Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Vergelijkbare documenten
Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Jaarlijkse statistiek. Rijksdienst voor Pensioenen ~ Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden

Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden. Federale Pensioendienst ~

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

JAARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

Maandelijkse statistiek van de sociale uitkeringen. April Federale Pensioendienst ~

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

3 Werknemerspensioenen

STATISTISCHE STUDIES

III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Pensioenen (RVP)

STATISTISCHE STUDIES

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Directie Human Resources

Verhoging van de Inkomensgarantie voor Ouderen op 1 juli 2008

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

Vrouw en pensioen. Jean MOUREAUX. Rijksdienst voor Pensioenen Financiële studies

Voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op een overlevingspensioen

STATISTISCHE STUDIES

FOCUS "Senioren en het OCMW"

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR ADVIES INZAKE DE INHOUDING VAN BEDRIJFSVOORHEFFING OP PENSIOENEN

PENSIOENZAKBOEKJE 2009

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

STATISTISCHE STUDIES

Advies van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

STATISTISCHE STUDIES

Overlevingspensioenen van de overheidssector

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Algemene indexnota 28 september 2018 / 01 oktober 2018 versie 01/03/2019 1,7069

Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

van Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,

Titel V. De overzeese sociale zekerheid

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. KB nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

STATISTISCHE STUDIES

RAADGEVEND COMITÉ VOOR DE PENSIOENSECTOR

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel

Toelichtingen bij de uitbreiding van de maatregel tot de toekenning van een installatiepremie aan personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige

TC/01/97. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 17 september 2001;

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

Door een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.

Ombudsdienst Pensioenen

Vervroegd en wettelijk pensioen

Tony Van Der Steen Ombudsman Pensioenen WTC III (nabij het Noordstation) Simon Bolivarlaan 30 bus Brussel. Tel. 02/ Fax 02/

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Wegwijs in je pensioen

ALGEMENE INHOUD. Voorwoord. V Auteurs - coördinatie. VII Gebruikte afkortingen. IX Citeerwijzen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

De eenvoudigste manier voor een mooi aanvullend pensioen!

(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

Sociaal statuut van bedrijfsleiders

THESAURIE ALGEMENE INDEXNOTA 31/05/ /06/2011 1,5460 -

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 & DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Datum: Formulier rustpensioenen Gezinstoestand. Naam:... Adres:... Telefoonnummer: Antwoorden (Kruis de overeenstemmende.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

4. Kan ik een overlevingspensioen samen met een rustpensioen ontvangen?

COMMISSIE VOOR AANVULLENDE PENSIOENEN ADVIES nr. 20 de dato 3 mei Verklarend lexicon van de gehanteerde begrippen in de jaarlijkse pensioenfiche

Advies nr. 144, van 21 maart 2014, van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen, betreffende een voorontwerp van wet tot hervorming van

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

De eenvoudigste manier voor een mooi aanvullend pensioen!

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Pensioenen in het werknemersstelsel en de Inkomensgarantie voor ouderen. Rijksdienst voor Pensioenen ~ MEMENTO

CAO van 30 september 2009 tot vaststelling van de overgangsregeling in het kader van de invoering van de sectorale tweede pensioenpijler

SOLIDARITEITSREGLEMENT

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

SOLIDARITEITSREGLEMENT

Titel VII. Enkele statistische en financiële gegevens

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming. ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

inkomen - sociale voordelen

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Transcriptie:

2006 JA ARLIJKSE STATISTIEK VAN DE UITKERINGSGERECHTIGDEN

Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden Toestand op 1 januari 2006 Maart 2007 Dienst Financiële Studies Infostat@rvponp.fgov.be

Voorwoord Met deze drieëndertigste uitgave van de Jaarlijkse statistiek van de uitkeringsgerechtigden, stelt de Rijksdienst voor Pensioenen een verzameling van statistisch materiaal ter beschikking die de toestand op 1 januari 2006 weergeeft. Dit jaar was het de bedoeling om de algemene presentatie van de Jaarlijkse statistiek te herzien om hem aantrekkelijker en leesbaarder te maken. Die nieuwe presentatie werd ingegeven door onze permanente bekommernis om de kwaliteit te verbeteren én door een eerste herziening van de werkmethodes die gebruikt worden voor de verspreiding van gegevens. Dankzij die nieuwe werkmethodes kunnen we, in de toekomst, sneller een ruimere keuze aan statistische resultaten verspreiden en dit op alle gegevensdragers (papier, gegevensbestanden op internet, Cd-rom,.). Die inspanning komt trouwens ook al enige tijd tot uiting in de publicatie van Statistische studies op onze internetsite: www.rvp.fgov.be Onze permanente bekommernis om de kwaliteit te verbeteren heeft natuurlijk enkel zin als de gebruikers ons hun opmerkingen doorsturen. Aarzel dus niet om ons uw kritiek, uw vragen en uw suggesties mee te delen per post of op het volgende adres: infostat@rvp.fgov.be De structuur van deze uitgave bestaat uit drie delen: Het eerste deel omvat de Belgische wettelijke pensioenen in de regeling voor werknemers, de regeling voor zelfstandigen en de regeling «openbare sector»; Het tweede deel behandelt de andere uitkeringen die door de Rijksdienst voor Pensioenen worden uitbetaald, zoals de Inkomensgarantie voor ouderen «IGO», het Gewaarborgd Inkomen voor bejaarden, de werknemersrenten, de onvoorwaardelijke pensioenen voor zelfstandigen of bepaalde tegemoetkomingen aan mindervaliden; Het derde en laatste deel omvat alle pensioenen en uitkeringen die worden uitbetaald, hetzij door de Rijksdienst voor Pensioenen, hetzij door de PDOS (Pensioendienst voor de Overheidssector) aan alle uitkeringsgerechtigden van de Rijksdienst voor Pensioenen. We wensen u veel leesgenot. Gabriel PERL, Administrateur-generaal

Inhoudstafel VOORWOORD... 5 INLEIDING 1. De Rijksdienst voor Pensioenen... 10 2. De betaalfunctie van de RVP... 10 3. De sociale uitkeringen... 10 4. De databank... 13 5. De statistieken... 13 6. Samenstelling van het bestand van de uitkeringsgerechtigden op 1 januari 2006... 15 DEEL I GERECHTIGDEN OP PENSIOENVOORDELEN - Algemene methodenota... 20 - Evolutie van het aantal gerechtigden 2002-2006... 24 - Grafiek: evolutie van het aantal pensioengerechtigden... 27 HOOFDSTUK I - Algemene statistieken... 29 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) A. Per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht... 31 Alle loopbanen... 32 Zuiver of gemengde loopbaan werknemer... 36 Zuiver of gemengde loopbaan zelfstandige... 40 Zuivere loopbaan werknemer... 44 Gemengde loopbaan werknemer en zelfstandige... 47 Gemengde loopbaan werknemer en openbare sector... 50 Gemengde loopbaan werknemer, zelfstandige en openbare sector... 53 Zuivere loopbaan zelfstandige... 56 Gemengde loopbaan zelfstandige en openbare sector... 59 B. Per schijven van maandbedragen, categorie, loopbaan en geslacht... 63 Alle loopbanen... 64 Zuiver of gemengde loopbaan werknemer... 68 Zuiver of gemengde loopbaan zelfstandige... 71 Zuivere loopbaan werknemer... 74 Gemengde loopbaan werknemer en zelfstandige... 77 Gemengde loopbaan werknemer en openbare sector... 80 Gemengde loopbaan werknemer, zelfstandige en openbare sector... 83 Zuivere loopbaan zelfstandige... 86 Gemengde loopbaan zelfstandige en openbare sector... 89 C. Per combinatie van pensioenregelingen... 93 Alle loopbanen... 94 Gehuwd, rust «gezinsbedrag»... 96 Gehuwd, rust bedrag «alleenstaande»... 97 Niet gehuwd, rust bedrag «alleenstaande»... 98 Rust- en overlevingspensioen...99

Overlevingspensioen...102 HOOFDSTUK II - Geografische spreiding en per nationaliteit...105 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) A. Betalingen in België: per gewest, provincie en categorie...107 Alle loopbanen...108 Zuiver of gemengde loopbaan werknemer...111 Zuiver of gemengde loopbaan zelfstandige...114 Zuivere loopbaan werknemer...117 Gemengde loopbaan werknemer en zelfstandige...120 Gemengde loopbaan werknemer en openbare sector...123 Gemengde loopbaan werknemer, zelfstandige en openbare sector...126 Zuivere loopbaan zelfstandige...129 Gemengde loopbaan zelfstandige en openbare sector...132 B. Betalingen in België: per nationaliteit en pensioenregeling...135 C. Betalingen in het buitenland: per continent, per land van verblijf en nationaliteit...137 HOOFDSTUK III - Bijzondere statistieken omtrent de werknemerspensioenen...143 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) A. Per ingangsjaar en categorie...145 Rustpensioenen...146 Overlevingspensioenen per ingangsjaar van het rustpensioen van de overleden echtgenoot...148 Overlevingspensioen per ingangsjaar van het overlevingspensioen...149 B. Vervroegde rustpensioenen...151 Volgens de aard van de vervroeging en categorie...153 C. Mijnwerkers...155 Per leeftijdsgroep en categorie...156 D. Gerechtigden op overlevingspensioen, jonger dan 45 jaar...159 Per leeftijdsgroep en voorwaarde van de vervroeging...161 E. Uit de echt gescheiden echtgenoten gerechtigd op een pensioen waarvan minstens een gedeelte toegekend wordt op basis van de tewerkstelling van gewezen echtgenoot...163 Per leeftijdsgroep, schijven van maandbedragen en geslacht...164 F. Volledige loopbanen...169 Per leeftijdsgroep, schijven van maandbedragen, categorie en geslacht...172

HOOFDSTUK IV - Bijzondere statistieken omtrent de zelfstandigenpensioenen...181 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) A. Per ingangsjaar en categorie...183 Rustpensioenen...184 Overlevingspensioenen per ingangsjaar van het rustpensioen van de overleden echtgenoot...186 Overlevingspensioen per ingangsjaar van het overlevingspensioen...187 B. Vervroegde rustpensioenen...189 Per categorie en volgens de aard van de vervroeging...191 C. Gerechtigden op overlevingspensioen, jonger dan 45 jaar...193 Per leeftijdsgroep en voorwaarde van de vervroeging...195 HOOFDSTUK V - Pensioengerechtigden die overleden zijn in 2005...197 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) Per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht...199 DEEL II GERECHTIGDEN OP ANDERE DAN PENSIOENVOORDELEN HOOFDSTUK VI - Inkomensgarantie voor ouderen...229 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) A. Per leeftijdsgroep en of ze hun verblijfplaats al dan niet delen...231 B. Per schijven van maandbedragen en of ze hun hoofdverblijfplaats al dan niet delen...233 C. Per combinatie van pensioenregelingen en of ze hun hoofdverblijfplaats al dan niet delen...237 D. Betalingen in België: per gewest, provincie en categorie...241 HOOFDSTUK VII - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden...244 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) In combinatie met pensioenvoordelen...245 HOOFDSTUK VIII - Onvoorwaardelijk pensioen voor zelfstandigen...246 Aantal gerechtigden en voordelen Per categorie...247 HOOFDSTUK IX - Werknemersrente...248 Aantal gerechtigden en voordelen Per categorie...249 HOOFDSTUK X - Tegemoetkoming aan mindervaliden...250 Aantal gerechtigden en voordelen

Per combinatie van uitkeringen...251 DEEL III UITKERINGSGERECHTIGDEN BETAALD DOOR DE RVP HOOFDSTUK XI - RVP-uitkeringsgerechtigden...255 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) Per leeftijdsgroep en per schijven van maandbedragen (=RVP+PDOS)...257

INLEIDING 1. DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN (RVP) De Rijksdienst voor Pensioenen is, in zijn huidige vorm, het resultaat van een fusie (op 1 april 1987) tussen de Rijkskas voor rust-en overlevingspensioenen (RROP) en de Rijksdienst voor werknemerspensioenen (RWP). Die laatste, opgericht bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 en had tot taak de wetgeving voor rust- en overlevingspensioenen voor werknemers toe te passen op het vlak van de toekenning van de pensioenen en had al de Nationale Kas voor Bediendenpensioenen (NKBP) opgeslokt (op 1 maart 1981). De taken die vandaag door de RVP worden verzekerd, zijn dan ook heel gevarieerd: betaling van de werknemers en zelfstandigenpensioenen, toekenning van de werknemerspensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen, betaling van de inkomensgarantie voor ouderen en het gewaarborgd inkomen, betaling en toekenning van de wettelijke en buitenwettelijke renten en betaling van sommige specifieke toelagen (aan de mijnwerkers, aan sommige mindervaliden, ). 2. DE BETAALFUNCTIE VAN DE RVP De RVP staat in voor de betaling van voordelen van diverse aard (rust- en overlevingspensioenen, renten, ) en afkomstig uit verschillende regelingen (werknemers, zelfstandigen, residuair, ). Het gebeurt regelmatig dat één en dezelfde persoon meerdere voordelen ontvangt. In die gevallen zal de betaling door één enkele instelling een vereenvoudiging betekenen voor de behandeling van cumulaties, zowel voor de gerechtigden als voor hun eventuele echtgenoten. De door de RVP verrichte betalingen maken deel uit van het individueel dossier en worden regelmatig opgeslagen in een databank.. Dankzij de analyse en de synthese van de in deze databank opgenomen gegevens kunnen, onder andere, deze Jaarlijkse statistiek opgemaakt worden. 3. DE SOCIALE UITKERINGEN De Rijksdienst voor Pensioenen staat in voor de betaling van uitkeringen in het kader van drie (types) verschillende regelingen: de regeling voor werknemers, de regeling voor zelfstandigen en sommige residuaire sociale bijstandsregelingen. 10

Pensioenregeling voor werknemers a) In het repartitiestelsel: - rustpensioen: voor de jaren van tewerkstelling als werknemer; - overlevingspensioen: aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) voor de jaren van tewerkstelling als werknemer van de overleden echtgeno(o)t(e); - verwarmingstoelage: aan de gepensioneerde mijnwerkers of hun langstlevende echtgeno(o)t(e), samen met het overlevingspensioen; - vakantiegeld: jaarlijks uitbetaald aan bepaalde personen die in mei van het betrokken jaar een werknemerspensioen genieten. b) In het kapitalisatiestelsel: Deze rechten worden betaald aan personen die vóór 1967 bijdragen hebben betaald. Heden worden de nieuw toegekende rechten uitgekeerd in de vorm van éénmalige storting (kapitaal). - ouderdomsrente: betaald aan de bijdrageplichtigen; - weduwerente: betaald aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) van de bijdrageplichtigen. Pensioenregeling voor zelfstandigen a) In het repartitiestelsel: - rustpensioen: voor de jaren van beroepsactiviteit als zelfstandige; - overlevingspensioen: aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) voor de jaren van tewerkstelling, als zelfstandige, van de overleden echtgeno(o)t(e); - bijzondere bijslag: jaarlijks uitbetaald aan de personen die een jaarlijks pensioen genieten dat lager is dan het gewaarborgd minimum. b) In het kader van de onvoorwaardelijke rechten: Deze rechten worden betaald aan de personen waarvan het bedrag berekend volgens deze reglementering hoger is dan het bedrag van het recht dat kan worden toegekend in het repartitiestelsel. Deze rechten komen overeen met de rente opgebouwd vóór 1976 en met de theoretische rente opgebouwd tussen 1 januari 1976 en 31 december 1983: - onvoorwaardelijk rustpensioen: betaald aan de bijdrageplichtige; - onvoorwaardelijk overlevingspensioen: betaald aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) van de bijdrageplichtige. 11

c) In het kader van de vervroegde uittreding in de landbouwsector: De vervroegde uittredingstegemoetkoming wordt toegekend in het kader van de communautaire steunregeling in de landbouwsector. Het is een niet-geïndexeerd supplement bij het vervroegd pensioen als zelfstandige, gefinancierd door de Europese Unie en het Ministerie van Middenstand en Landbouw, dat kan worden toegekend aan landbouwers die hun bedrijf overlaten, of aan hun langstlevende echtgeno(o)t(e). Dit supplement is slechts betaalbaar tot de leeftijd van 75 jaar. Sociale bijstandsregelingen a) De Inkomensgarantie voor ouderen De Inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een individueel recht dat wordt toegekend aan de personen die de normale pensioenleeftijd hebben bereikt, wanneer hun inkomen ontoereikend blijkt. Dit geïndividualiseerd recht wordt toegekend onafhankelijk van gestorte bijdragen en na onderzoek van de bestaansmiddelen van het gezin waarvan de gerechtigde deel uitmaakt. b) Het Gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het Gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GI) is, net als zijn opvolger (de IGO), een uitkering die werd toegekend in functie van het inkomen van de personen. Het GI was echter niet systematisch een individueel recht en kon dus worden toegekend aan een gezin. Vermits men voor het GI en de IGO op een verschillende wijze rekening houdt met de bestaansmiddelen, genieten sommige personen nog een gunstiger oud GI en behouden ze het recht hierop. Het systeem van het GI was zelf de opvolger van de verhoging van de renten. Deze worden op hun beurt behouden als verworven rechten als ze gunstiger zijn. c) De Tegemoetkoming aan mindervaliden De tegemoetkomingen die door de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden werden voorzien en die door de RVP worden uitbetaald, zijn de volgende: - de aanvullende tegemoetkoming; - de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden; - de tegemoetkoming voor hulp aan derde. Krachtens het koninklijk besluit van 6 juli 1987 tot uitvoering van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, is de PDOS met ingang van 1 juli 1987, belast met de uitbetaling van de tegemoetkomingen die bij deze wet werden ingesteld en in de plaats komen van de bestaande tegemoetkomingen. De RVP blijft evenwel belast met de taken welke hem waren toebedeeld vóór de inwerkingtreding van deze wet, voor de gevallen waarop de wet van 27 juni 1969 toepasselijk blijft. 12

4. DE DATABANK De RVP beschikt over een geautomatiseerde centralisatie van alle huidige aspecten van het dossier van de gerechtigden. Bovendien worden sommige gegevens betreffende het verleden in historieken bijgehouden (rechten, betalingen, onbetaalde assignaties en invorderingen). Voor het opmaken van deze statistieken wordt gebruik gemaakt van de actuele gegevens, die in de eerste plaats betrekking hebben op het beheer van de betalingen. Het bestand van de gerechtigden wordt statistisch in drie delen opgesplitst. - Het eerste deel is dat van de pensioengerechtigden. Een persoon wordt als gepensioneerde beschouwd als er minstens één van de volgende voordelen betaald wordt: een rust- of overlevingspensioen voor werknemers of een rust- of overlevingspensioen voor zelfstandigen, al dan niet gecumuleerd met een pensioen van de openbare sector (betaald door de PDOS). - Het tweede deel bevat de gerechtigden die andere uitkeringen dan pensioenen genieten en heeft betrekking op: o o o o o gerechtigden op een inkomensgarantie voor ouderen; gerechtigden op een gewaarborgd inkomen voor bejaarden; gerechtigden op een onvoorwaardelijk rust- of overlevingspensioen voor zelfstandigen; gerechtigden op een ouderdoms- of weduwenrente voor werknemers; gerechtigden op een tegemoetkoming voor mindervaliden. - Het derde deel heeft betrekking op alle uitkeringsgerechtigden betaald door de Rijksdienst voor pensioenen alsook de pensioengerechtigden van de openbare sector voor zover deze een uitkering ontvangen, betaald door de RVP. 5. DE STATISTIEKEN Representativiteit De jaarlijkse statistieken geven de samenstelling weer van het bestand van de gerechtigden op 1 januari. Sommige gerechtigden waarvoor het recht op uitkeringen reeds inging, doch (nog) niet betaald werd op de datum van waarneming (1 januari), zitten niet in de databank en worden dus niet weergegeven in de statistieken of komen er slechts in voor met de voordelen die voordien reeds betaald werden.. Anderzijds, kunnen sommige overleden gerechtigden nog in de statistieken blijven bestaan als de kennisname van het overlijden maar kort voor de datum van de waarneming gebeurde. 13

Men kan de ontbrekende gevallen onderverdelen in: - nieuwe gevallen, dit zijn de personen waarvan de toekenning en de eerste effectieve betaling uitgesteld werden in vergelijking met de ingangsdatum van het recht; dit vormt de voornaamste bron van de ontbrekende gevallen; - oude gevallen, dit zijn de personen die, om diverse redenen, tijdelijk verdwenen zijn uit de regelmatige betaalcyclus. Het komt er dus op aan niet uit het oog te verliezen dat de jongste generatie gerechtigden niet volledig vertegenwoordigd is in de statistieken van de RVP. Dit uit zich hoofdzakelijk in de statistieken die een verdeling geven per leeftijd of een verdeling per aanvangsjaar. Bedragen De bedragen weergegeven in de statistieken zijn steeds maandelijkse brutobedragen. De daadwerkelijk aan de gerechtigden gestorte bedragen kunnen verminderd worden wegens de eventuele aftrek van de bedrijfvoorheffing, de bijdrage voor ziekteverzekering, de solidariteitsbijdrage of terug te vorderen bedragen. Genot van verschillende voordelen - Cumulaties Meerdere verschillende voordelen kunnen aan één en dezelfde gerechtigde betaald worden. In dergelijke gevallen worden de personen (of het paar) één enkele keer geteld in het aantal gerechtigden, wat de bedragen betreft, komen deze overeen met de voordelen die in aanmerking genomen worden in de beschouwde verdeling. De verschillende combinaties «interne» voordelen (d.w.z. betaald door de RVP) die mogelijk zijn, kunnen zich bij voorbeeld, als volgt voordoen (doch andere combinaties zijn mogelijk): - een persoon kan een «gemengd» rustpensioen genieten voor een loopbaan als werknemer en zelfstandige of een «gemengd» overlevingspensioen voor een loopbaan als werknemer en zelfstandige van de overleden echtgenoot; - een langstlevende echtgeno(o)t(e) kan binnen bepaalde grenzen een persoonlijk rustpensioen (eventueel gemengd) cumuleren met een (eventueel gemengd) overlevingspensioen; - een rust- of overlevingspensioen werknemer kan zonder beperking gecumuleerd worden met een ouderdoms- en/of weduwenrente; - een rust- of overlevingspensioen zelfstandige kan vervangen worden door een onvoorwaardelijk rust- en/of overlevingspensioen zelfstandige; - de gerechtigde op een rust- en/of overlevingspensioen als werknemer kan uit hoofde van een tewerkstelling als mijnwerker eveneens aanspraak maken op de verwarmingstoelage; - een rust- en/of overlevingspensioen kan aangevuld worden door één of meerdere voordelen verleend in de residuaire stelsels op het gebied van sociale bescherming. Daarenboven kunnen sommige gerechtigden van één of meer «interne» voordelen hiervoor opgesomd, binnen bepaalde grenzen, deze uitkeringen cumuleren met «externe» voordelen d.w.z. voordelen die niet door de RVP betaald worden: 14

- pensioenen ten laste van de «openbare sector» (Openbare besturen, NMBS, enz. ); - pensioenen ten laste van de Overzeese sociale zekerheid (DOSZ); - pensioenen ten laste van een buitenlands stelsel (in toepassing van de Europese verordeningen of bilaterale akkoorden); - tegemoetkomingen aan mindervaliden betaald door de PDOS; - renten als schadeloosstelling veroorzaakt door arbeidsongevallen of voortvloeiend uit beroepsziekten; - kinderbijslagen en wezenuitkeringen; - oorlogspensioenen. Ten slotte kunnen de «interne» en «externe» hiervoor opgesomde pensioenen gecumuleerd worden: - zonder beperking, met extralegale pensioenen; - volledig of gedeeltelijk, met beroepsinkomsten die binnen bepaalde grenzen liggen. Daarom zal er, bij het gebruik van statistieken, rekening moeten gehouden worden met de volgende twee aspecten: 1. Wat het aantal gerechtigden betreft, bestaat er tussen de statistieken van de RVP en die van andere instellingen en diensten die eveneens tot de betaling van pensioenen en andere voordelen overgaan, een groot aantal «dubbele tellingen» die niet steeds kunnen gelokaliseerd, noch in cijfers uitgedrukt worden. In de verschillende verdelingen hierna, wordt er rekening gehouden met de pensioenen toegekend door de PDOS. Worden voor deze statistiek weerhouden, de gerechtigden voor wie er een voordeel in de overheidssector gekend is en gecumuleerd wordt met een voordeel betaald door de «RVP». 2. Als men het aspect «inkomen» van de uitkeringsgerechtigden bekijkt, kunnen de statistieken van de RVP inlichtingen geven over het «wettelijk pensioen» voor werknemers, voor zelfstandigen en ook voor een gedeelte van de gerechtigden op een pensioen van de overheidssector. De personen die een pensioen genieten voor een zuivere loopbaan in de overheidssector worden niet in onze statistieken weergegeven. 6. SAMENSTELLING VAN HET BESTAND OP 1 JANUARI 2006 Op 1 januari 2006 bedroeg het bestand van de maandelijkse betalingen 1.827.039 uitkeringsgerechtigden. Het totaal maandelijks bedrag voor januari 2006 van al de RVP-uitkeringen verschuldigd aan deze gerechtigden bedroeg 1.410.208.106,15. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 116,15 (base 1996). De samenvattende tabel die hierna volgt, geeft het aantal gerechtigden per «RVP»uitkering en het overeenkomend maandbedrag, alsook het aantal gerechtigden per stelsel en per onderverdeling. Deze tabel verduidelijkt de overlappingen en de dubbeltellingen voortvloeiend uit de cumulatie van twee of meer voordelen in één of meer stelsels. 15

Samenstelling van het bestand van de uitkeringsgerechtigden op 1 januari 2006 Uitkeringsgerechtigden Aantal: 1.827.039 Maandelijkse uitgave: 1.410.208.106,15 Pensioengerechtigden Aantal Maandelijkse uitgave 1.747.111 1.367.551.526,15 Werknemers Zelfstandigen Aantal Aantal 1.618.782 490.978 Maandelijkse uitgave Maandelijkse uitgave 1.189.871.262,74 177.680.263,41 Rustpensioenen Aantal Aantal Aantal Aantal Rustpensioenen 1.367.599 496.946 69.526 390.419 Maand. uitgave Maand. uitgave Maand. uitgave Maand. uitgave 876.880.352,99 309.276.992,51 3.713.917,24 125.404.828,43 Overlevingspensioenen Verwarmingstoelagen Overlevingspensioenen Aantal Maand. uitgave Vervr. uittredingsteg. landbouw Aantal 128.317 1.483 Maand. uitgave 51.982.482,82 292.952,16 16

Samenstelling van het bestand van de uitkeringsgerechtigden op 1 januari 2006 Uitkeringsgerechtigden Aantal: 1.827.039 Maandelijkse uitgave: 1.410.208.106,15 Gerechtigden op een inkomensgarantie voor ouderen Gerechtigden op een rente werknemers Gerechtigden op een voordeel mindervaliden Gerechtigden op een onvoorwaardelijk pensioen zelfstandigen Gerechtigden op een gewaarborgd inkomen voor bejaarden Aantal Aantal 71.794 Maand. uitgave 766.521 Maand. uitgave 16.421.332,73 15.637.010,33 Aantal 6.473 Maand. uitgave 1.845.910,14 Aantal Aantal 71.234 Maand. uitgave 17.951 Maand. uitgave 2.742.282,32 6.010.044,48 Ouderdomsrenten Weduwerenten Onvoorw. Rustpensioenen Onvoorw. Overlevingspensioenen Aantal 637.770 Maand. uitgave 14.018.931,23 Aantal 146.851 Maand. uitgave 1.618.079,10 Aantal 51.306 Maand. uitgave 2.147.792,92 Aantal 22.301 Maand. uitgave 594.489,40 Aantal Maand. uitgave 3.684 1.131.700,18 Tegem. aanvulling gew. Inkomen Aantal Maand. uitgave 2.209 266.243,39 Aanvullende tegemoetkomingen Tegemoetkomingen hulp v. derde Aantal 3.154 Maand. uitgave 447.966,57 17

Deel I Gerechtigden op pensioenvoordelen Hoofdstuk I : Algemene statistieken Hoofdstuk II : Geografische spreiding en nationaliteit Hoofdstuk III : Bijzondere statistieken omtrent de werknemerspensioenen Hoofdstuk IV : Bijzondere statistieken omtrent de zelfstandigenpensioenen Hoofdstuk V : Pensioengerechtigden die overleden zijn in 2005

ALGEMENE METHODENOTA 1. WAARNEMINGSGEBIED: PENSIOENREGELINGEN EN -VOORDELEN De statistiek van de pensioengerechtigden heeft betrekking op de volgende regelingen en voordelen: Privé-sector betaald door de RVP 1. de rust- en overlevingspensioenen in de regeling «werknemers»; 2. de rust- en overlevingspensioenen in de regeling «zelfstandigen»; Openbare sector betaald door andere instellingen 3. de rust- en overlevingspensioenen in de regeling «openbare sector». Wanneer een gerechtigde één of meer van deze voordelen met andere «interne» RVPuitkeringen cumuleert, wordt voor de bedragen alleen rekening gehouden met eerstgenoemde voordelen. De gegevens met betrekking tot de openbare sector zijn maar gekend in de RVP als er ook een betaling is in de pensioenregelingen van «werknemers» en/of «zelfstandigen». 2. CATEGORIEËN VAN GERECHTIGDEN Om tot een éénvormige classificatie van de gegevens te komen, en de vergelijking te vergemakkelijken tussen de verschillende onderverdelingen enerzijds en de gegevens van de opéénvolgende jaren anderzijds, werden de volgende categorieën vastgelegd op grond van het geslacht en de burgerlijke staat van de gerechtigden en de aard van het pensioen: - Gezinsbedrag: gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen - Gehuwd, bedrag alleenstaande: gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen inbegrepen de feitelijke of van tafel en bed gescheiden echtgenoten voor het aan elk van beiden toegekend gedeelte van het gezinspensioen - Niet gehuwd, bedrag alleenstaande: niet gehuwde gerechtigden op één of meer rustpensioenen - Rust- en overlevingspensioen: gerechtigden op één of meer rustpensioenen en één of meer overlevingspensioenen - Overlevingspensioen: gerechtigden op één of meer overlevingspensioenen - van de categorieën 20

Opmerking: De categorieën zijn gedefinieerd met betrekking tot de voordelen betaald door de RVP. Voor de pensioenen van de openbare sector, gekend in de RVP, kan er geen onderscheid gemaakt worden tussen de rust- en overlevingspensioenen. 3. DE GERECHTIGDEN EN HUN LOOPBAAN Een gepensioneerde kan genieten van verscheidene pensioenvoordelen in de regelingen van «werknemers», zelfstandigen» en «openbare sector». Dit heeft tot gevolg dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen «zuivere» en «gemengde» pensioenen: - "ZUIVERE" pensioenen: o o zuiver rustpensioen betekent één enkel rustpensioen toegekend voor een loopbaan ofwel als werknemer, ofwel als zelfstandige, al dan niet gecumuleerd met één of meer overlevingspensioenen als werknemer en/of zelfstandige en/of een pensioen van de openbare sector; zuiver overlevingspensioen betekent één enkel overlevingspensioen toegekend voor een loopbaan ofwel als werknemer, ofwel als zelfstandige, al dan niet gecumuleerd met één of meer rustpensioenen als werknemer en/of zelfstandige en/of een pensioen van de openbare sector. - GEMENGDE" pensioenen: o o gemengd rustpensioen betekent twee rustpensioenen toegekend voor een loopbaan als werknemer en zelfstandige en/of een pensioen van de openbare sector, al dan niet gecumuleerd met één of meer overlevingspensioenen als werknemer en/of zelfstandige; gemengd overlevingspensioen betekent twee of meer overlevingspensioenen toegekend voor een loopbaan als werknemer en zelfstandige en/of een pensioen van de openbare sector, al dan niet gecumuleerd met één of meer rustpensioenen als werknemer en/of zelfstandige. Het onderscheid tussen «zuiver» en «gemengd» is, in deze context, geheel onafhankelijk van het eventueel samengaan met: - een ander voordeel betaald door de RVP, zoals de inkomensgarantie voor ouderen, het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, een werknemersrente, een onvoorwaardelijk pensioen voor zelfstandigen, een verwarmingstoelage of een tegemoetkoming als mindervalide; - een uitkering niet betaald door de RVP, zoals een buitenlands pensioen betaald door een buitenlands organisme of een extra-legaal pensioen. 21

4. HET MAANDELIJKS BEDRAG - In de tabellen van het eerste hoofdstuk, betreft het enkel brutobedragen, zonder rekening te houden met bedrijfsvoorheffing en andere afhoudingen zoals RIZIVafhouding of solidariteitsafhouding. - De statistieken bevatten ook de pensioenen met betrekking tot het vliegend personeel en beroepsjournalisten waarvoor sommige berekeningsregels afwijken van de gewone berekeningsregels. 5. TOESTAND OP 1 JANUARI 2006 Op 1 januari 2006 waren 1.747.111 gerechtigden op een rust- en overlevingspensioen in één of meer van de regelingen «werknemers» en «zelfstandigen» (al dan niet gecumuleerd met een pensioenvoordeel in «openbare sector») voor uitbetaling in de databank van RVP opgenomen. Het globaal maandbedrag van de RVP-pensioenvoordelen die in januari 2006 aan deze gerechtigden betaalbaar waren, bedroeg 1.363.544.656,75. Hierna volgen tabellen en grafieken met: - Het aantal gerechtigden en het maandelijks bedrag verdeeld per regeling, categorie en geslacht; - De evolutie van het aantal pensioengerechtigden verdeeld per regeling en geslacht. Opmerking In hoofdstuk I wordt het aantal pensioengerechtigden verdeeld per leeftijdsgroep, per schijven van maandbedragen en per combinatie van pensioenregelingen. Deze verdeling gebeurt op basis van de categorieën waarbij 45 gevallen niet verdeeld kunnen worden. In tegenstelling tot hoofdstuk II waar de geografische verdeling niet gebeurt op basis van categorieën zodanig dat alle gevallen in aanmerking kunnen worden genomen. 22

Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgaven op 1 januari 2006 Mannen Vrouwen Categorie Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Zonder onderscheid 1.747.111 1.363.544.656,75 811.460 720.063.675,05 935.651 643.480.981,70 Werknemers 1.618.782 1.186.157.345,50 748.032 625.200.273,16 870.750 560.957.072,34 Zelfstandigen 490.978 177.387.311,25 226.231 94.863.401,89 264.747 82.523.909,36 Gehuwd, rustpensioen "gezin" Zonder onderscheid Werknemers Zelfstandigen 349.766 376.373.372,94 311.867 316.247.328,82 113.744 60.126.044,12 348.734 375.796.894,22 1.032 576.478,72 310.941 315.752.591,82 926 494.737,00 113.421 60.044.302,40 323 81.741,72 Gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" Zonder onderscheid 524.021 313.904.837,52 269.015 193.165.692,83 255.006 120.739.144,69 Werknemers 491.048 287.710.151,65 258.512 178.159.546,78 232.536 109.550.604,87 Zelfstandigen 113.248 26.194.685,87 55.338 15.006.146,05 57.910 11.188.539,82 Niet-gehuwd, rustpensioen "alleenstaande" Zonder onderscheid 332.812 224.700.634,05 180.887 Werknemers 308.881 198.331.833,64 166.045 Zelfstandigen 90.764 26.368.800,41 51.979 140.445.737,92 122.559.979,06 17.885.758,86 151.925 84.254.896,13 142.836 75.771.854,58 38.785 8.483.041,55 Rust- en overlevingspensioen Zonder onderscheid 285.389 264.332.134,92 10.672 Werknemers 278.045 229.720.202,18 10.452 Zelfstandigen 104.075 34.611.932,74 5.253 9.231.198,19 274.717 255.100.936,73 7.347.930,32 267.593 222.372.271,86 1.883.267,87 98.822 32.728.664,87 Overlevingspensioen Zonder onderscheid 255.123 184.233.677,32 2.152 1.424.151,89 252.971 182.809.525,43 Werknemers 228.941 154.147.829,21 2.082 1.380.225,18 226.859 152.767.604,03 Zelfstandigen 69.147 30.085.848,11 240 43.926,71 68.907 30.041.921,40 23

Evolutie van het aantal pensioengerechtigden 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 01.01.2005 01.01.2006 1.727.153 1.732.724 1.727.273 1.736.238 1.747.111 Mannen 781.245 787.141 795.587 803.621 811.460 Vrouwen 945.908 945.583 931.686 932.617 935.651 Zuivere loopbaan Werknemer 1.033.092 1.041.238 1.038.233 1.045.596 1.054.408 Mannen 461.501 468.425 475.425 482.169 488.820 Vrouwen 571.591 572.813 562.808 563.427 565.588 Zelfstandige 125.846 123.819 121.865 Mannen 61.753 60.949 60.699 Vrouwen 64.093 62.870 61.166 120.657 119.029 60.073 59.151 60.584 59.878 Gemengde loopbaan Werknemer+Zelfstandige 338.226 336.346 334.257 334.589 334.964 Mannen 149.661 149.246 150.048 150.869 151.631 Vrouwen 188.565 187.100 184.209 183.720 183.333 Werknemer+Openbare sector 194.514 195.715 197.041 199.127 201.725 Mannen 93.321 93.547 94.314 95.335 96.409 Vrouwen 101.193 102.168 102.727 103.792 105.316 Zelfstandige+Openbare sector 8.724 8.757 8.905 Mannen 4.103 4.086 4.155 Vrouwen 4.621 4.671 4.750 9.062 9.300 4.180 4.277 4.882 5.023 Werknemer+Zelfstandige+Openbare sector 26.751 26.849 26.972 27.207 27.685 Mannen 10.906 10.888 10.946 10.995 11.172 Vrouwen 15.845 15.961 16.026 16.212 16.513 24

Evolutie van het aantal pensioengerechtigden Werknemers en zelfstandigen Werknemer 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 01.01.2005 01.01.2006 1.592.583 1.600.148 1.596.503 Mannen 715.389 722.106 730.733 Vrouwen 877.194 878.042 865.770 1.606.519 1.618.782 739.368 748.032 867.151 870.750 Zuivere loopbaan Werknemer 1.033.092 1.041.238 1.038.233 1.045.596 1.054.408 Mannen 461.501 468.425 475.425 482.169 488.820 Vrouwen 571.591 572.813 562.808 563.427 565.588 Gemengde loopbaan Werknemer+Zelfstandige 338.226 336.346 334.257 334.589 334.964 Mannen 149.661 149.246 150.048 150.869 151.631 Vrouwen 188.565 187.100 184.209 183.720 183.333 Werknemer+Openbare sector 194.514 195.715 197.041 Mannen 93.321 93.547 94.314 Vrouwen 101.193 102.168 102.727 199.127 201.725 95.335 96.409 103.792 105.316 Werknemer+Zelfstandige+Openbare sector 26.751 26.849 26.972 27.207 27.685 Mannen 10.906 10.888 10.946 10.995 11.172 Vrouwen 15.845 15.961 16.026 16.212 16.513 Zelfstandige 01.01.2002 01.01.2003 01.01.2004 01.01.2005 01.01.2006 499.547 495.771 491.999 491.515 490.978 Mannen 226.423 225.169 225.848 226.117 226.231 Vrouwen 273.124 270.602 266.151 265.398 264.747 Zuivere loopbaan Zelfstandige 125.846 123.819 121.865 Mannen 61.753 60.949 60.699 Vrouwen 64.093 62.870 61.166 120.657 119.029 60.073 59.151 60.584 59.878 Gemengde loopbaan Zelfstandige+Werknemer 338.226 336.346 334.257 334.589 334.964 Mannen 149.661 149.246 150.048 150.869 151.631 Vrouwen 188.565 187.100 184.209 183.720 183.333 Zelfstandige+Openbare sector 8.724 8.757 8.905 Mannen 4.103 4.086 4.155 Vrouwen 4.621 4.671 4.750 9.062 9.300 4.180 4.277 4.882 5.023 Zelfstandige+Werknemer+Openbare sector 26.751 26.849 26.972 27.207 27.685 Mannen 10.906 10.888 10.946 10.995 11.172 Vrouwen 15.845 15.961 16.026 16.212 16.513 25

Grafiek 1 inleiding Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Evolutie van het aantal pensioengerechtigde werknemers 900.000 860.000 820.000 780.000 740.000 700.000 2002 2003 2004 2005 2006 Mannen Vrouwen Evolutie van het aantal pensioengerechtigde zelfstandigen 300.000 260.000 220.000 180.000 140.000 100.000 2002 2003 2004 2005 2006 Mannen Vrouwen Grafiek 1 inleiding 27

Hoofdstuk I Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 HOOFDSTUK I Algemene statistieken van de pensioengerechtigden in de regeling werknemers, zelfstandigen en van bepaalde pensioengerechtigden in de openbare sector Toestand op 1 januari 2006 Verdeling van het aantal pensioengerechtigden met de overeenstemmende maandelijkse uitgave A. Per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht B. Per schijven van maandbedragen, categorie, loopbaan en geslacht C. Per combinatie van pensioenregelingen

Hoofdstuk I Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 I-A. Verdeling van het aantal pensioengerechtigden met de overeenstemmende maandelijkse uitgave Per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Iedere tabel geeft de verdeling per leeftijdsgroep van vijf jaar, categorie, loopbaan en geslacht van het aantal gerechtigden met de overeenstemmende maandelijkse uitgave. Iedere tabel bestaat uit drie delen: totaal aantal, totale aantal mannelijke - en totale aantal vrouwelijke pensioengerechtigden. De tabellen geven een verdeling weer voor elke combinatie van de hierna vermelde regelingen: 1- Alle loopbanen 2- werknemers 3- zelfstandigen 4- Zuivere loopbaan werknemer 5- Gemengde loopbaan (werknemer + zelfstandige) 6- Gemengde loopbaan (werknemer + openbare sector) 7- Gemengde loopbaan (werknemer + zelfstandige + openbare sector) 8- Zuivere loopbaan zelfstandige 9- Gemengde loopbaan (zelfstandige + openbare sector) Opmerking Wat de feitelijke of van tafel en bed gescheiden echtgenoten betreft, iedere echtgenoot is ingedeeld volgens zijn eigen geboortejaar en niet volgens de leeftijd van de gerechtigde op een pensioen. 31

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Alle loopbanen - Mannen en vrouwen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 1.747.111 1.680.536.883,16 349.766 422.082.801,88 524.021 442.428.669,52 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 23 16.697,63 1 832,11 25 tot 29 jaar 159 120.724,14 2 1.015,26 30 tot 34 jaar 670 541.396,15 14 5.084,29 35 tot 39 jaar 1.940 1.661.219,97 4 5.517,43 37 20.416,33 40 tot 44 jaar 5.158 5.119.873,07 504 791.842,70 407 449.229,41 45 tot 49 jaar 11.477 12.248.676,36 1.729 2.853.446,33 833 934.756,95 50 tot 54 jaar 16.478 17.214.644,34 1.657 2.835.165,46 798 813.314,62 55 tot 59 jaar 25.711 25.985.086,83 1.520 2.566.406,45 893 790.811,12 60 tot 64 jaar 158.850 165.934.811,16 26.863 36.814.697,40 74.536 71.305.624,10 65 tot 69 jaar 382.487 373.396.323,69 95.416 116.071.820,73 158.551 136.792.319,26 70 tot 74 jaar 381.305 365.740.197,15 93.621 111.523.556,65 132.247 108.215.444,95 75 tot 79 jaar 335.689 315.700.869,94 72.062 84.519.167,43 89.273 69.718.939,65 80 tot 84 jaar 258.020 241.001.838,63 41.855 47.982.981,29 49.331 38.626.992,34 85 tot 89 jaar 108.076 100.827.665,74 11.565 12.931.148,69 13.667 11.623.519,97 90 tot 94 jaar 49.232 44.710.509,11 2.729 2.954.789,83 3.093 2.795.825,37 95 tot 99 jaar 10.701 9.373.218,90 234 225.218,19 318 311.087,36 100 jaar en meer 1.135 943.130,35 7 7.043,30 20 23.456,43 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 332.812 312.758.872,45 285.389 292.448.843,79 255.123 210.817.695,52 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 22 15.865,52 25 tot 29 jaar 157 119.708,88 30 tot 34 jaar 1 3,53 655 536.308,33 35 tot 39 jaar 9 4.113,99 1.890 1.631.172,22 40 tot 44 jaar 189 224.462,04 4.058 3.654.338,92 45 tot 49 jaar 388 468.100,81 8.527 7.992.372,27 50 tot 54 jaar 289 342.402,97 2 1.641,40 13.732 13.222.119,89 55 tot 59 jaar 311 368.886,64 6 8.031,25 22.981 22.250.951,37 60 tot 64 jaar 27.067 28.416.154,64 9.946 11.035.585,43 20.438 18.362.749,59 65 tot 69 jaar 76.242 70.240.590,33 32.057 34.292.341,60 20.221 15.999.251,77 70 tot 74 jaar 72.000 66.735.083,35 52.850 55.751.377,12 30.587 23.514.735,08 75 tot 79 jaar 64.759 59.942.421,08 65.191 66.941.844,14 44.404 34.578.497,64 80 tot 84 jaar 53.958 50.670.319,96 66.469 67.104.750,89 46.407 36.616.794,15 85 tot 89 jaar 23.722 22.605.085,34 34.935 34.476.399,41 24.187 19.191.512,33 90 tot 94 jaar 11.176 10.391.483,50 19.240 18.423.316,42 12.994 10.145.093,99 95 tot 99 jaar 2.459 2.154.250,04 4.311 4.060.440,93 3.379 2.622.222,38 100 jaar en meer 242 195.514,23 382 353.115,20 484 364.001,19 Tabel I A 32

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Alle loopbanen - Mannen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 811.460 901.612.122,57 348.734 421.429.921,50 269.015 291.643.544,68 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 1 852,70 25 tot 29 jaar 3 2.495,81 30 tot 34 jaar 15 12.701,46 35 tot 39 jaar 88 72.842,07 4 5.517,43 2 1.457,42 40 tot 44 jaar 1.183 1.563.589,35 504 791.842,70 333 408.760,87 45 tot 49 jaar 3.072 4.418.983,13 1.729 2.853.446,33 677 848.567,45 50 tot 54 jaar 2.916 4.240.162,37 1.657 2.835.165,46 561 682.565,32 55 tot 59 jaar 2.753 3.832.335,28 1.518 2.562.617,30 482 536.436,35 60 tot 64 jaar 66.125 87.255.259,37 26.536 36.544.746,48 28.369 37.648.679,47 65 tot 69 jaar 219.877 248.867.795,60 95.065 115.847.464,08 81.218 90.608.828,54 70 tot 74 jaar 204.997 226.190.839,43 93.381 111.424.742,37 69.203 73.959.667,27 75 tot 79 jaar 159.740 170.065.356,00 71.979 84.483.309,69 49.287 49.065.200,83 80 tot 84 jaar 102.911 106.464.307,08 41.831 47.967.340,47 28.571 27.488.142,05 85 tot 89 jaar 34.167 35.323.884,11 11.560 12.926.677,87 8.222 8.332.375,23 90 tot 94 jaar 11.667 11.544.993,76 2.729 2.954.789,83 1.904 1.892.843,26 95 tot 99 jaar 1.803 1.639.225,24 234 225.218,19 176 162.861,51 100 jaar en meer 142 116.499,81 7 7.043,30 10 7.159,11 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 180.887 177.255.456,35 10.672 9.593.742,26 2.152 1.689.457,78 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 1 852,70 25 tot 29 jaar 3 2.495,81 30 tot 34 jaar 15 12.701,46 35 tot 39 jaar 5 4.038,72 77 61.828,50 40 tot 44 jaar 183 223.062,72 163 139.923,06 45 tot 49 jaar 368 466.934,48 298 250.034,87 50 tot 54 jaar 254 339.670,92 2 1.641,40 442 381.119,27 55 tot 59 jaar 205 275.643,87 4 5.743,96 544 451.893,80 60 tot 64 jaar 10.590 12.499.226,82 323 343.573,52 307 219.033,08 65 tot 69 jaar 42.061 40.974.248,22 1.477 1.398.023,99 56 39.230,77 70 tot 74 jaar 40.288 38.903.753,67 2.056 1.862.112,19 69 40.563,93 75 tot 79 jaar 36.069 34.391.437,06 2.333 2.076.457,36 72 48.951,06 80 tot 84 jaar 30.163 28.962.464,68 2.290 2.026.192,78 56 20.167,10 85 tot 89 jaar 13.121 12.975.715,26 1.230 1.074.784,90 34 14.330,85 90 tot 94 jaar 6.221 6.020.976,11 801 671.914,56 12 4.470,00 95 tot 99 jaar 1.247 1.127.192,38 143 122.091,64 3 1.861,52 100 jaar en meer 112 91.091,44 13 11.205,96 Tabel I A 33

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Alle loopbanen - Vrouwen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 935.651 778.924.760,59 1.032 652.880,38 255.006 150.785.124,84 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 22 15.844,93 1 832,11 25 tot 29 jaar 156 118.228,33 2 1.015,26 30 tot 34 jaar 655 528.694,69 14 5.084,29 35 tot 39 jaar 1.852 1.588.377,90 35 18.958,91 40 tot 44 jaar 3.975 3.556.283,72 74 40.468,54 45 tot 49 jaar 8.405 7.829.693,23 156 86.189,50 50 tot 54 jaar 13.562 12.974.481,97 237 130.749,30 55 tot 59 jaar 22.958 22.152.751,55 2 3.789,15 411 254.374,77 60 tot 64 jaar 92.725 78.679.551,79 327 269.950,92 46.167 33.656.944,63 65 tot 69 jaar 162.610 124.528.528,09 351 224.356,65 77.333 46.183.490,72 70 tot 74 jaar 176.308 139.549.357,72 240 98.814,28 63.044 34.255.777,68 75 tot 79 jaar 175.949 145.635.513,94 83 35.857,74 39.986 20.653.738,82 80 tot 84 jaar 155.109 134.537.531,55 24 15.640,82 20.760 11.138.850,29 85 tot 89 jaar 73.909 65.503.781,63 5 4.470,82 5.445 3.291.144,74 90 tot 94 jaar 37.565 33.165.515,35 1.189 902.982,11 95 tot 99 jaar 8.898 7.733.993,66 142 148.225,85 100 jaar en meer 993 826.630,54 10 16.297,32 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 151.925 135.503.416,10 274.717 282.855.101,53 252.971 209.128.237,74 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 21 15.012,82 25 tot 29 jaar 154 117.213,07 30 tot 34 jaar 1 3,53 640 523.606,87 35 tot 39 jaar 4 75,27 1.813 1.569.343,72 40 tot 44 jaar 6 1.399,32 3.895 3.514.415,86 45 tot 49 jaar 20 1.166,33 8.229 7.742.337,40 50 tot 54 jaar 35 2.732,05 13.290 12.841.000,62 55 tot 59 jaar 106 93.242,77 2 2.287,29 22.437 21.799.057,57 60 tot 64 jaar 16.477 15.916.927,82 9.623 10.692.011,91 20.131 18.143.716,51 65 tot 69 jaar 34.181 29.266.342,11 30.580 32.894.317,61 20.165 15.960.021,00 70 tot 74 jaar 31.712 27.831.329,68 50.794 53.889.264,93 30.518 23.474.171,15 75 tot 79 jaar 28.690 25.550.984,02 62.858 64.865.386,78 44.332 34.529.546,58 80 tot 84 jaar 23.795 21.707.855,28 64.179 65.078.558,11 46.351 36.596.627,05 85 tot 89 jaar 10.601 9.629.370,08 33.705 33.401.614,51 24.153 19.177.181,48 90 tot 94 jaar 4.955 4.370.507,39 18.439 17.751.401,86 12.982 10.140.623,99 95 tot 99 jaar 1.212 1.027.057,66 4.168 3.938.349,29 3.376 2.620.360,86 100 jaar en meer 130 104.422,79 369 341.909,24 484 364.001,19 Tabel I A 34

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden per leeftijdsgroep en geslacht Alle loopbanen 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 <60j 60j-64j 65j-69j 70j-74j 75j-79j 80j-84j 85j-89j 90j-94j 95j-99j 100j en meer Mannen Vrouwen Grafiek 1A 35

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Zuiver of gemengde loopbaan werknemer - Mannen en vrouwen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 1.618.782 1.593.496.676,34 311.867 389.725.307,82 491.048 427.445.035,13 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 22 15.986,21 1 832,11 25 tot 29 jaar 156 118.762,90 2 1.015,26 30 tot 34 jaar 650 529.328,86 14 5.084,29 35 tot 39 jaar 1.885 1.631.280,04 4 5.517,43 36 19.435,83 40 tot 44 jaar 5.015 5.034.232,05 504 791.842,70 404 448.659,59 45 tot 49 jaar 11.204 12.070.140,08 1.729 2.853.446,33 831 933.864,72 50 tot 54 jaar 15.952 16.860.515,53 1.657 2.835.165,46 795 813.016,99 55 tot 59 jaar 24.640 25.276.585,49 1.520 2.566.406,45 885 788.799,20 60 tot 64 jaar 150.768 161.696.210,96 25.131 35.587.038,44 70.718 69.961.534,30 65 tot 69 jaar 358.555 358.424.455,84 86.851 108.960.346,19 149.378 132.943.685,37 70 tot 74 jaar 352.318 346.782.196,67 83.236 102.767.969,56 123.063 104.354.037,03 75 tot 79 jaar 307.872 296.022.284,00 62.689 76.382.213,42 82.796 66.535.371,26 80 tot 84 jaar 236.918 225.189.565,25 36.319 42.966.513,05 46.244 36.778.914,89 85 tot 89 jaar 98.352 93.582.182,27 9.798 11.318.133,76 12.732 10.961.198,25 90 tot 94 jaar 44.080 40.947.745,35 2.242 2.507.235,84 2.839 2.593.124,03 95 tot 99 jaar 9.435 8.488.433,29 181 177.126,83 290 283.005,58 100 jaar en meer 960 826.771,55 6 6.352,36 20 23.456,43 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 308.881 296.689.041,96 278.045 286.945.198,17 228.941 192.692.093,26 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 21 15.154,10 25 tot 29 jaar 154 117.747,64 30 tot 34 jaar 1 3,53 635 524.241,04 35 tot 39 jaar 9 4.113,99 1.836 1.602.212,79 40 tot 44 jaar 188 224.455,73 3.919 3.569.274,03 45 tot 49 jaar 387 468.017,24 8.257 7.814.811,79 50 tot 54 jaar 289 342.402,97 2 1.641,40 13.209 12.868.288,71 55 tot 59 jaar 311 368.886,64 6 8.031,25 21.918 21.544.461,95 60 tot 64 jaar 25.957 27.709.091,10 9.750 10.892.927,90 19.212 17.545.619,22 65 tot 69 jaar 72.545 67.966.670,28 31.221 33.677.269,86 18.560 14.876.484,14 70 tot 74 jaar 67.290 63.693.781,20 51.209 54.525.396,75 27.520 21.441.012,13 75 tot 79 jaar 59.463 56.366.330,53 63.477 65.649.742,60 39.447 31.088.626,19 80 tot 84 jaar 49.129 47.212.803,67 64.957 65.957.878,85 40.269 32.273.454,79 85 tot 89 jaar 21.333 20.917.875,73 34.148 33.882.888,79 20.341 16.502.085,74 90 tot 94 jaar 9.710 9.348.336,95 18.719 18.033.280,77 10.570 8.465.767,76 95 tot 99 jaar 2.067 1.895.560,55 4.194 3.977.853,70 2.703 2.154.886,63 100 jaar en meer 202 170.711,85 362 338.286,30 370 287.964,61 Tabel I A 36

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Zuiver of gemengde loopbaan werknemer - Mannen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 748.032 851.186.377,35 310.941 389.109.654,59 258.512 283.541.742,30 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 1 852,70 25 tot 29 jaar 3 2.495,81 30 tot 34 jaar 14 11.990,04 35 tot 39 jaar 88 72.842,07 4 5.517,43 2 1.457,42 40 tot 44 jaar 1.179 1.562.335,18 504 791.842,70 333 408.760,87 45 tot 49 jaar 3.067 4.417.841,03 1.729 2.853.446,33 677 848.567,45 50 tot 54 jaar 2.909 4.237.761,69 1.657 2.835.165,46 561 682.565,32 55 tot 59 jaar 2.735 3.825.045,17 1.518 2.562.617,30 482 536.436,35 60 tot 64 jaar 63.164 85.174.883,99 24.843 35.331.542,42 27.659 37.093.439,15 65 tot 69 jaar 206.057 238.040.322,21 86.535 108.746.391,53 78.390 88.420.174,81 70 tot 74 jaar 188.626 213.225.139,16 83.014 102.675.942,05 66.338 71.772.994,82 75 tot 79 jaar 144.715 157.920.020,27 62.615 76.349.320,20 46.991 47.281.426,92 80 tot 84 jaar 93.150 98.405.918,39 36.299 42.952.773,06 27.351 26.535.540,41 85 tot 89 jaar 30.500 32.371.438,60 9.794 11.314.381,08 7.781 7.999.726,88 90 tot 94 jaar 10.178 10.381.263,35 2.242 2.507.235,84 1.774 1.800.519,34 95 tot 99 jaar 1.526 1.434.527,58 181 177.126,83 163 152.973,45 100 jaar en meer 120 101.700,11 6 6.352,36 10 7.159,11 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 166.045 167.403.890,09 10.452 9.466.345,85 2.081 1.664.744,52 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 1 852,70 25 tot 29 jaar 3 2.495,81 30 tot 34 jaar 14 11.990,04 35 tot 39 jaar 5 4.038,72 77 61.828,50 40 tot 44 jaar 182 223.056,41 160 138.675,20 45 tot 49 jaar 367 466.850,91 294 248.976,34 50 tot 54 jaar 254 339.670,92 2 1.641,40 435 378.718,59 55 tot 59 jaar 205 275.643,87 4 5.743,96 526 444.603,69 60 tot 64 jaar 10.062 12.198.812,55 311 337.910,24 289 213.179,63 65 tot 69 jaar 39.648 39.462.997,24 1.430 1.371.659,72 54 39.098,91 70 tot 74 jaar 37.223 36.912.925,83 1.989 1.825.433,40 62 37.843,06 75 tot 79 jaar 32.753 32.191.138,41 2.289 2.050.644,79 67 47.489,95 80 tot 84 jaar 27.181 26.888.251,12 2.265 2.009.486,51 54 19.867,29 85 tot 89 jaar 11.679 11.979.195,58 1.214 1.064.754,85 32 13.380,21 90 tot 94 jaar 5.357 5.402.870,57 794 666.754,52 11 3.883,08 95 tot 99 jaar 1.038 981.455,28 141 121.110,50 3 1.861,52 100 jaar en meer 91 76.982,68 13 11.205,96 Tabel I A 37

I - Per leeftijd Jaarlijkse Statistiek op 1 januari 2006 Aantal gerechtigden en maandelijkse uitgave (in ) per leeftijdsgroep, categorie, loopbaan en geslacht Zuiver of gemengde loopbaan werknemer - Vrouwen Gehuwd Rust gezinsbedrag Rust bedrag alleenstaande Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 870.750 742.310.298,99 926 615.653,23 232.536 143.903.292,83 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 21 15.133,51 1 832,11 25 tot 29 jaar 153 116.267,09 2 1.015,26 30 tot 34 jaar 636 517.338,82 14 5.084,29 35 tot 39 jaar 1.797 1.558.437,97 34 17.978,41 40 tot 44 jaar 3.836 3.471.896,87 71 39.898,72 45 tot 49 jaar 8.137 7.652.299,05 154 85.297,27 50 tot 54 jaar 13.043 12.622.753,84 234 130.451,67 55 tot 59 jaar 21.905 21.451.540,32 2 3.789,15 403 252.362,85 60 tot 64 jaar 87.604 76.521.326,97 288 255.496,02 43.059 32.868.095,15 65 tot 69 jaar 152.498 120.384.133,63 316 213.954,66 70.988 44.523.510,56 70 tot 74 jaar 163.692 133.557.057,51 222 92.027,51 56.725 32.581.042,21 75 tot 79 jaar 163.157 138.102.263,73 74 32.893,22 35.805 19.253.944,34 80 tot 84 jaar 143.768 126.783.646,86 20 13.739,99 18.893 10.243.374,48 85 tot 89 jaar 67.852 61.210.743,67 4 3.752,68 4.951 2.961.471,37 90 tot 94 jaar 33.902 30.566.482,00 1.065 792.604,69 95 tot 99 jaar 7.909 7.053.905,71 127 130.032,13 100 jaar en meer 840 725.071,44 10 16.297,32 Niet gehuwd Rust bedrag alleenstaande Rust en overleving Overleving Leeftijdsgroep Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag 142.836 129.285.151,87 267.593 277.478.852,32 226.859 191.027.348,74 minder dan 20 jaar 20 tot 24 jaar 20 14.301,40 25 tot 29 jaar 151 115.251,83 30 tot 34 jaar 1 3,53 621 512.251,00 35 tot 39 jaar 4 75,27 1.759 1.540.384,29 40 tot 44 jaar 6 1.399,32 3.759 3.430.598,83 45 tot 49 jaar 20 1.166,33 7.963 7.565.835,45 50 tot 54 jaar 35 2.732,05 12.774 12.489.570,12 55 tot 59 jaar 106 93.242,77 2 2.287,29 21.392 21.099.858,26 60 tot 64 jaar 15.895 15.510.278,55 9.439 10.555.017,66 18.923 17.332.439,59 65 tot 69 jaar 32.897 28.503.673,04 29.791 32.305.610,14 18.506 14.837.385,23 70 tot 74 jaar 30.067 26.780.855,37 49.220 52.699.963,35 27.458 21.403.169,07 75 tot 79 jaar 26.710 24.175.192,12 61.188 63.599.097,81 39.380 31.041.136,24 80 tot 84 jaar 21.948 20.324.552,55 62.692 63.948.392,34 40.215 32.253.587,50 85 tot 89 jaar 9.654 8.938.680,15 32.934 32.818.133,94 20.309 16.488.705,53 90 tot 94 jaar 4.353 3.945.466,38 17.925 17.366.526,25 10.559 8.461.884,68 95 tot 99 jaar 1.029 914.105,27 4.053 3.856.743,20 2.700 2.153.025,11 100 jaar en meer 111 93.729,17 349 327.080,34 370 287.964,61 Tabel I A 38