Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren



Vergelijkbare documenten
Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Technische handleiding. Explosiebeveiligde draaistroommotoren, asynchrone servomotoren. Uitgave 10/ / NL

Aanvulling op de Technische Handleiding Motor/remmotor DT/ET56..+/BMG. Attentie: veiligheidsbril gebruiken - risico door brokstukken!

Uitgave. Draaistroommotoren Asynchrone servomotoren 10/2001. Technische handleiding / NL

Technische handleiding

12 Aanwijzingen en technische gegevens draaistroommotoren

Aanvulling op de technische handleidingen

Correcties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR , EDRN ATEX * _0718*

13 Bouwvormen en maatbladen draaistroommotoren

Aanvulling op de technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren DR63/eDR63, DVE250, DVE280

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL

Technische handleiding

Correcties. Explosiebeveiligde draaistroommotoren DR/DV/DT, asynchrone servomotoren CT/CV. Uitgave 07/2004 LA / NL

Technische handleiding. Ferrietkernen HD. Uitgave 03/ / NL.

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA

Adapters en verloopmoeren van metaal

Technische handleiding

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Aanvulling op de technische handleiding

Technische handleiding

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

Montage- en gebruiksaanwijzing

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren.

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..

Correcties bij het systeemhandboek NL. Uitgave 05/2009. MOVIDRIVE MDR60A Netterugvoeding

Uitgave. Explosiebeveiligde aandrijvingen 12/2003. Catalogus / NL

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Gebruikershandleiding

Tuincontactdoos met piket

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding

Spanningsomvormermodule

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Bestnr Module SMD- Servotester

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Basiselement jaloezie- en rolluikbesturing zonder parallelaansluiting

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Uitgave. Energiezuinige motoren DTE / DVE 10/2003. Catalogus / NL

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Montage- en gebruiksvoorschriften

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Moeller schakelschemaboek 02/05. Nokkenschakelaar

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL

Gebruikershandleiding

Bedieningshandleiding. Vloerverwarmingsthermostaat

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

1.0 Algemeen. 1.1 Toepassing:

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

Gebruikershandleiding

ABB i-bus KNX Thermo-elektrische ventielklep, 24 V TSA/K 24.2, 2CDG R0011

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Universeel AC 230 V ~ Art. nr. 232 ME. Bedieningshandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-dimmer, Basiselement voor parallelaansluiting

Bedieningshandleiding

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

Gebruikershandleiding

URN 2. Gebruiksaanwijzing Netvoedingsapparaat URN 2

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Elektrische servomotoren

NRS 2-4. Gebruiksaanwijzing HN-schakelaar NRS 2-4

* _0616* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR..

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Aanvulling op de technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotor DR63/eDR63

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

Automatische antennerotor

Montage- en gebruiksvoorschriften

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Jaloeziemanagement Motorstuureenheid Standaard AC 230 V ~ Art. nr. 230 ME. Bedieningshandleiding

FACILA DP091, DP092. Buitenpost opbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding

* /1 * /1 * x40

MONTAGE INSTRUCTIES. INSCHROEFELEMENTEN (standaard)

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Commando- en meldingsapparaten

Hoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding

HANDLEIDING BUISMOTOREN SERIE 45, 55, 59, 64 M

Instructies voor Montage & Onderhoud

Gebruikers- en montagehandleiding Pijpdakventilator MPV

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VOLTCRAFT Universele laptop Netvoeding SPS2406

1 Veiligheidsinstructies

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

* _1216* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Synchrone servomotoren CFM71 CFM112

Regelaars en schakelaars

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

ilmo 50 WT Ref B

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Verwarmingselement. Building Technologies Division

Transcriptie:

Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren Uitgave 03/2002 Technische handleiding 1053 3672 / NL

SEWEURODRIVE

Inhoudsopgave 1 Belangrijke aanwijzingen... 2 Veiligheidsaanwijzingen... 5 3 Constructie van de motor... 6 3.1 Basisconstructie draaistroommotor... 6 3.2 Typeplaatje, typeaanduiding... 7 Mechanische installatie... 9.1 Voordat u begint... 9.2 Voorbereiding... 9.3 Opstellen van de motor... 10. Toleranties bij montagewerkzaamheden... 11 5 Elektrische installatie... 12 5.1 Aanwijzingen voor bedrading... 12 5.2 Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExe, EExed)... 13 5.3 Motoren van de categorie 2D (stofexplosiebeveiliging)... 16 5. Motoren en remmotoren van de categorie 3G (EExnA)... 19 5.5 Motoren en remmotoren categorie 3D (stofexplosiebeveiliging)... 21 5.6 Extra voorwaarden motoren cat. II3G / II3D met MOVITRAC 31C... 23 5.7 Explosiebeveiligde encoders... 26 I 0 6 Inbedrijfstelling... 27 6.1 Verplichte instellingen MOVITRAC 31C... 27 6.2 Veranderen blokkeerrichting bij motoren met terugloopblokkering... 28 6.3 Stilstandsverwarming voor motoren van de categorie II/3D... 29 kva i P f n Hz 7 Storingen tijdens bedrijf... 30 7.1 Storingen bij de motor... 30 7.2 Storingen rem... 31 7.3 Storingen bij bedrijf met frequentieregelaar... 31 8 Inspectie/onderhoud... 32 8.1 Inspectie en onderhoudsintervallen... 32 8.2 Voorbereiding voor het onderhoud van motor en rem... 33 8.3 Inspectie / onderhoudswerkzaamheden motor... 35 8. Inspectie / onderhoudswerkzaamheden rem... 37 9 Technische gegevens... 5 9.1 Remarbeid, luchtspleet, remkoppels BMG058, BC, Bd... 5 9.2 Remarbeid, luchtspleet, remkoppels BM15 62... 6 9.3 Bedrijfsstromen... 7 9. Toegestane typen kogellagers... 51 9.5 Conformiteitsverklaring... 52 10 Wijzigingsindex... 55 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 3

1 1 Belangrijke aanwijzingen Veiligheids en waarschuwingsaanwijzingen Let beslist op de onderstaande veiligheids en waarschuwingsaanwijzingen! Dreigend gevaar door stroom Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen. Dreigend gevaar Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen. Gevaarlijke situatie Mogelijke gevolgen: lichte of onbeduidende verwondingen Schadelijke situatie Mogelijke gevolgen: beschadiging van de aandrijving en van de omgeving. Gebruikertips en nuttige informatie. Belangrijke aanwijzingen voor de explosiebeveiliging De inachtneming van de Technische handleiding is de voorwaarde voor een storingvrij bedrijf en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Leest u daarom eerst de Technische handleiding, voor u met de aandrijving gaat werken! De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor de service en behoort daarom in de buurt van het apparaat bewaard te worden. Afdanken Dit product bestaat uit: IJzer Aluminium Koper Kunststof Elektronicaonderdelen Het afdanken moet plaatsvinden overeenkomstig de geldende voorschriften. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

2 2 Veiligheidsaanwijzingen De volgende veiligheidsaanwijzingen hebben betrekking op de opstelling van motoren. Let u bij de toepassing van motorreductoren ook op de veiligheidsaanwijzingen voor reductoren in de betreffende technische handleiding. Houd ook rekening met de aanvullende veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze technische handleiding. Explosiegevaarlijke gasmengsels of stofconcentraties kunnen in combinatie met hete, spanningvoerende en bewegende delen van elektrische machines zware of dodelijke verwondingen veroorzaken. Montage, aansluit en inbedrijfstellings, alsmede onderhouds en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd, vakbekwaam personeel worden uitgevoerd, rekening houdend met deze handleiding de waarschuwings en informatielabels op de motor / motorreductor alle andere bij de aandrijving behorende ontwerpdocumenten, inbedrijfstellingsvoorschriften en stroomkringschema s de voor de installatie specifieke bepalingen en eisen de actuele nationale / regionale voorschriften (explosiebeveiliging/veiligheid/ongevalpreventie) Toepassing conform de voorschriften Deze elektromotoren zijn voor industriële installaties bedoeld. Zij beantwoorden aan de geldende normen en voorschriften EN5001 EN50018 voor ontstekingsbeveiliging "d" EN50019 voor ontstekingsbeveiliging "e" EN50021 voor ontstekingsbeveiliging "n" EN5028111 voor "Stofexplosiebeveiliging" en voldoen aan de eisen van de richtlijn 9/9/EG (ATEX100a). De technische gegevens evenals de gegevens voor de toegestane condities vindt u op het typeplaatje en in deze Technische handleiding. Deze gegevens moeten beslist in acht worden genomen! Transport / opslag Controleer de levering direct na ontvangst op eventuele transportschade. Stel de transportonderneming hiervan direct op de hoogte. De inbedrijfstelling eventueel opschorten. Ingeschroefde transportogen goed vastdraaien. Zij zijn alleen berekend voor het gewicht van de motorreductor/reductor; er mogen geen extra lasten worden aangebracht. De ingebouwde hijsogen corresponderen met DIN 580. De daar aangegeven lasten en voorschriften moeten beslist in acht genomen worden. Zijn op de motorreductor twee draag of hijsogen aangebracht, dan moeten tijdens het transport ook beide transportogen aangeslagen worden. De trekrichting van de hijsinrichting mag dan volgens DIN 580 niet meer dan 5 afwijken. Indien nodig, geschikte, voldoende bemeten transportmiddelen gebruiken. Aanwezige transportbeveiligingen voor de inbedrijfstelling verwijderen. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 5

3 Basisconstructie draaistroommotor 3 Constructie van de motor De onderstaande afbeelding moet als basis gezien worden. Zij dient slechts als hulpmiddel voor het overzicht bij de onderdelenlijsten. Afwijkingen al naargelang motorbouwgrootte en uitvoering zijn mogelijk! 3.1 Basisconstructie draaistroommotor 1 31 20 1 10 11 12 3 9 7 2 107 106 100 101 103 13 35 22 36 32 37 2 116 118117 111 16 112 135 13 130 115 113 129 131 132 119 123 02969AXX Legenda 1 rotor, compleet 31 spie 107 slingerschijf 131 afdichtring 2 borgring 32 borgring 111 afdichting 132 klemmenkastdeksel 3 spie 35 ventilatorkap 112 klemmenkast 13 afdichtingsschroef 7 flenslagerschild 36 ventilator 113 cilinderschroef 135 afdichtring 9 afdichtingsschroef 37 Vring 115 klemmenbord 10 borgring 1 vulring 116 klembeugels 11 groefkogellager 2 Blagerschild 117 zeskantschroef 12 borgring groefkogellager 118 veerring 13 zeskantschroef (trekstang) 100 zeskantmoer 119 cilinderschroef 16 stator, compleet 101 veerring 123 zeskantschroef 20 Nilosring 103 tapeind 129 afdichtingsschroef 22 zeskantschroef 106 oliekeerring 130 afdichtring 6 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Typeplaatje, typeaanduiding 3 3.2 Typeplaatje, typeaanduiding Typeplaatje Voorbeeld: categorie 2G Typ Nr. r/min kw V IM edt71d 300981830.0002.99 1365 0.37 230/00 B5 Bruchsal / Germany 3 IEC 3 i :1 Nm cos ϕ 0.70 A 1.97/1.1 Hz 50 kg 9.2 IP 5 Kl. B te s 29 IA / IN 3.7 II 2 G EEx e II T3 Baujahr 1999 PTB 99 ATEX 302/03 Schmierstoff 186 228. 6.11 50732AXX Typeaanduiding Voorbeeld: draaistroom(rem)motor categorie 2G edt 71D BC05 HR TF temperatuurvoelers handremlichting van de rem rem pooltal motor bouwgrootte motor serie motor in Exuitvoering volgens ATEX100a Voorbeeld: fabrieksnummer 300981830. 0002. 99 eindcijfer van het bouwjaar (2 cijferig) doorlopende stuknummer (cijferig) ordernummer (10cijferig) Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 7

3 Typeplaatje, typeaanduiding Typeplaatje Voorbeeld: categorie 3G Typ Nr. r/min kw V IM Bremse DFT 90 S/BMG/TF/II3G 300981830.0001.99 100 1,1 S1 230 D/ 00 Y B5 V 230AC VDE Schmierstoff Bruchsal / Germany 3 IEC 3 i :1 Nm cos ϕ 0,77 A,85/2,80 Hz 50 kg IP 5 Kl. B Nm Gleichrichter EExnAT3 II3 G Made in Germany 186 353 3.10 02988AXX Typeaanduiding Voorbeeld: draaistroom(rem)motor categorie 3G DFT 90S BMG TF II3G Exuitvoering volgens ATEX100a temperatuurvoelers rem pooltal motor bouwgrootte motor serie motor Voorbeeld: fabrieksnummer 300981830. 0001. 99 eindcijfer van het bouwjaar (2 cijferig) doorlopende stuknummer (cijferig) ordernummer (10cijferig) 8 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Voordat u begint Mechanische installatie Let bij het installeren beslist op de veiligheidsaanwijzingen hoofdstuk 2!.1 Voordat u begint De aandrijving mag alleen gemonteerd worden als de gegevens op het typeplaatje van de aandrijving met de toegestane Exvoorwaarden ter plaatse overeenstemmen (apparatengroep, categorie, zone, temperatuurklasse) de gegevens op het typeplaatje van de aandrijving met de netspanning overeenstemmen de aandrijving onbeschadigd is (geen schade door transport of opslag) vastgesteld is dat aan de volgende voorwaarden voldaan is: omgevingstemperatuur tussen 20 C en +0 C geen oliën, zuren, gassen, dampen, stralingen enz. opstellingshoogte max. 1000 m boven zeeniveau. let op beperkingen voor encoder speciale uitvoeringen: aandrijving uitgevoerd overeenkomstig de omgevingscondities.2 Voorbereiding Motoraseinden moeten grondig gereinigd worden van corrosiewerendemiddelen, verontreinigingen e.d. (in de handel verkrijgbaar oplosmiddel gebruiken). Het oplosmiddel mag niet de lagers of afdichtingsringen binnendringen materiaalbeschadiging! Langdurige opslag motoren Let op de verminderde vetgebruiksduur van de kogellagers na opslagtijden van meer dan een jaar. Controleer of de motor door de langere opslagtijd vocht opgenomen heeft. Daartoe moet de isolatieweerstand gemeten worden (meetspanning 500 V). De isolatieweerstand ( onderstaande afbeelding) is sterk afhankelijk van de temperatuur! Als de isolatieweerstand niet voldoende is, moet de motor gedroogd worden. [M ] 100 10 1 0,1 0 20 0 60 80 [ C] 01731AXX Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 9

Opstellen van de motor Motor drogen Motor verwarmen met warme lucht of met een transformator wikkelingen in serie schakelen ( onderstaande afbeelding) hulpwisselspanning max. 10 % van de ontwerpspanning met max. 20 % van de ontwerpstroom Trafo 01730ADE De procedure van het drogen beëindigen, als de minimale isolatieweerstand overschreden is. De klemmenkast controleren, of het inwendige droog en schoon is de aansluit en bevestigingsonderdelen vrij van corrosie zijn de voegafdichting in orde is kabelwartels dicht zijn, anders reinigen of vervangen.3 Opstellen van de motor De motor resp. motorreductor mag alleen in de opgegeven bouwvorm op een vlakke, trillingsvrije en torsiestijve fundatie opgesteld/gemonteerd worden. Motor en machine zorgvuldig uitlijnen, om motorassen niet ontoelaatbaar te belasten (toelaatbare radiale en axiale krachten in acht nemen!). Geen stoten en slagen op het aseinde. Verticale bouwvormen door afschermingen beveiligen tegen het binnendringen van voorwerpen of vloeistoffen (regendak C). Op ongehinderde toevoer van koellucht letten, warme lucht van andere aggregaten niet opnieuw aanzuigen. Achteraf op de as te monteren onderdelen met een halve spie balanceren (uitgaande assen zijn met een halve spie gebalanceerd). Eventueel aanwezige boringen voor condenswater zijn met kunststof doppen afgesloten en mogen alleen als dit nodig is geopend worden; open boringen voor condenswater zijn niet toegestaan, omdat anders de hogere beschermingsgraden worden tenietgedaan. Bij toepassing van riemschijven mogen alleen riemen gebruikt worden, die niet elektrostatisch geladen kunnen worden. Bij remmotoren met handremlichting of handremlichterbeugel (bij terugspringende handremlichting) of draadstift (bij vaststaande handremlichting) inschroeven. 10 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Toleranties bij montagewerkzaamheden Opstellen in vochtige ruimten of in de buitenlucht Indien mogelijk de klemmenkast zodanig plaatsen, dat de kabelinvoeringen naar beneden gericht zijn. Draad van pakkingbussen en blindstoppen met een afdichtingsmiddel insmeren en goed aantrekken daarna nog een keer insmeren. Kabelinvoering goed afdichten. Afdichtingsvlakken van het deksel van de klemmenkast vóór het opnieuw monteren goed reinigen; afdichtingen moeten aan één zijde gelijmd zijn. Bros geworden afdichtingen vervangen! Eventueel de lak voor de corrosiewering bijwerken. beschermingswijze controleren.. Toleranties bij montagewerkzaamheden Aseinde Diametertolerantie volgens DIN 78 ISO k6 bij Ø 50 mm ISO m6 bij Ø > 50 mm centreerboring volgens DIN 332, Form DR.. Flenzen tolerantie van de centreerrand volgens DIN 298 ISO j6 bij Ø 230 mm ISO h6 bij Ø > 230 mm Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 11

5 Aanwijzingen voor bedrading 5 Elektrische installatie Let bij het installeren beslist op de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2! Aanvullende bepalingen in acht nemen Aanvullend op de algemeen geldende veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties (b.v. in Duitsland DIN VDE 0100, DIN VDE 0105) moeten de bijzondere bepalingen voor het realiseren van elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgeving in acht genomen worden (ElexV; EN 60 0791; EN 50 28112 en specifieke, op de installatie gerichte bepalingen). Aansluitschema s gebruiken Het aansluiten van de motor mag uitsluitend plaatsvinden volgens het aansluitschema dat bij de motor is gevoegd. Ontbreekt dit aansluitschema, dan mag de motor niet aangesloten, resp. in bedrijf gesteld worden. Het juiste aansluitschema kunt u gratis bij SEW of Vector verkrijgen. Voor het schakelen van de motor en de rem moeten contacten overeenkomstig gebruikscategorie AC3, volgens EN 60971 worden toegepast. Kabelinvoeringen Bij de levering zijn alle metrische kabelinvoeringen voorzien van afsluitdoppen met ATEXcertificering. Voor het aanbrengen van de correcte kabelinvoering worden de afsluitdoppen vervangen door ATEXgecertificeerde metrische kabelwartels met trekontlasting. De kabelwartel moet geselecteerd worden overeenkomstig de buitendiameter van de gebruikte kabel. Alle niet gebruikte kabelinvoeringen moeten na het afronden van de installatie met een ATEXgecertificeerde afsluitdop worden afgesloten ( beschermingswijze in acht nemen). 5.1 Aanwijzingen voor bedrading Beveiligen van remaansturingen tegen storing Om remaansturingen te beveiligen tegen EMCbeïnvloeding mogen de leidingen van de rem niet gemeenschappelijk met leidingen met geschakeld vermogen in één kabel verlegd worden. Kabels met geschakeld vermogen zijn vooral: kabels aan de uitgang van frequentie en servoregelaars, stroomregelaars, softstarters en remapparatuur kabels voor remweerstanden e.d. Beveiligen van motorbeveiligingsapparatuur tegen storing Om SEWmotorbeveiligingsapparatuur te beveiligen tegen EMCbeïnvloeding (temperatuurvoelers TF, thermostaten in de wikkeling TH) mogen separaat afgeschermde voedingsleidingen gemeenschappelijk met leidingen met geschakeld vermogen in één kabel verwerkt worden nietafgeschermde voedingsleidingen niet gemeenschappelijk met leidingen met geschakeld vermogen in één kabel verwerkt worden 12 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExe, EExed) 5 5.2 Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExe, EExed) Algemene aanwijzingen De explosiebeveiligde SEWmotoren van de serie edt en edv zijn bedoeld voor toepassing in zone 1 en voldoen aan de voorschriften van de apparatengroep II, categorie 2G. De bepalende ontstekingsbeschermingswijze is 'e' volgens EN 50 019. Remmen in de ontstekingsbeschermingswijze drukvaste behuizing d' Aanvullend biedt SEW voor de explosiebeveiligde omgeving remmen aan in de bepalende ontstekingsbeschermingswijze 'd' overeenkomstig EN 50 018. De drukvaste behuizing heeft bij de remmotoren uitsluitend betrekking op de ruimte van de rem. De motor zelf en de aansluitklemmenkast voor de rem zijn uitgevoerd met ontstekingsbeschermingswijze 'e'. Aanduiding 'X' Indien het teken 'X' achter het goedkeuringsnummer van het conformiteits of EGbouwmodeltestcertificaat staat, dan wordt verwezen naar bijzondere voorwaarden voor de veilige toepassing van de motoren binnen deze goedkeuring. Aansluitklemmenkasten Temperatuurklassen De aansluitklemmenkasten zijn uitgevoerd in de ontstekingsbeschermingswijze 'e'. De motoren zijn voor de temperatuurklassen T3 resp. T toegelaten. De temperatuurklasse van de motor is aangegeven op het typeplaatje of op het conformiteits of EGbouwmodeltestcertificaat, dat bij elke motor meegeleverd wordt. Motoraansluiting Bij motoren met een klemmenbord met sleufbouten (1) overeenkomstig ATEX100a ( onderstaande afbeelding) mogen voor de motoraansluiting alleen kabelschoenen (3) volgens DIN 6 295 gebruikt worden. De kabelschoenen (3) worden met drukmoeren met geïntegreerde veerring (2) bevestigd. 1 2 3 0581AXX Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 13

5 Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExe, EExed) Alternatief is voor de aansluiting een massieve, ronde draad toegestaan, waarvan de diameter overeenkomt met de sleufbreedte van de aansluitbout ( onderstaande tabel). Motorbouwgrootte edt 71 C, D edt 80K, N edt 90 S, L edt 100 L, LS edv 100 M, L edv 112 M edv 132 S edv 132 M, ML edv 160 M edv 160 L edv 180 M, L Klem Sleufbreedte van de aansluitbout [mm] Aanhaalmoment van de drukmoer [Nm] KB0 2.5 3.0 KB02 3.1.5 KB3.3 6.5 KB 6.3 12.0 Uitsluitend met motorbeveiligingsschakelaar Het installeren met motorbeveiligingsschakelaar volgens EN 60 97 moet minimaal voldoen aan de volgende eisen: door een erkende instantie goedgekeurd en voorzien van het overeenkomende keuringsnummer ingesteld op de nominale motorstroom I nom overeenkomstig het typeplaatje of het bouwmodeltestcertificaat aanspreektijd bij de aanloopstroomverhouding I A /I nom kleiner dan de verwarmingstijd t E van de motor (de gegevens staan op het typeplaatje of in het bouwmodeltestcertificaat) separate onderling vergrendelde motorbeveiligingsschakelaars voor elk pooltal van een pooltalomschakelbare motor Uitsluitend met temperatuurvoelers (TF) De termistorrelais volgens EN 60 97 voor motoren en eventueel remmen, die uitsluitend met temperatuurvoelers (TF) in de wikkeling thermisch bewaakt en beveiligd worden, moet door een genoemde instantie toegelaten zijn en van een dienovereenkomstig testnummer zijn voorzien (bijv. door PTB: 3.53PTC A) Met motorbeveiligingsschakelaar en extra temperatuurvoelers (TF) De bovengenoemde condities bij beveiliging alleen met motorbeveiligingsschakelaar gelden ook hier. De beveiliging met temperatuurvoelers (TF) betekent alleen een aanvullende veiligheidsmaatregel, die voor de goedkeuring onder Exvoorwaarden geen betekenis heeft. Een test van de effectiviteit van de geïnstalleerde beveiligingen is vereist voor de inbedrijfstelling. 1 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExe, EExed) 5 Motor aansluiten Houd beslist rekening met het geldige aansluitschema! Ontbreekt dit document, dan mag de motor niet aangesloten, of in bedrijf gesteld worden. De volgende aansluitschema s kunnen met opgave van het bestelnummer van de motor ( hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje) bij SEW besteld worden: Doorsneden controleren Wikkelingenuitlopers controleren Temperatuurvoelers Serie Pooltallen Bijbehorend schema (naam / nummer) edt en edv, 6, 8 DT13 / 08 798 _6 edt en edv 8/ DT33 / 08 799 _6 edt met rem BC AT101 / 09 861 _ edt met rem Bd A95 / 08 80 _9 Doorsneden van de leidingen controleren m.b.t. de nominale stroom van de motor, de geldende installatievoorschriften en de eisen op de plaats van opstelling. Wikkelingenuitlopers in de klemmenkast controleren en event. vastschroeven ( aanhaalmoment overeenkomstig hoofdstuk 'Motoren en remmotoren van de categorie 2G (EExed, EExed)' in acht nemen). Temperatuurvoelers TF (DIN 082), indien als enkele of als extra beveiliging aanwezig, volgens de voorschriften van de fabrikant van het beveiligingsapparaat en het bijgevoegde schema aansluiten met een kabel, welke gescheiden gelegd wordt van de voedingskabel spanning < 2,5 V DC aansluiten De effectiviteit van de bewaking moet gecontroleerd worden voor de inbedrijfstelling. Rem aansluiten Spleten controleren Doorsneden controleren Rem aansluiten Temperatuurvoelers De drukvaste rem BC (Bd) (EExd) wordt elektrisch gelicht. Het remmen vindt mechanisch plaats na het uitschakelen van de spanning. Voor het aansluiten moeten de spleten van de drukvaste rem geïnspecteerd worden, daar zij een wezenlijk aspect van de explosiebeveiliging vertegenwoordigen. De spleten mogen noch overgelakt noch op een of andere manier afgedicht zijn. De doorsneden van de kabels gelijkrichter rem moeten voldoende groot gedimensioneerd zijn, om de functie van de rem te waarborgen ( hoofdstuk 'Technische gegevens', paragraaf 'Bedrijfsstromen'). De SEWremgelijkrichter wordt overeenkomstig het bijgevoegde schema in de schakelkast buiten de Exomgeving geïnstalleerd en aangesloten. De kabels tussen de gelijkrichter en de separate aansluitklemmenkast van de rem op de motor aansluiten. Temperatuurvoelers TF (DIN 082), indien als enkele of als extra beveiliging aanwezig, volgens de voorschriften van de fabrikant van het beveiligingsapparaat en het bijgevoegde schema aansluiten met een kabel, welke gescheiden gelegd wordt van de voedingskabel spanning < 2,5 V DC aansluiten De effectiviteit van de bewaking moet gecontroleerd worden voor de inbedrijfstelling. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 15

5 Motoren van de categorie 2D (stofexplosiebeveiliging) 5.3 Motoren van de categorie 2D (stofexplosiebeveiliging) Algemene aanwijzingen De stofexplosiebeveiligde SEWmotoren van de serie edt en edv zijn bestemd voor de toepassing in zone 21 en voldoen aan de voorschriften van de apparatengroep II, categorie 2D overeenkomstig EN 50 01 en EN 50 28111. Oppervlaktetemperatuur Bedrijfssoort De oppervlaktetemperatuur bedraagt maximaal 120 C. De motoren mogen alleen in die bedrijfssoort volgens EN 60 031 toegepast worden, waarvoor zij zijn toegelaten (hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje'). Kabelwartels Gebruik voor kabelinvoeringen alleen ATEXgecertificeerde kabelwartels met minimaal beschermingswijze IP65. Aanduiding 'X' Indien het teken 'X' achter het goedkeuringsnummer van het conformiteits of EG bouwmodeltestcertificaat staat, dan wordt verwezen naar bijzondere voorwaarden voor de veilige toepassing van de motoren binnen deze goedkeuring. Motoraansluiting Bij motoren met een klemmenbord met sleufbouten (1) overeenkomstig ATEX100a ( onderstaande afbeelding) mogen voor de motoraansluiting alleen kabelschoenen (3) volgens DIN 6 295 gebruikt worden. De kabelschoenen (3) worden met drukmoeren met geïntegreerde veerring (2) bevestigd. 1 2 3 0581AXX 16 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Motoren van de categorie 2D (stofexplosiebeveiliging) 5 Alternatief is voor de aansluiting een massieve, ronde draad toegestaan, waarvan de diameter overeenkomt met de sleufbreedte van de aansluitbout ( onderstaande tabel). Motorbouwgrootte edt 71 C, D edt 80K, N edt 90 S, L edt 100 L, LS edv 100 M, L edv 112 M edv 132 S edv 132 M, ML edv 160 M edv 160 L edv 180 M, L Klem Sleufbreedte van de aansluitbout [mm] Aanhaalmoment van de drukmoer [Nm] KB0 2.5 3.0 KB02 3.1.5 KB3.3 6.5 KB 6.3 12.0 Uitsluitend met motorbeveiligingsschakelaar Het installeren met motorbeveiligingsschakelaar volgens EN 60 97 moet minimaal voldoen aan de volgende eisen: door een erkende instantie goedgekeurd en voorzien van het overeenkomende keuringsnummer ingesteld op de nominale motorstroom I nom overeenkomstig het typeplaatje of het bouwmodeltestcertificaat aanspreektijd bij de aanloopstroomverhouding I A /I nom kleiner dan de verwarmingstijd t E van de motor (de gegevens staan op het typeplaatje of in het bouwmodeltestcertificaat) separate onderling vergrendelde motorbeveiligingsschakelaars voor elk pooltal van een pooltalomschakelbare motor Uitsluitend met temperatuurvoelers (TF) De termistorrelais volgens EN 60 97 voor motoren en eventueel remmen, die uitsluitend met temperatuurvoelers (TF) in de wikkeling thermisch bewaakt en beveiligd worden, moeten door een genoemde instantie toegelaten zijn en van een dienovereenkomstig testnummer zijn voorzien (bijv. door PTB: 3.53PTC A) Met motorbeveiligingsschakelaar en extra temperatuurvoelers (TF) De bovengenoemde condities bij beveiliging alleen met motorbeveiligingsschakelaar gelden ook hier. De beveiliging met temperatuurvoelers (TF) betekent alleen een aanvullende veiligheidsmaatregel, die voor de goedkeuring onder Exvoorwaarden geen betekenis heeft. Een test van de effectiviteit van de geïnstalleerde beveiligingen is vereist voor de inbedrijfstelling. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 17

5 Motoren van de categorie 2D (stofexplosiebeveiliging) Motor aansluiten Houd beslist rekening met het geldige aansluitschema! Ontbreekt dit document, dan mag de motor niet aangesloten, of in bedrijf gesteld worden. De volgende aansluitschema s kunnen met opgave van het bestelnummer van de motor ( hoofdstuk 'Typesleutel, typeplaatje') bij SEW besteld worden: Serie pooltallen bijbehorend schema (naam / nummer) edt en edv, 6, 8 DT13 / 08 798 _6 edt en edv 8/ DT33 / 08 799 _6 Doorsneden van de leidingen controleren m.b.t. de nominale stroom van de motor, de geldende installatievoorschriften en de eisen op de plaats van opstelling. Doorsneden controleren Wikkelingenuitlopers controleren Wikkelingenuitlopers in de klemmenkast controleren en event. vastschroeven ( aanhaalmoment overeenkomstig hoofdstuk 'Motoren van de categorie 2D' in acht nemen). Temperatuurvoelers Temperatuurvoelers TF (DIN 082), indien als enkele of als extra beveiliging aanwezig, volgens de voorschriften van de fabrikant van het beveiligingsapparaat en het bijgevoegde schema aansluiten met een kabel, welke gescheiden gelegd wordt van de voedingskabel spanning < 2,5 V DC aansluiten Aansluitklemmenkastdeksel controleren Bij het sluiten van de aansluitklemmenkastdeksel waarborgen, dat de oppervlakte stofvrij is de afdichting controleren op goede staat, event. door een nieuwe afdichting vervangen De effectiviteit van de bewaking moet gecontroleerd worden voor de inbedrijfstelling. 18 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Motoren en remmotoren van de categorie 3G (EExnA) 5 5. Motoren en remmotoren van de categorie 3G (EExnA) Algemene aanwijzingen De explosiebeveiligde SEWmotoren van de serie DT en DV in de ontstekingsbeschermingswijze EExnA voor de toepassing in zone 2 voldoen aan de voorschriften van de apparatengroep II, categorie 3G overeenkomstig EN 50 01 en EN 50 021. beschermingswijze IP5 SEWmotoren van de categorie 3G bezitten bij de uitlevering minimaal beschermingswijze IP5 volgens EN 60 03. Temperatuurklasse De motoren zijn voor temperatuurklasse T3 ontworpen. Bedrijfssoort De motoren mogen alleen in die bedrijfssoort volgens EN 60 031 toegepast worden, waarvoor zij zijn toegelaten ( hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje'). Thermische motorbeveiliging Met motorbeveiligingsschakelaar Op de nominale motorstroom ingestelde motorbeveiligingsschakelaars moeten ook bij het uitvallen van één fase in staat zijn, de motor te beveiligen. Pooltalomschakelbare motoren worden met onderling vergrendelde motorbeveiligingsschakelaars voor elk pooltal beveiligd. Met temperatuurvoelers (TF) Alle pooltalomschakelbare motoren en motoren met hoge schakelfrequentie van de categorie 3G voor opstelling in zone 2 zijn door SEW vanaf de fabriek met temperatuurvoelers (TF) uitgerust. Met een in de handel verkrijgbaar thermistorrelais moet de motor in geval van storing met alle polen van het net gescheiden worden. Een test van de effectiviteit van de geïnstalleerde beveiligingen is vereist voor de inbedrijfstelling. Motor aansluiten Houd beslist rekening met het geldige aansluitschema! Ontbreekt dit document, dan mag de motor niet aangesloten, of in bedrijf gesteld worden. De volgende aansluitschema s kunnen met opgave van het bestelnummer van de motor ( hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje) bij SEW besteld worden: Serie Pooltallen Schakeling DT, DV Bijbehorend schema (naam / nummer) 2,, 6, 8 / DT13 / 08 798 _6 /2, 8/ / DT33 / 08 799 _6 met gescheiden wikkeling / DT3 / 08 828 _7 met gescheiden wikkeling / DT5 / 08 829 _7 met gescheiden wikkeling / DT8 / 08 767 _3 /2, 8/ / DT53 / 08 739 _1 Doorsneden van de leidingen controleren m.b.t. de nominale stroom van de motor, de geldende installatievoorschriften en de eisen op de plaats van opstelling. Doorsneden controleren Wikkelingenuitlopers controleren Wikkelingenuitlopers in de aansluitklemmenkast controleren en eventueel vastschroeven. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 19

5 Motoren en remmotoren van de categorie 3G (EExnA) Aansluitmateriaal Bij motoren van de bouwgrootte 71 tot 132S aansluitmateriaal uit het bijgevoegde zakje halen en monteren ( onderstaande afbeelding): 1 2 5 6 3 7 8 01960BXX 03131AXX 1 aansluitbout 5 bovenste zeskantmoer 2 veerring 6 onderlegschijf 3 aansluitschijf 7 externe aansluiting wikkelinguitloper 8 onderste zeskantmoer Kabel en doorverbindingen overeenkomstig het schema aansluiten en goed vastschroeven (let op aanhaalmomenten onderstaande tabel). Doorsnede van de aansluitbouten Aanhaalmoment van de zeskantmoer [Nm] M 1.2 M5 2 M 3 M8 6 M10 10 Temperatuurvoelers Temperatuurvoelers TF (DIN 082) volgens de voorschriften van de fabrikant van het beveiligingsapparaat en het bijgevoegde schema aansluiten met een kabel, welke gescheiden gelegd wordt van de voedingskabel spanning < 2,5 V DC aansluiten De effectiviteit van de bewaking moet gecontroleerd worden voor de inbedrijfstelling. 20 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Motoren en remmotoren categorie 3D (stofexplosiebeveiliging) 5 Rem aansluiten Let op begrenzingen van de toelaatbare remarbeid De rem BMG/BM wordt elektrisch gelicht. Het remmen vindt mechanisch plaats na het uitschakelen van de spanning. De begrenzingen van de toelaatbare remarbeid ( hoofdstuk 'Technische gegevens') moeten beslist worden aangehouden. De ontwerper is op basis van SEWprojecteringsvoorschriften en remgegevens in de catalogus 'Explosiebeveiligde aandrijvingen' ervoor verantwoordelijk, dat de installatie dienovereenkomstig gedimensioneerd wordt. Anders is de explosiebeveiliging voor de rem niet gewaarborgd. Functie van de rem controleren Voor de inbedrijfstelling moet de correcte werking van de rem gecontroleerd worden, om het slippen van de remvoering en de daarmee verbonden ontoelaatbare verwarming te vermijden. Doorsneden controleren De doorsneden van de kabels voedinggelijkrichterrem moeten voldoende groot gedimensioneerd zijn, om de functie van de rem te waarborgen ( hoofdstuk 'Technische gegevens', paragraaf 'Bedrijfsstromen'). Remgelijkrichter aansluiten De SEWremgelijkrichter resp. remaansturing wordt al naargelang uitvoering en functie overeenkomstig het bijgevoegde schema in de schakelkast buiten de Exomgeving geïnstalleerd en aangesloten. De kabels tussen de gelijkrichter in de schakelkast en de rem op de motor aansluiten. 5.5 Motoren en remmotoren categorie 3D (stofexplosiebeveiliging) Algemene aanwijzingen De stofexplosiebeveiligde SEWmotoren van de series DT en DV voor de toepassing in zone 22 voldoen aan de voorschriften van de apparatengroep II, categorie 3D overeenkomstig EN 50 01 en EN 50 28111. Oppervlaktetemperatuur De oppervlaktetemperatuur bedraagt max. 120 C (warmteklasse B) of 10 C (warmteklasse F). Bedrijfssoort De motoren mogen alleen in die bedrijfssoort volgens EN 60 031 toegepast worden, waarvoor zij zijn toegelaten ( hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje'). Thermische motorbeveiliging Met motorbeveiligingsschakelaar Op de nominale motorstroom ingestelde motorbeveiligingsschakelaars moeten ook bij het uitvallen van één fase in staat zijn, de motor te beveiligen. pooltalomschakelbare motoren worden met onderling vergrendelde motorbeveiligingsschakelaars voor elk pooltal beveiligd. Met temperatuurvoelers (TF) Alle pooltalomschakelbare motoren en motoren met hoge schakelfrequentie van de categorie 3D voor opstelling in zone 22 zijn door SEW vanaf de fabriek met temperatuurvoelers (TF) uitgerust. Met een in de handel verkrijgbaar thermistorrelais moet de motor in geval van storing met alle polen van het net gescheiden worden. Een test van de effectiviteit van de geïnstalleerde beveiligingen is vereist voor de inbedrijfstelling. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 21

5 Motoren en remmotoren categorie 3D (stofexplosiebeveiliging) Motor aansluiten Houd beslist rekening met het geldige aansluitschema! Ontbreekt dit document, dan mag de motor niet aangesloten, of in bedrijf gesteld worden. De volgende aansluitschema s kunnen met opgave van het bestelnummer van de motor ( hoofdstuk 'Typeaanduiding, typeplaatje) bij SEW besteld worden: Serie Pooltallen Schakeling DT, DV Bijbehorend schema (naam / nummer) 2,, 6, 8 / DT13 / 08 798 _6 /2, 8/ / DT33 / 08 799 _6 met gescheiden wikkeling / DT3 / 08 828 _7 met gescheiden wikkeling / DT5 / 08 829 _7 met gescheiden wikkeling / DT8 / 08 767 _3 /2, 8/ / DT53 / 08 739 _1 Doorsneden van de leidingen controleren m.b.t. de nominale stroom van de motor, de geldende installatievoorschriften en de eisen op de plaats van opstelling. Doorsneden controleren Wikkelingenuitlopers controleren Aansluitmateriaal Wikkelingenuitlopers in de aansluitklemmenkast controleren en eventueel vastschroeven. Bij motoren van de bouwgrootte 71 tot 132S aansluitmateriaal uit het bijgevoegde zakje halen en monteren ( onderstaande afbeelding): 1 2 5 6 3 7 8 01960BXX 03131AXX 1 aansluitbout 5 bovenste zeskantmoer 2 veerring 6 onderlegschijf 3 aansluitschijf 7 externe aansluiting wikkelinguitloper 8 onderste zeskantmoer 22 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Aanvullende voorwaarden motoren cat. II3G / II3D met MOVITRAC 31C 5 Kabel en doorverbindingen overeenkomstig het schema aansluiten en goed vastschroeven (let op aanhaalmomenten onderstaande tabel). Doorsnede van de aansluitbouten Aanhaalmoment van de zeskantmoer [Nm] M 1.2 M5 2 M 3 M8 6 M10 10 Temperatuurvoelers Temperatuurvoelers TF (DIN 082) volgens de voorschriften van de fabrikant van het beveiligingsapparaat en het bijgevoegde schema aansluiten met een kabel, welke gescheiden gelegd wordt van de voedingskabel spanning < 2,5 V DC aansluiten Aansluitklemmenkastdeksel controleren Bij het sluiten van de aansluitklemmenkastdeksel waarborgen, dat de oppervlakte stofvrij is de afdichting controleren op goede staat, event. door een nieuwe afdichting vervangen De effectiviteit van de bewaking moet gecontroleerd worden voor de inbedrijfstelling. 5.6 Aanvullende voorwaarden motoren cat. II3G / II3D met MOVITRAC 31C Alleen afgestemde combinaties toegestaan Begrenzing van de ingangsspanning Extra beperkingen bij hijswerkbedrijf Voor het bedrijf met de frequentieregelaar MOVITRAC 31C staan motoren ter beschikking, die voldoen aan de eisen van de categorieën II3G resp II3D. In de tabel 'Combinatie motorfrequentieregelaar, instelwaarden voor de stroombegrenzing' zijn alle geoorloofde regelaar/motorcombinaties vermeld. De toelaatbare instelwaarden van de stroombegrenzing mogen niet overschreden worden. MOVITRAC 31C wordt in de schakelkast buiten de explosiegevaarlijke atmosfeer geïnstalleerd. De motorwikkeling is op grond van de hogere thermische belasting bij regelaarbedrijf in de isolatieklasse F uitgevoerd. Motoren van de categorie 3D worden gekenmerkt door de maximale oppervlaktetemperatuur van 10 C. Bij bedrijf met frequentieregelaars kan op de aansluitklemmen van de motor gevaarlijke hoge spanning ontstaan. De hoge spanning is direct afhankelijk van de voedingsspanning. Om deze reden is de voedingsspanning van de frequentieregelaar bij bedrijf met motoren van de categorie II/3G beperkt tot 00 V +10 %. Beperkingen zijn er bij het hijswerkbedrijf met de 'Hoist function' (parameter 710/ 712). De volgende combinaties zijn niet toegestaan: DT 71D schakeling + MC 31 C008 DT 80K schakeling + MC 31C008 DT 71D schakeling + MC 31C008 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 23

5 Aanvullende voorwaarden motoren cat. II3G / II3D met MOVITRAC 31C Bedrijf met inachtneming van de thermische koppelkarakteristiek Bij motoren aan de regelaar moet er bij het ontwerp beslist op gelet worden, dat de motor in zijn gehele regelbereik beneden de thermische grenscurve (koppelkarakteristiek) functioneert( paragraaf 'Thermische koppelkarakteristiek'). Een belangrijke voorwaarde voor het aanhouden van de grenscurve is de juiste instelling van de stroombegrenzing ( paragraaf 'Combinatie motorfrequentieregelaar, instelwaarden voor de stroombegrenzing'). Om het overschrijden van de toelaatbare maximumtemperatuur te voorkomen, worden de aan de regelaar aangesloten motoren altijd bewaakt met temperatuurvoelers en een verwerkingseenheid, die voor het bedrijf met explosiebeveiligde motoren toegelaten is (b.v. met PTB testnummer 3.53PTCA). De verwerking in de regelaar met optie FIT31C is niet toegestaan. Als EMCmaatregel zijn EMCmodulen EF... of uitgangssmoorspoelen HD... toegestaan. De uitgangsfilters HF... zijn niet toegestaan. De toelaatbare maximale frequentie (parameter 202) bedraagt bij schakeling 70 Hz en bij schakeling 90 Hz resp. 120 Hz. 2 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Aanvullende voorwaarden motoren cat. II3G / II3D met MOVITRAC 31C 5 Combinatie motor frequentieregelaar, instelwaarden voor de stroombegrenzing Voor motoren van de categorie II/3G is de door SEW geteste combinatie van motor en frequentieregelaar overeenkomstig tabel bindend. Voor motoren van de categorie II/3D adviseert SEW de door hen geteste combinatie van motor en frequentieregelaar overeenkomstig onderstaande tabel. Worden de hier vermelde motoren van de categorie II/3D door een andere frequentieregelaar aangestuurd, dan moeten de volgende minimale eisen worden aangehouden: begrenzing van de maximale uitgangsfrequentie overeenkomstig de onderstaande tabel de thermische grenscurve van het koppel ( paragraaf 'Thermische grenscurve van het koppel') Type motor DT 71 D.../II3G DT 71 D.../II3D DT 80 D.../II3G DT 80 K.../II3D DT 80 N.../II3G DT 80 N.../II3D DT 90 S.../II3G DT 90 S.../II3D DT 90 L.../II3G DT 90 L.../II3D DV 100 M.../II3G DV 100 M.../II3D DV 100 L.../II3G DV 100 L.../II3D DV 112 M.../II3G DV 112 M.../II3D DV 132 S.../II3G DV 132 S.../II3D DV 132 M.../II3G DV 132 M.../II3D DV 132 ML.../II3G DV 132 S.../II3D DV 160 M.../II3G DV 160 M.../II3D DV 160 L.../II3G DV 160 L.../II3D DV 180 M.../II3G DV 180 M.../II3D DV 180 L.../II3G DV 180 L.../II3D DV 200 L.../II3G DV 200 L.../II3D DV 225 S.../II3G DV 225 S.../II3D DV 225 M.../II3G DV 225 M.../II3D MOVITRAC 31C Type 00850300 of 00550300 00850300 of 00550300 Instellingen P320/P30 Stroombegrenzing [%] 55 85 65 98 Motorschakeling Instelling P202 maximale frequentie [Hz] MOVITRAC 31C Type 00850300 of 00550300 00850300 Instellingen P320/P30 Stroombegrenzing [%] 00850300 80 01550300 86 00850300 115 01550300 125 01550300 105 02250300 125 02250300 95 03050300 121 02250300 119 0050300 119 03050300 122 07550300 96 0050300 118 11050300 87 70 07550300 98 11050300 11 11050300 83 15050300 100 11050300 96 22050300 87 15050300 122 22050300 122 22050300 86 37050300 9 22050300 100 37050300 112 30050300 95 5050300 110 37050300 98 5050300 96 80 116 108 Instelling P202 maximale frequentie [Hz] 120 120 120 90 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 25

5 Explosiebeveiligde encoders Thermische grenscurve van het koppel Thermische grenscurve van het koppel bij regelaarbedrijf voor polige draaistroom en draaistroomremmotoren met 50 Hz kantelfrequentie (bedrijfssoort S1, 100 % ID): 1.20 M/M nom 1,00 0,80 0,60 0,0 0,20 0,00 0,00 10,00 20,00 30,00 0,00 50,00 60,00 70,00 f[hz] 50727ANL Thermische grenscurve van het koppel bij regelaarbedrijf voor polige draaistroom en draaistroomremmotoren met 87 Hz kantelfrequentie: (1 = bedrijfssoort S1, 100 % ID tot bouwgrootte 225; 2 = bedrijfssoort S1, 100 % ID tot bouwgrootte 180) 1.20 M/M nom 1.00 1 0.80 2 0.60 0.0 0.20 0.00 0.00 20.00 0.00 60.00 80.00 100.00 120.00 f [Hz] 50728ANL 5.7 Explosiebeveiligde encoders Let u op de mee geleverde installatievoorschriften en handleidingen van de fabrikant. 26 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Verplichte instellingen MOVITRAC 31C I 0 6 6 Inbedrijfstelling Let bij de inbedrijfstelling beslist op de veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2! Verzeker u er zich voor de inbedrijfstelling van, dat de aandrijving onbeschadigd is en niet geblokkeerd na langere opslagtijd de maatregelen overeenkomstig hoofdstuk 'Voorbereiding' getroffen werden alle aansluitingen juist werden verricht de draairichting van de motor/motorreductor klopt (motor rechtsom: U, V, W volgens L1, L2, L3) alle beschermkappen correct gemonteerd zijn alle motorbeveiligingen actief zijn en op de ontwerpstroom van de motor zijn ingesteld bij hijsaandrijvingen de terugspringende handremlichting van de rem gebruikt wordt geen andere potentiële risico s aanwezig zijn Verzeker u er zich tijdens de inbedrijfstelling van, dat de motor correct draait (geen overbelasting, geen toerentalvariaties, sterke geluidsontwikkeling etc.) het juiste remkoppel overeenkomstig de betreffende applicatie is ingesteld ( hdst. 'Technische gegevens') bij problemen ( hdst. 'Storingen tijdens bedrijf') Bij remmotoren met terugspringende handremlichting moet de handremlichterbeugel na de inbedrijfstelling verwijderd worden! Hij dient bij de motor in een houder bewaard te worden. 6.1 Verplichte instellingen MOVITRAC 31C Instellingen van de stroombegrenzing Instellen van de maximumfrequentie Voor de inbedrijfstelling van MOVITRAC 31C moet de corresponderende Technische handleiding gebruikt worden. Bovendien moet voor het bedrijf van de draaistroommotoren van de categorieën II/3G en II/3D gelet worden op de volgende verplichte instellingen van de frequentieregelaar MOVITRAC 31C: Overeenkomstig tabel 'Combinatie motor frequentieregelaar, instellingen van de stroombegrenzing' de parameters P320/30 instellen. De parameter P202 bij schakeling alleen op maximaal 70 Hz en bij schakeling alleen op maximaal 90 resp. 120 Hz ( tabel 'Combinatie motor frequentieregelaar, instellen van de stroombegrenzing') instellen. Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 27

6 I 0 Veranderen van de blokkeerrichting bij motoren met terugloopblokkering Instellen van de bedrijfsparameters IxR en Boost Het inregelen moet bij 'koude' motor plaatsvinden. Na de eerste testronde de parameters P328/P38 op 'No' instellen, om de parameters IxR en Boost op te slaan. Uitzonderingen: DT 71 D schakeling + MC 31C008 De parameter 'IxR' wordt continu opgeslagen. De parameter 'Boost' zo instellen, dat er geen grotere stroom dan 5 % vloeit. DT 80 K schakeling + MC 31C008 De parameter 'IxR' wordt continu opgeslagen. De parameter 'Boost' zo instellen, dat er geen grotere stroom dan 55 % vloeit. Bij de handmatige verandering van de parameters 'IxR' en Boost' moet er vanwege de applicatie op gelet worden, dat de maximale waarde van de stroombegrenzing uit de tabel 'Combinatie motor frequentieregelaar, instellen van de stroombegrenzing' niet wordt overschreden. 6.2 Veranderen van de blokkeerrichting bij motoren met terugloopblokkering 9 8 5 3 2 1 X 7 10 6 507AXX Maat 'x' na de montage Motor DT71/80 DT90/DV100 DV112/132S DV132M 160M DV160L 225 Maat 'x' na de montage 6.7 mm 9.0 mm 9.0 mm 11.0 mm 11.0 mm 28 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Stilstandsverwarming voor motoren van de categorie II/3D I 0 6 Het aanlopen van de motor in de blokkeerrichting mag niet plaatsvinden (fasenvolgorde bij het aansluiten in acht nemen). Bij montage van de motor aan reductor letten op de draairichting van de uitgaande as en aantal trappen. Voor controledoeleinden kan de terugloopblokkering met halve motorspanning eenmaal in de blokkeerrichting getest worden: 1. motor spanningsloos maken en beveiligen tegen onbedoeld inschakelen 2. ventilatorkap (1) en ventilator (2) demonteren, cilinderschroeven (3) verwijderen 3. Vring () en pakking met vilten ring (5) verwijderen (vet voor hergebruik opvangen). borgring (6) verwijderen (niet bij DT71/80), bovendien bij DV132M160M vulring (10) verwijderen 5. meenemer (8) en klemstellenketting (9) over de tapgaten (7) in zijn geheel verwijderen, 180 draaien en er weer op drukken 6. het vet er weer ingieten 7. Belangrijk: niet slaan of druk uitoefenen op klemstellenketting materiaalbeschadiging! 8. tijdens het aanbrengen kort voordat het klemlichaam de buitenring indringt de rotoras met de hand langzaam in de draairichting draaien; de klemstellenketting glijdt gemakkelijker in de buitenring 9. overige onderdelen van de terugloopblokkering van tot 2 in omgekeerde volgorde monteren, let op de montagemaat voor de Vring () 6.3 Stilstandsverwarming voor motoren van de categorie II/3D Bij motoren van de categorie II/3D sluit u de stilstandsverwarming aan op de met H1 en H2 gemarkeerde aansluitkabel. Vergelijk de aansluitspanning met de spanningsspecificatie op het typeplaatje. De stilstandverwarming voor motoren van de categorie II/3D mag pas na het uitschakelen van de motor worden ingeschakeld niet gelijktijdig met de motor ingeschakeld zijn Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 29

7 Storingen bij de motor 7 Storingen tijdens bedrijf 7.1 Storingen bij de motor Storing Mogelijk oorzaak Oplossing: motor loopt niet aan voedingskabel onderbroken Aansluitingen controleren rem licht niet hdst. 'Storingen aan de rem' smeltveiligheid doorgebrand smeltveiligheid vernieuwen motorbeveiliging is aangesproken motorbeveiliging controleren op juiste instelling, eventuele fout opheffen motor loopt niet aan of loopt slechts zwaar aan motor loopt in sterschakeling niet aan, alleen in driehoekschakeling magneetschakelaar van de motor schakelt niet in, fout in de besturing motor voor driehoekschakeling voorzien, echter in ster geschakeld spanning of frequentie wijken minstens bij het inschakelen sterk af van de nominale waarden koppel bij sterschakeling is niet voldoende besturing van de magneetschakelaar controleren, event. fout opheffen schakeling corrigeren voor een betere voeding zorgen; doorsnede van de voedingskabel controleren indien de inschakelstroom in driehoek niet te hoog is, direct inschakelen, anders een grotere motor of een speciale uitvoering toepassen (overleg) storing aan de contacten van de sterdriehoekschakelaar storing opheffen verkeerde draairichting motor verkeerd aangesloten twee fasen verwisselen motor bromt en neemt grote rem licht niet hdst. 'Storingen aan de rem' stroom op wikkeling defect rotor loopt aan motor moet voor reparatie naar de werkplaats smeltveiligheden spreken kortsluiting in de kabel kortsluiting opheffen aan of motorbeveiliging schakelt direct uit kortsluiting in de motor storing in de werkplaats laten verhelpen kabels verkeerd aangesloten schakeling corrigeren aardsluiting bij de motor storing in de werkplaats laten verhelpen forse toerentalvermindering bij belasting motor wordt te warm (temperatuur meten) geluidsontwikkeling te hoog overbelasting spanningsverlies overbelasting koeling onvoldoende omgevingstemperatuur te hoog motor in driehoek geschakeld i.p.v in ster zoals bedoeld onbetrouwbaar contact in de voeding (een fase ontbreekt) smeltveiligheid doorgebrand voedingsspanning wijkt meer dan ± 5 % van de nominale motorspanning af. Hogere spanning heeft bij meerpolige motoren bijzonder ongunstig effect, daar bij deze de nullaststroom reeds bij normale spanning dicht bij de ontwerpstroom ligt. nominale bedrijfssoort (S1 tot S10, DIN 57530) overschreden, b.v. door te hoge schakelfrequentie kogellager loopt stroef, is vervuild of beschadigd vibratie van de roterende delen voorwerpen in de koelluchtwegen vermogensmeting uitvoeren, event. grotere motor toepassen of belasting reduceren doorsnede van de kabel vergroten vermogensmeting uitvoeren, event. grotere motor toepassen of belasting reduceren toevoer van de koellucht verbeteren resp. koelluchtwegen vrijmaken, event. onafhankelijk aangedreven koelluchtventilator aanbrengen max. toelaatbare temperatuur controleren schakeling corrigeren onbetrouwbare contact verhelpen oorzaak opsporen en opheffen (zie boven), smeltveiligheid vervangen motor aanpassen aan de voedingsspanning nominale bedrijfssoort van de motor aanpassen aan de vereiste bedrijfscondities; event. deskundige consulteren voor het bepalen van de juiste aandrijving motor opnieuw uitlijnen, kogellagers inspecteren, ( hdst. 'Toegestane type kogellagers) eventueel vervangen oorzaak, event. onbalans, opheffen koelluchtwegen reinigen 30 Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren

Storingen rem 7 7.2 Storingen rem Storing Mogelijk oorzaak Oplossing: rem licht niet verkeerde spanning op de remaansturing juiste spanning aansluiten remaansturing uitgevallen remaansturing vervangen, inwendige weerstand en isolatie van de remspoel controleren, schakelapparatuur controleren max. toelaatbare luchtspleet overschreden, luchtspleet meten resp. instellen vanwege slijtage van de remvoering spanningsverlies over de kabel > 10% voor juiste aansluitspanning zorgen, kabeldoorsnede controleren ontbrekende koeling, rem wordt te heet remaansturing type BG vervangen door BGE remspoel heeft sluiting in de wikkeling of met het huis complete rem met remaansturing vervangen (werkplaats), schakelapparatuur controleren motor remt niet luchtspleet niet juist luchtspleet meten resp. instellen remvoering versleten remschijf geheel vervangen remkoppel verkeerd remkoppel veranderen ( hdst. 'Technische gegevens') door soort en aantal remveren alleen BM(G): luchtspleet zo groot, dat de luchtspleet controleren instelmoeren geen speling meer hebben alleen BR03, BM(G): handremlichter niet juist stelmoeren juist instellen ingesteld rem valt vertraagd in rem wordt aan de wisselspanningszijde geschakeld gelijk en wisselspanningszijdig schakelen (bijv. BSR); let op het aansluitschema geluid in de buurt van de rem slijtage van de vertanding door schokkende aanloop pendelkoppels door verkeerd ingestelde frequentieregelaar projectering controleren instelling van de frequentieregelaar overeenkomstig de Technische handleiding controleren/corrigeren 7.3 Storingen bij bedrijf met frequentieregelaar Bij het bedrijf van de motor met frequentieregelaar kunnen ook de in het hoofdstuk 'Storingen bij de motor' beschreven symptomen optreden. De betekenis van de opgetreden problemen en aanwijzingen voor de oplossing daarvan vindt u in de Technische handleiding van de frequentieregelaar. Mocht u de hulp van onze service nodig hebben, dan verzoeken wij u de volgende gegevens te verstrekken: gegevens typeplaatje (compleet) aard en omvang van de storing tijdstip van de storing en bijkomende omstandigheden vermoedelijke oorzaak Technische handleiding Explosiebeveiligde draaistroommotoren, draaistroomremmotoren 31