FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2014

Vergelijkbare documenten
FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

FACTSHEET ROKEN ONDER VOLWASSENEN: KERNCIJFERS 2016 OKTOBER 2017 KERNPUNTEN

KERNCIJFERS ROKEN 2017

Roken onder volwassenen De harde feiten 2012

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Het gebruik van tabak

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium

Meting stoppers-met-roken januari 2009

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

Kerncijfers roken in Nederland

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

Rookgedrag in België

ROOKGEDRAG IN BELGIË 2014

V O LW A S S E N E N

Meting stoppers-met-roken juni 2008

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Tabak, cannabis en harddrugs

Veranderingen in middelengebruik onder Nederlandse scholieren: samenhang met schoolniveau

Rookenquête Een onderzoek voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium. Volledig rapport

PERSBERICHT Stichting tegen Kanker Leuvensesteenweg Brussel 02/ (communicatie)

Questionnaire (in Dutch): LASAB154 / LASAC154 / LASAD154 / LASAE154 / LAS2B154 / LASAF154 / LASAG154 / LASAH154 / LAS3B154 / LASMB154 / LASAI154

Factsheet Peilstationsonderzoek Scholieren Basisonderwijs

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luk Joossens, Stichting tegen Kanker, tel.: 02/ , gsm:

Rookgedrag in België

ROOKGEDRAG IN BELGIË. Een rapport aan Stichting Tegen Kanker. GfK Significant 2013 Rookgedrag in België 14 August

Onderzoek kopen tabak door jongeren

Rookgedrag in België

Opiniepeiling over roken. 26 Juni Onderzoek uitgevoerd voor

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

ROOKTRENDS: VOLWASSENEN, JONGEREN EN (ANDERE) RISICOGROEPEN

Opmerkelijke stijging van het aantal rokers in 2008

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET

Rookprevalentie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

Vanaf 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar gegaan. De verstrekker is

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Leefstijl en preventie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Resultaten voor België Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

2013, peiling 3 oktober gesteld ten behoeve van Bureau Hengelo. Het gaat dan om de bekendheid van

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN VOORTGEZET ONDERWIJS DEN HAAG 2003

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

De veranderde kijk op tabaksproducten: Effecten van de nieuwe gezondheidswaarschuwingen

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug

Rookenquête Een onderzoek voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium. Rapport 1

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Rookenquête 2019 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door Ipsos Belgium

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Feestmeter

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Nationale Social Media Onderzoek 2016

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Monitor kopen tabak door jongeren

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden?

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

ROOKSTOPANAMNESE-FORMULIER

Resultaten voor Brussels Gewest Roken Gezondheidsenquête, België, 1997

Verslag "persoonlijke coachings" van Tabakstop 01/05/ /05/2017

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Nationale Social Media Onderzoek 2017

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Factsheet Monitor Zwangerschap en Middelengebruik

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Jongeren en Gezondheid 2006: Roken

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

8. Werken en werkloos zijn

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Kerncijfers drugsgebruik 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in Stijging van het aantal overstappers zet door.

Transcriptie:

FACTSHEET APRIL 201 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2014 KERNPUNTEN Iets minr dan een kwart (23%) van Nerlandse bevolking vanaf 1 jaar rookte in 2014. Dat is een vergeleken met 2013 (2%). Ook het percentage dagelijkse rokers nam af, van 19% in 2013 naar 17% in 2014. De in percentage rokers ed zich vooral voor onr (van 2% in 2013 naar 22% in 2014). Onr mannen was net niet significant (26% in 2013 en 24% in 2014). Onr hoog opgelein is roken het minst prevalent (18% versus 26% voor midl en 27% voor laagopgelein), dat geldt ook voor dagelijks roken (10% versus 20% en 22%). Het percentage rokers is het hoogst onr 2- t/m 34-jarigen (29%) en het laagst onr 6- t/m 74-jarigen (16%) en 7-plussers (9%). Sigaretten (niet zelf gerold) zijn het meest gebruikte tabaksproduct: 1% van Nerlandse bevolking vanaf 1 jaar rookt (ook) sigaretten. In 2014 gebruikte 4,1% van Nerlandse bevolking elektronische sigaretten. Dit is een stijging in vergelijking met 2013 (2,%). Het aanel e-sigaret gebruikers dat dagelijks gebruikt is gestegen van 29% in 2013 naar 44% in 2014. In vergelijking met 2013 is het gemidld aantal sigaretten/shagjes per dag voor sigarettenrokers stabiel gebleven op 13,1. Een achtste van sigarettenrokers rookt dagelijks gemidld meer dan 22 sigaretten. Van Nerlandse rokers van 1 jaar en our heeft 6% ooit een serieuze stoppoging onrnomen. In het afgelopen jaar onrnam 29% van (ex-) rokers een serieuze stoppoging. Bij hun laatste stoppoging gebruikte 40% een hulpmidl of hulpmetho; dat is meer dan in 2013 (34%). Deze toename wordt grotenels verklaard door een toename in het gebruik van e-sigaretten als hulpmidl. Van huidige rokers is 81% van plan in toekomst te stoppen. DE STUDIE De cijfers in ze factsheet zijn afkomstig uit het Continu Onrzoek Rookgewoonten 2014, uitgevoerd door TNS-NIPO in opdracht van het Trimbos-instituut. De studie vond plaats onr Nerlanrs vanaf 1 jaar. Voor steekproef werd TNS-NIPO database gebruikt, een panel van 200.000 Nerlanrs. Per week wern daarvan netto ongeveer 30 personen onrvraagd via een digitale vragenlijst. De steekproef is representatief voor geslacht, leeftijd, opleiding, huishoudgrootte, provincie, regio-inling en sociale klasse. Aan het Continu Onrzoek Rookgewoonten 2014 namen 18.264 responnten el. Waar mogelijk worn in 2014 verzamel cijfers (voor het totaal en voor mannen en ) vergeleken met cijfers uit het Continu Onrzoek Rookgewoonten van 2013. Deze studie werd eveneens uitgevoerd door TNS-NIPO, in opdracht van het Trimbos-instituut. Verschillen worn alleen beschreven als er ook sprake is van een statistisch significant verschil. Dat betekent dat kans dat het verschil op toeval berust lager is dan %. Voor historische trendgegevens zijn eventuele verschillen die daarbij worn beschreven niet statistisch getoetst. In factsheet worn alle mensen die aangeven te roken als rokers beschouwd. Een el hiervan rookt dagelijks en een el niet dagelijks. Onr niet-rokers verstaan we mensen die nog nooit hebben gerookt en ex-rokers (ooit gerookt, maar nu gestopt). Door afrondingsverschillen kunnen totalen en subotalen soms afwijken. Vanwege integratie van lanlijke leefstijlmonitoren is het COR in 2014 voor het laatst uitgevoerd. De jaarlijkse Gezondheidsenquête van het CBS in bevolking vanaf 12 jaar zal primaire bron voor rookprevalentiegegevens worn (T.K. 32793-161, 2014. Preventief gezondheidsbeleid; Brief regering; Nieuwe opzet Leefstijlmonitoring. Den Haag: Twee Kamer r Staten-Generaal). PREVALENTIE VAN ROKEN Bijna een kwart van Nerlandse bevolking rookt Bijna een kwart (23%) van Nerlandse bevolking vanaf

figuur 2). Het percentage dagelijks rokers is het hoogste onr 2- t/m 64 (18-21%). In jongste leeftijdscategorie, 1- t/m 24-jarigen, heeft 30% gerookt: 24% rookt nu nog en 6% is gestopt met roken. In oudste leeftijd 7-plussers, heeft 78% ooit gerookt: 9% rookt nu nog en 69% is gestopt. 1 jaar rookt en 17% rookt dagelijks. Van niet-rokers heeft iets meer dan helft nog nooit gerookt en is iets minr dan helft een ex-roker (zie figuur 1). Het percentage (dagelijks) rokers verschilt niet tussen mannen en ; wel hebben relatief meer nooit gerookt (4%) dan mannen (38%). Onr hoog opgelein is roken het minst prevalent (18%); dat geldt ook voor dagelijks roken (10%). Het percentage ex-rokers is het hoogst onr laag en midlbaar opgelein (resp. 37% en 36%; zie figuur 1). Figuur 2. Prevalentie van roken, naar leeftijd (%). Peiljaar 2014. Figuur 2. Prevalentie van roken, naar leeftijd (%). Peiljaar 2014. 10 8 6 Figuur 1. Prevalentie van roken, totaal, naar geslacht en naar hoogst genoten opleiding (%). Figuur 1. Prevalentie van roken, totaal, naar geslacht en naar Peiljaar 2014. hoogst genoten opleiding (%). Peiljaar 2014. Nooit gerookt 10 8 1-24 2-34 3-44 4-4 - 64 6-74 7 7+ 2 48 22 Ex- roker 2 34 3 61 69 Rookt niet dagelijks 4 3 2 Rookt dagelijks 14 18 21 13 6 TRENDS 3 TRENDS Daling percentage rokers 2014 ten opzichte van 2013 Tussen 2013 en 2014 is het percentage rokers gedaald van 2% Midl naar 23%. Deze ed zich vooral voor onr Daling percentage rokers 2014 ten opzichte van 2013 Nooit gerookt 42 38 4 3 38 (van 2% in 2013 naar 22% in 2014). Onr mannen was 1 2013 net niet significant (26% in rokers 2013 en 24% van in 2014). Een23%. Deze da Ex- roker 3 38 33 3 3 33 Tussen en 2014 is het percentage gedaald 2% naar ed zich vooral voor onr (van 24% in 2013 naar 22% in 2014). Onr vergelijkbare is te zien bij prevalentie van dagelijks Rookt niet dagelijks 8 mannen was net niet significant 2013 24%isin 2014). Een roken (van 19% in 2013 naar 17% in(26% 2014)inen ookenhier Rookt dagelijks 1 1 1 22 vergelijkbare zien bij aan prevalentie van dagelijks roken (van 19% in 201 vooral toeisteteschrijven een verminring van het naar 17% in 2014) en ook hier is vooral toe te schrijven aan een vermin aantal dagelijks roken. van het aantal dagelijks roken. Het aantal nooit rokers is gestegen van 40% in 2013 naar 42% Prevalentie dagelijks roken het hoogst onr 2- t/m 64-jarigen in 2014. percentages niet-dagelijks roken, ex-rokers Het percentage rokers (dagelijks en niet-dagelijks) is het Het aantal De nooit rokers is gestegen van 40% in 2013 naar 42% inzijn 2014. De percenta Prevalentie dagelijks roken het hoogst onr 4- t/m 64-jarigen niet-dagelijks roken, voor ex-rokers zijn stabiel gebleven,afzonrlijk voor mannen en en voor stabiel gebleven, mannen en hoogst onr 2- t/m 34-jarigen (29%) en het laagst onr afzonrlijk het totaal.en voor het totaal. 6- t/m 74-jarigen (16%) en 7-plussers (9%; zie figuur 2). Het percentage rokers (dagelijks en niet-dagelijks) is het hoogst onr 2- t/m 34Het percentage dagelijks rokers is het hoogste onr 2jarigen (29%) en het laagst onr 6- t/m 74-jarigen (16%) en 7-plussers (9%; zie Dalen trend sinds 1980 groter bij mannen t/m 64-jarigen (18-21%). In jongste leeftijdscategorie, figuur 2). Het percentage dagelijks rokers is het hoogste onr 2- t/m 64-jarigen Sinds 1980, het eerste jaar waarover vergelijkbare cijfers 1t/m 24-jarigen, heeft 30% ooit gerookt: 24% rookt nu nog Dalen trend sinds 1980 groter bij mannen (18-21%). In jongste leeftijdscategorie, 1- t/m 24-jarigen, heeft 30% ooit beschikbaar zijn, daalt het percentage rokers gestaag. Bij en 6% is gestopt met roken. In oudste leeftijdscategorie, gerookt: 24% rookt nu nog en 6% is gestopt met roken. In oudste leeftijdscategorie, Sinds 1980, het eerste jaar waarover vergelijkbare cijfers beschikbaar zijn, daalt het mannen rookte in 1980 nog meer dan helft (2%), in 2014 7-plussers, heeft 78% ooit gerookt: 9% rookt nu nog en 69% 7-plussers, heeft 78% ooit gerookt: 9% rookt nu nog en 69% is gestopt. percentage rokers gestaag. Bij mannen rookte in 1980 nog meer dan helft (2%) was dit percentage gehalveerd tot minr dan een kwart (24%) is gestopt. 2014 was dit percentage gehalveerd tot minr dan een kwart (24%) (zie figuur 3). (zie figuur De was bijminr relatief wat minr was bij3). relatief wat groot: het percentage dat rookt groot: het percentage dat rookte nam met bijna een nam met bijna een r af van 34% in 1980 tot 22% in 2014. r af van 34% in 1980 tot 22% in 2014. Figuur 2. Prevalentie van roken, naar leeftijd (%). Peiljaar 2014. Figuur 3. Prevalentie van roken, naar kalenrjaar en naar geslacht (%). Perio 1980 t/m 2014. Figuur 3. Prevalentie van roken, naar kalenrjaar en naar geslacht (%). Perio 198t/m 201 10 8 6 6 3 1-24 2-34 3-44 4-4 - 64 6-74 7+ Nooit gerookt 7 2 48 22 Ex- roker 2 34 3 61 69 Rookt niet dagelijks 4 3 2 Rookt dagelijks 14 18 21 13 3 198 198 199 199 200 200 20 1 Indien weergegeven op 1 cimaal nauwkeurig is iets groter onr dan mannen. Voor gaat het om een afname van 24,% in 2013 naar 22,3% in 2014, en onr mannen van 2,6% in 2013 naar 24,1% in 2014. 4

Ook voor mannen en apart geldt dat sigaretten het meest gerookt worn, hoewel meer sigaretten roken (17%) dan mannen (13%; zie figuur ). nen roken vaker shag (12%) en sigaren of cigarillo's (6%) dan (8% respectievelijk Geringste bij midlbaar opgelein Geringste Sinds 2001 daalt bij midlbaar het percentage opgelein rokers in alle opleidingsniveaus nen roken minr vaak sigaretten dan Ook voor mannen en apart geldt dat sigaretten (zie figuur 4). De tussen 2001 en 2014 is het het meest gerookt worn, hoewel meer sigaretten Sinds 2001 daalt het percentage rokers in alle opleidingsniveaus (zie figuur 4). De tussen grootst 2001 en bij 2014 hoog is het opgelein grootst bij (8%), hoog gevolgd opgelein door (8%), gevolgd laag door roken laag (17%) dan mannen (13%; zie figuur ). nen roken opgelein opgelein (6%). (6%). De De bij midlbaar bij midlbaar opgelein opgelein is kleiner (4%). is Door vaker shag (12%) en sigaren of cigarillo s (6%) dan grotere kleiner (4%). in Door prevalentie grotere van roken onr in laag prevalentie opgelein, is van vanaf 2013 het (8% respectievelijk 1%). en roken daarentegen vaker oorspronkelijke roken onr verschil laag in opgelein, percentage rokers is vanaf tussen 2013 laag het en oorspronkelijke midlbaar opgelein zelfgemaakte sigaretten (8%) dan mannen (%). Het gebruik verschil in percentage rokers tussen laag en midlbaar verdwenen. opgelein verdwenen. van e-sigaretten nam zowel bij mannen als bij toe in vergelijking met 2013: bij mannen van 2% naar 3,4%, bij van 3% naar 4,7%. Figuur Figuur 4. Prevalentie 4. Prevalentie van roken, naar van kalenrjaar roken, naar en kalenrjaar naar hoogst genoten naar opleiding (%). Perio 2001 t/m 2014. hoogst genoten opleiding (%). Perio 2001 t/m 2014. Ruim een achtste van sigarettenrokers rookt dagelijks meer dan 22 sigaretten 3 Sigarettenrokers (sigaretten 2 en/of shag) roken gemidld 30 13,1 sigaretten/shagjes per dag. Dit is gelijk aan 2013. nen 2 roken iets meer sigaretten per dag dan (respectievelijk 13,6 en 12,6). Ruim een kwart van sigarettenrokers 20 (29%) rookt minr dan 8 sigaretten/shagjes per dag, ongeveer 1 een kwart (23%) rookt 8-12 sigaretten/shagjes per dag, 10 ruim een r (36%) rookt 13-22 sigaretten/shagjes per dag en een achtste (12%) rookt meer dan 22 sigaretten/shagjes 0 per dag (zie figuur 6). 2001 2002 2003 2004 200 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 33 33 33 32 31 31 31 29 32 32 29 30 28 27 Figuur 6. Aantal sigaretten/shagjes per dag voor 30 30 30 27 28 29 28 27 30 29 26 28 28 26 Figuur 6. Aantal sigarettenrokers sigaretten/shagjes (%). per Peiljaar dag voor sigarettenrokers 2014. (%). Peiljaar 2014. 2 26 24 21 21 22 21 20 20 20 18 20 19 17 2 ROOKWAAR 20 ROOKWAAR Sigaretten het meest gebruikte tabaksproduct 1 Sigaretten (niet zelfgerold) zijn het meest gebruikte tabaksproduct: 1% van Nerlandse bevolking vanaf 1 jaar 10 rookt sigaretten (zie figuur ). Daarna volgen shag (10%), Sigaretten het meest gebruikte tabaksproduct zelfgemaakte sigaretten (met filterhulzen; 7%) en sigaren Sigaretten of cigarillos (niet zelfgerold) (4%). Pijptabak zijn het meest wordt gebruikte het minst tabaksproduct: gerookt (0,%). 1% van Nerlandse Het gebruik bevolking van vanaf shag 1 is iets jaar rookt afgenomen sigaretten (van (zie 11% figuur naar ). Daarna 10%). volgen shag (10%), Voor zelfgemaakte overige sigaretten rookwaar (met wern filterhulzen; geen verschillen 7%) en sigaren gevonn of cigarillos (4%). 0 1-2 3-7 8-12 13-17 18-22 23-27 28-34 3-44 4-4 + Pijptabak wordt het minst gerookt (0,%). Het gebruik van shag is iets afgenomen (van tussen 2013 en 2014. De percentages tellen niet op tot 100 % 12 17 23 18 18 7 3 1, 0, 0,2 11% naar 10%). Voor overige rookwaar wern geen verschillen gevonn tussen omdat mensen meerre tabaksproducten kunnen gebruiken. 2013 en 2014. Elektronische sigaretten (e-sigaretten) worn door 4,1% van Elektronische Nerlandse sigaretten bevolking (e-sigaretten) gebruikt worn (zie door ook 4,1% later). van In Nerlandse vergelijking (zie met ook later). 2013 is In het vergelijking gebruik met van 2013 e-sigaretten is het gebruik gestegen van e-sigaretten van Dagelijks en leeftijd aantal sigaretten/shagjes hangt samen met opleiding en leeftij bevolking Dagelijks aantal sigaretten/shagjes hangt samen met opleiding gebruikt gestegen 2,% van naar 2,% 4,1%. naar 4,1%. nen roken gemidld iets meer sigaretten per dag dan nen roken gemidld iets meer sigaretten per dag dan (respectievel (respectievelijk 13,6 en 12,6; zie figuur 7). Het gemidl aantal zie figuur 7). Het gemidl aantal sigaretten per dag verschilt niet ten Figuur Figuur. Prevalentie. Prevalentie rookwaar rookwaar naar geslacht naar (%). geslacht Meer antwoorn (%). Meer per responnt en mogelijk. 12,6; sigaretten per dag verschilt niet ten opzichte van Peiljaar 2014. opzichte van 2013. opgelei sigarettenrokers steken dagelijks meer antwoorn per responnt mogelijk. Peiljaar 2014. sigaretten/shagjes 2013. opgelei op (14,) sigarettenrokers dan midl opgelein steken dagelijks (13,1). meer opgelei roker het sigaretten/shagjes minste aantal sigaretten op (14,) per dan dag midl (11,0). Sigarettenrokers opgelein (13,1). in leeftijd van 4 opgelei rokers roken het minste aantal sigaretten per 1 jaar roken meeste sigaretten/shagjes, dagelijks gemidld 14,6-1,2. De jong SigareHen (niet zelfgerold) 13 17 leeftijdsgroep dag (11,0). Sigarettenrokers sigarettenrokers rookt in met leeftijd 9,2 sigaretten/shagjes van 4-64 jaar roken het minst freque 10 dag. meeste sigaretten/shagjes, dagelijks gemidld 14,6-1,2. Shag 12 8 De jongste leeftijdsgroep sigarettenrokers rookt met 9,2 7 Zelfgemaakte sigarehen sigaretten/shagjes het minst frequent per dag. 8 Sigaren of cigarillo's Pijp E- sigarehen 1 0, 0,8 0,1 4 4,1 3,4 4,7 6 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 2 Exclusief rokers die alleen zelfgemaakte sigaretten (met filterhulzen) roken. nen roken minr vaak sigaretten dan

Figuur 7. Gemidld aantal sigaretten/shagjes per dag voor opgelein (4,9%). Het percentage e-sigaret gebruikers is Figuur 7. Gemidld aantal sigaretten/shagjes per dag voor sigarettenrokers, totaal, naar geslacht, sigarettenrokers, totaal, naar geslacht, naar hoogst in leeftijdsgroepen van 1 tot en met 64 jaar ongeveer naar hoogst genoten opleiding en naar leeftijd. Peiljaar 2014. genoten opleiding en naar leeftijd. Peiljaar 2014. gelijk. Onr 6 plussers wordt e-sigaret echter minr gebruikt (6-74 jarigen 2,1% en 7+ 0,9%). 13,1 11,0 13,6 12,6 14, 13,1 2-34 jaar 3-44 jaar 4-4 jaar - 64 jaar 6-74 jaar 7+ jaar 9,2 11,4 13,9 14,6 1,2 14,1 13,3 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0 Filtersigaretten meest populair onr sigarettenrokers Filtersigaretten zijn het meest populair onr sigarettenrokers: 91% rookt meestal filtersigaretten, 21% van alle Filtersigaretten meest populair onr sigarettenrokers Filtersigaretten sigarettenrokers zijn rookt het meest teer- populair en nicotinearme onr sigarettenrokers: filtersigaretten 91% rookt meestal filtersigaretten, (zie figuur 8). 21% Sigaretten van alle roken sigarettenrokers rookt roken teer- vaker en nicotinearme teer- filtersigaretten (zie en figuur nicotinearme 8). Sigaretten filtersigaretten roken (26%) roken dan mannen vaker teer- (1%). en nicotinearme filtersigaretten Sigaretten roken (26%) dan mannen roken (1%). vaker Sigaretten sigaretten roken zonr mannen roken vaker sigaretten filter (7%) zonr dan filter (7%) (2%). dan Het gebruik (2%). van Het teer- gebruik en nicotinearme komt sigaretten vaker voor komt onr vaker hoog voor opgelein onr hoog (27%) opgelein dan onr laag en midn van teer- en nicotinearme sigaretten opgelein (27%) dan (respectievelijk onr laag en 20% midn 19%). opgelein In vergelijking (respectievelijk met 2013 is het percentage laag opgelei rokers dat meestal teer- en nicotinearme sigaretten rookt gestegen van 20% en 19%). In vergelijking met 2013 is het percentage laag 14% naar 20%. opgelei rokers dat meestal teer- en nicotinearme sigaretten rookt gestegen van 14% naar 20%. Figuur 8. Soort sigaretten voor sigarettenrokers (geen shagjes), Bijna helft van e-sigaret gebruikers, gebruikt ze dagelijks Figuur 8. Soort sigaretten totaal, naar voor geslacht sigarettenrokers en naar (geen hoogst shagjes), genoten totaal, naar geslacht Ruim en naar twee van vijf e-sigaret gebruikers (44%) gebruikt hoogst genoten opleiding (%). (%). Peiljaar Peiljaar 2014. 2014. ze dagelijks en nog eens 22 procent gebruikt ze wekelijks. Het aanel e-sigaret gebruikers dat dagelijks gebruikt is 100 gestegen in vergelijking met 2013 (29%). Hierbij zien we geen 80 verschillen tussen mannen en of tussen verschillen opleidingsniveaus. Het percentage gebruikers dat dagelijks 60 e-sigaret gebruikt is het laagst onr 1-24 jarigen 40 (21%) (zie figuur 9). 20 0 Weet niet 4 3 3 SigareHen zonr filter 4 7 2 4 Filter: anrs 70 73 68 8 70 74 63 Filter: teer- en nicoynearm 21 1 26 20 19 27 Figuur 9. Percentage e-sigaret gebruikers dat dagelijks Figuur 9. Percentage e-sigaretten e- sigaret gebruikt, gebruikers totaal dat dagelijks en naar e- sigaretten geslacht, gebruikt, totaal en n geslacht, leeftijd leeftijd en opleidingsniveau en opleidingsniveau (%). Peiljaar (%). 2014. Peiljaar 2014. 42 44 47 44 46 E-SIGARET 38 21 Gebruik van e-sigaret hangt samen met geslacht, opleidings 2-34 jaar 38 E-SIGARET niveau en leeftijd 3-44 jaar 40 4-4 jaar 2 E-sigaretten worn iets vaker door (4,7%) dan - 64 jaar door mannen (3,4%) gebruikt. Ook zijn er verschillen tussen 6-74 jaar 2 Gebruik opleidingsniveaus: van e-sigaret onr hangt hoogopgelein samen met geslacht, is het gebruik opleidingsniveau van 7+ jaar en 63 leeftijd e-sigaret lager (2,3%) dan onr laag (,0%) en midn 0 10 20 30 40 0 60 70 E-sigaretten worn iets vaker door (4,7%) dan door mannen (3,4%) gebruikt. Bijna een op vijf e-sigaret gebruikers, gebruikt een hoge dosis nicot Ook zijn er verschillen tussen opleidingsniveaus: onr hoogopgelein is het gebruik van e-sigaret lager (2,3%) dan onr laag (,0%) en midn opgelein De (4,9%). helft van Het e-sigaret gebruikers (47%) gebruikt een lage of midlhoge dosis percentage e-sigaret gebruikers is in leeftijdsgroepen van 1 tot en met (zie 64 figuur jaar 10). Bijna een op vijf (18%) gebruikt een hoge dosis en een kwa ongeveer gelijk. Onr 6 plussers wordt e-sigaret echter minr gebruikt een zeer (6-74 lage dosis of geen nicotine. Een op acht e-sigaret gebruikers (12% jarigen 2,1% en 7+ 0,9%). sigaretten zonr nicotine en een zelf aanel (12%) weet niet welke dosis gebruiken.

In het afgelopen jaar onrnam 29% 2 van (ex-)rokers een serieuze stoppo figuur 11). Hierin zijn geen significante verschillen tussen verschillen opleidingsniveaus of met 2013. Bijna een op vijf e-sigaret gebruikers, gebruikt een hoge dosis nicotine De helft van e-sigaret gebruikers (47%) gebruikt een lage of midlhoge dosis nicotine (zie figuur 10). Bijna een op vijf (18%) gebruikt een hoge dosis en een kwart (24%) een zeer lage dosis of geen nicotine. Een op acht e-sigaret gebruikers (12%) neemt e-sigaretten zonr nicotine en een zelf aanel (12%) weet niet welke dosis ze gebruiken. en onrnamen iets vaker een stoppoging (31%) dan mannen (27%). D (ex-)rokers, in leeftijd van 1-24 en 2-34 jaar, onrnamen het meest va serieuze stoppoging (respectievelijk 37% en 33%); 6-74 jarigen onrname vaak een serieuze stoppoging; in leeftijdsgroep toch nog steeds een vijf (ex)rokers Figuur 11. (21%) Prevalentie (zie figuur (ex-)rokers 11). dat afgelopen jaar een serieuze stoppoging heeft gedaan, totaal, naar Figuur 11. Prevalentie (ex- )rokers dat afgelopen jaar een serieuze stoppoging heeft ge geslacht, naar hoogst genoten opleiding en naar naar geslacht, naar hoogst genoten opleiding en naar leeftijd (%). Peiljaar 2014. leeftijd (%). Peiljaar 2014. 27 29 31 Figuur 10. Percentage verschillen doseringen van e-sigaret onr e-sigaret gebruikers (%). Peiljaar 2014. 28 30 31 2-34 jaar 3-44 jaar 4-4 jaar - 64 jaar 6-74 jaar 7+ jaar 27 26 28 21 28 0 10 1 20 2 30 3 40 33 37 STOPPEN MET ROKEN Tweer van rokers heeft ooit serieus geprobeerd te stoppen Van Nerlandse rokers van 1 jaar en our in 2014 heeft 6% ooit een serieuze stoppoging onrnomen; dat wil zeggen dat roker het 24 uur of langer volhield om niet te roken. Dit was gelijk aan 2013. Meer roken dan mannen hebben ooit een serieuze stoppoging onrnomen (68% vs. 61%). Gemidld hebben huidige rokers 2, serieuze stoppogingen onrnomen en ex-rokers 2,3. Dit is vergelijkbaar met 2013. Drie van tien (ex-)rokers ed afgelopen jaar serieuze stoppoging In het afgelopen jaar onrnam 29% 3 van (ex-)rokers een serieuze stoppoging (zie figuur 11). Hierin zijn geen significante verschillen tussen verschillen opleidingsniveaus of met 2013. en onrnamen iets vaker een stoppoging (31%) dan mannen (27%). De jongere (ex-)rokers, in leeftijd van 1-24 en 2-34 jaar, onrnamen het meest vaak een serieuze stoppoging (respectievelijk 37% en 33%); 6-74 jarigen onrnamen het minst vaak een serieuze stoppoging; in ze leeftijdsgroep toch nog steeds een vijf van (ex)rokers (21%) (zie figuur 11). Van huidige rokers in 2014 is 81% van plan om in Van huidige rokers in 2014 is 81% van plan om in toekomst te stoppen toekomst te stoppen, dit is vergelijkbaar met 2013. Roken vergelijkbaar met 2013. Roken zijn vaker van plan in toekoms zijn vaker van plan in toekomst te stoppen (8%) (8%) dan mannen (77%). Ook zijn meer jongere dan oure rokers van pla dan mannen (77%). Ook zijn meer jongere dan oure rokers (1-24 2 jarigen 87%; 7+ 68%). Er zijn geen verschillen tussen opleidingsniv van Dit percentage plan te stoppen is berekend (1-24 door jarigen som 87%; van het 7+ aantal 68%). succesvol Er zijn gestopte geen rokers in stopplannen. afgelopen jaar het aantal rokers met een serieuze stoppoging het afgelopen jaar te verschillen tussen opleidingsniveaus in stopplannen. som van het aantal succesvol gestopte rokers in het afgelopen jaar en het aantal h Bij vier van tien serieuze stoppogingen zijn 11 hulpmidlen of Bij hulpmethos vier van gebruikt tien serieuze stoppogingen zijn hulpmidlen of hulpm gebruikt Vier van tien (40%) (ex-)rokers met een serieuze stoppoging in het laatste jaar gebruikte bij laatste poging hulpmidlen van of hulpmethos tien (40%) (ex-)rokers voor het stoppen met een serieuze met roken stoppoging (zie in het laatst Vier gebruikte figuur 12 4 bij laatste poging hulpmidlen of hulpmethos voor het stopp ). Dit is hoger dan in 2013 (34%). Er is hierbij geen roken (zie figuur 12). Dit is hoger dan in 2013 (34%). Er is hierbij geen signi significant verschil tussen mannen en. Wel zien we verschil tussen mannen en. Wel zien we een verschil bij opleidingsn een verschil bij opleidingsniveau en leeftijd. opgelein leeftijd. opgelein maken minr gebruik van hulpmidlen bij het sto maken minr gebruik van hulpmidlen bij het stoppen roken (33%) dan laag of midlbaar opgelein (respectievelijk 44 en 41%). met roken (33%) dan laag of midlbaar opgelein (respectievelijk 44 en 41%). heeft invloed; het gebruik van hulpmidlen bij stoppen met roken is het hoo leeftijdsgroepen van 3 Ook tot leeftijd 74 jaar heeft (43-4%). invloed; het gebruik van hulpmidlen bij stoppen met roken is het hoogst in leeftijdsgroepen van 3 tot 74 jaar (43-4%). Figuur 12. 12. Prevalentie gebruik gebruik van hulpmidlen van hulpmidlen of hulpmetho of hulp-metho laatste jaar, voor totaal, (ex-)rokers naar geslacht, met serieuze naar leeftijd stoppoging en naar opleidingsnivea voor (ex- )rokers me stoppoging in 2014. in laatste jaar, totaal, naar geslacht, naar leeftijd en naar opleidingsniveau (%). Peiljaar 2014. 40 39 41 33 44 41 3 Dit percentage is berekend door som van het aantal succesvol gestopte rokers in het afgelopen jaar en het aantal rokers met een serieuze stoppoging het afgelopen jaar te len door som van het aantal succesvol gestopte rokers in het afgelopen jaar en het aantal huidige rokers. 2-34 jaar 3-44 jaar 4-4 jaar - 64 jaar 6-74 jaar 7+ jaar 19 4 Hier zijn alle hulpmidlen en - methon samengenomen, ongeacht Nicotinevervangen midlen en geneesmidlen het meest gebruik hun effectiviteit. hulpmidl 3 43 4 3 46 23 0 10 20 30 40 0 60 Nicotinevervangen midlen en geneesmidlen worn het meest gebruik hulpmidl, 22% van (ex-)rokers gebruikte ze bij hun laatste serieuze in het afgelopen jaar (zie tabel 1). In ze categorie is gevraagd naar het ge nicotine Microtab, nicotine kauwgom, nicotinepleisters, nicotinezuigtabletten, Zyban/bupropion, Nortriptyline/nortrilen, Champix/Varenicline en anti-rookpr

Factsheet Continu Onrzoek Rookgewoonten 2014 Nicotinevervangen midlen en geneesmidlen het meest gebruikt als hulpmidl Nicotinevervangen midlen en geneesmidlen worn het meest gebruikt als hulpmidl, 22% van (ex-)rokers gebruikte ze bij hun laatste serieuze stoppoging in het afgelopen jaar (zie tabel 1). In ze categorie is gevraagd naar het gebruik van nicotine Microtab, nicotine kauwgom, nicotine pleisters, nicotinezuigtabletten, Zyban/bupropion, Nortriptyline/nortrilen, Champix/Varenicline en anti-rookpreparaten. In % van laatste serieuze stoppoging was er sprake van advies of begeleiding: van (para-)medici, een gedragstherapeut/psycholoog, op een rookstop-poli en/of een telefonische hulp en informatielijn/telefonische begeleiding/ telefonische coaching. Schriftelijke hulpmidlen (boek Allen Carr, boek Nerland Stopt! Met roken, stoppen-met-roken brochures Willen en Kunnen en Inhaleer het leven ) wern eveneens door % van (ex-)rokers bij hun laatste serieuze stoppoging in het afgelopen jaar gebruikt. Bij 19% van serieuze stoppogingen in het afgelopen jaar werd een anr hulpmidl of hulpmetho gebruikt. Een groot el hiervan betreft het gebruik van e-sigaret bij het stoppen met roken (1%). Dat is een toename vergeleken met 2013 (4%). Tabel 1. Prevalentie soort hulpmidlen of hulpmetho bij laatste stoppoging voor (ex-)rokers met serieuze stoppoging in het laatste jaar (%). Peiljaar 2014. Soort hulpmidl/hulpmetho Geen hulpmidl/hulpmetho 60 Nicotinevervangen midlen en/of geneesmidlen 22 Schriftelijke hulpmidlen Advies en/of begeleiding Cursus en/of training 0,2 Online hulpmidlen 1 Overige hulpmidlen 19 De percentages tellen niet op tot 100, omdat mensen meerre hulpmidlen of hulpmethon kunnen gebruiken. Colofon Auteurs Jacqueline Verdurmen Karin Monshouwer Margriet van Laar Ontwerp & productie Canon Nerland N.V. Beeld www.istockphoto.com Deze uitgave is als download beschikbaar of te bestellen via www.trimbos.n/webwinkel met artikelnummer AF1376. 201, Trimbos-instituut, Utrecht Alle rechten voorbehoun. Niets uit ze uitgave mag worn verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonr voorafgaan toestemming van het Trimbos-instituut.