Mozes de auteur zou zijn), of de Pentateuch (penta betekent 5). Men neemt aan dat deze boeken samengesteld zijn tijdens en kort na de ballingschap (6 e eeuw v.chr., zie verder onder 2.1). In deze fase werden vele bestaande teksten uit verschillende bronnen samengevoegd. In de Alexandrijnse canon staan de boeken van de Tora ook vooraan, als de Wetten. We kennen deze boeken onder de namen die ze gekregen hebben in de Vulgata, die weer afgeleid zijn van de namen in de Septuaginta. In de Tenach heten ze naar het eerste woord van een boek: Be-resjit (= In het begin), Sjemot ( =Namen), Wa-jiqra (= En hij sprak), Ba-midbar (= In de woestijn), Devarim (= Woorden). 1.1 Genesis Het boek Genesis begint met een aantal oerverhalen, verhalen die meer doen denken aan mythologie dan aan geschiedenis. Ze bevatten antwoorden op vragen die mensen zich van oudsher gesteld hebben: Hoe is alles begonnen? Waarom is er kwaad in de wereld? Komt het ooit weer goed? De bekendste verhalen zijn: de schepping (1, 2), de zondeval (3), de broedermoord op Abel (4), de zondvloed (6-9) en de torenbouw van Babel (10). Verder staan er geslachtregisters in. In de hoofdstukken 12-36 gaat het over de drie Aartsvaders: Abraham, Izaäk en Jacob. In de laatste hoofdstukken (37-50) worden de verhalen over Jozef verteld, één van de zonen van Jacob. De Aartsvaders Abraham krijgt de opdracht om te vertrekken uit Ur, in Mesopotamië. Hij komt aan in Kanaän, het huidige Palestina, en krijgt meermalen de belofte dat zijn nakomelingen tot een groot volk zullen worden. Omdat Abraham en zijn vrouw Sara lang kinderloos blijven lijkt deze belofte niet uit te komen. Op aanraden van Sara verwekt Abraham bij een slavin, Hagar, een zoon. Na een conflict tussen Hagar een Sara wordt Hagar weggestuurd, maar keert terug. Als Sara tenslotte toch nog een zoon krijgt (Izaäk), wordt Hagar nogmaals weggestuurd met haar zoon Ismael. Dan krijgt Abraham opdracht zijn enige overgebleven zoon te offeren. Op het moment dat Abraham bereid is zijn zoon te doden wordt hij door een engel tegengehouden. 3 Izaäk trouwt met Rebekka en ze krijgen twee zonen: Esau en Jacob. Via een list weet Jacob, de jongste, de voorrechten die aan de oudste toekomen te bemachtigen. Hij moet vervolgens vluchten voor de woede van zijn broer. Hij vindt onderdak bij zijn oom Laban. Het gaat hem voor de wind, en hij mag met Labans jongste dochter Rachel trouwen, in ruil voor 7 jaar arbeid, maar pas nadat hij ook de oudste dochter gehuwd heeft, ook voor 7 jaar werken. Jacob keert terug en verzoent zich met zijn broer. Onderweg ontvangt hij een nieuwe naam: Israel 4. Hij geldt als de stamvader van het volk Israel. De twaalf stammen waaruit het joodse volk later bestond worden teruggevoerd op de twaalf zonen van Jacob. Jozef was de op één na jongste van de zonen van Jacob, maar wel de eerste van zijn meest geliefde vrouw, Rachel. Jozef wordt voorgetrokken ten opzichte van zijn (half)broers. Uit 3 Ismael geldt binnen de Islam als de stamvader van de Arabieren. Moslims nemen aan dat de zoon die bijna geofferd werd Ismael was. De Koran laat dit in het midden (Koran 37:102-107). Het verhaal speelt een belangrijke rol bij het Offerfeest. 4 Letterlijk: Gestreden met God 3

jaloezie wordt Jozef door zijn broers bijna vermoord maar tenslotte toch maar verkocht aan slavenhandelaren. Jozef komt terecht in Egypte waar hij dankzij zijn gave om dromen te kunnen uitleggen opklimt tot de tweede man na de Farao. Omdat hij een droom van de Farao uitlegt als een aankondiging van een hongersnood, besluit hij graanvoorraden aan te leggen. Dan verschijnen zijn broers, om graan te kopen voor hun familie die honger lijdt. Jozef stelt hen een aantal malen op de proef en als blijkt dat ze tot inkeer zijn gekomen besluit hij zich met hen te verzoenen. Ze kunnen met hun vader in het welvarende Egypte komen wonen. 1.2 Exodus Het boek Exodus (=Uittocht) begint met een verhalend gedeelte over de Uittocht uit Egypte, één van de kernverhalen uit de bijbel (zie hieronder). Centrale figuur bij deze bevrijding was Mozes. Een groot deel van het boek bevat wetten: burgerlijk recht, regels voor feestdagen, voedselwetten, voorschriften voor rituelen, enz. Als kern van deze wetten worden de Tien Woorden beschouwd (ook wel de 10 geboden, of de decaloog genoemd) (Ex. 20:1-17). Exodus eindigt met de bouw van de Tabernakel, een verplaatsbaar heiligdom (een tent). Uittocht en woestijnreis De nakomelingen van Jacob, inmiddels uitgegroeid tot een groot volk, zijn na de dood van Jozef hun bevoorrechte positie in Egypte kwijt en worden als slaven behandeld. Om de bevolkingsaanwas tegen te gaan moeten alle pasgeboren jongetjes gedood worden. De pasgeboren Mozes wordt, om aan dit lot te ontsnappen, te vondeling gelegd in een mandje in het water van de rivier de Nijl. Hij wordt gevonden en eruit gehaald door een Egyptische prinses en groeit op aan het hof. Na een moord op een Egyptische soldaat, die een Hebreeër mishandelde, vlucht hij de woestijn in. Hij wordt opgenomen in de familie van een zekere Jethro. Daar trouwt hij met de dochter van Jethro, Mirjam. In de woestijn overkomt hem een bijzondere ervaring: hij hoort vanuit een brandende braambos de stem van God die hem opdraagt zijn volk te bevrijden (Ex. 3). Samen met zijn broer Aäron weten ze, nadat er tien rampen ( plagen ) plaatsgevonden hebben, de farao zover te krijgen dat ze de Israëlieten wegsturen. Ze trekken de woestijn in naar het beloofde land. De achtervolgende Egyptenaren verdrinken in het opkomende water van de zee waar de Israëlieten zojuist zijn doorgetrokken. Over de woestijnreis worden allerlei verhalen verteld. Over de ontevredenheid van het volk, dat meermalen terug wil naar de vleespotten van Egypte. Over hoe men op wonderbaarlijke wijze aan voedsel en water komt. Er moet strijd geleverd worden tegen de Amelekieten. Tijdens deze woestijntocht vindt opnieuw een ontmoeting plaats tussen Mozes en God op de berg Sinai. Mozes ontvangt hier de wetten waaraan Israel zich moet houden. Terwijl Mozes nog onderweg terug is wordt de wet al overtreden: ze hebben een gouden kalf (een afgodsbeeld) gemaakt, in strijd met het beeldenverbod. Na twee jaar in de woestijn mislukken de pogingen het beloofde land binnen te trekken. Na een daad van ongehoorzaamheid van Mozes, krijgt hij als straf dat hij het beloofde land niet binnen mag gaan. Het volk brengt uiteindelijk 40 jaar door in de woestijn. Dan sterft Mozes, nadat hij Jozua als zijn opvolger heeft aangewezen. 1.3 Leviticus 4

Het boek Leviticus bevat vrijwel alleen wetsregels. De eerste hoofstukken gaan over de dienst in de tabernakel en de verschillende feestdagen. De hoofdstukken 17-27 vormen een afgerond geheel en worden de Heiligingswet genoemd, omdat de heiligheid van God erin centraal staat. De naam van het boek komt van Levi, één van de 12 zonen van Jacob, stamvader van de Levieten. Deze stam verzorgde later de priesterlijke taken in de tempel. 1.4 Numeri Het boek Numeri (getallen) begint met een telling van het volk, vandaar de naam. Ook in dit boek staan weer veel wetten, maar ook enkele verhalen uit de woestijntijd (o.a. de kwakkels (11), de koperen slang (21) en Bileam, met de bekende sprekende ezel (22-24)). Aan het eind van het boek wordt het land vast verdeeld onder de stammen. 1.5 Deuteronomium Het boek Deuteronomium (= tweede wet) bevat een herhaling van de wet in de vorm van een lange redevoering van Mozes, voordat het beloofde land bereikt wordt. Ook de Tien Woorden komen hier weer voor (5:6-21). In Deut. 6 staat de tekst die kan gelden als de geloofsbelijdenis van het jodendom: Hoor Israel: de HERE is onze God, de HERE is één. De wetsteksten worden afgewisseld met vermaningen. Aan het eind van het boek wordt Jozua als opvolger van Mozes aangewezen. Tenslotte wordt de dood van Mozes beschreven op de berg Nebo, waarvandaan hij het beloofde land kon zien liggen, dat hij niet mocht binnengaan. 2. Nebi im De Profeten, die het tweede deel van Tenach vormen, worden in twee groepen verdeeld: de Vroege Profeten (Nebi im rishonim) en de Late Profeten (Nebi im acheronim). Deze Profetenbundel moet uiterlijk rond 200 v. Chr. afgesloten zijn. Jezus Sirach schreef toen een boek (De wijsheid van Jezus Sirach) waarin hij spreekt over de Wet, de Profeten en de andere geschriften. 2.1 Vroege profeten De Vroege Profeten beschrijven de geschiedenis vanaf de Intocht in Kanaän onder Jozua tot aan de ballingschap. In de Alexandrijnse canon worden ze dan ook tot de Historische boeken gerekend. De boeken sluiten naadloos op elkaar aan, zodat ze eigenlijk één geheel vormen. Van de intocht tot aan de ballingschap Na 40 jaar in de woestijn doorgebracht te hebben, trekt Israel het beloofde land binnen. Na enkele gewonnen veldslagen kan het land verdeeld worden over de verschillende stammen. In de periode die nu volgt is er met regelmaat oorlog met omringende volkeren als de Moabieten, de Filistijnen, de Midianieten. Er treden tijdelijke leiders op, richteren of rechters genoemd, die gewoonlijk na hun actie het leiderschap weer neerleggen. Steeds meer gaat het volk vragen om een permanente leider, een koning. Uiteindelijk wordt Saul uitgekozen als de eerste koning. Na een succesvolle start komt Saul in conflict met de laatste van de Richteren: Samuel. Deze kondigt aan dat het koningschap van Saul afgenomen zal worden. Nog tijdens de regering van Saul wordt een ander tot koning gezalfd: David. Deze herdersjongen komt aan het hof om muziek te maken, boekt vervolgens successen in het leger (David en Goliath!), en leidt enige 5

tijd, na een conflict met Saul, een zwervend en vervolgd bestaan. Maar na de dood van Saul wordt David dan koning, eerst alleen van het zuidelijk deel van het gebied (Hebron), later ook van het noorden. Hij verovert dan de stad Jeruzalem op de Jebusieten en maakte van deze stad, midden tussen de beide gebiedsdelen gelegen, de hoofdstad. Hij bouwt er een paleis en wil ook een tempel bouwen. Dat laatste wordt hem niet toegestaan vanwege het vele bloed dat aan zijn handen kleeft. Onder Davids zoon Salomo breekt een gouden tijd aan. Salomo, de wijze vredesvorst bouwt in Jeruzalem een tempel. Na de regering van Salomo wordt zijn zoon Rehabeam door de noordelijke stammen niet als koning geaccepteerd, wel door de stammen Juda en Benjamin in het zuiden. Er ontstaat een scheuring tussen het Noordrijk (Israel of het 10-stammenrijk, met als hoofdstad, sinds koning Omri, Samaria) en het Zuidrijk (Juda, 2 stammenrijk, hoofdstad Jeruzalem). Intussen neemt de dreiging van de grootmachten (Egypte, Assyrië) toe. Uiteindelijk wordt het Noordrijk verslagen door de Assyriërs en de bewoners weggevoerd (721). Van deze stammen wordt niets meer vernomen. De achterblijvers in het gebied van het Noordrijk vermengen zich met andere volkeren en worden Samaritanen genoemd, naar de stad Samaria. Het Assyrische Rijk maakt plaats voor het Babylonische Rijk. Het staatje Juda wordt in 586 onder de voet gelopen. De tempel wordt verwoest en de vooraanstaande bewoners worden weggevoerd in ballingschap. 2.1.1 Jozua Het Bijbelboek Jozua beschrijft eerst de verovering en verdeling van het beloofde land. Vooral bekend is het verhaal over de inname van Jericho. Jozua neemt in twee toespraken afscheid van zijn volk en sterft. 2.1.2 Richteren Het boek Richteren (of Rechters) beschrijft de daden van de eerste 10 richteren (zie boven). Er wordt steeds benadrukt dat men de geboden overtrad, en dat de rampen die plaatsvonden daaruit voortkwamen, maar dat God uiteindelijk door het optreden van een richter redding bracht. Bekend zijn vooral de verhalen over Gideon, Jefta en Simson. Gaandeweg wordt de roep om een koning steeds luider. Het laatste vers van het boek luidt: In die dagen was er geen koning in Israel; ieder deed wat goed was in zijn ogen. 2.1.3 Samuel Eli en Samuel worden beschouwd als de laatste twee Richteren, maar hun geschiedenis wordt verteld in het naar Samuel genoemde boek. De Septuaginta heeft dit boek in twee delen gesplitst. Ze beschrijven de geschiedenis vanaf Eli tot en met de regering van koning David. 2.1.4 Koningen De twee Boeken der Koningen (ook weer oorspronkelijk één boek) beginnen met de regering van Salomo, en vertellen dan van de scheuring van het rijk. Afwisselend worden de koningen van beide rijken besproken. Hun tegenspelers zijn steeds de profeten, zij roepen de koning tot de orde als ze de wet overtreden. Voorbeelden van profeten zijn Nathan, Elia en Elisa. De ondergang van het Noordrijk wordt verteld. De boeken eindigen met de wegvoering van de meeste inwoners van het Zuidrijk naar Babel, in ballingschap. 2.2 Late profeten De Late Profeten zijn boeken die de woorden bevatten van een aantal profeten. In de Alexandrijnse canon vormen ze de kern van de Profetische boeken. 6

In Tenach staan eerst de drie grote profetenboeken, Jesaja, Jeremia en Ezechiël, gevolgd door de 12 kleine profeten. 5 De profeten hekelden de misstanden van hun tijd: onderdrukking van de armen, bondgenootschappen met verkeerde volkeren, machtsmisbruik, enz. De koningen worden bekritiseerd. Er worden veel dreigende woorden gesproken, maar er is ook troost. Na het oordeel dat aangekondigd wordt (op de dag des Heren ) zal er ook weer verlossing komen, die uiteindelijk de hele wereld zal omvatten. Bij de redding speelt een Gezalfde, een Messias een rol, een zoon van David. De profeten gebruiken krachtige taal en soms ook krachtige non-verbale communicatie, bijv. het lopen met een juk (Jer. 27:1-22) of Hosea 1. Vaak wordt de boodschap verteld door het beschrijven van visioenen. 2.2.1 De grote profeten 2.2.1.1 Jesaja Het boek Jesaja heeft maar liefst 66 hoofdstukken. Het boek wordt meestal in drie delen verdeeld, die tegenwoordig toegeschreven worden aan drie verschillende profeten: - hoofdstuk 1-39: uit de Assyrische tijd, voor de ballingschap; de politiek van bondgenootschappen wordt bekritiseerd, en de profeet kondigt een Vredesrijk aan - hoofdstuk 40-55: uit de tijd van de ballingschap ( Deutero-jesaja 6 ); God wordt er vergeleken met een zorgzame herder, en zijn trouwe dienaar met een lam - hoofdstuk 56-66: uit de tijd na de ballingschap ( Trito-jesaja 7 ). 2.2.1.2 Jeremia Jeremia heeft de wegvoering in ballingschap meegemaakt en beklaagt in zijn profetische woorden het volk. Hij wordt tenslotte door een groep vluchtelingen meegevoerd naar Egypte. In dit boek vinden we niet alleen de profetieën van Jeremia, maar komen we ook heel wat te weten over zijn persoonlijke lotgevallen. 2.2.1.3 Ezechiël Ezechiël richtte zijn woorden tot de ballingen in Babylon. Hij houdt ze voor dat er een nieuwe periode van opbouw zal komen. Bekend is zijn beeldspraak van de dode beenderen, die zich weer aaneensluiten tot levende mensen (Ez. 37:1-14). 2.2.2 De twaalf kleine profeten Na de grote profetenboeken volgen er twaalf kleinere, die soms als één geheel beschouwd worden: het Dodekaprofeton (dodeka betekent 12). Het zijn: Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Haggai, Zacharia en Maleachi. Het boek Jona wijkt af omdat dit een verhaal bevat, en geen profetenwoorden. Het verhaal gaat over de opstandige profeet Jona, die zijns ondanks het grote, verderfelijke Ninevé tot bekering brengt en de stad (wel de stad van de grote vijand!) zo redt van de ondergang. Dit verhaal wordt in de joodse liturgie gelezen op de Grote Verzoendag. 5 De LXX plaatst de grote profeten na de kleine profeten, die ook weer in een heel andere volgorde gezet zijn. De Vulgata heeft de volgorde van Tenach weer hersteld. 6 Letterlijk: tweede Jesaja 7 Letterlijk: derde Jesaja 7

3. Chetubim De Geschriften, die het derde deel van Tenach vormen, bestaan uit: - drie dichterlijke boeken: de Psalmen, Job en de Spreuken; deze vormen in de Alexandrijnse canon een aparte groep na de Historische boeken - 5 boeken die bij de feest- en gedenkdagen gebruikt worden, de zgn. feestrollen; in de Alexandrijnse canon staan ze deels bij de Historische boeken (Ruth, Esther), deels bij de Dichterlijke boeken (Hooglied, Prediker) en deels bij de Profetische boeken (Klaagliederen) - het boek Daniël; dit staat in de Alexandrijnse canon bij de Profeten - 2 historische boeken (Kronieken en Ezra/Nehemia). Al deze boeken worden hieronder kort besproken. 3.1 Psalmen Een bundel van 150 liederen, of eigenlijk een samenvoeging van 5 bundels. Veel liederen worden toegeschreven aan David. Er staan lof- en dankliederen in, klaagliederen, bedevaartsliederen, koningsliederen, leerdichten, enz. Ze werden en worden veel in de erediensten gebruikt. 3.2 Job Een verhaal over Job die tot het uiterste beproefd wordt, maar desondanks trouw blijft aan zijn God. Het grootste deel van het boek bevat redevoeringen, van Job en zijn vrienden, over de betekenis van het kwaad in de wereld. 3.3 Spreuken Een verzameling wijsheden in de vorm van korte spreuken. Ze worden traditioneel toegeschreven aan Salomo, maar ze zijn waarschijnlijk een bundeling van spreuken uit allerlei tijden en landen. 3.4 De 5 feestrollen (megilloth): Het boek Ruth wordt gelezen op het Wekenfeest, een oogstfeest, maar ook het feest van de herdenking van de wetgeving op de Sinai. Het verhaal van Ruth speelt zich af in de oogsttijd. Omdat het verhaal volgens het begin gebeurd is in de richterentijd heeft de Alexandrijnse canon het na Richteren geplaatst onder de Historische boeken. 8 Het Hooglied is een bundel liefdesliederen. Vaak wordt er een meer geestelijke betekenis aan gegeven, een voorbeeld van allegorie. Het wordt gelezen op het Paasfeest (Pesach). Prediker is een filosofisch boek, dat vraagt naar de zin van het bestaan. Is niet alles lucht en leegte? - zo begint het. Het wordt gelezen op Loofhuttenfeest. In de Klaagliederen wordt de val van Jeruzalem betreurd. Het boek hoort bij de treurdag van de negende Av (de 9 e dag van de maand Av), waarop de verwoesting van de tempel herdacht wordt. De Alexandrijnse canon plaatst het boek bij de profeten, na Ezechiël omdat die als auteur gezien wordt. 9 Het boek Esther vertelt het verhaal van een kwaadaardige poging de joodse bevolking in het Perzische rijk uit te roeien. Het joods meisje Esther verijdelt dit door moedig optreden. Dit 8 In sommige indelingen wordt Ruth zelfs als een aanhangsel aan het boek der Richteren beschouwd. 9 Sommigen zien ook de Klaagliederen niet als apart boek maar als aanhangsel bij Ezechiël. 8

verhaal wordt herdacht op het Poerimfeest. Uiteraard wordt het boek op die feestdag gelezen. Het is een sprookjesachtig verhaal waar een vrolijk, uitbundig feest bij hoort. 3.5 Daniël Het boek Daniël bevat twee delen: een aantal hoofdstukken met verhalen uit de ballingschap (1-6), en een aantal hoofdstukken met visioenen (7-12). De eerste hoofdstukken zouden een plaats rechtvaardigen bij de Historische boeken, maar op grond van de laatste hoofdstukken heeft de LXX het boek bij de Profetische boeken geplaatst, en wel als laatste van de grote profeten. Zodoende wordt Daniël het laatste Bijbelboek. Er bestaan nog enkele aanhangsels bij het boek Daniël die tot de deuterocanonieke boeken gerekend worden (zie 4). Het gaat om: het gebed van Azarja, het gezang van de mannen in de vurige oven, Suzanna, Bel en de Draak, en een hervertelling van Daniël in de leeuwenkuil. Fragmenten van dit boek zijn in het Aramees geschreven. 3.6 Ezra/Nehemia, Kronieken Deze boeken worden als één geheel beschouwd. In Tenach vormen Ezra en Nehemia nog één boek, evenals de beide Kroniekenboeken die daar De gebeurtenissen der dagen genoemd worden. In Tenach staan Ezra en Nehemia vòòr de Kronieken, hoewel ze er chronologisch op volgen. Daarom heeft de LXX de volgorde omgedraaid. De Kronieken-boeken staan in Tenach helemaal achteraan, zodat de bundel eindigt met de ballingschap. Om toch hoopvol te eindigen zijn de eerste zinnen uit Ezra, over de terugkeer, aan het eind nog toegevoegd. De Kronieken beschrijven nogmaals de geschiedenis van Israel. Kronieken begint met 9 hoofdstukken geslachtsregisters, vanaf Adam tot aan de ballingschap. 1 Kronieken 10-28 beschrijft uitgebreid het koningschap van David. Het tweede deel bevat in hoofdstuk 1-9 de geschiedenis van Salomo, en de rest van het boek bespreekt de overige koningen tot aan de ballingschap. Alleen het Zuidrijk (Juda) wordt behandeld. De boeken Ezra en Nehemia vertellen het verhaal van de terugkeer na de ballingschap, de wederopbouw van Jeruzalem (Nehemia) en de tempel (Ezra). Enkele stukken van het boek Ezra zijn in het Aramees geschreven. 4. Deuterocanonieke boeken of apocriefen De LXX, die een vertaling van Tenach is, bevat ook een aantal boeken die niet in Tenach staan. En sommige boeken, die wel in allebei staan, verschillen nogal. Omdat de christenen de LXX gingen gebruiken (ze konden vaak geen Hebreeuws lezen) werden alle boeken van de LXX doorgaans door hen zonder meer geaccepteerd 10. Ook in de oudste Latijnse vertaling, de Vetus Latina, staan ze er gewoon bij. Toen Hiëronymus de taak kreeg een nieuwe Latijnse vertaling te maken, greep hij terug op de Hebreeuwse grondtekst. In zijn vertaling, de Vulgata, werden deze boeken wel opgenomen 11, maar ze kregen tenslotte toch een andere status: deuterocanoniek ( in tweede instantie canoniek ). De boeken uit de LXX die niet in de Vulgata werden opgenomen, worden apocriefe boeken genoemd, net als alle andere boeken uit dezelfde tijd die altijd buiten de bijbel gebleven zijn. Protestantse bijbels laten de deuterocanonieke boeken meestal weg, en zij noemen déze boeken apocrief. Soms staan ze apart aan het eind van de bijbel, zoals in sommige edities van de Statenvertaling. Wat bij de katholieken apocriefe boeken genoemd worden, heten bij de protestanten de pseudepigraphen. 10 Joden rekenen deze boeken niet tot de canon. 11 Op een paar na, zoals 3 Ezra, 4 Makkabeeën en het gebed van Manasse. 9

4.1 Overzicht van de deuterocanonieke en apocriefe boeken. Tobit en Judith zijn twee verhalende boeken. 1 en 2 Makkabeeën beschrijven de geschiedenissen ten tijde van de Makkabeeëen-opstand (zie verder). De boeken 3 en 4 Makkabeeën worden als apocrief beschouwd. De Wijsheid van Salomo en de Wijsheid van Jezus Sirach behoren, zoals de naam al aangeeft tot de wijsheidsliteratuur. Baruch bevat liederen en gebeden, toegeschreven aan Baruch, de secretaris van Jeremia. De aanhangsels bij het boek Daniël zijn bij Daniël al besproken. Tot de apocriefen behoren de boeken 3 Ezra (Esdras A uit de LXX) en 4 Ezra (hoewel dit toch in sommige edities van de Vulgata voorkomt). De Odai (=liederen) en de Psalmen van Salomo zijn pas later aan de LXX toegevoegd en staan niet in de Vulgata. De Odai zijn liederen uit het Oude Testament en zelfs uit het Nieuwe testament die in de liturgie van de Grieks-Orthodoxe Kerk een rol spelen. Odai 12, ook het Gebed van Manasse genoemd, staat in sommige edities van de Vulgata als apart boek opgenomen. Uit bovenstaande blijkt al wel dat zowel van de LXX als van de Vulgata verschillende versies bestaan. In de Rooms-katholieke kerk bestaat een officiële versie van de Vulgaat, te vinden op de website van het Vaticaan. Vanaf de ballingschap tot aan de Joodse opstand De ballingschap duurde 70 jaar. Men neemt aan dat in deze periode en kort erna de 5 boeken van de Tora zijn samengesteld. Er kwam een eind aan het Babylonische Rijk, het werd gevolgd door het rijk van de Meden en de Perzen. Onder Cyrus (in de bijbel Kores genoemd) kregen de joden toestemming terug te keren. Velen maakten van deze gelegenheid gebruik, anderen hadden inmiddels een goede positie bereikt en bleven: ze verkozen het leven in de diaspora (= verstrooiing). De verhalen in de boeken Esther en Daniël vinden tegen deze achtergrond plaats. In verschillende golven vindt de terugkeer (alija) plaats. Jeruzalem wordt herbouwd, evenals de tempel (Zerubbabel). Na de tijd van de Meden en de Perzen kwam er een wereldrijk onder de Macedoniër Alexander de Grote. De Griekse (hellenistische) cultuur werd overal verbreid. Na de dood van Alexander werd het rijk verdeeld. Palestina kwam eerst enige tijd onder de Ptolemeeën (Egypte) en daarna onder de Seleuciden (Syrië). Eén der Selucidische vorsten, Antiochus IV Epiphanes, beledigde de joden door in de tempel een beeld voor Zeus op te richten. Het leidde tot een opstand onder de Makkabeeën. Na een oorlog kon de tempel opnieuw ingewijd worden, de gebeurtenis waaraan het joodse Chanukkah-feest een herinnering is. Een tijdlang was het gebied zelfstandig onder de koningen die de Hasmoneeën genoemd worden. Er waren voortdurend conflicten over de macht tussen de koningen en de priesters. Uiteindelijk grepen de Romeinen in (63 v. Chr.). Het gebied behield nog enige zelfstandigheid onder een door de Romeinen benoemde koning. Deze Herodes de Grote was geen jood, en niet erg geliefd. Hij heeft wel de tempel in Jeruzalem zo ingrijpend verfraaid dat men wel spreekt van een nieuwe tempel, de derde. Later raakte het gebied versnipperd onder verschillende vorsten, waaronder Herodes Agrippa (de Herodes uit het lijdensverhaal van Jezus). Judea en Samaria werden een Romeinse provincie onder een stadhouder. Er waren veel groepen die tegen de Romeinse overheersing waren. Uiteindelijk leidde dit in het jaar 66 tot een opstand. Door de veldheer Vespasianus, de latere keizer, werd Palestina op de opstandelingen veroverd. Jeruzalem werd door zijn zoon Titus belegerd en tenslotte 10

ingenomen. Opnieuw werd Jeruzalem verwoest, ook de tempel, en de tempelschatten werden naar Rome vervoerd. In Jeruzalem mochten geen joden meer wonen. Een laatste poging om de Romeinen te verdrijven was de mislukte opstand onder Bar Kochba van 132-135. Aanhangsels: twee tabellarische overzichten 1. De boeken van het Oude Testament 2. De geschiedenis van Israel 11

Onze bijbels Vulgaat Septuaginta Tenach Genesis Genesis Genesis Be-resjit Exodus Exodus Exodos Sjemot Leviticus Leviticus Leuiticon Wa-jiqra Numeri Numeri Arithmoi Ba-midbar Deuteronomium Deuteronomium Deuteronomion Devarim Jozua Iosue Ièsous Jehosjoe a Richteren Iudices Kritai Sjofetim Ruth Ruth Routh Roet 1,2 Samuel I, II Samuelis 1 Basileioon A-D Sjemoe el A-B 1,2 Koningen III, IV Regum Melachim A-B 1,2 Kronieken I, II Paralipomenon Paraleipomenoon A-B Divre ha-jamim Esdras A Ezra Esdras Esdras B Ezra/Nechemja Nehemia Nehemias 2 IV Esdras Tobit Tobias Toobit 1 Judith Iudith Ioudith 1 Esther Esther 4 Esthèr 1,2 Ester 1,2 Makkabeeën I, II Machabaeorum 3 Makkabaioon A-D Job Iob Ioob 3 Ijov Psalmen Psalmi Psalmoi Tehilim Odai 4 Spreuken Proverbia Paroimiai Misjle Prediker Ecclesiastes Ecclèsiastès Qohèlèt Hooglied Canticum canticorum Aisma Sjir ha-sjirim Wijsheid Sapientia Sophia Saloomoonos Wijsheid van Jezus Ecclesiasticus Sophia Sirach Sirach Psalmoi Salomoontos 4 Jesaja Isaias Esaias 13 Jesjajahoe Jeremia Jeremias Ieremias 14 Jimejahou Klaagliederen Lamentationes Thrènoi 16 Echa Baruch Baruch Barouch 15 Epistolè Jeremiou 17 Ezechiel Ezechiel Iezekièl 18 Jechezqel Daniel Sousanna 19 Daniël Danièl 2 20 Danijel Bel kai Drakoon 21 Hosea Osee Oosèe 1 Hosje a Joel Ioel Iooèl 4 Jo el Amos Amos Amoos 2 Amos Obadja Abdias Abdiou 5 Ovadja Jona Ionas Ioonas 6 Jona Micha Michaea Michaias 3 Micha Nahum Nahum Naoum 7 Nachoum Habakuk Habacuc Ambakoum 8 Chabaqouq Sefanja Sophonias Sophonias 9 Tsefanja Haggai Aggaeus Aggaios 10 Chagai Zacharia Zacharias Zacharias 11 Zecharja Maleachi Malachias Malachias 12 Mal achi Legenda: Canoniek Historische boeken Wetgevense boeken Tora (Wet) Deuterocanoniek/apocrief Onderwijzende boeken Historische boeken Voege profeten Profetische boeken Dichterlijke boeken Late profeten Nieuwste historische boeken Profetische boeken Geschriften 12

Schematisch overzicht van de geschiedenis van Israël tot aan de verwoesting van de Tweede Tempel Tijd Gebeurtenissen Personen Tempel Wereldmachten Aartsvaders ABRAHAM Izaak Jacob Mesopotamië Slavernij in Egypte Exodus; Woestijntocht en wetgeving (Sinai) MOZES Tabernakel Verovering Palestina Jozua Richterentijd Simson, Samuël ca. 1030-932 Eerste koningen Saul DAVID SALOMO Bouw eerste tempel 932 Scheuring; Noordrijk (Israël) en Zuidrijk (Juda) 721 Val van Samaria Einde van het Noordrijk Elia, Elisa, Amos, Hosea Jesaja Jeremia Assyrië 586 Val van Jeruzalem Ezechiël Tempel verwoest door Nebukadnezar Ballingschap v.a. 538 Terugkeer Zerubbabel Ezra, Nehemia Herbouw van de tempel Babylonië Perzische Rijk 165 Makkabeeën zelfstandigheid onder de Hasmoneeën Judas Maccabaeus Tempel ontheiligd en weer ingewijd Alexander de Grote Ptolemaeen Seleuciden 63 v. Chr. Inlijving in het Romeinse Rijk Hillel, Sjammai Herodes de Grote verfraait de tempel Rome Jezus van Nazareth 70 na Chr. Joodse opstand joden verdreven uit Jeruzalem Tempel verwoest door Titus 132-135 Opstand geleid door Bar Kochba Rabbi Akiba 13

14