Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 maart 2007

Vergelijkbare documenten
Regulering van en toezicht op het distributienetbeheer

Rapport van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 6 november 2012

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 mei 2012

van 23 februari 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 januari 2010

van 23 februari 2010

van 25 september 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 maart gewijzigd op 2 maart 2010

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juli gewijzigd op 16 september 2009

van 23 februari 2010

van 23 februari 2010

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 februari 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2007

Typ hier de naam van hedrijf

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 10/12/2013

Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

van 24 november 2004

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 augustus 2006

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 3 juli 2012

Verslag van de consultatie van de ontwerpmededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 14 augustus 2013

vragen naar telefoonnummer datum /02/2018 Bijdrage Vlaams Gewest uit zon en wind in het kader van het Energiepact.

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van. 22 april 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 mei 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 15 april 2008

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 23 maart 2010

van 11 december 2007

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 25 oktober 2004

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 januari 2009

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 17 juli 2007

van 13 november 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 juni 2008

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 januari 2006

Decentrale energieopwekking en slimme netten vanuit het perspectief van de regulator

van 23 december 2014

ADVIES OVER HET WIJZIGINGSBESLUIT GROENE STROOM

van 21 augustus 2015

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 april 2003

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 24 april

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

ADVIES DIENST REGULERING

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 1 maart 2016

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt

Reactie van Elia op de conceptnota voor nieuwe regelgeving betreffende het stimuleren van een Vlaams energienet in evenwicht

van 28 februari 2006

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 20 juli gewijzigd op 24 januari 2007

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 maart 2005

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 30 april 2014

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

Decentrale energievoorziening onder lokaal beheer. Visie VREG

Resultaten bevraging belanghebbenden VREG

Kernenergie: Kan België zonder?

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 31 mei 2005

Verslag van de consultatie van de ontwerpmededeling van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 16 december 2014

Rapport van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 22 juni 2004

Bevoorradingszekerheid

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Consultatieverslag van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 16 juni 2015

Wat leren de sociale statistieken ons over energiearmoede?

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 29 januari 2008

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 4 juni 2004

Samenvatting voor beleidsmakers

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 april gewijzigd op 23 februari 2010.

van 6 september 2011

Persmededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 5 december 2006

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting.

Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 7 oktober 2003

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 mei

Advies van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 19 januari 2015

Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting.

Studie Onthaalcapaciteit - reacties en bemerkingen ODE

van 31 augustus 2006

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Smart Grids. Situering Eandis in energiemarkt. Hernieuwbare energie voor gebouwen 13 september Producenten elektriciteit

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Aantal uitgereikte groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong

Hebt u een vraag over energie?

Handel in garanties van oorsprong betreffende elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen

Resultaten en vooruitzichten voor het Vlaamse beleidsplatform Slimme netten

Biomassa omvat naast vaste biomassa ook vloeibare en gasvormig gemaakte biomassa, exclusief biogas afkomstig uit vergisting.

Staatssteun nr. N 14/ België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Transcriptie:

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Advies van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt van 29 maart 2007 met betrekking tot de analyse van de Commissie Energie 2030 ADVIES-2007-1

Analyse VREG Ontwerprapport Commissie Energie 2030 1. Modellering De Commissie Energie 2030 (verder de Commissie) heeft de energiebevoorradingsproblematiek voor België geanalyseerd aan de hand van een aantal scenario-analyses verkregen met een mathematisch model PRIMES. Zonder afbreuk te willen doen aan de wetenschappelijke onderbouw van dit model, dient vooreerst opgemerkt te worden dat de beoordeling van deze studie sterk bemoeilijkt wordt door de onduidelijkheid over de modellering van de prijselasticiteiten; de hypotheses over de toekomstige kostencurves; de sensitiviteit van de conclusies voor bepaalde parameters. De code voor het Primes-model gaat bovendien uit van een perfect functionerende markt. Ze is immers gebaseerd op een kost-plus model. Het gebruik van een dergelijke code in een niet-mature marktomgeving dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren. Het voorlopige rapport van de Commissie maakt wel een aantal observaties over de Belgische markt, en meer specifiek over de noodzaak om die in een ruimere context te analyseren, maar het was zeker interessant geweest om de marktwerking niet enkel als een additioneel aspect te beschouwen, maar als de context waarin de problematiek van de energiebevoorrading dient te worden gesitueerd. Als voorbeeld van een afwijking die hieruit resulteert kan worden aangegeven dat de kost voor de verbruiker in een omgeving waarin slechts een speler beschikt over een goedkoop productiepark, sterk kan afwijken van de gemiddelde prijs bepaald op basis van een kost-plus methodiek. Het vellen van een oordeel over de kwantitatieve conclusies van het rapport wordt bemoeilijkt door onvoldoende informatie over het gebruikte model. In het licht hiervan onderschrijft de VREG de aanbeveling om bijkomende middelen aan te wenden voor het onderzoek inzake energiesysteemmodellering. 2. Toepassing Baseline-scenario In het Baseline-scenario wordt in principe uitgegaan van alle energie- en klimaatgerelateerde beleidsmaatregelen die zijn goedgekeurd tot het einde van 2004 (inclusief de nucleaire uitstap). Niettemin is er geen spoor terug te vinden van de doelstellingen die de Vlaamse Regering heeft gesteld inzake hernieuwbare energiebronnen en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling. In Vlaanderen is sinds 2002 gestart met een quotasysteem voor elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen. Sinds 2005 bestaat een gelijkaardig steunmechanisme voor kwalitatieve Pagina 2 van 5

warmtekrachtkoppeling. Voor beide zijn de doelstellingen vastgelegd voor de komende jaren. De ervaring heeft ondertussen uitgewezen dat een quotasysteem voor hernieuwbare energiebronnen wel degelijk kan leiden tot de realisatie van deze doelstellingen (mogelijk met een zekere vertraging en tegen een meerkost ten opzichte van de klassieke productievectoren). Immers, naast de aanwending van lokale energiebronnen kunnen ook geïmporteerde energiebronnen (in casu biomassa) worden aangewend om in lokale productie-installaties elektriciteit te genereren. De partijen onderhevig aan de certificatenverplichting zullen de voor hen meest economische oplossing zoeken binnen de mogelijkheden van het systeem. Bij gebrek aan voldoende productiecapaciteit kon in de eerste jaren van het systeem worden vastgesteld dat de doelstellingen niet werden bereikt. Sinds 2004 wordt het pad naar de doelstelling voor 2010 (6% uit hernieuwbare energiebronnen) wel gevolgd. Alle alternatieven, zowel op basis van wind en biomassa, als (in mindere mate) zonneenergie en waterkracht, werden hiervoor aangesproken. Specifiek voor biomassa zien we een tendens naar een toename van het aandeel geïmporteerde biomassa. Voor warmtekrachtkoppeling biedt een quotasysteem minder vrijheidsgraden voor de producenten/leveranciers. Elke installatie moet beantwoorden aan een economisch relevante warmtevraag. De plaatsing van een installatie kan enkel op die sites waar deze warmtevraag aanwezig is. Per definitie is er dus een begrenzing aan de doelstellingen voor warmtekrachtkoppeling. Deze kunnen worden ingeschat op basis van het technisch-economisch potentieel. Uiteraard moet de incentive (in casu de boete bij het niet behalen van de doelstellingen) voldoende hoog worden ingesteld om de investeringen aantrekkelijk te maken. Eigenaardig genoeg komt het aspect financiële steun nergens ter sprake. Nochtans is het duidelijk dat de penetratie van hernieuwbare energiebronnen en kwalitatieve warmtekrachtkoppeling sterk afhankelijk is van de financiële steun die aan dergelijke projecten wordt toebedeeld. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de Commissie het beleid van de Vlaamse Regering (en evenzeer dat van de andere gewestregeringen) in dit opzicht genegeerd heeft. Het opleggen van een aantal sterk beperkende randvoorwaarden leidt onvermijdelijk tot de conclusie dat de doelstellingen niet haalbaar zijn. Zo hebben de auteurs voor de import van biomassa stringente beperkingen opgelegd (evenals voor de lokale productie), echter zonder een diepgaande analyse. Men raakt de elementen duurzaamheid, importafhankelijkheid en biomassakost aan. Het is duidelijk dat hier geen grondig studiewerk aan te pas kwam. De auteurs stellen dat er een tendens van de autoriteiten is om de grootschalige import van biomassa tegen te houden. Het is onduidelijk waar dit op gebaseerd is. De Nederlandse overheid gaat uit van een toekomstig gebruik van 60 miljoen ton biomassa per jaar voor de energievoorziening. Dit cijfer overtreft ruimschoots het plafond dat is ingesteld in de scenario-analyses van de Commissie. Pagina 3 van 5

Het is in die zin ook opmerkelijk dat de conclusie/aanbeveling dat een quotasysteem best gebaseerd is op het verbruik zonder diepgaande analyse wordt geponeerd. We merken ten andere op dat het Vlaamse systeem effectief geconcipieerd is als een verbruiksgebaseerd systeem. De leveranciers hebben een verplichting die verbonden is aan de hoeveelheid stroom die wordt geleverd aan hun afnemers. In die zin worden de kosten dan ook door de leveranciers op de afnemers verhaald, en dit binnen een competitief kader. De auteurs bedoelen waarschijnlijk dat de productie van overal in Europa aanvaardbaar moet zijn voor de doelstellingen. De VREG heeft reeds in het verleden gesteld dat zij ook gewonnen is voor een geharmoniseerd Europees ondersteuningssysteem. Dit is er echter nog niet en naar het zich laat uitschijnen is het ook niet voor morgen. De Commissie wijkt hier bijgevolg af van haar principe dat ze zich in haar kwantitatieve analyses heeft laten leiden door de uitgestippelde beleidsmaatregelen, inzonderheid de regionale quotumsystemen zoals ze vandaag functioneren. Het negeren van het gewestelijk beleid inzake hernieuwbare energiebronnen geeft een vertekend beeld van de CO 2 -inspanningen doordat bepaalde reductiepistes a priori worden uitgesloten. Een analyse van de sensitiviteit van de conclusies voor (op zijn minst) de parameter biomassa zou kunnen uitwijzen welke bijkomende mogelijkheden tot CO 2 -reductie haalbaar zijn. 3. Ontwikkelingen CCS Ook wat de ontwikkelingen van CCS betreft zijn de vooruitzichten zeer pessimistisch ingeschat, daar waar kan worden vermoed dat de (snelheid van) toepassing ervan toch sterk afhankelijk is van de kost van CO 2 -mitigatie. Deze koppeling kon vermoedelijk niet worden aangebracht in het Primes-model, maar in de analyse komt dit element onvoldoende naar voor. In het licht hiervan onderschrijft de VREG de aanbeveling om praktische ervaring op te doen met het capteren van CO 2 en bijkomende middelen aan te wenden voor het onderzoek naar de opslag ervan. 4. Meerkost meet- en netinfrastructuur In de tekst wordt ook gesproken over de meerkost die kan veroorzaakt worden door noodzakelijke aanpassingen aan de netten en de meetinfrastructuur. Dit element verdient zeker een grondiger analyse die de scope van deze studie overstijgt. In elk geval zijn dit ontwikkelingen die vanuit de invalshoek marktwerking een positieve impact kunnen hebben op de kost van de energiebevoorrading voor de samenleving. We denken hierbij dan aan de marktdeelname van kleine producenten, aan de Pagina 4 van 5

reductie van de netverliezen, aan product- en tariefdiversificatie, aan de efficiëntere uitvoering van de openbaredienstverplichtingen en het aanbieden van andere vormen van dienstverlening. De VREG onderschrijft het belang van correcte meetgegevens die toelaten een beter beeld te geven van het actuele verbruik. In het kader van haar studie over de marktwerking in Vlaanderen is de VREG hierover reeds studiewerk opgestart. Een grondiger analyse van de technische kosten voor de aanpassingen aan de infrastructuur, en de koppeling hiervan aan de keuze van de energievectoren enerzijds en de werking van de energiemarkt anderzijds, is vereist. De VREG onderschrijft het belang van metering. 5. Marktwerking Zoals aangegeven onder punt 1 komt het aspect Marktwerking slechts als een ondergeschikt element in de studie naar voren. Dit betreurt de VREG. Met betrekking tot de aanbevelingen terzake onderschrijft de VREG het standpunt van de Commissie inzake de nood aan een versterkt toezicht op de marktpartijen en een stabiel en op Europese schaal geharmoniseerd regelgevend kader. Ook is volgens de VREG het doorrekenen van de prijzen naar de verbruikers essentieel voor het verstrekken van de juiste prikkels inzake verbruik, indien dit gepaard gaat met een oordeelkundig systeem van sociale openbaredienstverplichtingen. De werking van de markt is volgens de VREG een essentieel onderdeel van elke studie in verband met de energiebevoorrading. De VREG onderschrijft het belang van een stabiel regelgevend kader, strikt markttoezicht, en transparante prijssignalen. Pagina 5 van 5