6,3. Samenvatting door Daphne 2963 woorden 14 november keer beoordeeld. Scheikunde

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

5 Formules en reactievergelijkingen

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

1) Stoffen, moleculen en atomen

Het smelten van tin is géén reactie.

4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 4: voeding

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Scheikunde Samenvatting H4+H5

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Hoofdstuk 5: Ontleding en synthese in de industrie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Samenvatting scheikunde Hoofdstuk 4 + 5

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Rekenen aan reacties (de mol)

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

CHEMIE OVERAL. Nieuw in 6e editie 2011 Chemie Overal 3h en 3v

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

23 keer beoordeeld 18 juni Plantaardige stoffen.

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

4.2 Koolstofchemie. Alkanen Een alkaan is een koolwaterstof die uit moleculen bestaat waarin C-atomen en H-atomen voorkomen in de verhouding:

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Samenvattingen koolstofchemie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 6

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Scheikundige begrippen

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

SAMENVATTING H1-H5. [Chemie Overal 3 VWO]

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Oefen-SE SE4 Havo 5. Micro-organismen

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Samenvatting door Daphne 1139 woorden 25 mei keer beoordeeld. Scheikunde

6,7. 1 schuin de grond in boeren. 2 veel dieper boren (een paar duizend meter).

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 6 en 7

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

2 maximumscore 2. 1p Tijdens het proces moet verhit/ verwarmd worden. 1p Verhitten/ verwarmen kost veel energie.

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN (macro) 12(micro) SCHEIKUNDE HAVO/VWO

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

5-1 Moleculen en atomen

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Tabellen. Thermodynamica voor ingenieurs, Tabellen 1

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

H4SK-H1. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Transcriptie:

Samenvatting door Daphne 2963 woorden 14 november 2016 6,3 11 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 3.1 Energie Chemische reactie: een proces waarbij één of meer stoffen verdwijnen en daarvoor in de plaats komen één of meer andere stoffen Het verloop van een reactie kun je beïnvloeden door de reactieomstandigheden te veranderen. Brandbaar Niet-brandbaar Waterstof Water Methaan Koolstofdioxide Glucose Zwaveldioxide Benzeen Zuurstof Alcohol Zwavelzuur Zwavel Stikstof Waterstofsulfide Ammoniak Koolstofdisulfide Waterstofchloride 3.2 Kenmerken van een chemische reactie Bij een faseverandering blijven de eigenschappen van de beginstof behouden. Bij een chemische reactie veranderen de eigenschappen van de beginstof. Een chemische reactie verloopt pas als de temperatuur even hoog of hoger is dan de ractietemperatuur. Chemische energie kan omgezet worden in licht, warmte enz. Een chemische reactie kun je herkennen aan het veranderen van stofeigenschappen. Tijdens een chemische reactie veranderen de beginstoffen in reactieproducten. Soms komt energie vrij en soms is er energie nodig. 3.3 Reactieomstandigheden Nodig voor een chemische reactie: - Reactietemperatuur - Brandstof - Zuurstof Reactietemperatuur: de minimale temperatuur die nodig is om een chemische reactie te laten verlopen. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 1 van 16

Katalysator: Een katalysator zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt. 5 Factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid: 1. De soort stof 2. De verdelingsgraad van de beginstoffen. 3. De concentraties van de beginstoffen. 4. De temperatuur van het reactiemengsel. 5. De aanwezigheid van een katalysator. Exotherme reactie: een reactie waarbij warmte, of een andere vorm van energie, vrijkomt Endotherme reactie: een reactie die slechts kan verlopen als er warmte, of een andere vorm van energie, wordt toegevoerd aan de reagerende stoffen Wet van Lavoisier/wet van behoud van massa: bij een chemische reactie is de totale massa van de reactieproducten gelijk aan de totale massa van de beginstoffen. Deze wet maakt duidelijk dat er bij een scheikundige reactie geen materie verdwijnt en ook niet zomaar ontstaat. Een chemische reactie stopt als een van de beginstoffen op is. Het overblijvende deel van de andere stoffen noem je overmaat. Reactieschema: een verkorte weergave van een reactie in woorden. 3.4 Formuletaal Water en waterstof verschillen in eigenschappen omdat de moleculen van die stoffen verschillend zijn Atomen vormen de bouwstenen van molecuul Moleculen vormen de bouwstenen van een stof Symbolen zijn bedacht om atoomsoorten weer te geven Index: geeft aan hoeveel atomen er van één atoomsoort in een molecuul zitten Molecuulformule: geeft weer welke en hoeveel atomen er in een molecuul zitten Coëfficiënt: geeft het aantal moleculen weer Element: een stof waarvan de moleculen altijd maar uit één atoomsoort bestaan Verbinding: een stof waarvan de moleculen altijd uit twee of meer atoomsoorten bestaan. Zeven 2-atomige moleculen F2 Fientje Fluor Cl2 Cliedert Chloor Br2 Bruine Broom I2 Inkt Jood O2 Op Zuurstof H2 Haar Waterstof N2 Neus Stikstof https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 2 van 16

Atoomsoorten Metalen Niet-metalen Naam Symbool Naam Symbool Aluminium Al Argon Ar Barium Ba Broom Br Calcium Ca Chloor Cl Chroom Cr Fluor F Goud Au Fosfor P Kalium K Helium He Kobalt Co Jood I Koper Cu Koolstof C Kwik Hg Neon Ne Lood Pb Silicium Si Magnesium Mg Stikstof N Mangaan Mn Waterstof H Natrium Na Zuurstof O Nikkel Ni Zwavel S Platina Pt Radon Rn Radium Ra Xenon Xe Tin Sn Water H2O Titaan Ti Ammoniak NH3 Uraan U Ethanol C2H5OH Wolfraam W Glucose C6H12O6 IJzer Fe Methaan CH4 Zilver Ag Koolstofdioxide CO2 Zink Zn Zwaveldioxide SO2 Zwavelzuur H2SO4 Verticale kolommen PS: groepen Horizontale rijen PS: perioden Atoomsoorten die in dezelfde groep staan, dus onder elkaar, lijken in eigenschappen vaak sterk op elkaar Als in een periode kleurverschil voorkomt, betekent dit dat er in deze periode zowel metalen als nietmetalen voorkomen Groep 18: edelgassen Edelgassen reageren niet makkelijk met andere stoffen 3.5 van reactieschema naar reactievergelijking Reactievergelijking: de symbolische woorden van een chemische reactie Een reactievergelijking kun je opstellen als je de molecuulformules van de beginstoffen en de reactieproducten kent Bij het kloppend maken van een reactievergelijking moet je ervoor zorgen dat je altijd begint met een https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 3 van 16

atoomsoort die voor en achter de pijl maar in één molecuulsoort voorkomt. Een atoomsoort die in meerdere molecuulsoorten voorkomt, bewaar je bij het kloppend maken voor het laatst 3.6 oxidatiereacties Explosie: als een reactie zo snel verloopt dat je een knal hoort Verbrandingsreactie: een reactie van een stof met zuurstof, waarbij meestal vuurverschijnselen waarneembaar zijn: - Vlammen: hoeveelheid gloeiend gas - Vonken: wegspringend deeltje van een gloeiende vaste stof Na de verbranding: - Rook: fijn verdeeld vast reactieproduct - As: vast reactieproduct dat niet zo fijn verdeeld is, of het deel van de brandstof dat niet brandbaar was Een verbrandingsreactie verloopt als: - Er een brandbare stof is - Er voldoende zuurstof is - De ontbrandingstemperatuur wordt bereikt Oxide: een verbinding die bestaat uit 2 atoomsoorten: de atoomsoort zuurstof en één andere atoomsoort Naamgeving oxiden: Metalen: naam atoomsoort + oxide Niet-metalen: (Grieks voorvoegsel) + naam atoomsoort + (Grieks voorvoeg-sel)+ oxide Metaaloxiden Niet-metaaloxiden Naam Formule Naam Formule Koperoxide CuO Water H2O Natriumoxide Na2O Koolstofdioxide CO2 Magnesiumoxide MgO Zwaveldioxide SO2 Aluminiumoxide Al2O3 Zwaveltrioxide SO3 Difosfortrioxide P2O3 Difosforpentaoxide P2O5 1 = mono 4 = tetra 2 = di 5 = penta 3 = tri 6 = hexa Atoomsoorten in verbinding Verbrandingsproducten C CO2 C, H CO2 en H2O C, H, S CO2 en H2O en SO2 https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 4 van 16

Reagens: een stof die zichtbaar verandert in aanwezigheid van de stof die wilt aantonen Voorwaarden reagens: - Selectief: mag alleen reageren met de stof die je wilt aantonen - Gevoelig: moet al reageren als een heel klein beetje van de stof aanwezig is Water > wit kopersulfaat > wordt blauw Koolstofdioxide > kalkwater >wordt troebel Zwaveldioxide > broomwater >gele kleur verdwijnt Onvolledige verbranding: als er niet voldoende zuurstof wordt toegevoerd, er ontstaat roet (C) in plaats van CO2 Koolstof is gevaarlijk omdat het kleur- en reukloos is Factoren die invloed hebben op het verlopen van een verbrandingsreactie: - Ontbrandingstemperatuur: hoe hoger, hoe sneller de reactie - Concentratie: hoe hoger, hoe sneller de reactie - Katalysator: indien aanwezig verloopt de reactie sneller - Verdelingsgraad: hoe groter, hoe sneller de reactie - Soort stof De kans op een explosie is erg groot als een gasvormige brandstof in de juiste verhouding is vermengd met zuurstof. Bij een reactie kan overmaat aanwezig zijn maar ook, ondermaat. Dan heb je dus te weinig van een stof. 3.8 Analysemethoden - Kwalitatieve analyse: Een onbekende stof analyseren en onderzoek welke stof het is. - Meestal worden hierbij methodes gebruikt bijvoorbeeld: massaspectrometrie of gaschromatografie. - Kwantitatieve analyse: Een bekende stof of mengsel analyseren om de eigenschappen van die stof of dat mengsel te weten te komen. - Bij kwantitatieve analyse worden er ook er verschillende methode gebruikt, gravimetrie en volumetrie. - Kwantitatieve en kwalitatieve analysemethoden worden gebruikt om: - De kwaliteit van water te controleren. - Te hoge concentraties bestrijdingsmiddelen en ongewenste toevoegingen in voedsel op te sporen. - Misbruik van alcohol en drugs aan te tonen. - In de sport het gebruik van verboden stimulerende middelen aan te tonen. - Sporen van een plaats delict te kunnen onderzoeken. 4.1 Voedsel https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 5 van 16

Koolstofdioxide en water adem je uit. De energie van de voedsel verbranding heb je nodig voor denken, bewegen en lichaamstemperatuur. 4.2 Koolstofchemie Waterstoffen Koolwaterstoffen = Moleculen waarin alleen C en H atomen voorkomen. Homologe reeksen = Dat is een groep waarvan moleculen dezelfde verhouding C en H atomen hebben. Alkanen Alkaan = een koolwaterstof die bestaat uit moleculen waarin C en H atomen voorkomen in verhouding n : 2n + 2 Alkanen Algemene formule alkanen = CnH2n + 2 Molecuulmodel = 3D Molecuultekening = platte tekening Structuurformule = met letters Onvertakte en vertakte alkanen Onvertakte alkaan = Als aan de C-atomen H-atomen zitten. Vertakte alkaan = Als er geen H-atoom maar 1 of meerdere C-atomen aanzitten. Isomerie Isomeren hebben allemaal dezelfde molecuulformule maar verschillende structuurformules en verschillende stoffen. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 6 van 16

Cycloalkanen Cycloalkanen Algemene formule cycloalkanen, Cycloalkanen zijn onverzadigd. CnH2n Alkanolen Algemene formule alkanolen CnH2n+1OH 4.3 Noodzakelijke voedingsstoffen Structuurformules van voedingsstoffen Eiwitten In een eitwitmolecuul zie je elke keer een bepaalde combinatie van C, H en N-atomen terugkomen: de peptidebinding. Koolhydraten Een kenmerk uit de structuurformule van koolhydraten zijn de ringen uit C, H en O atomen. Glucose is een van de eenvoudigste koolhydraten. Vetten Romp is altijd hetzelfde C, H en O atomen. Romp is afkomstig van een glycerol molecuul en zijgroepen zijn verschillend. Zijgroepen bepalen gezonde of ongezonde vetten. Onverzadigd = gezonder Verzadigd = ongezonder Vitamines behoren tot koolstofverbindingen maar niet tot een groep. Mineralen behoren niet tot koolstofverbindingen maar bevatten een metaal. 4.4 Afbraak voedingsstoffen Enzymen Natuurlijke katalysator voor voedselafbraak. Vezels Onverteerbare resten zorgen voor een goede stoelgang. Hydrolyse Reactie van voedsel en water. Hydrolyse van eiwitten Er ontstaan aminozuren Essentiele aminozuren Die je lichaam niet zelf kan maken, ingebouwd in voedsel. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 7 van 16

Hydrolyse van koolhydraten Koolhydraten reageren met water, waarbij meestal glucose ontstaat. Hydrolyse van vetten Vetten reageren met water, waarbij glycerol en vetzuren ontstaan. Essentiele vetzuren Olie die je lichaam niet zelf kan maken, ingebouwd in voedsel zoals α-linoleenzuur of arachidonzuur. 4.6 Additieven Additieven zijn stoffen die aan ons voedsel worden toegevoegd. Gezondheidsbevorderende stoffen Bijvoorbeeld aan margarine onverzadigde vetzuren. Aan melk extra calcium Aan sap extra vitamine C Kleur-, geur- en smaakstoffen Soms natuurlijk en soms uit een laboratorium. Alle ongevaarlijke additieven hebben een E-nummer. Conserveringsmiddelen Hierdoor is een product langer houdbaar. Emulgatoren Stof die zorgt dat een mengsel van hydrofiele en hydrofobe stoffen niet ontmengd. ADI Waarde = Aanvaardbare Dagelijkse Inname (Papier) Chromatografie Niet geschikt voor grote mengsels. Berust op verschil in adsorptievermogen. Berust op verschil in oplosbaarheid. Vloeistof die je gebruikt = Loopvloeistof Uitkomst = Chromatografie Rf Waarde = Elke stof heeft, bij een bepaalde temperatuur en een bepaalde loopvloeistof, een Rf-waarde. Rf waarde = A/B, A = de afstand van de kleurstof. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 8 van 16

B= de afstand van de loopvloeistof. 4.7 Moderne biotechnologie Productie van medicijnen Insuline Antimalariamiddel Productie van voeding Kaasbereiding Bereiding van de zoetstof aspartaam Land- en tuinbouw 5.1 Grondstoffen Grondstof: Een belangrijk beginstof voor een productieproces in de industrie. Aardolie Aardgas Steenkool Metaalertsten Grondstoffen beginnen schaars te worden. Oplossingen: Materialen hergebruiken Groene chemie, duurzame grondstoffen Groene chemie voorbeeld: Bioplastics = Kunststoffen die door micro-organismen afgebroken kunnen worden tot onschadelijke stoffen/grondstoffen. Dit is Biologisch afbreekbaar. Duurzaam = Niet afkomstig van schaarse grondstoffen uit de aarde, belasten het milieu niet. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 9 van 16

5.2 Waaraan herken je een ontledingsreactie? Ontledingsreacties Een ontledingsreactie: Een chemische reactie waarbij uit één beginstof twee of meer reactieproducten worden gevormd. Kalksteen (s) -> ongebluste kalk (s) + koolstofdioxide (g) Energie-effect van ontledingsreacties Ontledingsreactie: Energie nodig -> Endotherm Er komt energie vrij -> Exotherm Bij een verbrandingsreactie: Zuurstof voor de pijl. Bij een ontledingsreactie: 1 stof voor de pijl, nooit zuurstof. Activeringsenergie en energiediagrammen Activeringsenergie: de Energie die je moet toevoeren om de reactie op gang te brengen. Energiediagram: energieverloop tijdens een reactie. Twee energie niveaus Exotherm is energieniveau van beginstof het hoogst Endotherm is energienivea van reactieproducten het hoogst 5.3 Typen ontledigsreacties Drie typen ontledingsreacties Er bestaan drie typen ontledingsreacties Thermolyse, een ontledingsreactie waarbij warmte voor nodig is Elektrolyse, een ontledingsreactie waarbij je elektrische stroom gebruikt Fotolyse, een ontledingsreactiereactie waarbij je energie toevoert in de vorm van licht. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 10 van 16

De reactieproducten van een ontledingsreactie Een ontleedbare stof is altijd een verbinding. CaO = ongebluste kalk. Doe je er water bij ontstaat er gebluste kalk. CaO2H2 = gebluste kalk = een goedkope beginstof, komt veel voor in de chemische industrie. Aanbranden = Een proces waarin voedsel ontleedt zonder zuurstof. Verbranden = Een proces waarin een stof reageert met zuurstof. 5.4 Thermolyse in de chemische industrie Thermolyse van naftafractie Naftafractie: Een fractie die ontstaan bij een destillatie van aardolie. Kraken: Door de naftafractie te verhitten, worden de grote moleculen ontleed. Hierbij ontstaan kleinere moleculen. Naftakrakers: Grote reactoren waarin deze ontledingsreactie plaats vindt. 5.5 Elektrolyse en fotolyse in de chemische industrie Is waterstof de brandstof van de toekomst? Bij verbranding van fossiele brandstoffen komt koolstofdioxide vrij dat is vervuilend. Bij verbranding van water komt geen vervuilende stof vrij. 2H2(g) + O2 (g) -> 2H2O Nadelen https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 11 van 16

Veel elektrische stroom nodig voor elektrolyse, het best kun je zonne-energie of wind energie of windenergie, maar dat is erg duur. Opslag en transport is erg gevaarlijk en daarom kostbaar. Bij de uitlaat van auto s wordt erg heet, als dat in contact komt met de lucht (dus stikstof en zuurstof). Deze stoffen reageren door de hoge temperaturen tot stikstofoxiden, die slecht zijn voor het milieu. Zo krijg je zure regens. De productie van waterstof Elektrolyse van water - Water kun je ontleden met behulp van elektrische energie. - Het kost veel energie dus niet efficiënt maar, katalysatoren verbeteren het proces. 2H2O (L) -> 2H2 (g) + O2 (g) Duurzame fotolyse van water - Biologische manier van waterstof maken met behulp van licht - Er bestaan algen: die water ontleden in H2 en O2 als ze worden bestraald met zonlicht, vorm fotolyse. - Algen zijn gevoelig voor zuurstof, wetenschappers proberen met genetische modificatie de algen minder gevoelig te maken. - Zo kan de waterstofopbrengst hoger worden. - Op deze manier komt er ook geen CO2 vrij dus, is het niet schadelijk voor het milieu. - Algen kunnen zichzelf vermenigvuldigen, zo raken ze nooit op. 5.6 De synthese en afbraak van kunststoffen Wat is een synthese reactie? Een synthese is een proces waarbij, meestal in een reeks van reacties, nieuwe stoffen ontstaan. Synthese van polyetheen https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 12 van 16

Monomeer: Grondstof die bestaat uit kleine moleculen. Polymeer: Een stof die uit lange moleculen bestaat. Polymerisatiereactie: Een monomeer reageert tot een polymeer, een stof met lange moleculen. Thermoplasten en thermoharders Thermoplast: Is een kunststof die zacht wordt bij verwarming. Thermoplasten worden verwerkt tot producten door middel van onder andere spuitgieten. Thermoharder: Is een kunststof die niet zacht wordt bij verwarming. Afbreekbare kunststoffen Kunststoffen vormen een steeds groter afvalprobleem op land en op zee. Bioplastics: Dit zijn kunststoffen die na gebruik met het groenteafval tot compost kunnen worden verwerkt, ze zijn dus biologisch afbreekbaar. Deze kunststoffen kunnen ook in de vrije natuur door bacteriën worden afgebroken tot stoffen die weer door planten en voedsel kunnen worden gebruikt. Productie van bioplastics Bioplastics zijn kunststoffen die biologisch afbreekbaar zijn. Bioplastics kunnen afkomstig zijn uit plantaardig materiaal, maar ook uit aardolie. 5.7 Polymeren en composieten Eigenschappen van polymeren De eigenschappen van polymeren worden door verschillende factoren bepaald: 1. De ketenlengte = Het aantal monomeerheden waaruit een polymeermolecuul is opgebouwd. 2. Het soort monomeer = Waaruit een polymeer is gemaakt, dus welke monomeren. 3. Het aantal dwarsverbindingen tussen de lange polymeermoleculen zo er één groot netwerk. Rubbers Latex is een melkachtig sap dat uit een bepaalde boomsoorten wordt afgetapt. Als je dit verhit met zwavel ontstaat er een sterk en flexibel materiaal. Dit proces heet vulkanisatie, er ontstaan dwarsverbindingen tussen de polyisopropeenmoleculen. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 13 van 16

Het reactieproduct is een thermoharder die rubber wordt genoemd. Natuurlijke polymeren Natuurlijk polymeer = Een polymeer dat in de natuur wordt gevonden, bijvoorbeeld Latex. Natuurlijke polymeren geven meestal stevigheid aan plantaardig en dierlijke cellen. Composieten Composiet = Een materiaal dat bestaat uit 2 of meer stoffen. Sterker dan de afzonderlijke stoffen. Voorbeeld: gewapend beton, gewapend kunsthars en hout. Koolstofvezels worden gebruikt om composieten meer stevigheid te geven. Opdrachten 52A. Een monomeer is een stof die bestaat uit kleien moleculen. In een polymerisatiereactie reageren deze moleculen met elkaar tot lange polymeermoleculen. B. Een polymeer is een stof die uit lange moleculen bestaat waarbij ieder molecuul is opgebouwd uit veel monomeermoleculen. C. Een polymerisatiereactie is een synthesereactie waarbij veel monomeermoleculen reageren tot polymeermoleculen. 53A. Dat zijn plastics waarvan de grondstof van biologische oorsprong is, zoals bacteriën of planten. B. Etheen kan worden gemaakt uit de naftafractie van aardolie en ook uit ethanol dat is geproduceerd uit plantaardige grondstoffen. C. De tweede manier, omdat daar de grondstoffen niet afkomstig zijn van schaarse grondstoffen uit de aarde en het milieu niet wordt belast. D. Het voordeel is dat er netto veel minder koolstofdioxide in de atmosfeer terechtkomt dan bij verbranding van gewone plastics op basis van aardolie. 54A. B. C. Dat is belangrijk omdat in de groene chemie zo veel mogelijk met duurzame grondstoffen wordt gewerkt. https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 14 van 16

61A 1 De grondstoffen voor de monomeren waaruit de bioplastics ontstaan, zijn afkomstig uit de natuur, bijvoorbeeld suiker of zetmeel. 2 Bepaalde bioplastics kunnen worden geproduceerd door micro-organismen. 3 Sommige bioplastics kunnen worden gemaakt uit polymeren die al in de natuur zijn gemaakt, bijvoorbeeld zetmeel of cellulose, afkomstig van bijvoorbeeld hout. 4 Aardolie is grondstof voor sommige bioplastics. B. 1 Voordeel: het is een duurzame methode. Nadeel: suiker en zetmeel zijn ook voedingsstoffen. Als je hier een kunststof van maakt, is er minder over om van te eten. 2 Voordeel: het is een duurzame methode. Nadeel: het proces is langzaam en er zijn maar weinig soorten kunststof op deze manier te maken. 3 Voordeel: het is duurzaam en er zijn minder chemische reacties nodig. Nadeel: het leidt tot het kappen van veel bomen. 4 Voordeel: relatief goedkoop Nadeel: het is geen duurzame methode. D TOETS 1A. De coëfficiënt is 3, dit geeft aan dat er drie moleculen C6 Cl5 OH zijn. b De namen zijn koolstof, chloor, zuurstof en waterstof. C. Er zijn zes koolstofatomen, vijf chlooratomen, één zuurstofatoom en één waterstofatoom. D. Het getal 6 is de index. 2A. Bij verdamping blijven de watermoleculen intact, bij ontleding vallen ze uiteen en er ontstaan nieuwe moleculen. B. Waterdamp bestaat uit watermoleculen, het mengsel bestaat uit waterstofmoleculen en zuurstofmoleculen. 3A. Er is één beginstof en er zijn twee of meer reactieproducten. B. Thermolyse, elektrolyse en fotolyse C. Warmte-energie, elektrische energie en lichtenergie https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 15 van 16

4A. Toestel van Hofmann of elektrolyseapparaat B. H2 O (l) 2 H2 (g) + O2 (g) C. Er moet elektrische energie worden toegevoerd, dus is het een endotherme reactie. D. 2 H2 (g) + O2 (g) H2 O (l) E. Bij de knal komt er warmte vrij, dus is het een exotherme reactie. F. De gassen zijn in de juiste verhouding gemengd, dus kan de reactie snel verlopen. 5A. CaCO3 (s) CaO (s) + CO2 (g) ontleding / thermolyse B. CH4 (g) + 2 O2 (g) 2 H2 O (g) + CO2 (g) geen ontleding C. 2 NH3 (g) N2 (g) + 3 H2 (g) ontleding / thermolyse D. 2 Al2 O3 (l) 4 Al (l) + 3 O2 (g) ontleding / elektrolyse E. 2 AgCl (s) 2 Ag (s) + Cl2 (g) ontleding / fotolyse 6A. Een exotherme reactie is een reactie waarbij warmte-energie vrijkomt. B. Het diagram B stelt een endotherme reactie voor omdat het energieniveau van de reactieproducten hoger is dan het energieniveau van de beginstoffen. 7 Dit is een diagram waarin het energieniveau van de reactieproducten hoger is dan het energieniveau van beginstoffen. Zie opdracht 6. 12A. vet en zuurstof B. vet C. De verbranding van vetten geeft energie. D. In je lichaamscellen treedt verbranding van vetten op omdat daar energie vrijkomt die in je lichaam gebruikt kan worden. 13A. Als de grondstof voor een kunststof afkomstig is uit een biologische bron zoals planten of bacteriën, noemen we de kunststof die hieruit kan ontstaan een biobased kunststof. B. Bioplastics zijn biologisch afbreekbare kunststoffen. C. Nee, want niet iedere biobased kunststof is afbreekbaar in de natuur. 15A. polypropeen https://www.scholieren.com/verslag/99960 Pagina 16 van 16