2011 Gaetan Ik heb op mijn tanden gebeten, tot op het einde.



Vergelijkbare documenten
Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Bijlage 3: Interview cliënt

Ria Massy. De taart van Tamid

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche oktober

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.


Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

sarie, mijn vriend kaspar en ik

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Wij zijn twee vrienden... jij en ik


Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.:

De tijd die ik nooit meer

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Verhaal: Jozef en Maria

H E T V E R L O R E N G E L D

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Ik heb geen zin om op te staan

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

ACTIVITEIT 1 : Verhaaltje «Joris en de Ikkietikkietijd»

Inleiding. Veel plezier!

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Ik moet Claire nu niet aankijken. Wij kennen elkaar te goed. Mijn ogen zouden me verraden.

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Werkboek Het is mijn leven

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Nummer 1! Collector s item!

KINDEREN VAN HET LICHT

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Een gelukkige huisvrouw

2006 Iria Dit was mijn redding uit de psychiatrie

Theatergroep Locals. Lesbrief

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

Hoe lang duurt geluk?

Copyright Beertje Anders

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

De jongen weet dat hij niet in slaap moet vallen. Want dan zullen dieven zijn spullen stelen. Ook al is het nog zo weinig wat hij heeft.

Vlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI

Woorden en Beelden voor Kinderen

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

De vrouw van vroeger (Die Frau von früher)

In de huizen aan de overkant wonen Marokkanen. Het zijn precies negen huizen. Van nummer 29 op de ene hoek tot nummer 45 op de andere hoek.

Eerste week vd advent

Weer loop ik door de draaideur van het Lucasziekenhuis.

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Adam en Eva eten van de boom

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Iris marrink Klas 3A.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

WAAROM DIT BOEKJE? VERBODEN

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Transcriptie:

2011 Gaetan Ik heb op mijn tanden gebeten, tot op het einde. Gaetan woonde en werkte in 2011 vier maanden bij Fred en Melodie in de Franse Pyreneeën Ik moest altijd maar werken. Ik kreeg geen rust. Dat was niet te doen. Maar ik heb ook heel veel geleerd. Waarom ik in Everberg zat? Ik kon niet naar mijn ouders en ik liep hier gewoon wat rond met mijn vrienden. Ik kom uit Kinshasa in Congo. Mijn pa is reiziger en was toen in Afrika en ik was hier met mijn stiefma. Maar ik en mijn stiefma, dat gaat niet zo goed. Ik ging dan meestal bij vrienden slapen. Ik had geen centen, echt niks, en ik heb toen tegen mijn vriend gezegd: We hebben geen geld en we lopen hier toch maar niets te doen. Zullen we iets gaan doen? En toen hebben we een overval gepleegd. Twee weken na die overval hebben ze me opgepakt. Dat was toen ik voor de laatste keer bij de jeugdrechter moest voorkomen: alles ging goed met mij en mijn problemen waren gedaan. Toen ik bij de jeugdrechter vertrok, stond ik nog even met mijn advocaat te praten en toen kwam er ineens iemand bij ons staan. Die zei: Ik ken u van ergens! En ik vroeg: Ken jij mij? Van waar? Zie jij niet dat ik met mijn advocaat sta te praten? Doe eens normaal en ga eens weg! Onbeleefderik. Dat was een zwarte met veel haar - een flik, maar dat wist ik nog niet - en die liet mij ineens een foto zien. Oei, oei, dat ben ik, dacht ik. Maar ik wilde dat niet meteen toegeven. Wat wil je van mij? Wat is uw probleem? zei ik. Je moet met mij meegaan, zei hij, maar dat wilde ik niet. Ik zou niet weten waarom. Maar toen kwam er ineens een beer van een vent, chic gekleed met een das, en die zegt tegen die flik: Ja, die moet je meenemen. Ze hadden mijn foto, maar ze wisten twee weken niet waar ik was. Doordat ik die dag met mijn advocaat op de rechtbank was, hebben ze mij opgepakt. Mijn vriend hebben ze nooit gepakt. We kenden elkaar al heel lang. Ik zei altijd tegen de mensen: Dat is mijn broer, ook al was dat niet zo. We hebben die overval met twee gedaan, en nadien hadden wij een dikke smile. Want we konden iets kopen om te eten, we hadden geld en we waren gelukkig. Die weken hebben we toch maar gehad. Toen ze mijn oppakten, heb ik gewoon alles op mij genomen. Waarom zou ik hem klikken? Dat doe ik niet. Als je vindt dat het goed gaat, dan ga je dat toch niet kapot maken? Dat is vriendschap. Hij zat in dezelfde shit als ik. En omdat ze mij hadden opgepakt, zat ik nog meer in de shit. Maar voor hem was het beter dat hij buiten bleef uit Everberg. Ik moest wel iéts vertellen aan die flikken en ik heb gezegd dat dat een vriend van mij was en dit en dat. Maar daarna moeten jullie zelf je werk doen, want ik ga niet alles zeggen, zei ik. Ik heb dus maar een klein stuk van het verhaal verteld en blijkbaar hebben ze hem nooit gepakt. Dat is niet oké natuurlijk, maar hij zal daar later zelf wel voor boeten. Die zal dat zelf wel betalen. En trouwens, als je in Brussel gaat klikken kom je in de problemen. Dan komen ze naar u en zeggen ze: Toon eens uw pv, en als je dan 1

schrik hebt weten ze het direct. Dan zeggen ze: Die ket heeft alles zitten zeggen, die heeft geklikt. Ik wilde mijn vriend niet klikken, en ik wilde ook geen twintig man om mij kapot te slaan omdat ik mijn mond had voorbij gepraat. Daarom heb ik hem niet verklikt. Ik vind het wel spijtig dat dat onderzoek niet goed gelopen is en dat die flikken niet iedereen te pakken hebben gekregen. Maar dat is het leven. Je moet weten: met jongeren die thuis problemen hebben en niet naar hun ouders kunnen, loopt het altijd mis. Die komen op straat terecht en weten niet wat ze moeten doen en dan beginnen ze domme dingen uit te halen. Als je daar daarna aan terug denkt, aan de mensen die daar waren dan zeg je natuurlijk: What the fuck, die mensen hadden toch wel schrik van mij. Maar t is nu eenmaal gebeurd Everberg Ik zat in Everberg, ik was 17 jaar en ik was alles kwijt. Thuis ging het moeilijk en ik zat al heel lang onder de verantwoordelijkheid van de jeugdrechtbank. Toen ik zei dat ik naar een militair kamp wou gaan, is mevrouw Hilde van de sociale dienst naar mij gekomen. In plaats van een militair kamp, ken jij Oikoten?, vroeg ze. Die mensen doen werkprojecten en zelfs stapprojecten, je mag kiezen. Dat sprak me aan en zo heb ik Oikoten leren kennen. Ze zei dat ik een brief moest schrijven en daar mocht ik alles in zeggen wat ik wilde en dan zouden zij antwoorden. En dan kijken we naar je toekomst, zei ze. Ik kreeg een brief van Oikoten dat ze mijn brief ontvangen hadden en dat zij het goed vonden. Stef is mij toen komen bezoeken, dat was op een maandag of een dinsdag. Ik wilde graag een stapproject doen, maar dat ging blijkbaar niet want die andere jongere was een meisje, en een meisje en een jongen mogen niet samen op tocht. Dat meisje zou dan een staptocht doen met een begeleidster, en voor mij hadden ze een gezin in Frankrijk dat klaar stond om mij in huis te nemen. Ik heb daar niet aan getwijfeld. Ik had me voorgenomen dat, als ik mocht deelnemen aan een werkproject, ik dat zeker zou doen. Ik ben een vent, dus ik had geen schrik. Als ze tegen mij zeggen dat ik dat mag doen, dan doe ik dat. Zeker om van Everberg weg te zijn. Het was klote om daar te blijven, echt bullshit. Daar moet je bijna de hele dag op je kamer blijven. Die jongens doen daar niets anders dan aftrekken. Pagetta noemen wij dat, dat is jongerentaal. Heel de dag pagetta, pagetta. (lacht) Wat zit je daar heel de dag te doen? Je moet op je kamer zitten, je mag niet op je bed liggen, je moet op je stoel gaan zitten je rug begint pijn te doen en op den duur word je precies een baksteen. Ik moest daar echt weg. Of het nu een stapproject of een werkproject was, was mij om het even. Ik wilde daar niet meer zijn. Ik zat daar al twee maanden. Ik heb geluk gehad dat ik die kans kreeg. Nog twee andere jongens hadden ook een brief gestuurd naar Oikoten. Die waren misschien ook van plan hun leven te beteren. Maar in Everberg zit je gewoon als een pionnetje. En als je geen geluk hebt, heb je dus geen geluk. Toen ik gekozen werd, dacht ik wel: Amai, die hebben geen geluk. Die ene was een Marokkaan, de andere kwam uit Somalië. Die mocht niet mee omdat hij al eens een stapproject gedaan had. Oikoten kende hem dus. Ze zegden: Jongen, jij wil niet veranderen. Jij wil gewoon een werkproject om weg te zijn. Misschien hebben ze mij gekozen omdat ze vonden dat ik een goede gast was, dat ik iets met mijn leven wou doen. Moesten ze mij niet gekozen 2

hebben, zou ik teleurgesteld geweest zijn! Je weet dat er maar één van de drie meekan. Ik was echt van plan om vier maanden op mijn tanden te bijten, om verlost te zijn van al die dingen. Als je dan ineens zou horen dat je niet mag meedoen, dan is het toch weer: Fuck, nu zit ik hier! Ik weet niet welk gevoel die andere jongens toen hadden, maar zelf dacht ik: Dit is mijn kans. Ik moét er voor gaan. Ik heb nooit schrik gehad. Het heeft nog een dag of drie, vier geduurd voor ik kon vertrekken. Dimi is mij in Everberg komen halen hij was mijn projectverantwoordelijke en dan zijn we naar Tildonk gegaan. Voilà, ik ben hier. Dat is wat nu moet gebeuren, dacht ik. En als het goed is, maakt het me niet echt uit waar ik terecht kom. Ik pas me aan. In die boerderij in Tildonk moest je altijd bukken en ik heb daar wel een paar keer mijn hoofd gestoten. Zelfs drie keer op dezelfde plek. Maar ik voelde mij niet op mijn ongemak. Ik vond ze daar wel allemaal nogal gek. Luce bijvoorbeeld zegt altijd vieze dingen aan tafel, je lacht je daarmee kapot. Ik zei zelf niks, maar ik lachte wel mee. Dat was wel goed daar. Ik ben daar toen met Dimi blijven slapen en de volgende dag zijn we naar Brussel gereden. Daar was een receptie met mijn familie, mijn zus en mijn broer. Normaal is dat in Tildonk, maar mijn zus kent Leuven niet, die wist niet hoe ze in Tildonk moest geraken. Dus had Dimi voorgesteld om de receptie in Brussel te doen. Geertrui was daar ook. Dat was mijn gon-begeleidster. Die hielp mij op school in Don Bosco in Sint-Pieters-Woluwe. Ik had haar uitgenodigd, want de mensen van Oikoten willen altijd dat je een steunfiguur hebt. Zij heeft mijn broer en mijn zus mee gebracht naar die receptie. Dat was wel leuk toen ik die allemaal terugzag. Veel foto s genomen en gepraat. Alleen mijn ouders zijn niet gekomen, maar dat was niet zo belangrijk. Mijn zus vond het goed dat ik dat project deed. Dan ben je een beetje weg van je gewoonte, van wat je altijd doet, zei ze. Je gaat andere dingen zien, een totaal ander leven. Mijn broer ook. Die zei: Doe het goed! (lacht) Ze vonden dat allemaal oké. Geertrui ook, die heeft mij knap gesteund. Dat is een supervrouw, echt waar. naar Frankrijk De dag daarna zijn we vertrokken. Het was eind oktober. We zijn rond vijf uur s morgens naar het Zuid Station gereden en daar heb ik de trein genomen naar Parijs en Montpellier. Ik was helemaal alleen. Ik was wel gewoon om de trein van Leuven naar Brussel te pakken of zo, maar dit was de SNCF. Dat was wel een lange reis, dat bleef maar duren. Zat ik wel goed? Straks kom ik nog in Londen uit, dacht ik.(lacht) Normaal gezien moest ik nog verder dan Montpellier, maar er waren toen veel treinstakingen in Frankrijk, dat was toen hevig daar. Dus ging Koen me in Montpellier komen halen. Maar toen ik daar was, zag ik die niet! Ik wist ook niet hoe die eruit zag! Ik ben overal beginnen zoeken, maar ik wist niet hoe ik die moest herkennen. En die was er niet! Ik heb toen telefooncel gezocht, want ik had zo n kaart om Koen te kunnen bellen. Ik moest dan eerst een code intoetsen, en dan begint er een vrouw tegen u te praten ik begreep daar niks van. Niks! Ik praat zelf ook Frans, maar dat Frans van die mensen? Ik begreep er geen bulshitt van. Ik ben dan aan iemand gaan vragen hoe dat werkt, en die heeft dat voor mij gedaan en dan heb ik Koen gebeld. Die zei: Ik ben onderweg, ik kom eraan. Ik stond daar met al mijn zakken en ik was zo een beetje naar overal aan het kijken. Toen zag ik iemand die naar mij keek, en die bleef kijken, en die lachte zo n beetje en dan dacht ik: dat moet hem zijn. Zo heb ik hem herkend. 3

Koen was mijn IB. Mijn individuele begeleider. Die woonde toen in de Pyreneeën. Nu woont hij terug in België, maar toen woonde hij in Frankrijk. Hij werkte voor Oikoten als er jongeren op project kwamen. Hij kwam dan om de twee weken eens langs. Carine woonde daar ook. Maar Oikoten doet daar nu geen werkprojecten meer. We reden vanuit Montpellier naar de Ariège, dat was een uur of twee rijden. En dan ben ik meteen naar dat gezin gereden op die boerderij, bij Fred en Melodie. Dat huis lag in een dorpje, heel afgelegen. Zo n honderd meter verder was er een winkeltje, dat was de enige bakkerij. Anders moest je naar de stad, dat was meer dan 15 kilometer. Daar gingen we altijd met de auto naartoe. Dimi had me gezegd dat het de eerste keer was dat er een werkkamp was bij zo n jonge mensen. Ik vond dat wel goed. Ik zou niet graag bij iemand van zestig jaar zitten. Oeps. Mijn vader zou mij moeten horen praten. (lacht) hard werken De eerste dag dat ik daar toekwam, heb ik beton leren maken. We moesten in de achtertuin een muur bouwen om het water tegen te houden. Want als het regende liep dat water tot helemaal in de kelder, dan was dat een zwembad van een 1, 10 meter diep. Wij zijn toen tot twee uur s nachts bezig geweest. Fred wou dat dat klaar was. Hij was heel blij met mij want ik wilde direct meewerken. Ik wist niet hoe je beton moest maken en hij heeft mij dat drie, vier keer uitgelegd. Toen hij eventjes weg was, heb ik zelf twee bakken beton gemaakt en daar schrok hij van. Jij leert wel goed! Jij hebt dat direct door, zei hij. Die Fred was zelf een harde werker. Een beest. Dat huis was eigenlijk een ruïne, helemaal versleten. Fred was dat helemaal aan het verbouwen. Hij zei: Ik ga gewoon dat huis bouwen en alles in orde maken voor mijn kind, en dan ga ik ergens anders wonen. Zij hadden 20 hectare grond en hij wilde nog ergens anders een huis bouwen. Zij waren van plan om hun leven te organiseren zoals de ouders van Fred: de vader hier en de moeder daar. Zijn ouders waren niet gescheiden, maar die moeder had wel ergens anders een huis. Fred had vroeger als zelfstandige gewerkt, samen met zijn vader. Dat was een loodgieter. Die wist alles van buizen en waterleiding. Fred had zo geld gespaard om dat huis te kopen en nu woonde hij daar met zijn vrouw. En met zijn dieren. Ze hadden twaalf honden, acht geiten en twee paarden. Ik hielp ook om die dieren eten te geven. Met die honden deden ze aan competitie, met hondensleeën. Dat zijn zo n halve wolven. Hij had ook een echte wolf maar die mochten we niet aanraken. Die was gevaarlijk. Ik heb hem in die vier maanden tijd nooit aangeraakt. Als ik een beetje dichter bij zijn hek kwam, begon die echt vies te doen. Die bleef maar blaffen. Wij werkten altijd samen. Ik moest mee muren zetten, elektriciteit leggen, wij waren elke dag constant 4

bezig. We moesten ook stenen in de tuin leggen dat was allemaal zand en modder. Hij heeft daar wel drie camions van laten komen. Met die stenen zijn we zeker een maand bezig geweest, met een schop en een kruiwagen, dat was niet zo gemakkelijk. Maar ik deed dat wel heel graag. We hebben boven ook een kamer verbouwd. Je voelde daar de kou binnenkomen, dat was niet goed. We deden dat niet met bakstenen, maar met een speciaal soort zand dat je moest mengen met ander zand en water, en dan werd dat een soort paté. Dat waren resten van hout, maar dat leek op beton. Dat isoleerde heel goed. Dat was fysiek werk, dat doe ik graag. Ik ben niet zo iemand om vijf, zes uur achter de computer te zitten. Ook niet op school. Ik word dat gewoon beu, dan zak ik weg. Ik doe graag zwaar werk met mijn handen, zoals een man. Het moeilijkste was toen we waterleiding moesten gaan zetten bij een vriend. Elke keer we daar naartoe gingen, zei ik: Fuck, weeral. We hebben dat toen drie weken gedaan, iedere dag. We moesten daar acht wc s zetten en minstens vier badkamers, dat waren heel veel buizen. En daar moesten we de hele tijd voor in een kelder kruipen, dat was niet simpel. Je moest die buizen dan plooien, maar daar beneden ging dat niet. Dus als het niet goed was, moest je terug naar boven en ze dan terug naar beneden brengen. We hadden op den duur pijn aan onze knieën, en het moeilijkste was nog dat we soms moeilijk adem kregen. Je had daar niks ruimte. En vuil. Dat vond ik het moeilijkste werk in die vier maanden. ik pas me aan Ik had mijn eigen kamer. Het was wel een probleem dat in dat huis overal muizen zaten, echt overal. Dat was de eerste keer dat ik in een huis woonde waar ik muizen hoorde stappen, lopen, eten In mijn kamer was er geen verwarming. Maar er was wel een groot gat voor de warmte van de kachel beneden. Die muizen kwamen ook door dat gat. Toen dacht ik wel: Als ik dat gat toemaak, komt er geen warmte meer in mijn kamer. Ik heb daar toen een stuk plastiek voorgedaan, maar na twee, drie dagen was die plastiek opgevreten. Die muizen eten alles! Er waren drie gaten in mijn kamer. Dat die muizen beneden liepen, daar had ik geen last van. Maar in mijn kamer vond ik dat wel een probleem. In de hoek was er zo n gat en daar zag ik ineens twee muizen uit komen. Whoow! Ik was echt aan het flashen! Twee muizen! Ik ben uit mijn bed gesprongen en ben in de schuur planken en vijzen gaan halen om die gaten dicht te maken. Toen Fred kwam vragen wat ik aan het doen was, zei ik dat ik al die gaten aan het toedoen was. Allez, dat is toch niks, zei hij. Maar ik zei: Neen, ik wil dat niet. Ik heb nog nooit in een kamer geslapen met muizen, dus hier moet ik dat ook niet hebben. Ik wil niet dat die in mijn bed kruipen! Ik heb al die gaten dicht gemaakt en daarna zijn ze niet meer gekomen. Die mensen leefden daar zo al anderhalf jaar. Toen zei ik: Als zij dat aankunnen, kan ik dat ook. Dus heb ik daar mee leren leven. Na een maand of zo ging dat wel. Ik probeer mij aan te passen. Ik mocht bij die mensen wonen, dus ging ik niet zeggen: Ik wil hier niet slapen want hier lopen muizen. Die kachel gaf ook niet veel warmte in mijn kamer, maar daar deed ik ook niet moeilijk over. Ik dacht: Ik heb nu het 5

geluk om hier te zijn, ik ga niet beginnen zeveren. Gewoon vier maanden op mijn tanden bijten en dat is wel los gelopen. Fred Die Fred is een moeilijke ket. Die wil altijd wat hij wil en die probeert nooit te weten wat de ander zijn mening is. Altijd maar: Ik zo, ik dit, ik dat, ik daar en jij moet gewoon volgen. Niet dat hij altijd slecht met mij geweest is, soms was hij ook wel leuk. Soms was die echt zot. Twee dagen in de week kon ik met hem lachen, maar voor de rest dacht ik: Die kerel profiteert van mij. Alsjeblief, ik kom hier niet om als een slaaf te werken! Ik ben hier gekomen om terug iets nieuw in mijn leven te bouwen. Toen maakte ik mij soms wel boos. Soms dacht ik: Ik pak mijn spullen en ik ben hier weg. Gewoon terug naar Montpellier. Wij maakten ook ruzie. Dan praatte ik de dag nadien niet tegen hem en hij niet tegen mij. Ik deed gewoon wat ik moest doen, de dieren eten geven of zo. Dat was alsof je in een familie leeft en je bent boos op je broer. Dan praat je niet tegen elkaar en doe je gewoon je ding. En hij doet zijn ding. Maar ook al hadden we discussie, we moesten toch samenwerken. Dan zaten we daar soms urenlang samen en zegden we amper iets tegen elkaar. Fred was gewoon een moeilijke kerel dat zei hij zelf tegen mij. Van zijn zestien ging hij niet meer naar school in Frankrijk mag dat en dan is hij beginnen werken bij zijn vader. Zijn leerkrachten moesten hem niet hebben en hij stak altijd vanalles uit. Hij is in drie of vier scholen buiten gesmeten. Ik dacht: Wow. Bij wie ben ik hier terecht gekomen? Dat is hier een zieke kerel! (lacht) Soms zei ik dat zelfs tegen hem. Dan zei ik: Als ik van het begin geweten had dat jij zo was, dan was ik niet gekomen. Dat vond hij niet leuk natuurlijk, maar hij was écht niet te doen! Dat zei zijn vader zelfs tegen mij. Als wij materiaal nodig hadden, gingen wij daar langs. Op een keer zaten we daar s morgens een kop koffie te drinken en die vroeg gewoon: Gaat het met hem? Ik zei: Huh? Waarom vraag je dat? Ik ken mijn zoon, dat is soms een moeilijke hé. Ik zei: Ja, soms is dat wel zo. Maar bon. Ik leef nu eenmaal met hem, ça va. Ik viel onder Fred zijn verantwoordelijkheid. Maar zelf dacht hij er niet aan om mij eens te laten rusten. Ik heb hem dat wel eens gezegd, maar dat haalde niks uit. Of als wij tv zaten te kijken, werd hij dat direct beu. Dan zette hij de tv gewoon af. Als ik bijvoorbeeld naar een serie zat te kijken en hij kwam binnen, was het direct van: Putain, tv, tv, tv en dan zette hij te tv uit en was weg. En dan zit je daar! Ik dacht toen: Iedereen vindt Fred een soort tiran maar zelf vindt hij dat hij alles goed doet. Dat hij een perfecte, ideale mens is waar iedereen naar luistert. Maar dat is niet altijd zo, hé? Soms moet je ook naar andere mensen luisteren! Maar dat deed hij niet. Op den duur liep dat wel verkeerd, want na een paar maand wou ik er mee stoppen. Als je je slecht voelt, wil je zo vlug mogelijk weggaan. Dan zit je de hele tijd af te tellen: nog twee maanden en drie weken, nog twee maanden en twee weken, nog twee maanden en een week Soms kon ik wel lachen met hem en viel het mee, maar het was heel dikwijls van: Het gaat niet, het gaat niet, het gaat niet! Ik werd daar gek van. Na twee maanden wilde ik het daar afbollen. Ik heb Koen toen gebeld dat ik terug naar 6

mijn familie wilde. We zullen daar maandag over praten, zei hij. Ik heb dat toen ook aan Dimi laten weten, zo slecht liep het. Maar Dimi zei dat ik dan terug naar de jeugdrechter moest. Dus dacht ik: Putain! Volhouden. Op de tanden bijten. Ze hebben mij toch kunnen overtuigen. Ik moest blijven volhouden. Dat is gelukt. En al bij al maakte het mij niet zoveel uit. Ik was daar gewoon, al had ik soms wel spijt dat ik gekomen was. Maar al was het soms moeilijk, ik wil ook aan de goede dingen denken. Anders heb ik toch maar een slecht gevoel. Ik heb heel veel geleerd van hem. Hij spreekt altijd rechtuit. Op een keer zei hij: Jij bent soms wel naïef, hé. Dat raakte mij in mijn hart. Dat bleef ook in mijn hoofd steken. Ik keek naar hem en zei: Wil je nu dat ik neen zeg? Normaal zei ik altijd ja tegen hem. Maar daar heb ik iets uit geleerd. Ik heb geleerd dat je soms moeilijke mensen in je leven tegenkomt, maar dat je ook dan zelf je mening moet zeggen. Ook al probeert die op je kop te zitten. Daar moet je je tegen verweren, want niemand is baas over jou. Maar ik kon niet tegen hem op. Fred was niet te doen. Ik heb ook veel praktische dingen geleerd. Ik heb leren beton maken. Ik kan waterleidingen zetten. Ik had nog nooit met dieren moeten werken maar nu kan ik met dieren omgaan, met geiten en honden en paarden. Die hondenslee was héél leuk. Ik kan een geit doen komen, ook als ze niet wil. Ik weet hoe je een paard zijn hoeven moet kuisen. Ik weet nu hoe je dieren moet voeden. En wat ik niet mag vergeten te zeggen: hij heeft mij ook geleerd om gitaar te spelen. Ik heb dat altijd graag willen leren, en ik heb dat van Fred geleerd. Die mens kon heel slecht zijn, maar ook heel goed. Die heeft mij dat geleerd en ik vond dat fantastisch. Die nam daar echt zijn tijd voor, zo van: Deze vinger daar en die vinger daar. Hij was wel streng, maar ik deed dan wat hij zei. En dan weer: Néé, zet uw vinger dààr! Luister dan toch klootzak! En ik dan weer: Ey, ey, ik ben bezig hé jongen. Zie je dat niet? En zo heeft hij mij dat geleerd. Eerst werk je vollen bak en ben je heel de tijd bezig. En dan ga je naar huis, eten, en dan soms wat gitaar spelen. We hebben toen een maand of twee geen tv gekeken. Alleen werken, dieren eten geven en gitaar spelen. Soms gingen we ook naar vrienden van hem die gitaar speelden en dan leerde hij zelf ook nog dingen bij. Fred had trouwens verschillende gitaren, en sommige gebruikte hij niet meer. Daar moesten gewoon nog snaren op of zo. Ik dacht dat hij er mij op het einde misschien een zou geven maar dat heeft hij niet gedaan. Maar ik heb er nu zelf twee. Ik speel nog altijd, gewoon akkoorden. Ik kan geen noten lezen, maar ik speel dingen van Ben Harper of van Tommy Emmanuel, een bekende gitarist. Ik speel nu altijd op een akoestische gitaar, maar ik wil ook een elektrische kopen. Daar kan je beter van die western muziekjes op spelen. En een ukelele wil ik ook. Dat is zo n klein gitaartje met vier snaren. Dan kan mijn klein zusje daar ook op spelen. Ken je Israël IZ, die zanger van 350 kilo? Die is gestorven door zijn gewicht. Die speelde daar op, met zijn dikke vingers. Fred was écht niet simpel. (lacht) Maar doordat die mens zo was, heeft die bij mij ook een soort karakter opgebouwd. Ik weet nu bijvoorbeeld dat ik mij niet altijd moet laten doen door een baas. Soms moet je gewoon tonen: Kijk, ik kom hier bij u werken, maar ik heb ook mijn eigen mening. Je doet dus niet alleen wat de baas zegt, maar je doet zelf ook dingen om uw baas blij te maken. Dat hij zegt: Dat is een mens die zelfstandig is. Dat soort karakter heeft Fred bij mij opgebouwd. Want na drie maand deed ik dat soms wel. Dan deed ik zelf dingen en zei ik: Neen, ik doe dat zo, dat lukt wel. Misschien ging dat 7

toen wat beter omdat het de laatste maand was, misschien wou hij wat goed maken. Toen lachte hij veel. Maar ik had geen spijt dat ik hem niet meer ging zien. Van Melodie wel, dat was een lieve vrouw. Daar had ik toch wel een beetje spijt van, zo na vier maanden Melodie en Marianne Met Melodie had ik niet zoveel contact. Ze maakte altijd eten en soms ging ze de dieren voederen. Ze was er wel altijd en soms praatte ik ook met haar. Zij was echt sympathiek, niet zoals Fred. Maar ik was niet veel bij haar. Zij had trouwens zelf ook veel problemen met Fred. Zij waren een keer aan het discussiëren en toen zei ze tegen Fred: Jij wil altijd dat mensen doen wat jij wil en nog van die dingen. Ik heb aan Melodie ook eens gevraagd: Hoe doe jij dat om met zo iemand te leven? Die kerel doet niets anders dan gewoon zeggen wat hij wil. Bij mij komt zo iemand niet binnen! Zij zei dan dat ze hem al twee, drie jaar kende, dat ze dus wel wist hoe hij was. Soms, als Fred weg was, kreeg ik de verantwoordelijkheid. Dan was ik de man in huis. Dan had ik alles in handen. Dat zei ik ook tegen Melodie om te lachen: Vrouw, doe dit en dat! Dan ze keek ze zo naar mij: Niet beginnen hé kerel! Van Melodie mocht ik altijd lachen. Maar ik mocht er niet té over gaan, dan praatte ze niet meer. Ik ging vaak met Melodie bij haar vriendinnen op bezoek. Jij zit hier vier maanden en je hebt geen vriendin?, zei ze. Dus zijn we naar een paar vriendinnen gegaan en heb ik Marianne leren kennen. Dat was na een maand of twee. Ik heb dat niet tegen Dimi en Koen gezegd, hoor. Fred en Melodie wisten dat. Ik mocht daar met de fiets naartoe, dat was een kilometer of vijf. Ik belde dan om af te spreken. Ik mocht altijd de gsm van Fred of Melodie gebruiken, maar dat deed ik niet graag. Want dan vragen ze die gsm binnen de twee minuten terug, dan kan je dus niet veel zeggen. Dus wachtte ik tot ze er niet waren en dan pakte ik gewoon hun vaste telefoon. Dat wisten ze niet, want dat mocht niet. Maar dan kon ik wel een beetje praten. En dan ging ik naar daar of zij kwam naar mij. Ik zag er toen wel ouder uit dan ik was. Ik schoor mij niet en ik had een dikke baard. Pas toen ik Marianne had leren kennen, begon ik me een beetje thuis te voelen. Ik begon toen ook de omgeving te kennen en ik kon alles alleen doen met de fiets, dat was gemakkelijker. Ik probeerde wat rust te zoeken bij haar. Ik verveelde mij niet meer zoveel en ik kon ergens terecht als ik het moeilijk had. Toen gingen de dagen wel vlug. Maar ik wist dat ik twee maanden daarna weg zou zijn, het was dus maar voor eventjes. Dat heb ik ook zo tegen haar gezegd: Ik ben hier maar voor een korte tijd en een echte relatie zullen we nooit kunnen hebben. Ik verwachtte ook niets van haar. Ik legde gewoon mijn situatie uit en dan kon zij zelf beslissen wat ze wilde. Ze zei me toen dat amuseren niet verboden is, als dat gewoon amusement blijft. Niet dat ze dat zo letterlijk zei, maar door met elkaar te praten begrepen we dat wel. Marianne was dus wel een vriendin, maar zonder relatie. Niet echt een lief, gewoon een seksvriendinnetje. (lacht) Zij wist dat en zij vond dat ook goed dat ik een kerel ben die dat durft zeggen. Dat ik Marianne leerde kennen, was voor mij het meest aangename van het project. 8

contact met thuis Ik miste mijn familie en mijn vrienden, elke dag. Zoals in Everberg! Daar wilde ik altijd weg, terug naar mijn familie, mijn gewoonten, mijn vriendin. Ook in Frankrijk wilde ik bijna elke dag terug. Dat was moeilijk. Maar het ging wel: als je heimwee hebt moet je daar mee omgaan. Soms gebruikte ik wel de telefoon van Fred en Melodie niet verder vertellen hé, want dat mocht niet. Maar je wilt toch terug een goede feeling hebben, en je wilt toch praten met de mensen van wie je houdt? Ik heb een keer of twee, drie naar mijn broer gebeld. Of naar een vriend, en dan vertelde ik waar ik was en over Fred en nog een aantal dingen. Dat gaf mij dan terug een goed gevoel. Ik hoorde dan dat het met hen ook goed ging. Ik moest gewoon op mijn tanden bijten tot ik terug bij hen kon zijn. Bij die bakker hadden ze een computer en daar mocht ik dan op - dat had ik nog nooit gezien, een bakkerij waar je op de computer mocht. Ik ben een keer of drie, vier op Facebook gegaan, maar die verbinding was slecht, die verbrak altijd. Ik heb toen wel een paar keer contact gehad met mijn lief. Dat is nu mijn lief niet meer. Ze zei dat ik een gevaarlijke mens ben, een bandiet. Ik zei dat ik wel wilde veranderen, maar ze zei dat ze mij niet meer moest hebben. Enfin, dat liet ze me toch verstaan. Ze zei gewoon dat het niet meer ging, want: Jij bent altijd weg en je hebt problemen met de flikken en ik denk niet dat mijn ouders dat goed zullen vinden als ze dat weten van u. Want die ouders wisten niet waar ik was. (lacht) Ik had gezegd: Zeg gewoon dat ik op vakantie ben, heel het schooljaar. Maar wie gaat er een heel schooljaar op vakantie? Als je jong bent moét je op school zijn. Ik zei: Oké, als je dat zo wil, dan wil je dat zo. Dan is dat geen probleem. Dat vond ze toen zelf wel erg. Maar ik heb nooit veel achter de meisjes gelopen, dat is zo mijn ding niet. En na het project was ik anders, dus ik vond het niet meer zo erg dat ze niet meer van mij moest hebben. Geertrui stuurde mij soms brieven en af en toe stuurde ik er ook een. Geertrui is echt een chic mens. Je zou die echt moeten kennen, een fantastische vrouw. Toen ik het niet meer zag zitten, heeft zij mij ook nog gebeld. Ze zei dan dat de rechter terug achter mij zou zitten en dat het dus beter was om vol te houden en op mijn tanden te bijten. Na een maand of drie is ze mij zelfs in Frankrijk komen bezoeken, samen met Dimi. Dat was in januari. Het was toen winter, maar het sneeuwde niet. In het zuiden van Frankrijk sneeuwt het niet zoveel, in België toen wel. Wij zijn toen in een chalet gaan slapen in Frankrijk kan je veel chalets huren. Daar zijn we een dag gebleven en we zijn toen ook gaan schaatsen: Dimi, ik en Geertrui. Koen mocht niet mee. Ik vond dat wel cool dat die speciaal naar daar kwamen om mij te bezoeken. Met Dimi kan je je kapot lachen! Als we s avonds moesten gaan slapen, begon hij die grap te vertellen van mucha dellucha. Ken je die? Over die mannen aan de toog die kak moesten eten? Dimi kon dat geweldig vertellen! Die kende heel veel grappen. Dus vond ik dat achterbanbezoek wel leuk. terug naar België Toen ik in Frankrijk vertrok, hebben we geen feestje gedaan. Wie doet er nu een feestje met Fred? Dat was gewoon een paysan, die bouwt geen feestje omdat iemand ergens naartoe gaat, hé. Zo is die niet. 9

Bij hem telt alleen werken. Een feestje bouwen vindt hij maar niks. Zelfs toen zijn broer zijn verjaardag vierde, begon hij zeveren: Je had dat toch evengoed thuis kunnen doen? Al die geldverspilling! Om zot van te worden. Echt een paysan. Ook zo een die van die biodingen gebruikt. We hebben die laatste avond gewoon wat zitten praten, dat ik ging vertrekken en si en la. Marianne vond het wel erg dat ik vertrok, ze heeft geweend. Maar ze wist ook dat het maar voor eventjes was, dat had ik vooraf gezegd. En wat moet, moet. Zij woont in Frankrijk en ik hier, dus ik denk niet dat er ooit iets zal zijn. Misschien als ik over een jaar of twee terug naar daar ga, dat weet je niet. Ik kende daar in de Ariège een ket die elk weekend naar België reed naar zijn vriendin. Minstens 2.000 kilometer! Van vrijdag tot zaterdag in de auto. Dat is toch te gek? Wie doet zoiets? Ik zou dat misschien twee of drie keer doen en dan zou ik dat toch beu worden. Ik kan me niet voorstellen dat die kerel dat deed. Dat is echte liefde. Die was écht verliefd. Goed voor hem. Ik ben met het vliegtuig naar huis gegaan. Nice! Het coolste op het einde! Koen heeft me toen naar de luchthaven gebracht en dan ben ik naar Charleroi gevlogen, met zo n geel vliegtuig. Geertrui stond mij daar op te wachten. Die is mij altijd blijven steunen. We zijn toen in Tervuren gaan winkelen. Ik mocht nieuwe kleren kopen en zij heeft dat allemaal voor mij betaald. En dan zijn we naar de receptie gegaan. Dat was bij mijn zus thuis in Sint-Genesius-Rode. Dimi was daar en mijn zus met haar drie kinderen en haar man. En mijn broer, die wordt binnenkort 21 jaar. Dimi heeft toen muziek voor mij gespeeld. Hij had zelf een tekst over mij gemaakt en heeft die dan gezongen. Hij gaf toen zijn gitaar aan mij om ook iets te spelen, en ik probeerde dat, maar die kinderen kwamen allemaal aan die gitaar. Ik was dat niet gewoon, want in Frankrijk waren geen kinderen. Ik ben toen bij mijn zus blijven slapen en de dag nadien zijn we naar Malpertuus gegaan. Ik was blij dat ik daar naartoe kon. Dat was ook de reden waarom ik dat werkproject deed. Ik moest van de jeugdrechter kiezen tussen dat werkproject en daarna naar Malpertuus, of anders naar Mol. Maar Mol ging nog langer duren dan vier maand. In Malpertuus kreeg ik een studio. Dat is Nobel. Ik had nog niet die vrijheid, maar ik kon toch wel dingen voor mezelf doen. Ik vond dat wel leuk. Normaal gezien kom je eerst in een leefgroep. Daar krijg je eten, dat moet je niet zelf kopen. Maar omdat ik al ouder dan 15 was, mocht ik ineens naar Nobel. Je krijgt er een studio en wordt voorbereid op Begeleid Zelfstandig Wonen. In Begeleid Zelfstandig Wonen mag je alleen op een studio gaan wonen. Ik heb daar wel goesting in, maar nu nog niet. Want alleen wonen is niet gemakkelijk. Al die facturen en papieren. Als je dat allemaal zelf moet doen, dat is moeilijk. Daarom is er eerst kamertraining. Als ik dan alleen ga wonen, krijg ik geen problemen omdat ik iets vergeten ben of iets niet heb ingevuld. Ik wil daar eerst nog een jaar of zo blijven. Na Frankrijk ben ik terug naar school gegaan. Mijn examens waren goed, maar ik moest dat jaar toch opnieuw doen. Ik had immers drie buizen omdat ik er bijna heel het jaar niet geweest was. Ik mocht wel in die school blijven want ze zegden: In die drie, vier maanden hebben we gezien dat je goed kunt leren. Dus dat zal wel goed lopen. Dat ik niet naar het vijfde mocht, begrijp ik wel. Want daar vragen ze soms dingen die je moet kennen van in het vierde, maar ik heb die dan niet gezien. Zeker omdat elektromechanica een van de moeilijkste richtingen is op die school. Er komen altijd nieuwe technieken bij en dat 10

wordt altijd moeilijker en ingewikkelder. Het is dus best dat ik mijn jaar opnieuw doe. Ik moet ook mijn taal nog verbeteren. In Frankrijk sprak ik altijd Frans en ik ben ook Franstalig opgevoed. Mijn Nederlands moet nog beter, maar dat zal wel terugkomen. Volgend jaar ga ik proberen om werk te vinden in het weekend. Ik zou ook deeltijds onderwijs kunnen doen, maar dat is niks voor mij. Ik zou het wel leuk vinden om twee of drie dagen naar school te gaan en dan te gaan werken, want dan verdien je centen. Maar je hebt dan niet zo n stevig diploma dat je later een goede job kan bezorgen. Daarom is dat niets voor mij. terugblik De keuze voor dat werkproject is bij mij vanzelf gekomen. Hilde heeft mij dat voorgesteld, maar niemand heeft dat voor mij beslist. Je moet zelf weten wat je in je leven wil doen. Als je wacht tot iemand anders u dat komt zeggen, dat is niet goed. Ik ben content, ja. Ik denk niet dat veel mensen dat vier maanden zouden volhouden met zo iemand als Fred. Zo n moeilijke mens! Ik blijf dat zeggen. Maar spijt heb ik daar zeker niet van. Ik heb daar veel bijgeleerd. Toen ik hier terugkwam, zag ik overal huizen, terwijl het daar overal bomen zijn. Ik had zelf een echt paysan karakter gekregen. Sommige vrienden van mij hadden zoiets van: What the fuck, jij bent helemaal anders! Ik had ook een Frans accent. Vroeger moesten de mensen mij niet hebben, want ik zei altijd direct fuck off. Maar met Fred was ik anders, toen had ik gewoon een ander karakter. Mensen op den buiten leven met hun dieren, zij gaan anders om met de natuur dan wij. Dus ik was wel veranderd. Ik had zoiets van: Ik ga terug in een bos wonen en bomen zagen en al die bomen op mijn rug en op mijn schouders dragen. Dat soort gevoel, dat blijft. Want wij gingen daar veel bomen zagen. Als het koud was in huis, moesten we hout zagen voor de kachel. Dat deed ik veel met Fred. Ik voelde mij in een soort film, ik zag mijzelf bomen zagen. Ik had nog nooit een zaag in mijn handen gehad, Fred heeft mij dat geleerd. Ik heb eens een uur of twee bomen zitten zagen, ik vond dat super. (lacht, blinkt) Je ziet die bomen daar zzzzz... echt super. Dat zijn dingen die ik graag doe. Ik voelde mij echt goed. Ik droeg die boom op mijn schouder, zaag in de hand, en de honden die zitten te blaffen omdat er mensen voorbij reden. Ik floot dan om ze te doen stoppen met blaffen. Of ik nog vaak terugdenk aan het werkproject? Een tijdje geleden kreeg ik nog een flashback. Ik reed door de velden naar Buken, langs een weg zonder lampen, met alleen maar koeien en boerderijen. Dat heeft zo n twee minuten geduurd. Toen dacht ik: We zijn in Frankrijk, en ik ben onderweg met Koen en we gaan naar Fred en Melodie. En twee minuten later ineens terug: Ik zit in België?! Wat zit ik hier nu te denken? Dat heb ik wel, dat ik terugdenk aan hoe het daar was. Ik heb dat hier soms zelfs met Luce van Oikoten. Die ga ik soms helpen. Dat is een sociale mens, totaal anders dan Fred. Maar soms heb ik dan ook dat gevoel dat ik met Fred had. 11

Ik heb geen contact meer met Fred of Melodie. Niks. Ook niet met Marianne. Dat zou nogal moeilijk gaan. Als je in België zit, zit je terug in een totaal ander leven. En als je dan belt? Je weet dat daar 1.500 kilometer tussen zit. Soms wilde ik wel eens bellen, zeker de eerste weken dat ik terug was. Maar ik heb dat toch niet gedaan. Ik had tegen Melodie gezegd dat ik na een jaar of twee nog zou terugkomen. Als ik dat wil doen, vind ik ze wel terug. Ik heb altijd gezegd: Ik kan leven met alles wat van de aarde is, maar alleen god kan mijn leven veranderen. Dat project heeft niet mijn leven veranderd, het heeft er wel een stuk bij gezet. Er is iets bijgekomen, een soort gezicht. Want een mens heeft veel gezichten, en dat is er bij gekomen. Maar ik ben niet veranderd. Ik vind het wel normaal dat de anderen dat zeggen dat ik veranderd ben, want ik kwam van ergens anders. Maar een verandering in jezelf, dat je zegt: Zo was ik vroeger, en nu ga ik zo zijn? Neen, dat niet. Wel een klein beetje natuurlijk, maar ik blijf mezelf. Ik ben niet veranderd omdat ik naar Frankrijk ben gegaan. Ik heb die feiten gepleegd omdat ik geen centen had. Nu ga ik elke dag werken om centen te verdienen. Oikoten Misschien moet Oikoten een beetje meer een oogje in het zeil houden. Ze zouden wat meer moeten weten van die familie. Ze hebben Fred één of twee dagen leren kennen, en dan heeft Fred ja gezegd en mocht ik daar naartoe gaan. Misschien moet Oikoten die mensen wat beter begeleiden. Fred en Melodie waren wel goed, maar er waren momenten dat ik het niet meer aankon. Dan had ik wel een beetje hulp nodig maar dat was er niet. En dan zit je daar! Oikoten zou toch wat meer over die mensen moeten weten, dat ze geen jongere naar krapuul sturen. Dat ze daar niet met een zweep beginnen te slaan. Je weet nooit of er zo iets kan gebeuren. En niet alle jongeren gaan dat durven vertellen. En ik weet wel dat je als jongere zelf moet zeggen als er iets is, maar je weet ook dat je die kans gekregen hebt om daar te zitten in plaats van in Everberg. Maar dat wil niet zeggen dat je je daar niet op je gemak mag voelen, hé! Geertrui blijft nog altijd komen. Ik heb haar vorige week nog gezien. Zij is mij zaterdag komen halen in Malpertuus. Wij zijn iets gaan eten en al. 12