NL NL NL
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun (Voor de EER relevante tekst) 1. INLEIDING 1. Deze mededeling heeft betrekking op een vereenvoudigde procedure voor onderzoek door de Commissie van bepaalde soorten staatssteun waarvoor de Commissie slechts hoeft na te gaan of de maatregel in overeenstemming is met de bestaande regels en praktijken zonder uitoefening van enige discretionaire bevoegdheid. Uit de ervaring die de Commissie heeft verworven met de toepassing van artikel 87 van het EG- Verdrag en de verordeningen, kaderregelingen, richtsnoeren en mededelingen die op grond van dat artikel zijn vastgesteld 1, blijkt dat bepaalde categorieën aangemelde steun vaak kunnen worden goedgekeurd zonder dat twijfel ontstaat over hun verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt, voor zover er geen sprake was van bijzondere omstandigheden. Deze categorieën van steun worden hierna verder beschreven. 2. Het doel van deze mededeling is de voorwaarden te beschrijven waaronder de Commissie gewoonlijk een besluit in verkorte vorm geeft, waarbij bepaalde soorten staatssteun op grond van de vereenvoudigde procedure verenigbaar worden verklaard met de gemeenschappelijke markt. Voorts beoogt deze mededeling richtsnoeren te verstrekken met betrekking tot de procedure zelf. Wanneer aan alle eisen genoemd in punt 5 van deze mededeling is voldaan en er geen sprake is van bijzondere omstandigheden, stelt de Commissie alles in het werk om binnen 20 werkdagen na de aanmelding van de steun een besluit in verkorte vorm te geven dat er geen sprake 1 Zie, meer bepaald, de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB C 323 van 30.12.2006, blz. 1), hierna "kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie" genoemd, de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun ter bevordering van risicokapitaalinvesteringen in kleine en middelgrote ondernemingen (PB C 194 van 18.8.2006, blz. 2), hierna "richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen" genoemd, de communautaire richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming (PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1), hierna "richtsnoeren inzake milieusteun" genoemd, de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 (PB C 54 van 4.3.2006, blz. 13), hierna "richtsnoeren inzake regionale steun" genoemd, de mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de kaderregeling inzake staatssteun aan de scheepsbouw, door de Commissie goedgekeurd op 24 oktober 2006 (PB C 260 van 28.10.2006, blz.7) en hierna 'kaderregeling voor de scheepsbouw" genoemd, de mededeling van de Commissie betreffende de verlenging van de toepassing van de mededeling over de vervolgcontrole van de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (PB C 134 van 16.6.2007, blz. 5), hierna "mededeling inzake film" genoemd, en Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening) (PB L 214 van 9.8.2008, blz. 3), hierna "algemene groepsvrijstellingsverordening" genoemd. NL 1 NL
is van steun ofwel geen bezwaren zijn, binnen de procedurele voorschriften van artikel 4, lid 2, of artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad 2. 3. Indien echter één van de vrijwaringen of uitzonderingen genoemd in de punten 6 tot en met 12 van deze mededeling van toepassing is, past de Commissie de normale procedure betreffende aangemelde steun toe, als beschreven in hoofdstuk II van de procedureverordening, hetgeen kan betekenen dat de formele onderzoekprocedure van artikel 4, lid 4, van die verordening wordt ingeleid, waarna zij een besluit in onverkorte vorm geeft, overeenkomstig artikel 4 en/of artikel 7. In dat geval zijn de termijnen genoemd in artikel 4, lid 5, en artikel 7, lid 6, van dezelfde verordening van toepassing. 4. Door de in de volgende hoofdstukken toegelichte procedure te volgen wil de Commissie het toezicht van de Gemeenschap op staatssteun beter voorspelbaar en efficiënter maken, overeenkomstig de algemene beginselen van het actieplan op het gebied van staatssteun 3. 2. VOOR BEHANDELING IN HET KADER VAN DE VEREENVOUDIGDE PROCEDURE GESCHIKTE CATEGORIEËN VAN STAATSSTEUN In aanmerking komende categorieën van staatssteun 5. De volgende categorieën van maatregelen zijn in principe geschikt voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure: (a) Categorie 1: Steunmaatregelen die onder het hoofdstuk "standaardbeoordeling" van bestaande kaderregelingen of richtsnoeren vallen Steunmaatregelen die onder de "standaardbeoordeling" (de zogeheten "veilige haven"-hoofdstukken 4 ) vallen, of onder soortgelijke typen beoordelingsregels 5 van horizontale richtsnoeren of kaderregelingen die niet onder de algemene groepsvrijstellingsverordening vallen, zijn in principe geschikt voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure. De vereenvoudigde procedure is echter slechts van toepassing wanneer, na de fase van voorafgaande aanmelding (zie punten 13-16), de Commissie zich ervan heeft vergewist dat aan alle materiële en procedurele vereisten als vastgelegd in de toepasselijke hoofdstukken van de respectieve instrumenten is voldaan. Dit houdt in dat de fase van voorafgaande aanmelding bevestigt dat de 2 3 4 5 Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1), hierna "procedureverordening" genoemd. Actieplan Staatssteun Minder en beter gerichte staatssteun: een routekaart voor de hervorming van het staatssteunbeleid (2005-2009), COM(2005) 107 definitief. Dit betreft met name hoofdstuk 5 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie, hoofdstuk 3 van de richtsnoeren inzake milieusteun, en hoofdstuk 4 van de richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen. De richtsnoeren inzake regionale steun, hoofdstuk 3.1.2 van de communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004, blz. 2-17), hierna "richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun" genoemd. NL 2 NL
aangemelde steunmaatregel prima facie voldoet aan de volgende 9 categorieën van voorwaarden, als nader toegelicht in elk van de toepasselijke horizontale instrumenten: type begunstigden subsidiabele kosten steunintensiteiten en verhogingen individueel aanmeldingsplafond of maximaal steunbedrag gebruikt soort steuninstrument cumuleringsvoorwaarden stimulerend effect transparantievereisten uitsluiting van begunstigden die het onderwerp zijn van een nog lopende inningsopdracht (Deggendorf). De typen maatregelen in deze categorie waarvoor de Commissie bereid is toepassing van de vereenvoudigde procedure te overwegen, zijn met name: i) Risicokapitaalmaatregelen in een andere vorm dan een deelneming in een private-equity-investeringsfonds, welke voldoen aan alle andere voorwaarden van hoofdstuk 4 van de richtsnoeren inzake risicokapitaalinvesteringen; ii) Milieu-investeringssteun die voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk 3 van de richtsnoeren inzake milieusteun: waarvan de subsidiabele kosten zijn vastgesteld op basis van berekening van de volledige kosten, overeenkomstig punt 82 van de richtsnoeren inzake milieusteun 6 ; of die een milieu-innovatiebonus omvatten, overeenkomstig punt 78 van de richtsnoeren inzake milieusteun 7 ; iii) Steun voor jonge innovatieve ondernemingen verleend in overeenstemming met punt 5.4 van de kaderregeling inzake onderzoek, 6 7 Artikel 18, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening voorziet in een vereenvoudigde methode voor de berekening van de kosten. Overeenkomstig de algemene groepsvrijstellingsverordening worden milieu-innovatiebonussen niet vrijgesteld. NL 3 NL
ontwikkeling en innovatie en waarvan het innovatieve karakter bepaald wordt op basis van punt 5.4, onder b), onder i), van de kaderregeling 8 ; iv) Steun voor innovatieclusters verleend in overeenstemming met punt 5.8 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie; v) Steun voor proces- en organisatorische innovatie in diensten overeenkomstig punt 5.5 van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie; vi) Regionale ad-hocinvesteringssteun die niet is verleend als aanvulling op de individuele toepassing van een regeling, maar die aan alle andere voorwaarden van de richtsnoeren inzake regionale steun voldoet 9 ; De projecten die bedoeld worden in punt 68 van de richtsnoeren inzake regionale steun, komen niet in aanmerking voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure; vii) Reddingssteun in de industrie- en dienstensector (met uitzondering van de financiële sector) die aan alle materiële vereisten van de hoofdstukken 3.1.1. en 3.1.2 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun voldoet, ongeacht het bedrag 10 ; viii) Reddings- en herstructureringsregelingen voor kleine ondernemingen 11 ; xi) Ad-hocherstructureringssteun voor KMO's, mits deze aan alle voorwaarden voldoet die zijn vastgelegd in hoofdstuk 3 van de richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun 12 ; x) Exportfinanciering in de scheepsbouw die aan alle voorwaarden voldoet van hoofdstuk 3.3.4. van de kaderregeling voor de scheepsbouw 13 ; 8 9 10 11 12 13 De algemene groepsvrijstellingsverordening geldt alleen ingeval van steun ten behoeve van jonge innovatieve ondernemingen die voldoen aan de voorwaarden van punt 5.4, onder b), onder ii), van de kaderregeling inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie. In dergelijke gevallen geldt: uit de door de lidstaten te verstrekken informatie moet vooraf blijken dat: i) het steunbedrag het plafond voor aanmelding niet overschrijdt (zonder geavanceerde berekeningen van de huidige nettowaarde); ii) de steun een nieuwe investering betreft (geen vervangingsinvestering); en iii) de gunstige effecten van de steun voor de regionale ontwikkeling de verstoring van de mededinging die erdoor ontstaat, compenseren. Zie bijvoorbeeld het besluit van de Commissie in zaak N 721/2007 (Polen, 'Reuters Europe SA'). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 28/06 (Polen, Techmatrans), in zaak N 258/2007 (Duitsland, reddingssteun ten gunste van Erich Rohde KG), en in zaak N 802/2006 (Italië, reddingssteun ten gunste van Sandretto Industrie). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 85/2008 (garantieregeling voor KMO's in de regio Salzburg), in zaak N 386/2007 (Frankrijk, regeling voor reddings- en herstructureringssteun voor het MKB), en in zaak N 832/2006 (Italië, reddings- en herstructureringsregeling Valle d'aosta). Deze benadering is in overeenstemming met artikel 1.7 van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 92/06 (Oostenrijk, herstructureringssteun ten gunste van Der Bäcker Legat), en in zaak N 289/2007 (Italië, herstructureringssteun ten gunste van Fiem SRL). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 76/2008 (Duitsland, verlenging van de CIRR-financieringsregeling voor de export van schepen), in zaak N 26/2008 (Denemarken, wijzigingen in de financieringsregeling voor de export van schepen), en in zaak N 760/2006 (Spanje, verlenging van de exportfinancieringsregeling - Spaanse scheepsbouw). NL 4 NL
xi) Audiovisuele-steunregelingen die aan alle voorwaarden genoemd in hoofdstuk 2.3 van de mededeling inzake film voldoen wat betreft de ontwikkeling, productie, distributie en promotie van audiovisuele werken 14 ; De bovenstaande lijst kan veranderen, afhankelijk van toekomstige herzieningen van de op dit moment toepasselijke instrumenten of de goedkeuring van nieuwe instrumenten. De Commissie kan deze lijst van tijd tot tijd actualiseren teneinde deze in overeenstemming te brengen met de toepasselijke regels inzake staatssteun. (b) Categorie 2: Maatregelen die met de vaste beschikkingspraktijk van de Commissie overeenkomen Steunmaatregelen waarvan de kenmerken overeenkomen met die van steunmaatregelen die in tenminste drie eerdere besluiten van de Commissie (hierna "eerdere besluiten" genoemd) zijn goedgekeurd, en waarvan de beoordeling dus onmiddellijk kan worden uitgevoerd op basis van de vaste besluitvormingspraktijk van de Commissie, zijn in principe geschikt voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure. Slechts besluiten van de Commissie die in de laatste tien jaar voor de datum van prenotificatie zijn goedgekeurd (zie punt 14), komen in aanmerking als "eerder besluit". De vereenvoudigde procedure is echter slechts van toepassing wanneer, na afloop van de fase van voorafgaande aanmelding (zie de punten 13-16), de Commissie zich ervan vergewist heeft dat aan de materiële en procedurele voorwaarden die voor de eerdere besluiten golden, is voldaan, met name wat de doelstellingen en algemene opzet van de maatregel betreft, de typen begunstigden, de subsidiabele kosten, de individuele aanmeldingsplafonds, de steunintensiteiten en eventueel toepasselijke verhogingen, cumuleringsbepalingen, stimulerend effect, transparantievereisten, alsmede de uitsluiting van begunstigden die het onderwerp zijn van een nog lopende inningsopdracht (Deggendorf). De typen maatregelen in deze categorie waarvoor de Commissie bereid is toepassing van de vereenvoudigde procedure te overwegen, zijn met name: i) Steunmaatregelen voor het behoud van nationaal cultureel erfgoed die verband houden met activiteiten betreffende historische, archeologische vindplaatsen of nationale monumenten, mits de steun zich beperkt tot 14 Hoewel de criteria van de mededeling alleen rechtstreeks van toepassing zijn op de productieactiviteit, zijn zij in de praktijk tevens van overeenkomstige toepassing op de beoordeling van de verenigbaarheid van de pre- en post-productie van audiovisuele werken, alsmede op het noodzaak- en evenredigheidbeginsel van artikel 87, lid 3, onder d), en artikel 151 van het EG-Verdrag. Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 233/06 (Letse steunregeling voor film), in zaak N 72/2008 (Spanje, regeling voor de bevordering van film in Madrid), in zaak N 60/2008 (Italië, steun voor film in de regio Sardinië), en in zaak N 291/07 (Nederlands Film Fonds). NL 5 NL
'behoud van erfgoed' overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder d), van het EG-Verdrag 15 ; ii) Steunregelingen voor activiteiten op het gebied van theater, dans en muziek 16 ; iii) Steunregelingen voor de bevordering van minderheidstalen 17 ; iv) Steunmaatregelen ten gunste van uitgeverijen 18 ; v) Steunmaatregelen voor breedbandconnectiviteit in plattelandsgebieden 19 ; vi) Garantieregelingen voor de financiering van de scheepsbouw 20 ; vii) Steunmaatregelen die aan alle andere toepasselijke voorwaarden van de algemene groepsvrijstellingsverordening voldoen, maar van de toepassing daarvan om een van de volgende redenen zijn uitgesloten: De betreffende maatregelen vormen 'ad-hocsteun' 21 ; De betreffende maatregelen worden in niet-transparante vorm (artikel 5 van de algemene groepsvrijstellingsverordening) verleend, maar hun bruto subsidie-equivalent (BSE) wordt berekend op basis van een methode die door de Commissie sinds 1 januari 2007 in drie afzonderlijke besluiten is goedgekeurd; 15 16 17 18 19 20 21 Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 393/2007 (Nederland, subsidie ten gunste van NV Bergkwartier), in zaak N 106/2005 (Polen, Hala Ludowa in Wroclaw) en in zaak N 123/2005 (Hongarije, programma voor toerisme en cultuur in Hongarije). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 340/06 (Spanje, activiteiten op het gebied van theater, dans en muziek en audiovisuele activiteiten in Baskenland), in zaak N 257/2007 (Spanje, bevordering van theaterproducties in Baskenland) en zaak N 818/99 (Frankrijk, parafiscale belasting op voorstellingen en concerten). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 776/2006 (Spanje, subsidies voor de ontwikkeling van het gebruik van het Baskisch), en in zaak N 49/2007 (Spanje, subsidies voor de ontwikkeling van het gebruik van het Baskisch) en in zaak N 161/2008 (Spanje, steun voor de Baskische taal). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 687/2008 (Slowaakse Republiek, steun ten gunste van Kalligram s.r.o. in verband met een tijdschrift), in zaak N 1/2006 (Slovenië, bevordering van de uitgeverijsector in Slovenië) en in zaak N 268/2002 (Italië, steun ten gunste van de uitgeverijsector in Sicilië). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 264/2006 (Italië, breedband op het platteland in Toscane), in zaak N 473/2007 (Italië, breedbandverbindingen ten behoeve van Alto Adige) en in zaak N 115/2008 (breedband in plattelandsgebieden in Duitsland). Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 325/2006 (Duitsland, verlenging van de garantieregelingen voor de financiering van de scheepsbouw), in zaak N 35/2006 (Frankrijk, garantieregeling voor de financiering van de scheepsbouw en bonding), en in zaak N 253/2005 (Nederland, garantieregeling voor de financiering van de scheepsbouw). Ad-hocsteun is vaak uitgesloten van het toepassingsbereik van de algemene groepsvrijstellingsverordening. Deze uitsluiting is van toepassing op alle grote ondernemingen (artikel 1, lid 5, van de algemene groepsvrijstellingsverordening), alsmede, in bepaalde omstandigheden, op kleine en middelgrote ondernemingen (zie de artikelen 13 en 14 inzake regionale steun, artikel 16 inzake vrouwelijke ondernemers, artikel 29 inzake steun in de vorm van risicokapitaal, en artikel 40 inzake steun voor de aanwerving van kwetsbare werknemers). Wat de specifieke voorwaarden betreft welke voor regionale ad-hocinvesteringssteun gelden, zie voetnoot 9 hierboven. NL 6 NL
viii) Maatregelen ter ondersteuning van de ontwikkeling van plaatselijke infrastructuur die geen staatssteun vormen in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag, omdat de betrokken maatregel, gezien de specifieke kenmerken van het geval, geen effect heeft op het intracommunautaire handelsverkeer 22 ; ix) De verlenging en/of wijziging van bestaande regelingen buiten het toepassingsbereik van de vereenvoudigde procedure als voorzien bij Verordening (EG) nr. 794/2004 (zie categorie 3 hieronder), bijvoorbeeld met betrekking tot de aanpassing van bestaande regelingen aan nieuwe horizontale richtsnoeren 23. De bovenstaande lijst dient slechts ter illustratie, aangezien de exacte reikwijdte van deze categorie zich kan ontwikkelen naar gelang van de besluitvormingspraktijk van de Commissie. De Commissie kan deze lijst van tijd tot tijd actualiseren teneinde deze in overeenstemming te brengen met de zich ontwikkelende praktijk. (c) Categorie 3: Verlenging of uitbreiding van bestaande regelingen Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 794/2004 24 voorziet in een vereenvoudigde aanmeldingsprocedure voor bepaalde wijzigingen in bestaande steun. Overeenkomstig deze bepaling moeten "de volgende wijzigingen in bestaande steun worden aangemeld door middel van het in bijlage II opgenomen formulier voor vereenvoudigde aanmelding: i) verhogingen van de voor een goedgekeurde steunregeling voorziene middelen met meer dan 20 procent; 22 23 24 Zie de besluiten van de Commissie in zaak N 258/2000 (Duitsland, golfslagbad Dorsten), in zaak N 486/2002 (Zweden, steun ten behoeve van een congresgebouw in Visby), in zaak N 610/2001 (Duitsland, programma voor toeristische infrastructuur Baden-Württemberg), en in zaak N 337/2007 (Nederland, steun voor de Bataviawerf Reconstructie van een schip uit de 17 e eeuw). Teneinde te kunnen stellen dat de betrokken maatregel geen effect heeft op het intracommunautaire handelsverkeer, moet de lidstaat volgens de drie genoemde besluiten met name de volgende punten onderbouwen: 1) de steun leidt niet tot het aantrekken van investeringen in de betrokken regio, 2) de door de begunstigde onderneming geproduceerde goederen/diensten hebben een lokaal karakter en/of een geografisch beperkt aantrekkingsgebied, 3) er is niet meer dan een marginaal effect op consumenten uit naburige lidstaten, en 4) het marktaandeel van de begunstigde onderneming is, ongeacht de gehanteerde definitie van de relevante markt, minimaal en de begunstigde maakt geen deel uit van een grotere groep van ondernemingen. Deze punten moeten worden toegelicht in het ontwerpaanmeldingsformulier bedoeld in punt 14 van deze mededeling. Zie bijvoorbeeld de besluiten van de Commissie in zaak N 585/2007 (Verenigd Koninkrijk, verlenging van een O&O-regeling in Yorkshire), in zaak N 275/2007 (Duitsland, verlenging van het programma voor reddings- en herstructureringssteun ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen in Bremen), in zaak N 496/2007 (Italië (Lombardije), garantiefonds voor de ontwikkeling van risicokapitaal), en in zaak N 625/2007 (Letland, steun voor risicokapitaal ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen). Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 271/2008 van de Commissie van 30 januari 2008 (PB L 82 van 25.3.2008, blz. 1), hierna "uitvoeringsverordening" genoemd. NL 7 NL
ii) iii) de verlenging van een bestaande goedgekeurde steunregeling voor een periode tot zes jaar, al dan niet met een verhoging van de voorziene middelen; de aanscherping van de criteria voor de toepassing van een goedgekeurde steunregeling, een verlaging van de steunintensiteit of van de in aanmerking komende uitgaven". Deze mededeling doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om deze specifieke vereenvoudigde procedure toe te passen. De Commissie nodigt de aanmeldende lidstaat evenwel uit om, net als voor de andere categorieën van steun in deze mededeling, een voorafgaande aanmelding te doen van de betrokken steunmaatregel, en wel via het in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 794/2004 vervatte formulier voor vereenvoudigde aanmelding. De Commissie zal de betrokken lidstaat, in de context van deze procedure, ook verzoeken in te stemmen met de bekendmaking op de website van de Commissie van de samenvatting van de aanmelding. Vrijwaringen en uitsluitingen 6. Aangezien de vereenvoudigde procedure enkel van toepassing is op steun die is aangemeld op grond van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag, is onwettige steun in principe a priori uitgesloten. [Ook is de vereenvoudigde procedure niet van toepassing op steun voor activiteiten in de visserij en aquacultuur, activiteiten in verband met de primaire productie van landbouwproducten of activiteiten in verband met de verwerking of het op de markt brengen van landbouwproducten.] Voorts is de vereenvoudigde procedure niet met terugwerkende kracht van toepassing op maatregelen die vóór de datum van haar publicatie zijn aangemeld. 7. Bij de beoordeling van de vraag of aangemelde steun onder één van de in aanmerking komende categorieën bedoeld in punt 5 valt, ziet de Commissie erop toe dat de kaderregelingen of richtsnoeren die van toepassing zijn en/of de vaste besluitvormingspraktijk van de Commissie op basis waarvan de aangemelde steunmaatregel moet worden beoordeeld, alsmede alle relevante feitelijke omstandigheden, voldoende duidelijk worden vastgesteld. Aangezien de volledigheid van de aanmelding een belangrijk element is bij het bepalen van de vraag of deze procedure toepasbaar is, dient de lidstaat die de aanmelding doet, in het ontwerpaanmeldingsformulier dat aan het begin van de fase van voorafgaande aanmelding wordt ingediend (zie punt 14), alle relevante informatie te verstrekken, inclusief de eerdere besluiten waarnaar wordt verwezen, voor zover van toepassing. De Commissie behoudt zich het recht voor het uiteindelijke besluit te nemen over de vraag of de onderhavige procedure al dan niet wordt toegepast, waarbij zij haar besluit baseert op de inhoud en de volledigheid van de aanmelding. 8. Indien het aanmeldingsformulier niet volledig is of misleidende dan wel onjuiste informatie bevat, zal de Commissie de vereenvoudigde procedure niet toepassen. Indien de aanmelding verder nieuwe juridische vraagstukken van algemeen belang betreft, dient de Commissie zich normaal gezien te onthouden van toepassing van de onderhavige procedure, en dient zij terug te vallen op de normale procedure. NL 8 NL
9. Hoewel normaal gezien mag worden aangenomen dat steunmaatregelen die binnen de categorieën bedoeld in punt 5 vallen, geen twijfels doen rijzen over hun verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt, kan er toch sprake zijn van bijzondere omstandigheden, die uitzonderlijk een nader onderzoek en/of een onverkort besluit vereisen. In dergelijke gevallen kan de Commissie terugvallen op de normale procedure. 10. Hierna volgen enkele voorbeelden van de bedoelde bijzondere omstandigheden: bepaalde soorten maatregelen kunnen betrekking hebben op vormen van steun die nog niet zijn getest in de besluitvormingspraktijk van de Commissie, of verwijzen naar eerdere besluiten die de Commissie in het licht van de recente jurisprudentie opnieuw aan het beoordelen is, nieuwe technische vraagstukken doen rijzen die ter discussie staan in parallelle zaken die aan een normale aanmeldingsprocedure zijn onderworpen, of bezorgdheid doen ontstaan met betrekking tot hun verenigbaarheid met andere bepalingen van het EG-Verdrag (bijvoorbeeld non-discriminatie, de vier vrijheden enz.). Als de desbetreffende vraagstukken niet in de loop van de procedure kunnen worden opgelost, zijn deze zaken normaal gezien uitgesloten van de vereenvoudigde procedure. 11. De Commissie kan ook terugvallen op de normale procedure wanneer de aangemelde steunmaatregel gunstig zou kunnen zijn voor een onderneming die het onderwerp is van een nog lopend terugvorderingsbevel als gevolg van een besluit van de Commissie waarbij de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard (zogeheten Deggendorf-kwestie 25 ). 12. Tot slot, wanneer derden binnen de in punt 20 van deze mededeling genoemde termijn hun ter dege gemotiveerde bezorgdheid uiten, valt de Commissie terug op de normale procedure 26. 3. PROCEDURELE BEPALINGEN Prenotificatie 13. De Commissie is van mening dat contacten met de aanmeldende lidstaat vóórdat deze de aanmelding verricht, ook in schijnbaar eenvoudige zaken gunstig kunnen zijn. Dergelijke contacten bieden de Commissie en de lidstaten vooral de gelegenheid om van te voren te bepalen welke de relevante instrumenten of eerdere besluiten van de Commissie zijn, al naargelang het geval, wat de mate van complexiteit is voor de beoordeling van de Commissie en wat de reikwijdte en diepgang zijn van de informatie die de Commissie nodig heeft om de zaak volledig te kunnen beoordelen. 25 26 Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 9 maart 1994, TWD Textilwerke Deggendorf, C-188/92, Jurispr. blz. I-833. Dit impliceert geen uitbreiding van de rechten van derden in het licht van de jurisprudentie van het Gerecht van eerste aanleg. Zie zaak T-95/03, Asociación de Empresarios de Estaciones de Servicio de la Comunidad Autónoma de Madrid en Federación Catalana de Estaciones de Servicio / Commissie van de Europese Gemeenschappen, Jurispr. 2006, blz. II-4739, punt 139, en zaak T-73/98, Prayon- Rupel/Commissie, Jurispr. 2001, blz. II-867, punt 45. NL 9 NL
14. De beoordeling van een maatregel op het gebied van staatssteun in het kader van de vereenvoudigde procedure is derhalve afhankelijk van de vraag of de lidstaat vóór de aanmelding contact heeft gehad met de Commissie. In deze context dient de betrokken lidstaat, tenminste twee weken vóór de voorafgaande kennisgeving, een ontwerpaanmeldingsformulier met de nodige begeleidende informatie voor te leggen aan de Commissie, met vermelding van de relevante eerdere besluiten, voor zover van toepassing, en een op de website van de Commissie (zie punt 19) te publiceren niet-vertrouwelijke ontwerpsamenvatting van de kennisgeving. De betrokken lidstaat kan de Commissie in deze fase ook verzoeken om te worden vrijgesteld van het invullen van bepaalde delen van het aanmeldingsformulier. De lidstaat en de Commissie kunnen, tijdens het contact voorafgaand aan de aanmelding, ook bij wijze van uitzondering overeenkomen dat de lidstaat, bijvoorbeeld vanwege het repetitieve karakter van bepaalde steunmaatregelen, in de fase van voorafgaande kennisgeving geen ontwerpaanmeldingsformulier met begeleidende informatie hoeft over te leggen. In deze buitengewone context kan de Commissie de lidstaat verzoeken direct aanmelding te doen, zonder dat er dus in detail overleg hoeft te worden gepleegd over de beoogde steunmaatregelen; zij baseert haar besluit in dat geval op het mogelijke gebruik van de vereenvoudigde procedure, voor zover de aanmelding volledig wordt geacht. 15. Het contact vóór de aanmelding dient plaats te vinden uiterlijk twee weken vóór de start van de procedure van voorafgaande aanmelding. De Commissie stimuleert het onderhouden van contact per e-mail of telefoon en organiseert, bij goed gemotiveerd verzoek, ook bijeenkomsten. Binnen vijf werkdagen na het contact voorafgaand aan de aanmelding laten de diensten van de Commissie de betrokken lidstaat weten of zij van mening zijn dat de zaak prima facie in aanmerking komt voor behandeling in het kader van de vereenvoudigde procedure, welke informatie eventueel nog moet worden ingediend wil de zaak voor die procedure in aanmerking komen en of de zaak al dan niet wordt behandeld in het kader van de normale procedure. 16. Wanneer de Commissie aangeeft dat de betrokken zaak kan worden behandeld in het kader van de vereenvoudigde procedure, impliceert dit dat de lidstaat en de Commissie het prima facie eens zijn dat het aanmeldingsformulier volledig is en dat, behalve ingeval van bijzondere omstandigheden of door belanghebbenden ter dege gemotiveerde bezorgdheden (zie punt 20 hieronder), geen verder verzoek om informatie nodig zal zijn en de Commissie de maatregel in principe kan goedkeuren wanneer die formeel wordt aangemeld op basis van een aanmeldingsformulier waarin het resultaat van het contact voorafgaand aan de aanmelding is opgenomen. De lidstaat dient de betrokken steunmaatregelen uiterlijk 2 maanden na de contacten voorafgaand aan de aanmelding aan te melden. Aanmelding 17. De indiening van de aanmelding door de betrokken lidstaat is het begin van de in punt 2 hierboven bedoelde termijn waarbinnen de Commissie een besluit in verkorte vorm geeft waarin zij vaststelt dat er geen sprake is van steun of dat er geen bezwaren zijn. In de aanmelding moet worden aangegeven of er verschillen zijn ten opzichte van de informatie die is vervat in de documenten betreffende de voorafgaande aanmelding. NL 10 NL
18. De vereenvoudigde procedure voorziet niet in een specifiek vereenvoudigd aanmeldingsformulier. Behalve met betrekking tot gevallen waarvoor categorie 3 hierboven geldt, moeten de contacten voorafgaand aan de aanmelding en de aanmelding worden verricht op basis van de standaardaanmeldingsformulieren in de uitvoeringsverordening. Publicatie van de aanmelding 19. Na ontvangst van de aanmelding publiceert de Commissie op haar website een samenvatting van de aanmelding op basis van het standaardformulier in bijlage I bij deze mededeling. Dit standaardformulier bevat de indicatie dat de steunmaatregel, gebaseerd op de door de lidstaat verstrekte informatie, in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure. 20. Belanghebbenden hebben vanaf dat moment 10 werkdagen om opmerkingen in te dienen, met name over omstandigheden die mogelijk een grondiger onderzoek vereisen. Indien belanghebbenden ter dege gemotiveerde bezorgdheid uiten, valt de Commissie terug op de normale procedure en deelt zij dit mede aan de lidstaat en de belanghebbende(n). Besluit in verkorte vorm 21. Indien tot tevredenheid van de Commissie is vastgesteld dat de aangemelde maatregel aan de criteria voor de vereenvoudigde procedure voldoet (zie punt 5), geeft zij normaal gezien een besluit in verkorte vorm. De Commissie geeft in dat geval, binnen 20 werkdagen vanaf de datum van aanmelding, een besluit in verkorte vorm dat er geen sprake is van steun ofwel geen bezwaren zijn, overeenkomstig artikel 4, lid 2, of artikel 4, lid 3, van de procedureverordening. Binnen deze termijn behoudt de Commissie evenwel de mogelijkheid om terug te vallen op de normale procedure zoals bedoeld in de procedureverordening, en dus om een onverkort besluit te geven en/of een formele onderzoekprocedure in te stellen, indien zij dit dienstig acht in de betrokken zaak. Publicatie van het besluit in verkorte vorm 22. De Commissie publiceert een bericht van het feit dat het besluit is genomen in het Publicatieblad van de Europese Unie. De openbare versie van het besluit wordt gepubliceerd op de website van de Commissie. Het besluit in verkorte vorm bevat een verwijzing naar de beknopte gegevens over de aanmelding zoals die ten tijde van de aanmelding zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, een bondige samenvatting van de beoordeling van de maatregel op grond van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en, voor zover van toepassing, een verklaring dat de steunmaatregel verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, omdat deze binnen een of meerdere in deze mededeling beschreven categorieën valt, waarbij de toepasselijke categorie(ën) expliciet worden genoemd en tevens een verwijzing wordt opgenomen naar de toepasselijke horizontale instrumenten en/of eerdere besluiten. NL 11 NL
4. SLOTBEPALINGEN 23. Deze mededeling is, op verzoek van de betrokken lidstaat, van toepassing op maatregelen die overeenkomstig punt 17 van deze mededeling zijn aangemeld, en wel vanaf de dertigste dag volgende op die van haar publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie. 24. De Commissie kan deze mededeling wijzigen om zwaarwegende redenen die verband houden met het mededingingsbeleid of om rekening te houden met de ontwikkeling van de wetgeving op het gebied van staatssteun en de besluitvormingspraktijk. De Commissie is voornemens deze mededeling vier jaar na haar publicatie voor het eerst te evalueren. NL 12 NL
BIJLAGE: Model van een aanmeldingsformulier waarbij derden wordt verzocht hun opmerkingen kenbaar te maken Aanmelding van staatssteun Op is bij de Commissie een steunmaatregel aangemeld overeenkomstig artikel 88 van het EG-Verdrag. Na een voorlopig onderzoek is de Commissie tot de bevinding gekomen dat de aangemelde maatregel binnen de reikwijdte van de mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde soorten staatssteun (PB C van ) kan vallen. De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen maatregel aan haar kenbaar te maken. De belangrijkste kenmerken van de steunmaatregel zijn: Referentienummer van de steun: N. Lidstaat: Regio: Benaming (en/of naam van de begunstigde): Nationale rechtsgrondslag: (weblink:.) Voorgestelde communautaire basis voor de beoordeling: richtsnoeren of vaste praktijk van de Commissie als genoemd in de besluiten van de Commissie [1, 2 en 3]. Type maatregel: Steunregeling / Ad-hocsteun Steunbedrag: Doelstelling: (maximaal 2 regels) Vorm van de steun: Directe subsidie / lening / garantie / Soorten begunstigden: KMO's / grote ondernemingen / beide Subsidiabele uitgaven: kosten als beschreven in hoofdstuk van de richtsnoeren (huidige nettowaarde) Begrotingsmiddelen: Steunintensiteit: Looptijd: Economische sectoren: Naam en adres van de steunverlenende autoriteit: (weblink ) NL 13 NL
Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 werkdagen na dagtekening van deze mededeling hebben bereikt. Opmerkingen kunnen de Commissie onder vermelding van het referentienummer N per fax (.), post of e-mail op het volgende adres worden toegezonden: NL 14 NL