Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb pijn op de borst ISBN 978 90 313 7914 9. Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Inleiding Medische achtergrondkennis 9 - Anatomie en fysiologie 10 - Ziektebeelden 21

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Cardiologie. Informatie voor patiënten met hartfalen. Afdeling: Onderwerp:

Toets Anatomie Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

Samenvatting Biologie, 8.1 t/m 8.5

DREIGEND HARTINFARCT

1) Wat is het verschil tussen de grote en kleine bloedsomloop? 2) Tot welke bloedsomloop behoren je hersenen?

Oefen Repetitie KGT thema Bloedsomloop

Samenvatting Biologie Biologie Hoofdstuk 9: vertering, ademhaling, verbranding, bloedsomloop

Hart = pomp --> spier --> trainen --> krans(slag)aders vertakken verder --> hart krijgt meer voedingsstoffen

Werkstuk door een scholier 1759 woorden 8 januari keer beoordeeld

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Hart en bloedsomloop hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

Werking van het hart. Algemene informatie over het hart, de bloedvaten en de meest voorkomende hart- en vaataandoeningen

VWO HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA

Hart en bloedsomloop vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Dobutamine-stressechocardiografie

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

2 Patiëntspecifieke informatie Partiële Cavo Pulmonale Connectie (PCPC)

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

1. Bloedvatenstelsel geeft zuurstof en glucose aan spierstelsel; water aan uitscheidingstelsel; CO² aan ademhalingsstelsel.

halvemaanvormige kleppen) Doordat de hartkamers het bloed met kracht wegpompen.

Hartfalen. Decompensatio cordis

slagaders haarvaten aders uitzonderingen Bevat kleppen - - X Aorta, longslagader Gespierde dikke wand

Samenvatting Biologie Transport

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9

Pijn op de borst: Angina Pectoris

Bij eencellige dieren transport via diffusie (over kleine afstand). Het transporteren van zuurstof en afvalstoffen (traag proces).

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

Pijn op de borst Wel of niet van het hart?

Pijn op de borst Wel of niet van het hart?

SPECT-scan van het hart

Heb ik misschien hartfalen?

Samenvatting. Functie: zuurstof en voedingsstoffen afgeven aan de cellen, en koolstofdioxide en andere afvalstoffen opnemen in het bloed.

1. We ademen om te leven

3. Wat gebeurt er met het kernmembraan in de eerste fase van de celdeling?

7,9. Samenvatting door een scholier 2305 woorden 16 juni keer beoordeeld. Biologie thema 3. Basistof 2

komt terug naar het hart in de linkerboezem, dan naar de linkerkamer en het hele proces begint opnieuw (afb. 1).

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart

Samenvatting Biologie 1-1 tot 1-3

Hart- en vaatziekten. voor Marokkaanse Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

1. Hoe ziet het hart eruit?

Aortaklepinsufficiëntie

Werkstuk Biologie Lichaamstelsels

Cardiologie. Takotsubocardiomyopathie

A. de hersenen en het ruggenmerg B. het hersenvlies en de hersenstam C. het cerebrospinaal vocht en de gevoelszenuwen D. de klieren en de lymfevaten

OPDRACHT EMBRYONALE BLOEDSOMLOOP. Gebruik voor deze opdracht je Binas en basisstof 1 van je boek.

Cardiologie. Inleiding. Peter Soethoudt Spoedgevallen Middelheim Verpleegkundige

vwo bloed en bloedsomloop 2010

HARTRITMESTOORNISSEN DE BEHANDELING DOOR MIDDEL VAN ELEKTRONISCHE CARDIOVERSIE FRANCISCUS VLIETLAND

Patiënten Informatie Map voor patiënten na een hartinfarct

Medicijnen en hart- & vaatziekten Cardiologie

Hart anatomie en fysiologie

Tako Tsubo cardiomyopathie Bij hevige emotionele stress

Examen Voorbereiding Transport

DOBUTAMINE STRESS ECHOCARDIO- GRAFIE (DSE)

Hartcentrum. Hartklepaandoeningen. Patiëntenfolder aandoeningen

Hartmedicijnen: werking en bijwerking Krijn Dekens apotheker, aandachtsgebied cardiologie

Examentrainer. Vragen. Vertering. Wat is de naam van P?

Cardiomyopathie bij kinderen. Sophia Kinderziekenhuis

Inleiding Hoe werkt het hart? Wat gebeurt er bij een normaal hartritme?

Samenvatting NaSk Verbranding en ademhaling

Hart- en vaatziekten. voor Nederlanders. Zorg goed voor uw hart

Elke spier neemt toe in dikte en kracht door hem regelmatig harder te laten werken (trainen).

Dokter op Dinsdag. Jawed Polad Interventiecardioloog Jeroen Bosch Ziekenhuis

Hartkwalen Gasping. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart

1. Waarvan is DNA een belangrijke bouwstof? A) Van de celmembraan. B) Van de chromosomen. C) Van de kernmembraan.

1. de rechterboezem: ontvangt het zuurstofarme bloed van de bovenste en onderste holle ader;

Inkijk exemplaar. trainers HanDLeiDinG. preventie hart & vaatziekten

4,3. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 28 februari keer beoordeeld

Spijsverteringsstelsel. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Inleiding. Afbeelding 1: Het hart

HARTKATHETERISATIE CORONAROGRAFIE

Hartkatheterisatie (Coronaire Angiografie, CAG) Dotteren (Percutane Coronaire Interventie, PCI)

Dobutamine-stressechografie

Fig De Leefstijlacademie

Hartaandoeningen bij de hond

Werkstuk Biologie Bloed

BLOED EN BLOEDSOMLOOP VWO 3

Inkijk exemplaar TRAINERS HANDLEIDING. Hart & vaatziekten

Seniorenraad Son en Breugel 22 juni 2018

Inleiding. Wat is hartfalen? De oorzaken

Patiënteninformatie. Dobutamine-stressechografie

Als het bloed uit de holle ader verder stroomt, in welk bloedvat komt het dan?

VSD (Ventrikel Septum Defect)

aerobe dissimilatie gaswisseling ademhaling

Take-home toets. Thema 4.3.1: Anatomie en fysiologie van het hart en de circulatie

Bloed en lymfe systeem. Bloed en lymfe systeem. Bloed stelsel. Bloed stelsel. Samenstelling van het bloed. Bloedplasma

365 DAGEN. hart voor je hond

Informatie. Boezemfibrilleren

Cardiologie Polikliniek Atriumfibrilleren (AF-poli)

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Cardene IV, 1 mg/ml oplossing voor infusie. nicardipinehydrochloride

Boezemfibrilleren. Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis

Leren over je lijf. hart en bloedsomloop 11/10/2013. plaats van hart en longen. CT scan (computed tomography) vooraanzicht. Leren over je lijf A LS

Boezemfibrilleren. Cardiologie

ECG en de hartcyclus

Boezemfibrilleren. Atriumfibrilleren. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Transcriptie:

Antwoorden ISBN 978 90 313 7914 9 Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis 1.1 Bouw van de borstkas 1. borstbeen 2. ribben 3. kraakbeen 4. wervel 5. tussenwervelschijf 6. zwevende rib 1.2 Bouw en werking van de longen 1. bronchiën 2. longkwabben 3. longblaasjes 4. haarvaten 5. luchtpijp 6. bronchiolen 7. borstvlies 8. middenrif 9. longvlies 1.3 Bouw en werking van het hart 1. rechterboezem 2. rechterkamer 3. longslagader 4. vertakkingen rechter longslagader 5. vertakkingen linker longslagader 6. lichaamslagader (aorta) 7. bovenste holle ader 8. onderste holle ader 9. vertakkingen linker longader 10. vertakkingen rechter longader 11. linker kransslagader 12. rechterkamer 13. linkerkamer 14. rechterboezem 15. linkerboezem 16. hartkleppen

1.4 Kleine en grote bloedsomloop Kleine bloedsomloop Rechterkamer van het hart longslagaders (linker en rechter) haarvaten in de longen longaders (linker en rechter) linkerboezem van het hart. De functie van de kleine bloedsomloop is het afgeven van CO 2 en opnemen van zuurstof in de longen. Grote bloedsomloop Linkerkamer van het hart aorta (die zich vele malen vertakt) haarvaten in alle weefsels aders onderste en bovenste holle ader rechterboezem van het hart. De functie van de grote bloedsomloop is alle delen van het lichaam voorzien van zuurstof (en voedingsstoffen) en het ophalen van CO 2 (en andere afvalproducten). 1.5 De hartslag Hartfilmpje 1.6 Bouw en werking van het spijsverteringskanaal 1. speekselklieren 2. slokdarm 3. maag 4. lever 5. galblaas 6. alvleesklier 7. dikke darm 8. dunne darm 9. wormvormig aanhangsel (appendix) 10. endeldarm Peristaltiek Kneedbeweging van de spieren in de wand van de slokdarm, waardoor het voedsel voortgestuwd wordt naar de maag.

Maagsap Maagsap bestaat uit - maagzuur: zoutzuur + water - slijm: beschermt de maagwand tegen het maagzuur en dient als glijmiddel. - pepsine: eiwitsplitsend enzym. - intrinsic factor: stof die Vitamine B beschermt tegen het maagzuur en tegen bepaalde enzymen. Functies maagzuur Het water dienst als oplosmiddel en transportmiddel. Het zoutzuur werkt in op eiwitmoleculen in het voedsel, waardoor het enzym pepsine beter kan inwerken. Het heeft tevens een desinfecterende werking en doodt bacteriën en schimmels in het voedsel. Vragen 1. De kleine bloedsomloop begint in de rechterboezem en eindigt in de linkerboezem. 2. Het bloed door het hele lichaam pompen, alle weefsels voorzien van zuurstof en CO 2 ophalen. Het bloed naar de longen pompen om zo zuurstof op te nemen en CO 2 af te geven. 3. Door de kransslagader. 4. De maag en slokdarmspieren persen via omgekeerde en zeer krachtige peristaltische bewegingen de maaginhoud terug naar de mond: braken. 5. Bij stress, veel bloedverlies, zware inspanning. 6. In de sinusknoop (bevindt zich in de wand van de rechterboezem). 7. Systole: hartcontractie. Diastole: pauze tussen de samentrekkingen van het hart. 8. De boezemsystole zorgt dat de kamers zich met bloed uit de boezems vullen. De daarop volgende kamersystole pompt het bloed de bloedsomloop in. Deze samentrekking is veel krachtiger dan die van de boezemsystole. 1.8 Aandoeningen De volledige letterlijke omschrijving van de genoemde aandoeningen is te omvangrijk voor dit antwoordenboek. We verwijzen hiervoor naar de bronnen die bij deze opdracht vermeld staan. Hoofdstuk 2: De intake 2.1 Alarmfactoren Spoed - acute, hevige pijn gepaard met kortademig zijn - acute hevige pijn gepaard met uitstraling - beklemmende pijn of pijn achter het borstbeen - misselijk, zweten, klam - acute hevige pijn - pijn midden op borst, de laatste 48 uur ook tijdens rust - kortademig

Dringend - geregeld pijn die verdwijnt na toediening nitroglycerine (vaatverwijdend geneesmiddel) - recente pijn die steeds vaker opkomt - pijn die samenhangt met de ademhaling (niet kortademigheid) Routine - stekende pijn, afhankelijk van de houding - koorts - pijn bij inspanning die weer verdwijnt tijdens rust Hoofdstuk 3: Geneesmiddelen 3.1 Veelgebruikte geneesmiddelen Hartglycosiden: Diuretica: Bèta-blokkers: ACE-remmers: middelen die het samentrekken van de hartspier stimuleren, zodat de hartslag krachtiger wordt. middelen die de nieren aanzetten tot grotere urine productie. middelen die de bèta-receptoren van het zenuwstelsel uitschakelen. Dat heeft een gunstig effect op de doorbloeding, verlaagt de bloeddruk en hartfrequentie. middelen die de werking van het enzym ACE afremmen. Dat vermindert de vaatvernauwing en verlaagt de bloeddruk. Calciumantagonisten: middelen die de calciumopname in de spieren verminderen. Hierdoor worden de bloedvaten wijder en wordt het hart minder belast. Worden vooral ingezet bij angina pectoris (slechte doorbloeding van het hart). Nitraten: Anti-coagulantia: middelen die de spieren van de bloedvaten verslappen, waardoor deze wijder worden. middelen die de bloedstolling verminderen of volledig opheffen. Trombocytenaggregatieremmers: middelen die de klontering van trombocyten (bloedplaatjes) tegengaan en voorkomen dat een bloedprop gevormd wordt. Geneesmiddelen Hartglycosiden: Digoxine, Lanoxin Diuretica: Bumetadine, Furosemide, Chloortalidon, Triamtereen Bèta-blokkers: Atenolol, Metoprolol, Carvediol, Bisoprolol, Propranolol, Selokeen ACE-remmers: Enalapril, Perindopril, Captopril, Lisinopril, Renitec, Coversyl Calciumantagonisten: Diltiazem, Nifedipine, Amlodipine, Felodipine, Verapamil Nitraten; Cedocard, Nitoroglycerine, Monocedocard Anti-coagulentia; Marcoumar, Acetylsalicylzuur, Acenocoumarol Trombocytenaggregatieremmers: Persantin, Ascal, Plavix

Hoofdstuk 4: Medisch handelen 4.1 Vingerprik Het uitvoeren van een vingerprik is een niet-voorbehouden handeling. 4.2 Bloeddruk meten 1: manometer Het meten van de bloeddruk is een niet-voorbehouden handeling. 4.3 Bloeddruk meten 2: elektronische bloeddrukmeter Het meten van de bloeddruk is een niet-voorbehouden handeling. 4.4 Venapunctie Het uitvoeren van een venapunctie is een voorbehouden handeling. 4.5 ECG maken Het maken van een hartfilmpje is een niet-voorbehouden handeling. 4.5 Andere vormen van onderzoek Inspannings ECG Bij een inspannings-ecg wordt een hartfilmpje gemaakt terwijl de patiënt een inspanning verricht op een hometrainer. De inspanning wordt geleidelijk opgevoerd. Dit onderzoek wordt ook wel fietstest genoemd. Vóór de test wordt de bloeddruk opgemeten. Eerst wordt een rust-ecg gemaakt. Tijdens de inspanning wordt een ECG gemaakt. Tijdens en na afloop van het onderzoek wordt de bloeddruk opnieuw gemeten. Holterkastje Met behulp van een holterkastje kan gedurende 24 uur achter elkaar (of langer) een ECG gemaakt worden. Bijvoorbeeld om hartritme- en geleidingsstoornissen op te sporen en te bekijken of deze verband houden met bepaalde activiteiten. De elektroden worden op de huid bevestigd en aangesloten op het holterkastje. De patiënt bindt dit om zijn middel en draagt het minstens 24 uur aaneengesloten, ook s nachts. Tijdens de onderzoeksperiode draagt houdt de patiënt in een logboek bij op welke tijdstippen klachten optreden en tijdens welke bezigheden en eventueel op welke momenten hij medicijnen inneemt. Na 24 uur wordt het apparaat losgekoppeld. Verwerking en beoordeling van de gegevens neemt 2 tot 3 weken in beslag.

Hoofdstuk 6: Administratieve taken 6.2 ICPC codes symptoom of aandoening pijn op de borst (toegeschreven aan hart) verhoogde bloeddruk angina pectoris borstkas klachten pijn aan het hart angst voor een hartaanval boezem fibrilleren ICPC code K01 K85 K74 L04 K01 K24 K78 Hoofdstuk 7: De maatschappij en jij 7.2 Overgewicht Gezonde voeding Het idee is: gezond eten levert een belangrijke bijdrage aan gezond leven. Wie eet volgens de Schijf van Vijf krijgt alle voedingsstoffen binnen die het lichaam nodig heeft. Ook het bereiken (en behouden!) van een goed gewicht hoort bij gezonde voeding. Veilige voeding Hierbij gaat het over ongezonde of zelfs schadelijke stoffen die in levensmiddelen kunnen voorkomen, en over ziekteverwekkers en voedselhygiëne. Bij de productie, de aanschaf en het bewaren van voedsel. Kwaliteit Hierbij gaat het om de combinatie van voeding en aandacht voor het welzijn van dieren, voor het milieu en voor eerlijke handel (fair trade). Maar ook om de authenticiteit van levensmiddelen, zoals de productie van rauwmelkse kaas en diverse streekproducten.