5,8. Samenvatting door een scholier 3135 woorden 30 maart keer beoordeeld. Management en Organisatie

Vergelijkbare documenten
6,6. Inkomsten belasting progressief: Eigenwoningforfait. Samenvatting door een scholier 1910 woorden 6 februari keer beoordeeld

Boekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.

Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 deel 1

Ondernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.

Samenvatting Management & Organisatie H13+H14

Vormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels

Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn

Een onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.

7, Samenvatting door een scholier 1812 woorden 4 januari keer beoordeeld

7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld

Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5

5,7. Samenvatting door S woorden 30 juli keer beoordeeld Onderhandse Lening

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4 t/m 7

Aan de vraagzijde van de vermogensmarkt vinden we vrij wel dezelfde categorieën als bij de aanbodzijde:

Nadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.

Leverancierskrediet à hiervan is sprake wanneer de leverancier goederen levert die pas later door de afnemer betaald te hoeven worden.

Wanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.

Samenvatting M&O Samenvatting hoofdstuk 11, 12 en 13 In Balans

Samenvatting Management & Organisatie Samenvatting 10 t/m 15

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstukken 12, 13, 14 en 17

Samenvatting M&O H14: Enkelvoudige interest

Samenvatting Management & Organisatie H10 t/m 15

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 10

Samenvatting M&O hoofdstuk

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 10 t/m 13, Theorie

Om je goed voor te bereiden ontvang je bijgaand op de volgende bladzijden:

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 t/m 7

Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet

7,2. Samenvatting door een scholier 1567 woorden 9 december keer beoordeeld. M&O hf 1 t/m 6.

Als we geld lenen noemen we dat vreemd vermogen.

PTA M&O. Hoofdstuk 10.

Hoofdstuk 8. Vreemd vermogen

Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))

Financieel Management

Om een zaak te beginnen is geld nodig. Er zijn 2 verschillende soorten vermogen.

6.2 De functie van de banken

Vermogensbehoefte en financiering

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3, 4 t/m 5.6

Een schets van situatie pag. 2. Het huis dat wij kiezen pag. 9

Samenvatting Management & Organisatie Hoofstuk 1 t/m 7 en 10

Samenvatting Management & Organisatie Personeel & Organisatie H1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

Samenvatting M&O Hoofdstuk

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 13

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Vraag Antwoord Scores

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Afbetaling Aflossing Aflossingsvrije lening Beleggingskrediet BKR of Bureau Kredietregistratie Consumptief krediet Creditcard

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11, Eigen vermogen

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11: Eigen vermogen

De 15 valkuilen om voor op te passen bij het aangaan van een lening of krediet!

5.6. Boekverslag door H woorden 31 maart keer beoordeeld

M&O VWO 2011/

Samenvatting Management & Organisatie Boek 1+ 2

Organisatie: Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Verslag bespreking Centraal Examen M&O, HAVO, 2016 tijdvak 1. dd 20 mei 2016

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1, 3, 4, 8, 10, 11, 12

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4.

Hypotheekrecht en - vormen

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 8 en 9

6,6. Samenvatting door een scholier 1711 woorden 10 april keer beoordeeld. Hoofdstuk 1:

(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen, beleggen en lenen

Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)

Vraag Antwoord Scores

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Samenvatting door een scholier 2640 woorden 15 augustus keer beoordeeld

6,9. Personeelsbeleid. Personeelsplanning: wat zijn de aanwezige kwaliteiten en wat heeft de onderneming nodig.

Samenvatting m&o hoofdstuk 9: 9.2

Bij een keten van elektronicawinkels kunnen consumenten hun aankopen in termijnen betalen. enkelvoudige interest per jaar

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 12 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Hoe bereken je het interestbedrag bij enkelvoudige interest? Geef de formule en licht deze kort toe.

De Hypotheek. De Hypotheekrente. Rentevastperiode. Wat is een hypotheek? Wat zijn de kosten van mijn lening? Variabele rente

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

Wij zijn VDZ. Onze boodschap is helder: niemand regelt je geldzaken. beter dan wij. Dat is niet arrogant bedoeld, maar het uitgangspunt

5, > 3.3. Samenvatting door een scholier 1974 woorden 2 december keer beoordeeld

Loen Educatie & Schrijfwerk (N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen

Alle vrijheid van de wereld

Algemene informatie. Hypotheken - starter VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 9. In deze opgave blijft de vermogensrendementsheffing buiten beschouwing.

4,6. Uw financiële situatie. Werkstuk door een scholier 1976 woorden 8 april keer beoordeeld 1. HOE SLUIT JE EEN HYPOTHEEK AF?

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9 t/m 16

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 3135 woorden 30 maart 2006 5,8 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management en Organisatie H6 vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op lange termijn houdt in langer dan een jaar. Hypothecaire lening Hypothecaire lening: een geldlening op onderpand van een onroerende zaak (grond en gebouwen). Bij een hypothecaire lening ben je eigenaar zodra het in de bezit is, ook al moet je er nog voor betalen. Je geeft als eigenaar van de onroerende zaak het recht van hypotheek aan de geldgever. Deze krijgt dan het recht de onroerende zaak in het openbaar te laten verkopen als je niet meer aan je verplichtingen voldoet. De grootte van het bedrag dat je kunt lenen hangt o.a. af van je inkomen, je schulden, het inkomen van je partner. Lineaire hypotheek Van een lineaire hypotheek is sprake als elke periode een gelijk bedrag aan aflossing wordt betaald. De lasten per maand vind je door het aflossingsbedrag te vermeerderen met het deel van de interest dat voor zijn rekening komt. De aflossing bij een lineaire hypotheek lijkt erg hoog maar er is veel belastingvoordeel. Iemands inkomen speelt hierbij een grote rol. Het eigenwoningforfait is een vast bedrag dat bij het inkomen moet worden opgeteld en waarover belasting moet worden betaald. Voordelen lineaire hypotheek: De interestkosten worden lager De schuld wordt steeds kleiner Nadelen lineaire hypotheek: Belastingvoordeel neemt snel af door dalende interestkosten Hoge uitgaven wegens interest en aflossing zijn in de eerste jaren erg hoog terwijl het salaris dan nog niet zo hoog is. De spaarhypotheek Bij een spaarhypotheek los je gedurende de looptijd niet af. Je betaald wel elk jaar een spaarpremie. Die premies worden belegd zodat je na 10 jaar genoeg geld hebt om de lening af te lossen. https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 1 van 12

jaren Geleend bedrag spaarpremie Interest belastingvoordeel Lasten per maand? % van het geleende bedrag 40 % van de interest Spaarpremie + (interest belastingvoordeel) gedeeld door 12 Voordelen spaarhypotheek: - groot fiscaal voordeel; elk jaar maximale interestaftrek - over interest van het spaarbedrag hoeft onder bepaalde voorwaarden geen belasting te worden betaald - De maandlasten blijven elk jaar even hoog, zodat je precies weet waar je aan toe bent Nadelen van de spaarhypotheek: - de interestlasten zijn hoog - Het interestpercentage dat je vergoed krijgt is vaak lager dan het interestpercentage dat je moet betalen de annuïteitenhypotheek De uitgaven blijven van jaar tot jaar gelijk. Je moet aan het einde van ieder jaar een bedrag betalen dat voor een gedeelte bestaat uit interest en een gedeelte uit aflossing. Het interestbedrag wordt ieder jaar lager en het aflossingsbedrag ieder jaar hoger. Dit betekent dat het belastingvoordeel steeds kleiner wordt. jaren Schuld begin jaar Annuïteit interest aflossing Schuld einde jaar Belasting voordeel Lasten per maand? % van de schuld aan het begin van het jaar Annuïteit - de interest Schuld begin jaar - aflossing 40 % van de interest Aflossing + (interest belasting voordeel gedeeld door 12 Voordelen annuïteitenhypotheek: - Eerste jaren weinig afgelost dus laatste jaren veel belastingvoordeel - Lasten per maand in de eerste jaren lager, worden later hoger, is gunstig als je inkomen stijgt Nadelen annuïteitenhypotheek: - steeds kleiner belastingvoordeel gedurende looptijd - lasten per maand einde looptijd hoog, ongunstig als je inkomen omlaag gaat De obligatielening Een obligatielening is een geldlening op lange termijn die in kleinere bedragen is opgesplitst. Een obligatie is het bewijs van deelneming aan een geldlening. Obligatieleningen worden vooral afgesloten door staat provincies, gemeenten, ed. Obligatieleningen worden gebruikt wanneer productiemiddelen die lang meegaan ( machines, gebouwen enz.) moeten worden aangeschaft. Een obligatie bestaat uit een mantel en een couponblad. De mantel is het officiële stuk, waarop de belangrijkste gegevens staan. Het couponblad bestaat uit coupons en een talon. De coupons moet je inleveren om de interest te ontvangen. Als alle coupons op zijn stuur je het talon op en ontvang je nieuwe https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 2 van 12

coupons. Obligaties staan niet op naam. Een obligatielening is een vorm van lang vreemd vermogen. Hij kan op verschillende manieren worden opgelost: - in één keer aan het einde van de looptijd - in gedeelten gedurende een aantal jaren d.m.v. uitloting. - Inkopen van eigen obligaties Om veel mensen te bereiken wordt een prospectus uitgegeven. Hierin wordt onder andere vermeld: - de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen - resultaten en verwachtingen - doel van lening en grootte leenbedrag - datum waarop de koers bekend gemaakt wordt - wijze van aflossen en data van aflossing - tijdstip inschrijving - tijdstip afhalen en betalen obligaties De koers van de obligaties wordt niet van tevoren bekend gemakt. De beleggers moeten zelf aangeven welke prijs ze willen betalen voor de obligaties. Aan de hand daarvan wordt de uitgiftekoers vastgesteld. Dit heet het tendersysteem. Als de plaatsing van obligaties nog een tijdje doorgaat dan de eerste dag wordt dat toonbankuitgifte genoemd. Als men geld overhoud van de obligatieleningen kan er vervroegde obligatie plaatsvinden. Dit is niet gunstig voor de belegger en zij eisen dus een hogere interestvergoeding. Overeenkomsten aandelen en obligaties: - allebei een manier om aan lang vermogen te komen - beide alternatieve beleggingspapieren - je kunt ze beiden kopen en verkopen via de effectenbeurs verschillen aandelen en obligaties: aandelen obligaties Bewijs mede-eigendom NV of BV Schuldbewijs NV of BV Deel eigen vermogen Deel vreemd vermogen Permanent vermogen Tijdelijk vermogen (wordt afgelost) Medezeggenschap in AVA Geen zeggenschap Risico bij slecht resultaten Minder risico Koers onstabiel, afhankelijk winstverwachting Koers stabieler, afhankelijk van rentestand Dividend als beloning Vast interestpercentage Het plaatsten van obligaties gaat hetzelfde als het plaatsten van aandelen. Ze kunnen geplaatst worden: - tegen nominale waarde; a pari - boven nominale waarde; boven pari (agio ontstaat) - beneden nominale waarde; onder pari (disagio ontstaat) https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 3 van 12

Agio ontstaat doordat de interest op obligaties hoger is dan de marktrente op momnet van plaatsing. Is de marktrente hoger dan de interest op de obligatielening dan kan men alleen onder pari plaatsen. Onderhandse lening Een onderhandse lening is een lening op lange termijn die door één geldgever wordt verstrekt. Geldgever en geldnemer treden rechtstreeks met elkaar in overleg. Worden verstrekt door institutionele beleggers. Ontvangen maandelijks vaak zeer grote bedragen die ze vaak niet meteen nodig hebben. Deze worden o.a. als onderhandse lening uitgezet. Voordelen: - kan worden onderhandeld over leningsvoorwaarden - geen emissiekosten - lagere administratiekosten voorzieningen Sommige uitgaven zoals de kosten voor het schilderen van een gebouw hoeven niet jaarlijks te worden gedaan. De kosten worden dan verdeeld over alle maanden. Maar in de maanden waarin niet geschilderd wordt, wordt het bij voorziening voor onderhoud geplaatst. Dit lijkt op het vormen van reserve. Hierbij is het onbekend hoeveel er precies moet worden betaald en wanneer. Een voorziening behoord tot het vreemd vermogen. Reserves zijn voor onvoorzienbare tegenvallers en voorzieningen voor voorzienbare verplichtingen. Als het gaat om het onderhoud van gebouwen gaat het om lang vermogen omdat het langer dan een jaar duurt. Dingen als garantievoorzieningen zijn op korte termijn. Voorzieningen zijn dus gedeeltelijk lang en gedeeltelijk kort vermogen. Maar bij berekeningen worden ze altijd tot lang vermogen gerekend, behalve als er anders vermeld wordt. Vreemd vermogen op korte termijn Korter dan een jaar Functie van de banken Een bank is een instelling die zich bezighoud met het verlenen van kredieten die zij verschaft uit eigen middelen, uit van derden opgenomen gelden of door creatie. Bij het verlenen van kredieten gaat de bank na of de geldnemer wel in staat is zorg te dragen voor de aflossing. Eigen middelen van de bank bestaan uit aandelenkapitaal en reserves. Deze vormen een garantie voor eventuele verliezen. Hoe meer krediettransacties hoe meer risico. Maar een hypotheekbank heeft minder risico omdat onroerende zaken onderpand hebben. Bij kredietverschaffing uit middelen van derden moet de bank afwachten hoeveel geld er wordt aangeboden. Hierbij interestpercentage en voorwaarden, zoals termijn van vastlegging, van belang. https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 4 van 12

Banken kunnen geld uitlenen dat ze niet hebben. Dit heet kredietverlening door creatie. Gespecialiseerde banken zoals hypotheekbanken richten zich op één bepaalde activiteit. Algemene banken oefenen het hele bankbedrijf uit. De hoofdtaken van algemene banken zijn: - verstrekken kredieten - aanbieden spaarmogelijkheden Daarnaast houden zij zich bezig met: - verrichten van betalingen voor cliënten - bewaren van effecten (aandelen en obligaties) - effectenverkeer - emissiebedrijf - valutahandel Bij een deposito zet je je geld voor een bepaalde periode vast. Je wilt altijd over je geld kunnen beschikken. Hoe langer je het geld vastzet hoe hoger het interestpercentage. Bij een vaste interest geld een aantal perioden hetzelfde percentage per periode, het percentage staat voor enige tijd vast. Een variabele interest kan iedere dag worden aangepast. Betalingen zijn erg makkelijk te verrichten als je een bankrekening hebt. Je hoeft alleen de volgende dingen in te vullen op een formulier: - naar wie het bedrag moet worden overgemaakt - op welk rekeningnummer het moet worden overgemaakt - welk bedrag moet worden overgemaakt Bij en open bewaarneming geeft de cliënt zijn effecten aan de bank. De bank regelt dan allerlei dingen in ruil voor provisie en bewaarloon. Bij een gesloten bewaarneming verricht de cliënt zelf alle nodige handelingen. De bank verzorgt voor haar cliënten de verkoop en aankoop van effecten. Daarin geeft zij ook advies. Doordat er veel aankoop en verkooporders binnenkomen bij de bank kan deze een gedeelte met elkaar compenseren. Dit heet clearing. Deze effecten worden dan niet op de beurs gebracht en hebben dus ook geen invloed op de prijs die op de effectenbeurs tot stand komt. Als een onderneming nieuwe aandelen of obligaties wil plaatsten schakelt zij het bankwezen in. Een bank kan op twee manieren betrokken zijn bij een emissie: - De bank neemt de hele emissie over van de onderneming tegen een van vooraf bepaalde koers - De bank verleend bemiddeling en ontvangt hiervoor provisie, hierbij loopt de bank geen risico Leverancierskrediet en afnemerskrediet https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 5 van 12

Afnemerskrediet is krediet dat de afnemer verstrekt aan de leverancier. De afnemer betaald dan goederen die pas later worden geleverd. Leverancierskrediet is krediet dat de leverancier verleent aan de afnemer. Van leverancierskrediet is sprake als de leverancier goederen levert die pas later door de afnemer hoeven te worden betaald. Bij leverancierskrediet onderscheid men twee vormen: - consumptief leverancierskrediet; leverancier verleent aan consument - productief leverancierskrediet; bedrijf verleend aan ander bedrijf Consumptief leverancierskrediet is onverbrekelijk verbonden met de levering van goeder of diensten. Dat houdt in dat je bijv. een bakker iedere vrijdag betaald ipv iedere dag. Kredietverlening waarbij je periodiek betaald is goed. Maar als de krediettermijn langer is dan de termijn die tussen de twee loonbetalingen zit is dit juist nadelig. Het kan hierbij dat de consument boven zijn stand gaat leven doordat hij voorloopt op de besteding van zijn inkomen. Dit komt vaak voor bij afbetalingskrediet. Ook postorderbedrijven verlenen leverancierskrediet. Hierbij loop de vooruit op de inkomensvorming. Dit heeft de volgende bezwaren: - consument is nooit zeker dat inkomen in de toekomst ook echt zo zal zijn - in de toekomst kunnen er behoeften komen die veel belangrijker zijn Ook voor de leverancier zijn er bezwaren verbonden aan afbetalingskrediet. Deze kan grote verliezen lijden als de consument niet aan verplichtingen voldoet. Productief leverancierskrediet wordt verstrekt door de ene leverancier aan de andere. Dit behoord tot kort vermogen ( een tot zes maanden ). Ondernemingen maken liever gebruik van leverancierskrediet dan bankkrediet omdat: - kosten meestal lager zijn - risicokleiner is voor de bank Een deel van het leverancierskrediet zou met beter kunnen vervangen door eigen vermogen omdat: - eigen vermogen is goedkoper - leveranciers geven bij contante betaling vaak korting - als afnemer op tijd aflost hoeft hij geen toeslag te betalen Door de kosten van het leverancierskrediet per jaar te berekenen kan deze vorm kredietverlening worden vergeleken met de andere vormen. Afnemerskrediet wordt verstrekt door de afnemer aan de leverancier. Het afnemerskrediet komt voornamelijk voor bij: - dienstverlenende bedrijven https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 6 van 12

- uitvoering van speciale orders - opkopende handel Diensverlenende bedrijven verlenen diensten die bij wanbetaling niet kunnen worden teruggevorderd. Deze moeten dan ook van te voren betaald worden. Bij speciale order moet een groot bedrag vooruit worden betaald omdat er een risico is dat de klant het product alsnog niet koopt. Bij opkopende handel ontvangt de boer financiering. Hij moet dan producten tegen de overeengekomen prijs leveren. Hij is gebonden aan zijn afnemer. Afnemerskrediet is te verdelen in: - consumptief afnemerskrediet - productief afnemerskrediet Bij het consumptief afnemerskrediet verstrekt de consument krediet aan de leverancier. Bij het productief afnemerskrediet is de kredietverlening tussen ondernemingen, waarbij vooruitbetaling plaatsvindt. Het rekening-courantkrediet De vermogensmarkt kan worden ingedeeld in eerstehands en tweedehands vermogensmarkt. Op de eerstehandsmarkt ontvangen de ondernemingen het vermogen rechtstreeks van het publiek. Op de tweedehandsmarkt leent de onderneming van de bank, die weer leent van het publiek. Een rekening-courant is een rekening die gebruikt wordt voor de dagelijkse betalingen en ontvangsten. Bij een rekening-courantkrediet krijgt de onderneming toestemming om tot een bepaald bedrag rood te staan bij de bank, het kredietplafond. Omdat een rekening-courantkrediet duur is zou je het zo min mogelijk moeten gebruiken, maar toch kan het zinvol zijn: - Kleine bedrijven de geen toegang hebben tot de eerstehands vermogensmarkt zijn hiervan afhankelijk - Is handig bij seizoenspieken - Anticipatiekrediet; krediet dat vooruitloopt op de plaatsing van aandelen of obligaties. Het consumptief krediet Consumptief krediet is bedoeld voor particulieren die het gebruiken voor consumptieve doeleinden. We rekenen hiertoe: - doorlopend krediet - persoonlijke lening https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 7 van 12

- koop en verkoop op afbetaling - huurkoop Bij een doorlopend krediet spreken bank en consument af dat de consument krediet mag opnemen tot een bepaald bedrag, want dan in een bepaalde tijd moet worden terugbetaald. Hierover moet de consument provisie en interest betalen. Bij de persoonlijke lening (PL) leent de consument een bedrag bij de bank voor een bepaald doel. De consument neemt het maximale bedrag dan ineens op. Terugbetaling vind plaats in gelijke termijnen de deels uit aflossing en deels uit interest bestaan. Voordeel is dat het bedrag voor allerlei zaken gebruikt mag worden. Bij koop en verkoop op afbetaling komen koper en verkoper overeen dat de koopprijs van een roerende zaak (bijv. wasmachine) zal worden betaald in termijnen. Het artikel wordt op krediet gekocht zodat de consument voor aanschaf niet eerst hoeft te gaan sparen. Na overdracht artikel moeten meteen minstens twee betalingstermijnen volgen. Huurkoop lijkt op afbetaling alleen dan wordt de koper pas eigenaar als het laatste termijn is betaald. Dit geeft de verkoper meer zekerheid. Financiering van niet-commerciële organisaties De belangrijkste vormen van financiering voor niet-commerciële organisaties zijn: - budgetfinanciering - lumpsum - subsidies - leningen, contributies en giften Budgetfinanciering komt voor bij heel veel overheidsinstellingen. De overheidsinstellingen maken elk jaar een begroting. Financiering d.m.v. lumpsum vindt vooral plaats in het onderwijs. De school krijgt ieder jaar een bedrag van de overheid, afhankelijk van het aantal leerlingen. De school heeft redelijk grote vrijheid bij besteding hiervan. Bij subsidies is de overheid (in tegenstelling tot bij budgetfinanciering en lumpsum) niet verplicht voor de financiële zorg op te draaien. Er zijn bepaalde regels waar een organisatie zich aan moet hoeden om in aanmerking te komen voor subsidie. Niet commerciële organisaties sluiten vaan leningen af, bijv. voor verbouwing. Dan wordt soms geheel of gedeeltelijk subsidie toegekend. https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 8 van 12

Een belangrijke bron van inkomsten voor niet-commerciële organisaties bestaan uit contributies en giften. H8 interestberekeningen Enkelvoudige interest en samengestelde interest Bij het lenen van geld heb je twee soorten betalingen; aflossing en interest. Aflossen is het terugbetalen van de lening. Interest is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van geld. Interest wordt vaak ook rente genoemd. Je hebt enkelvoudige (EI) en samengestelde interest (SI). Bij enkelvoudige interest wordt voor elke periode interest berekend over het oorspronkelijk geleende bedrag. Bij samengestelde interest wordt de interest over een periode bij het oorspronkelijk geleende bedrag opgeteld. Over beide bedragen moet je de periode daarop interest betalen. Dit noemt men ook wel rente op rente. Berekeningen met enkelvoudige interest Bij berekeningen met enkelvoudige interest gelden de volgende regels: - Interestbedrag wordt afgerond op hele centen - Maand meestal op 30 dagen gesteld - Jaar meestal op 360 of 365 dagen gesteld - Eerste dag wel meegeteld, laatste dag niet - Gegeven percentage geld voor jaar (tenzij anders vermeld) De formule voor enkelvoudig interest is: K x P x T I = ------------- 100 K = kapitaal P = percentage T = looptijd in jaren I = interestbedrag T = aantal dagen c = constante Als je de interest over een aantal dagen of weken uitrekent krijg je: K x P x T I = ------------------ 100 x 360 (of 365) https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 9 van 12

K x P x T I = ------------- 100 x 52 Dit wordt ook wel geschreven als: K x P x T I = ------------- 100 x c De c is een constante en kan voorstellen: - 1 bij interestberekening over jaren - 12 bij interestberekening over maanden - 24 bij interestberekening over halve maanden - 52 bij interestberekening over weken - 360 of 365 interestberekening over bij dagen Als je moet uitrekenen hoe lang een bepaald bedrag heeft uitgestaan trek je eerst de eindwaarde van de totale interest af. Dan deel je dat bedrag door de interest per jaar en dat doe je keer 1 omdat je het aantal jaren berekend. Als je wilt berekenen welk bedrag er is uitgezet deel je het totaal aantal maanden door 12 en vermenigvuldig je dat met de interest in procenten. Dat tel je bij de 100 % op. En dan deel je 100 door het bedrag dat eruit komt. Dit vermenigvuldig je dan met de eindwaarde. Berekening van het aantal interestdagen Maak altijd een tijdlijn! Aflossen op leningen De schuldrest bereken je door het geleende bedrag te verminderen met de bedragen die al zijn afgelost. Dus de schuld neemt niet af door interest te betalen. H9 samengestelde interest Samengestelde interest Bij samengestelde interest wordt de interest aan het einde van elke periode bij de hoofdsom gevoegd, en dat wordt over het totaal de interest berekend. Dit wordt ook wel rente over rente genoemd. Als je ieder jaar je interest van de bank haalt is een enkelvoudige goed voor je maar laat je het staan is een samengestelde veel gunstiger. https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 10 van 12

Berekening van eindwaarde en contante waarde van een bedrag n (1+i) -1 Ew = T x (1+i) x ------------- I 1 ----- n 1- (1+i) Cw = T x ----------- ( + T) (als het de 1e van de maand is) i Cw = contante waarde Ew = eindwaarde i = interest T = termijn (bedrag) n = looptijd (aantal perioden) k = kapitaal Berekenen gekweekte interest Trek het bedrag van het begin van de periode waarover je de gekweekte interest wilt berekenen af van het bedrag aan het einde van de periode. Kijk alleen naar interest. Bijzondere rekeningen Bij enkelvoudige interest is 6 % per jaar even veel als 3 % per half jaar. Bij samengestelde interest is 3 % per half jaar meer. Om een percentage per half jaar te berekenen dat gelijk is aan bijv. 6 % per jaar die je de volgende berekening; 1,06 tot de macht 1/2. Dat is 1,029563. Dit houd dus in dat 2,9563% per half jaar gelijk is aan 6% per jaar in het geval van samengestelde interest. Als je van een half jaar naar een jaar wilt rekenen doe je 3% tot de macht 2. H10 rente Rente is een reeks van gelijke bedragen die met gelijke tussenruimten moeten worden betaald of ontvangen. De datum waarop een nieuwe termijn moet worden betaald heet de vervaldatum. Een voorbeeld hiervan is lijfrente. Dit houdt in dat je vanaf een bepaalde leeftijd periodiek een bepaald bedrag ontvangt dat je in het verleden heb betaald. Als je het ineens betaald heet dat een koopsom. Berekening eind of slotwaarde van een rente https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 11 van 12

De eindwaarde van een rente is de waarde van een reeks gelijke bedragen, berekend op een bepaald tijdstip, op basis van samengestelde interest. Voorbeeld: 2 3 1000 x ( 1 + 1,04 + 1,04 + 1,04 + enz ) Die 1 hoeft er niet altijd bij, ligt eraan of het over het begin of het einde van het jaar wordt berekend. Bij begin jaar moet de 1 er wel bij, bij eind jaar niet. Formule: n r - I a x -------- r I a = eerste term r = reden n = aantal termijnen Berekenen contante waarde of aanvangswaarde van rente De contante waarde van een rente is de waarde van een reeks bedragen berekend op een bepaald tijdstip, op basis van samengestelde interest. Hierbij reken je terug. Bij berekenen van contante waarde moet je de volgende dingen doen: - maak een duidelijke tijdlijn - bepaal tijdstip - bepaal aantal bedragen - bepaal aantal perioden - breng alle bedragen consequent naar het tijdstip van berekening n r - I a x -------- r I a = eerste term r = reden n = aantal termijnen https://www.scholieren.com/verslag/27198 Pagina 12 van 12