COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG



Vergelijkbare documenten
COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG

JAARVERSLAG

Jaarverslag

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

Samenwerkingsverbanden van het Openbaar Ministerie

Strategische doelstelling

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN - FAVV

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Ontwerp van samenwerkingsakkoord

20 JULI BOUDEWIJN, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 26 juni

Hof van Cassatie van België

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 november

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST EN VAN HET PROTOCOL TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIË DE REGERING VAN DE REPUBLIEK INDIA

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

JAARVERSLAG COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG


Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Koninklijk besluit van 30 mei 1997 houdende de versterking van de doeltreffendheid van de instrumenten voor financiële steun aan de export

21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Functiefamilie ET Thematische experten

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ministeriële Richtlijn van 14 december 2006 inzake het Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

Opsporings- en vervolgingsbeleid betreffende mensenhandel. Richtlijn van de Minister van Justitie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Activiteitenverslag van de federale politieraad : Periode september juni 2005.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

INLEIDING. Wat is het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting?

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

FATF evaluatieverslag: gevolgen voor België. Cel voor Financiële Informatieverwerking (CTIF-CFI)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

Synthese van het evaluatierapport met betrekking tot het tijdelijk huisverbod

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Omzendbrief nr. COL 3/2004 van het College van Procureursgeneraal bij de Hoven van Beroep

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Thematische uitwerking

Hof van Cassatie van België

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

Domein 1 : Bestuurlijke politie (In termen van bevoegdheden van agent van bestuurlijke politie in overeenstemming met het art.

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Parket procureur des Konings Mechelen - Turnhout

EVALUATIEVERSLAG VAN DE UITVOERING HET SAMENWERKINGSAKKOORD REACH VAN 17 OKTOBER 2011, IN TOEPASSING VAN ARTIKEL 24 VAN DIT SAMENWERKINGSAKKOORD

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 februari

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Jaarverslag

Gerechtelijk Wetboek

PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE, DE REPUBLIEK OEZBEKISTAN TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave. Voorwoord...5. Inhoudsopgave...7. Lijst Van Tabellen Inleiding Methodologie...19

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 tot uitvoering van het decreet van 5 mei 2006 houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal

BUURTINFORMATIENETWERKEN ZELFSTANDIGE ONDERNEMERS

1. Het verslag van de algemene vergadering van 18 april 2007 werd goedgekeurd.

De jaarlijkse statistieken van de hoven en de rechtbanken

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

VR DOC.0510/1BIS

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Hoge Raad voor de Justitie Conseil supérieur de la Justice. Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

VR DOC.0389/1BIS

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni

Nathalie MAQUET Tom RIJSSELAERE Dienst Dierenwelzijn Dept Inspectie en verontreinigde bodems

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DEONTOLOGIE TITEL 1. ALGEMENE BEPALING. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. TITEL 2.

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

I n h o u d s o p g a v e 1. Inspectiediensten met bijzondere politiebevoegdheden: een conceptueel kader 2. Methodologie

Hierbij vindt u het verslag van de inspectie die plaatsvond in uw centrum op 27/08/2018.

DEONTOLOGIE. Wet van 6 januari 2014 houdende oprichting van een Federale Deontologische Commissie 1 TITEL 1. ALGEMENE BEPALING.

Huishoudelijk Reglement Technische Commissies

Federale Overheidsdienst Justitie Sectorcomité III

Transcriptie:

COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG 2006-2007

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 6 DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis 2,1 Ger.w.) HOOFDSTUK 1 GROOT-BANDITISME EN TERRORISME 9 1. Inleiding 9 2. Algemeen 9 3. Inhoudelijk 9 HOOFDSTUK 2 RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID 13 1. Het ontwikkelen van materiedeskundigheid 14 2. Het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking 15 3. Het streven naar uniformiteit binnen opsporings- en vervolgingsdaden 15 HOOFDSTUK 3 ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT 17 HOOFDSTUK 4 LEEFMILIEU 20 1. Inleidende beschouwingen 20 2. Waals Gewest 22 3. Vlaams Gewest 23 4. Federaal niveau 24 5. Internationaal 24 HOOFDSTUK 5 VERKEERSVEILIGHEID 25 1. Vergaderingen van de expertisecel 25 2. Omzendbrieven 25 3. Adviezen in naam van het College 26 4. Vertegenwoordiging van het College op vergaderingen of in werkgroepen 27 5. Varia 27 6. Opleidingen 27 HOOFDSTUK 6 MENSENHANDEL EN MENSENSMOKKEL 27 HOOFDSTUK 7 VERDOVENDE MIDDELEN 29 1. Algemeen 29 2. Overzicht van de activiteiten 29 3. Vooruitzichten 30 HOOFDSTUK 8 MILITAIR STRAFRECHT EN RELATIES MET DE KRIJGSMACHT 31 2

HOOFDSTUK 9 BEMIDDELING IN STRAFZAKEN EN BPR-JUSTITIEHUIZEN 32 1. Algemeen 32 2. Informeel netwerk Bemiddeling in strafzaken 32 3. Werkgroep BPR-Justitiehuizen 33 HOOFDSTUK 10 JEUGDBESCHERMING 34 HOOFDSTUK 11 SLACHTOFFERONTHAAL 38 1. Vergaderingen van de verbindingsmagistraten van de parketten-generaal 38 2. Vertegenwoordiging van het College bij officiële instanties en binnen verschillende werkgroepen 38 3. Deelname aan het N.I.C.C.-onderzoek betreffende de evaluatie van het slachtofferbeleid en studiedag van 14 mei 2007 39 4. Opleiding van magistraten 39 HOOFDSTUK 12 INTRAFAMILIAAL GEWELD EN EXTRAFAMILIALE KINDERMIS- HANDELING 39 HOOFDSTUK 13 INFORMATIEHUISHOUDING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE 40 DEEL II. DE GOEDE ALGEMENE EN GECOÖRDINEERDE WERKING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE (art. 143bis 2,2 Ger.w.) HOOFDSTUK 1 EXPERTISENETWERK STRAFRECHTELIJK BELEID STRAFRECHTSPLEGING 43 1. Luik Strafrechtelijk beleid 43 2. Luik Strafrechtspleging 43 HOOFDSTUK 2 SOCIAAL STRAFRECHT STRIJD TEGEN DE SOCIALE FRAUDE 45 HOOFDSTUK 3 STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN 46 1. Werkzaamheden vóór de inwerkingtreding van de wet 46 2. Werkzaamheden sinds de inwerkingtreding van de wet 48 3. Opgeloste problemen sinds de inwerkingtreding van de wet 49 HOOFDSTUK 4 VAST BUREAU WERKLASTMETING 51 HOOFDSTUK 5 EXPERTISENETWERK POLITIE 51 HOOFDSTUK 6 COMMISSIE VOOR DE MODERNISERING VAN DE RECHTERLIJKE ORDE EN DE ALGEMENE RAAD VAN DE PARTNERS VAN DE RECHTERLIJKE ORDE 54 HOOFDSTUK 7 PROJECT WEBSITE O.M. - OMPTRANET 55 HOOFDSTUK 8 GERECHTSKOSTEN IN STRAFZAKEN 56 HOOFDSTUK 9 VERDELING VAN DE PARKETJURISTEN EN REFERENDARISSEN 58 3

HOOFDSTUK 10 VERDELING VAN DE GERECHTELIJK STAGIAIRS 59 1. Onthaalcapaciteit 59 2. Verdeling 59 3. Benoemingen 60 DEEL III. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL HOOFDSTUK 1 VERGADERINGEN 62 1. De maandelijkse vergaderingen van het College van Procureurs-generaal 62 2. De vergaderingen van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie 62 3. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Procureurs des Konings 62 4. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Arbeidsauditeurs 63 5. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en de commissarisgeneraal van de Federale Politie 63 HOOFDSTUK 2 OMZENDBRIEVEN 64 HOOFDSTUK 3 ADVIEZEN 65 HOOFDSTUK 4 PARLEMENTAIRE VRAGEN 66 DEEL IV. BETREKKINGEN MET HET FEDERAAL PARKET HOOFDSTUK 1 ADVIEZEN MET BETREKKING TOT DE KANDIDATEN VOOR HET AMBT VAN FEDERAAL MAGISTAAT 69 HOOFDSTUK 2 EVALUATIE VAN DE FEDERALE PROCUREUR EN DE WERKING VAN HET FEDERAAL PARKET 69 DEEL V. BETREKKINGEN MET EUROJUST 71 4

DEEL VI. RAPPORTAGE ART. 47undecies Sv. 1. Artikel 47undecies, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering: geseponeerde dossiers punt VII.5.1 COL 13/2006 74 2. Artikel 47undecies, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering: fase van de uitvoering punt VII.5.2 COL 13/2006 en punt III.1 COL 14/2007 76 3. Artikel 47undecies, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering: informanten gemachtigd om strafbare feiten te plegen punt VII.5.3 COL 13/2006 en punt III.2 COL 14/2007 77 DEEL VII. OMKADERING VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL HOOFDSTUK 1 - SECRETARIAAT 79 1. Beheer van de archieven van de opgeheven militaire rechtscolleges 80 2. Kwalificatieboeken Kwalificatiecodes 82 HOOFDSTUK 2 DIENST STATISTISCH ANALISTEN 83 1. Strafrechtelijke databanken 83 2. Jaarstatistiek van het openbaar ministerie, correctionele rechtbanken 83 3. Ondersteuning aan het openbaar ministerie 83 4. Externe aanvragen tot statistieken 84 5. Omkadering en ondersteuning van statistische projecten van andere diensten 85 6. Evolutie van het team van statistisch analisten 85 HOOFDSTUK 3 VAST BUREAU WERKLASTMETING 86 DEEL VIII. BIJLAGEN 1. Beleidsplan van het openbaar ministerie 88 2. Overzichtslijst parlementaire vragen 104 3. Evaluatieverslag van de federale procureur en de werking van het Federaal Parket 107 5

VOORWOORD Overeenkomstig artikel 143bis, 7 van het Gerechtelijk Wetboek brengt het College van Procureurs-generaal jaarlijks verslag uit over zijn activiteiten aan de minister van Justitie. Dit jaarverslag heeft betrekking op het gerechtelijk jaar 2006-2007 en poogt de activiteiten van het College op een zo volledig mogelijke manier te weerspiegelen. Het eerste deel behandelt de coherente uitwerking en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid inzake de belangrijkste vormen van criminaliteit. De oprichting van de expertisenetwerken binnen het openbaar ministerie is opnieuw een buitengewoon efficiënt instrument gebleken met het oog op de voorbereiding van het strafrechtelijk beleid en de coördinatie tussen de verschillende geledingen van het openbaar ministerie, de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid en de FOD Justitie. Het College heeft eveneens een blauwdruk voor de omzendbrieven goedgekeurd met het oog op een gemeenschappelijke methodologie voor de redactie ervan. Deel twee heeft betrekking op de wijze waarop het College zich heeft ingezet voor de goede algemene werking en de coördinatie van het openbaar ministerie. Het project Werklastmeting werd voortgezet en de praktische toepassing ervan werd in alle rechtsgebieden van de hoven van beroep opgestart. Parallel hiermee werd ook de Omptranetsite van het openbaar ministerie operationeel en deze website is intussen reeds uitgegroeid tot een essentieel instrument in de communicatie tussen alle leden van het openbaar ministerie. In het derde deel wordt een overzicht gegeven van alle vergaderingen van het College, de verspreide omzendbrieven, de uitgebrachte adviezen evenals de antwoorden op parlementaire vragen. Het is eveneens aangewezen te vermelden dat het College op 27 april 2007 te Ophain voor de eerste maal een seminarie heeft georganiseerd waarop de belangrijkste verantwoordelijken van het openbaar ministerie werden samengebracht. Deze bijeenkomst heeft de mogelijkheid geboden op een diepgaande manier over het optreden van het openbaar ministerie na te denken, evenals over de communicatie en organisatie. Tijdens dit seminarie werden ook de grote lijnen geschetst van het document De modernisering van Justitie: een doelstelling voor het openbaar ministerie, dat op 25 juni 2007 aan de heer Didier Reynders werd bezorgd, die door de koning als informateur was aangewezen met het oog op de vorming van een regering. Ten slotte heeft het College zijn overlegvergaderingen met de Federale Politie, enerzijds, en de Bureaus van de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs, anderzijds, verder gezet en nog geïntensifieerd, teneinde de samenhang binnen het openbaar ministerie nog meer te versterken. De andere delen hebben betrekking op het door het College uitgeoefende toezicht op het Federaal Parket, de evaluatie van het Belgische lid van Eurojust, de evaluatie en de statistische gegevens inzake de bijzondere opsporingsmethoden en de ondersteuning van het College door de verschillende diensten van het Secretariaat. De doorgedreven inspanningen van alle geledingen van het openbaar ministerie hebben de mogelijkheid geboden een gemeenschappelijk beleidsplan voor de gehele organisatie van het openbaar ministerie op te stellen. De belangrijkste doelstelling uit dit plan is de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en de bewaking van de doorlooptijden van de dossiers. 6

Niettemin heeft het College vooropgesteld dat, als noodzakelijke voorwaarden waaraan moet worden voldaan om deze doelstelling te bereiken, een betere samenwerking met de minister van Justitie moet worden bewerkstelligd, dat het absoluut noodzakelijk is dat nieuwe werkingsmiddelen worden toegekend, in het bijzonder voor de oprichting van een gestructureerd gemeenschappelijk secretariaat, en dat bovendien ook aanzienlijke initiatieven dienen te worden genomen ter verbetering van de wetgeving. Het openbaar ministerie geeft duidelijk uiting aan de ambitie om de eigen structuur in handen te nemen en de grote lijnen van de noodzakelijke hervorming voor te stellen, en dit om nog beter ten dienste van de gemeenschap te kunnen staan. C. Visart de Bocarmé, Procureur-generaal bij het hof van beroep te Luik, Voorzitter van het College van Procureurs-generaal van 1.09.2006 tot 31.08.2007 7

DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis 2,1 Ger.w.) 8

HOOFDSTUK 1- GROOT-BANDITISME EN TERRORISME 1. Inleiding In het kader van enkele prioritaire onderwerpen van strafrechtelijk beleid werd in het najaar van 2001 het expertisenetwerk Groot-banditisme en Terrorisme opgestart. Het expertisenetwerk bestaat uit leden van het openbaar ministerie, de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, de Geïntegreerde Politie en de Veiligheid van de Staat. De procureur-generaal te Gent die instaat voor het algemene beheer van het expertisenetwerk, wordt ondersteund door een coördinatieteam dat samengesteld is uit magistraten van de vijf parketten-generaal en het Federaal Parket en een vertegenwoordiger van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid. Inmiddels kreeg dit expertisenetwerk een wettelijke verankering door de wet van 12 april 2004 houdende verticale integratie van het openbaar ministerie. 2. Algemeen Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan het seminarie te Ophain d.d. 27 april 2007 en heeft voor deze aangelegenheid een overzicht opgesteld van de prioriteiten, van de gewenste wetgevende initiatieven en van de visie m.b.t. de werking van de expertisenetwerken. Op 21 mei 2007 vond de vergadering van het coördinatieteam van het expertisenetwerk plaats. 3. Inhoudelijk Het expertisenetwerk kent een aantal concrete projecten, waarvan de belangrijkste evoluties hierna kort worden samengevat. Project 1 Informantenwerking In de loop van 2006 en 2007 werd het toezichtonderzoek van het Comité P inzake informantenwerking voortgezet. De Dienst Enquêtes van het Comité P heeft contact opgenomen met een aantal BOM-magistraten om kennis te nemen van hun beschouwingen. Het protocolakkoord met de Dienst Vreemdelingenzaken inzake informantenwerking voorziet in een jaarlijkse evaluatie. Deze evaluatie vond in 2007 plaats: uit het verslag blijkt dat er geen fundamentele problemen te melden zijn en dat de samenwerking tussen de verschillende diensten vlot verloopt. Project 2 Bijzondere opsporingsmethoden Het expertisenetwerk werd door het kabinet-justitie betrokken bij de verdediging voor het Grondwettelijk Hof van de diverse beroepen tot vernietiging van de reparatiewet BOM van 27 december 2005. Na het arrest nr. 105/2007 d.d. 19 juli 2007, waarbij een beperkte vernietiging werd uitgesproken, werden bij memo 278 d.d. 23 juli 2007 voorlopige instructies gegeven in het licht van de gevolgen van dit arrest (in afwachting van een addendum aan COL 13/2006). 9

Daarnaast was het expertisenetwerk, zoals gebruikelijk, actief betrokken bij volgende traditionele jaarlijkse seminaries: de BTS-dag (Bijzondere Technieken/Techniques Spéciales) met de BTS-officieren, de LIB s, de BOM-magistraten, leden van het Federaal Parket, van de parketten-generaal en van de centrale directies van de Federale Politie, die plaatsvond te Brussel op 15 december 2006 een waarbij in het bijzonder aandacht werd besteed aan de BTS-Codex, een praktijkhandboek voor politie en magistratuur bij het toepassen van bijzondere opsporingsmethoden; het opleidingsseminarie inzake het uitwisselen van beroepservaringen tussen parketmagistraten gespecialiseerd in het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden, dat plaatsvond te Brussel op 11 en 12 mei 2007, met onder meer aandacht voor de jurisprudentie van de kamers van inbeschuldigingstelling inzake de wettigheidscontrole op gebied van BOM. Het expertisenetwerk organiseerde de vergaderingen van de zogenaamde Millenniumcommissie, die, in uitvoering van artikel 47quinquies 4 Wetboek van Strafvordering, ten behoeve van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken de omkaderende en organisatorische maatregelen voorstelt die noodzakelijk zijn om de anonimiteit en de veiligheid van de met de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden belaste politieambtenaren te vrijwaren. Er werd vergaderd op 15 september 2006, 24 november 2006, 2 maart 2007 en 8 juni 2007. Binnen de Millenniumcommissie werd ook de nieuwe ministeriële omzendbrief geredigeerd betreffende de aanwending van de bijzondere fondsen die door de FOD Justitie aan de politiediensten ter beschikking worden gesteld (in werking getreden op 1 augustus 2007). De werkzaamheden van de permanente begeleidingscommissie LEXPO werden verder gezet, die zich buigt over concrete cases, rechtspraak en veel gestelde vragen inzake de bijzondere opsporingsmethoden, en dit om het professionalisme op het terrein te verhogen en te komen tot het ontwikkelen van best practices en het permanent updaten van een BTScodex. Er werd vergaderd op 20 oktober 2006, 30 oktober 2006, 16 maart 2007 en 15 juni 2007. De verslagen van deze vergaderingen, inclusief de politionele onderrichtingen en de FAQ s, werden binnen het expertisenetwerk verspreid. Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan het beantwoorden van een EU-vragenlijst kaderend in een initiatief ter bevordering van de samenwerking tussen de lidstaten inzake de undercoveragenten. Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan een gedachtewisseling betreffende een aanpassing van de zgn. taplijst van artikel 90ter Sv., onder meer toepasselijk op een aantal bijzondere opsporingsmethoden. Een laatste vergadering vond plaats op 28 september 2006, waarbij een voorstel aan de minister van Justitie kon worden voorgelegd. Ten slotte heeft het expertisenetwerk deelgenomen aan enkele vergaderingen inzake de herziening van de rapportageplicht in uitvoering van artikel 90decies Sv. en bijgedragen aan de totstandkoming van het jaarrapport in toepassing van dit artikel. De bestaande gemeenschappelijke omzendbrief van het College van Procureurs-generaal in dit verband werd vervangen door COL 17/2006 d.d. 21 september 2006. Project 3 Anonieme getuigen Met het oog op de toepassing van artikel 86ter Sv. en het uitvoerings-k.b. van 20 maart 2003 kon het materiaal voor het verhoor van anonieme getuigen uiteindelijk geleverd en op punt gesteld worden met het oog op de operationele aanwending ervan. Middels een memo werd een nota verspreid die één en ander toelicht. 10

Project 5 Bescherming bedreigde getuigen De procureur-generaal te Gent en de federale procureur maken deel uit van de Getuigenbeschermingscommissie die bevoegd is voor het toekennen, wijzigen en intrekken van beschermingsmaatregelen en financiële hulpmaatregelen. Vergaderd werd op 7 november, 24 november en 18 december 2006 en op 29 januari, 1 maart, 26 maart, 2 mei en 3 juli 2007. Daarnaast werd binnen de Getuigenbeschermingsdienst een voorontwerp uitgewerkt ter aanpassing van de wetgeving inzake de bedreigde getuigen, in het bijzonder met betrekking tot de volledige identiteitswijziging met een absolute beveiliging, de controle van de aan de beschermde getuige opgelegde voorwaarden, het mogelijk maken van de getuigenbescherming voor de bedreigde getuige die zelf in verdenking werd gesteld. Project 8 Partnership Een lid van het expertisenetwerk maakt deel uit van het Federaal Overlegplatform Partnership (samenwerkingsverband tussen de Lokale en Federale Politie, het Federaal Parket, het College van Procureurs-generaal, de banken, de Post en de distributieondernemingen inzake de aanpak van diefstallen gewapenderhand DGH). Er werd vergaderd op 18 oktober 2006 en 24 april 2007. Daarbij kwamen o.m. aan bod: het criminaliteitsbeeld van de diefstallen gewapenderhand, een studie over het profiel van de daders en het recidivisme, de aanpak van de Tiger Kidnapping en de videobewaking. Project 9 Terrorisme Het expertisenetwerk is door de procureur-generaal Gent en de federale procureur vertegenwoordigd in het College voor Inlichting en Veiligheid (C.I.V.), dat toeziet op de gecoördineerde uitvoering van de beslissingen van het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid, dat de politiek inzake inlichtingen en inzake de bescherming van gevoelige informatie vaststelt. Het C.I.V. vergaderde op 6 september 2006, 21 september 2006, 25 oktober 2006, 14 december 2006, 30 januari 2007, 27 februari 2007, 6 maart 2007, 23 april 2007, 2 mei 2007, 20 juli 2007 en 26 juli 2007, waarbij o.m. volgende onderwerpen aan bod kwamen: de implementatie van het OCAD, het uitwerken van een actieplan wetenschappelijk en economisch potentieel, het wetsontwerp bijzondere inlichtingenmethodes, de maritieme beveiliging en de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, het K.B. bijzondere maatregelen financiering terrorisme. I.v.m. de onderwerpen die op het C.I.V. aan bod kwamen, kregen binnen het expertisenetwerk een bijzondere aandacht: de redactie van een addendum aan de COL Terrorisme, m.b.t. de gespecialiseerde onderzoeksrechters (COL 18/2006 d.d. 16 oktober 2006); de redactie van een addendum aan de COL Terrorisme, m.b.t. het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (COL 2/2007 d.d. 24 januari 2007); de verspreiding per memo van twee ressortelijke circulaires tot toelichting van de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen en de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging; de redactie van een uitgebreid advies over het voorontwerp van wet betreffende de methodes voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten; 11

de verspreiding van een memo ter toelichting van het koninklijk besluit van 28 december 2006 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme. Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan opleidingen en studiedagen: reflectiedag Terrorisme te Brussel op 29 januari 2007 voor gespecialiseerde magistraten en politiemensen; twee voorbereidende vergaderingen (26 april 2007 en 6 juli 2007) voor een EU-seminarie Internationale Samenwerking in de strijd tegen het terrorisme (vond plaats van 24 tot 26 oktober 2007). Op basis van een beslissing van het College voor Inlichting en Veiligheid werd binnen het expertisenetwerk een juridische werkgroep opgericht die zich buigt over de wettelijke mogelijkheden en beperkingen inzake internetrecherche. Deze werkgroep Internetrecherche kwam samen op 11 oktober 2006, 30 oktober 2006, 17 november 2006, 7 december 2006, 9 januari 2007, 1 februari 2007, 14 maart 2007, 24 mei 2007 en 28-29 augustus 2007. Conform het uitgewerkte standpunt van de werkgroep werd binnen het expertisenetwerk een memo verspreid waarbij de juridische grond aangewezen wordt voor de onderschepping en kennisname van e-mailberichten en waarbij een overzicht gegeven wordt van de opsporingsautoriteiten op het internet, gerangschikt naar de graad van intrusie in het privéleven van de burger en met de aanduiding of deze al dan niet toegestaan zijn in de proactieve / reactieve fase. Project 10 Documentatie De referentiemagistraten Groot-Banditisme en Terrorisme werden regelmatig via memo s op de hoogte gebracht van gestelde vragen, evoluties in de wetgeving, richtlijnen, belangrijke rechtspraak, in de materies die hen aanbelangen. In de periode van 1 september 2006 tot en met 30 augustus 2007 werden in totaal 29 memo s verspreid. Project 13 Jaarrapport Georganiseerde Criminaliteit Het expertisenetwerk werkt via het begeleidingscomité mee aan de totstandkoming van de tweejaarlijkse jaarrapporten Georganiseerde Criminaliteit in België. Het laatste jaarrapport werd per memo d.d. 27 september 2006 verspreid. Het is een omvangrijk werkstuk met niet alleen aandacht voor het criminaliteitsbeeld op zich (omgevingsanalyse, organisatiestructuur, contrastrategieën, illegale en legale markten, impact), doch ook voor de aanpak van deze criminaliteit (verloop van de onderzoeken en overheidsmaatregelen) en met een aantal conclusies en aanbevelingen, zowel op methodologisch als op operationeel vlak. Een nieuwe omzendbrief inzake de georganiseerde criminaliteit werd verspreid. COL 19/2006 d.d. 4 december 2006 heeft niet alleen aandacht voor het jaarrapport Georganiseerde criminaliteit' (op basis van een criminologische definitie), doch verschaft ook toelichting bij de strafrechtelijke definitie van criminele organisatie. De bijdrage van het openbaar ministerie aan het jaarrapport, die in het verleden onvoldoende werd nagekomen, wordt in de omzendbrief sterk benadrukt. 12

Project 14 Proactieve recherche Het expertisenetwerk nam de aanvang van de redactie van een nieuwe omzendbrief van het College van Procureurs-generaal ter actualisering van COL 4/2000 betreffende de proactieve recherche. Project 20 Inbraken door rondtrekkende daders Het expertisenetwerk werd betrokken bij en nam deel aan de onder leiding van het Federaal Parket gehouden vergaderingen d.d. 2 oktober 2006, 31 januari 2007 en 28 februari 2008 van de werkgroep Juridische problemen en informatieflux. Daarnaast participeerde het expertisenetwerk ook aan een aantal vergaderingen eind 2006 begin 2007 o.l.v. de veiligheidsadviseur van de eerste minister, die hebben geleid tot het regeringsdocument van 22 maart 2007 De aanpak van rondtrekkende dadergroeperingen, een actualisatie. Het expertisenetwerk nam ook actief deel aan het colloquium Rondtrekkende Dadergroepen op 12 september 2006 te Brussel. Het expertisenetwerk verleende ook zijn medewerking aan studies m.b.t. dit fenomeen, waarvan de resultaten per memo verspreid werden. Ten slotte startte het expertisenetwerk de werkzaamheden ter redactie van een omzendbrief van het College van Procureurs-generaal betreffende de rondtrekkende dadergroepen. HOOFDSTUK 2 RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID Het expertisenetwerk Residuen en Voedselveiligheid (hierna: RVV) is sedert zijn oprichting op 16 april 2002 actief in fenomenen die betrekking hebben op de illegale zwendel in groeistimulatoren, hormonen en dopingproducten, op farmaceutische inbreuken en op inbreuken op de voedselveiligheid in de ruimste zin van het woord. De algemene opdracht van het expertisenetwerk RVV (waarin naast de referentiemagistraten- RVV heel wat externe adviseurs waaronder DSB/FGP/FAVV/FAGG, Douane, etc. zetelen) bestaat erin beleidsondersteunend werk te leveren ten behoeve van het College van Procureurs-generaal en in te staan voor de informatie- en documentatiedoorstroming tussen de leden van het expertisenetwerk. De realisatie van de ondersteunings- en uitwisselingsopdracht heeft geleid tot verdere coördinatie en uniformiteit van het strafrechtelijk beleid in de betrokken misdrijffenomenen onder de leiding van de heer Sabbe, thans procureur des konings te Gent. De huidige hoofdcoördinator nam pas op 1 maart 2007 de leiding van het netwerk RVV over. Zoals in het verleden reeds het geval was, bleef het RVV ook in 2006-2007 zijn opdrachten in concreto toespitsen op drie prioritaire doelstellingen: het ontwikkelen van materiedeskundigheid in hoofde van al haar leden. Deze materiedeskundigheid moet dienen als hefboom om de beleidsvoorbereidende en - ondersteunende taken ten behoeve van het College van Procureurs-generaal op een constructieve wijze te realiseren; het verder bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking tussen de leden van het netwerk en tussen de diensten die zij vertegenwoordigen; 13

het streven naar uniformiteit binnen de opsporings- en vervolgingsdaden van het openbaar ministerie; 1. Het ontwikkelen van materiedeskundigheid Er werd gestreefd naar de aanpak van de misdrijffenomenen in hun totaliteit. Eerder dan te gaan inwerken op de verschillende symptomen van de misdrijffenomenen, die zich uiteraard vooral manifesteren op de laagste echelons, werden stappen ondernomen om een totaalbeeld van de misdrijfstructuur te verwerven teneinde tussen te komen op een hoger niveau in de misdrijfketen. Daartoe is een kennis van en een inzicht in de misdrijfconfiguratie essentieel. In eerste instantie werd dan ook gestreefd naar expertise op de verschillende niveaus van het handhavingsbeleid. Daartoe werden meerdere initiatieven genomen: De wetswijzigingen die betrekking hebben op de fenomenen inzake aanwending van illegale groeistimulatoren, hormonen, doping, farmaceutische misdrijven en inbreuken op de voedselveiligheid werden ter kennis gebracht en toegelicht aan de leden van het expertisenetwerk (als voorbeeld geldt de ressortelijke omzendbrief van 9 juni 2006 inzake geneesmiddelen en farmaceutische producten (wet van 1 mei 2006 houdende herziening van de farmaceutische wetgeving) die werd verspreid door de procureur-generaal te Gent en overgenomen in de overige rechtsgebieden). Een centralisatie, analyse en verspreiding van alle relevante rechtspraak en rechtsleer. De juridische argumentaties van de diverse rechtscolleges met betrekking tot de materie van de residuen en voedselveiligheid worden nauwgezet bijgehouden en gecentraliseerd. Alle voor de materie relevante vonnissen en arresten worden stelselmatig ter kennis gebracht van de leden van het expertisenetwerk, zowel met het oog op de uitbouw van verdere materiedeskundigheid als omwille van feedback. In de schoot van het parket-generaal te Gent wordt alle voor het expertisenetwerk RVV relevante documentatie bijgehouden, teneinde te worden uitgewisseld of op eerste verzoek ter beschikking te worden gesteld van de leden. Alle relevante informatie en documentatie van het expertisenetwerk RVV werden gepubliceerd op Omptranet. In het kader van de uitbouw van een multidisciplinaire opleiding voor politie en magistraten werd een analyse van de opleidingsbehoeften voorbereid. In het kader van de opleiding van de magistraten heeft de vorige hoofdcoördinator in het raam van de cursus sportrecht in februari 2007 over de dopingproblematiek gedoceerd. Er werden adviezen verstrekt inzake het nieuwe dopingdecreet van de Vlaamse Gemeenschap. Er werd informatie verstrekt en medewerking verleend aan reportages over dopingproblematiek van RTBF, ZDF en ZEMBLA. 14

2. Het bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking De misdrijffenomenen residuen en voedselveiligheid sensu lato vergen een multidisciplinaire aanpak omwille van hun verregaande technisch-wetenschappelijke inhoud en moeilijkheidsgraad. De werkzaamheden van de verschillende betrokken diensten moeten zoveel mogelijk op elkaar worden afgestemd en het is eveneens noodzakelijk om een informatie-uitwisseling en doorstroming te realiseren. Volgende initiatieven werden daartoe genomen: Op verschillende niveaus werden beleidsmatige en operationele overlegplatforms in stand gehouden of opgestart, en dit zowel nationaal als internationaal. In concreto waren er twee- à driemaandelijkse vergaderingen van de Interdepartementale Coördinatiecel voor de Controle op de Voedselveiligheid, wekelijkse of tweewekelijkse vergaderingen van de Multidisciplinaire Hormonencel, tweemaandelijkse vergaderingen van de Multidisciplinaire Fraudebestrijdingscel voor de Veiligheid van de Voedselketen, driemaandelijkse vergaderingen van het overlegplatform FAVV-Justitie-Politie, zonder daarnaast de ettelijke operationele dossiergebonden vergaderingen uit het oog te verliezen. Daar waar de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk zelf instaat voor het leiden of bijwonen van de voormelde vergaderingen, dient evenzeer aandacht te worden besteed aan een aantal initiatieven op arrondissementeel niveau die door de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk zoveel mogelijk werden bijgewoond en/of ondersteund. Binnen het expertisenetwerk werd alle relevante informatie aan de leden toegezonden door middel van memo s die verspreid worden via de elektronische snelweg. Dankzij de release van Omptranet kan deze informatie-uitwisseling, minstens wat de leden van het openbaar ministerie betreft, nu via deze website gebeuren. De overige leden van het expertisenetwerk RVV ontvangen alle relevante informatie verder per memo via e-mail. De wetenschappelijke ontwikkelingen die betrekking hebben op het illegale gebruik van groeistimulatoren evolueren razendsnel. De bevoegde onderzoekslaboratoria doen alle moeite om de wetenschappelijke ontwikkelingen op de voet te volgen. Via overleg met de verantwoordelijken van de laboratoria kon het expertisenetwerk zijn leden nauwgezet op de hoogte houden van de meest recente wetenschappelijke ontwikkelingen. Dit overleg strekte zich tevens uit tot laboratoria buiten de landsgrenzen. Er werd een draaiboek voor multidisciplinaire samenwerking opgemaakt en verspreid, evenals een overzicht van de bijzondere bevoegdheden in het kader van het fenomeen RVV. Op een bijeenkomst, die begin februari 2007 op de Multidisciplinaire Hormonencel samen met het Nederlandse Platform voor Hormonen werd georganiseerd, werden de optimalisering van de informatiedoorstroming en de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen in beide landen voorgesteld. 3. Het streven naar uniformiteit binnen opsporings- en vervolgingsdaden In het licht van de gelijkberechtiging van alle rechtsonderhorigen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een uniformiteit van de opsporings- en vervolgingsdaden van het openbaar ministerie. 15

Om remediërend te kunnen optreden tegen het gebruik van verboden groeistimulatoren in de fokkerij en de vetmesting heeft, zoals voor het eerst in 1997, van 23 tot 25 juni 2004 te Ittre tussen alle betrokken diensten een nieuwe reflectieronde plaatsgevonden. Vertrekkende van een analyse van de bestaande problemen kwamen de deelnemers tot het formuleren van een belangrijk aantal aanbevelingen. De conclusies en aanbevelingen van Ittre II werden op 04 februari 2005 samen met een samenvattende nota aan de Ministerraad voorgelegd. Bij beslissing van dezelfde datum bevestigde de Ministerraad dat de strijd tegen de illegale groeistimulatoren voor de regering een prioriteit blijft, nam ze akte van de aanbevelingen van Ittre II, verzocht ze de betrokken ministers deze aanbevelingen in concrete voorstellen om te zetten en belaste ze de Interdepartementale Coördinatiecel voor de Controle op de Voedselveiligheid ermee tegen eind 2005 verslag uit te brengen over de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen. In de loop van 2005 werd een belangrijk aantal van de aanbevelingen gerealiseerd. Dit komt ongetwijfeld de slagkracht en de uniformiteit van de handhaving ten goede. In december 2005 maakte de vroegere hoofdcoördinator een eerste opvolgingsverslag- Ittre II over aan mevrouw de minister van Justitie. Op 30 maart 2007 werd dit verslag, samen met een samenvattende nota en de vraag tot herbevestiging dat de strijd tegen de illegale groeistimulatoren een prioriteit blijft, aan de Ministerraad voorgelegd. Formulieren, kwalificaties van misdrijven, modellen van proces-verbaal, vorderingen en dagvaardingen worden verzameld en op Omptranet ter beschikking gesteld van de leden van het expertisenetwerk. Aldus wordt gestreefd naar, enerzijds, uniformiteit en, anderzijds, tijdswinst voor de gebruikers nu zij kunnen terugvallen op documentatie die reeds de toets van de degelijkheid heeft doorstaan. In diverse belangrijke dossiers met internationale en bovenarrondissementele impact gebeurde een coördinatie van de opsporingen in functie van verdere vervolging en de vervolging zelf. Naast het klassiek gekende fenomeen van illegale groeistimulatoren in de vetmesting werden steeds meer vaststellingen gedaan van inbreuken inzake humane doping. De politionele en justitiële beeldvorming en de coördinatie van opsporing en vervolging moet in belangrijke mate leiden tot het in kaart brengen van de hoofdverantwoordelijken van de illegale handel in verboden substanties. Er werden projecten opgestart teneinde de producten op de illegale markt beter te kunnen vatten. Zo werd er meegewerkt aan de voorbereiding van een productcatalogus voor douane, politie- en inspectiediensten. Het belangrijkste doel van deze productcatalogus bestaat erin een signaal te geven aan degenen die weinig vertrouwd zijn met substanties en geneesmiddelen maar toch beslissingen in deze materies dienen te nemen (bijvoorbeeld inbeslagnames ). Er werd eveneens onderzocht welke de mogelijkheden zijn om over te gaan tot opsporingen via Internet nu blijkt dat het Internet vaak misbruikt wordt voor de handel in hormonale producten. 16

HOOFDSTUK 3 ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT Het expertisenetwerk Economische, Financiële en Fiscale Delinquentie heeft tijdens het gerechtelijk jaar 2006-2007 zijn activiteiten voortgezet in het verlengde van de werkzaamheden die werden aangevat sedert de oprichting van de door de bijstandsmagistraat inzake economische, financiële en fiscale delinquentie voorgezeten werkgroep. De werkzaamheden van het netwerk kaderen in de ondersteuning aan het College van Procureurs-generaal en in de overtuiging de strijd tegen de financiële criminaliteit te verbeteren ten behoeve van het hele openbaar ministerie. * * * Het coördinatieteam is samengesteld uit minstens één magistraat van elk parket-generaal, uit een federaal magistraat en een vertegenwoordiger van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid en van het C.O.I.V. In functie van de agenda worden eveneens andere deelnemers op de vergaderingen van het coördinatieteam uitgenodigd, bijvoorbeeld de voorzitter van de C.F.I. of de directeur ECOFIN-DJF van de Federale Politie. Tijdens het gerechtelijk jaar 2006-2007 hebben enkele herschikkingen binnen het expertisenetwerk de goede organisatie van de werkzaamheden ervan enigszins verstoord. Zo werden praktisch alle leden van het coördinatieteam vervangen. De heer advocaat-generaal Alain Winants, hoofdcoördinator van het netwerk, werd bij koninklijk besluit van 26 oktober 2006 aangesteld als administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat. De heer advocaat-generaal Jean Lotz werd door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel aangewezen om de heer Winants vanaf november 2006 op te volgen. In maart 2007 werd de heer Patrick De Wolf, substituut-procureur-generaal, aangewezen als adjuncthoofdcoördinator. Ten slotte kan het coördinatieteam sinds het midden van de maand maart 2007 rekenen op ondersteuning door de heer Patrick Robert, jurist bij het Secretariaat van het College van Procureurs-generaal. * * * Tijdens het gerechtelijk jaar 2006-2007 werden zes vergaderingen van het coördinatieteam georganiseerd in de lokalen van het College van Procureurs-generaal, respectievelijk op 17 november 2006, 12 januari 2007, 26 januari 2007, 9 februari 2007, 16 maart 2007 en 1 juni 2007. In grote lijnen werden tijdens deze vergaderingen volgende thema s besproken: Ontwerpprotocol Grote fraude /Financiën-Justitie Reeds gedurende enkele gerechtelijke jaren lagen de onderhandelingen over dit protocol stil. Op 20 december 2006 bezorgde de Staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Financiën, een nota aan het College van Procureurs-generaal inzake een ontwerp van samenwerkingsprotocol aangaande de strijd tegen mechanismen van grote en georganiseerde fiscale fraude met een internationale dimensie en tegen systemen van complexe fiscale fraude. Dit document werd voorgelegd aan het coördinatieteam van het expertisenetwerk dat op 12 februari 2007 een nota t.b.v. het College van Procureurs-generaal opstelde. Volgens de coördinatoren van het netwerk was het aangewezen het principe van een verhoogde vorm van samenwerking te aanvaarden tussen het openbaar ministerie, de Federale Politie en de 17

fiscale administraties, maar zou deze samenwerking niettemin dienen te worden geconcretiseerd d.m.v. een adequaat wettelijk kader, en dit meer bepaald inzake de oprichting van en de toegang tot een gemeenschappelijke databank, het statuut van de fiscaal assistenten die ter beschikking worden gesteld van de ondersteuningscel en de wijziging van artikel 29, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, hetgeen de informatiedoorstroming tussen al deze actoren mogelijk zou maken. Tijdens de vergadering van 27 februari 2007 van het College van Procureurs-generaal werden de conclusies van het expertisenetwerk bestudeerd (agendapunt 15). Er werd vervolgens op 13 maart 2007 een brief in die zin aan mevrouw de minister van Justitie gericht t.a.v. de heer staatssecretaris voor Financiën. Op 10 mei 2007 bezorgde de Staatssecretaris aan het College het door de vier voogdijministers ondertekende samenwerkingsprotocol, dat volledig identiek was met de tekstversie die ter onderzoek aan het netwerk werd voorgelegd. In het protocol werd verkeerdelijk aangegeven dat het op 27 februari 2007 werd goedgekeurd door het College van Procureurs-generaal. Op 5 juni 2007 stuurde de procureur-generaal bij het hof van beroep te Brussel dan ook in naam van het College van Procureurs-generaal een brief aan de minister van Justitie, ter attentie van de staatssecretaris voor Financiën, waarin deze bewering categoriek werd ontkend. In deze brief werd uiting gegeven aan de verbazing van het College van Procureurs-generaal dat dit protocol volledig identiek was met de aan het College voorgelegde tekst en dus geenszins rekening hield met het aangetekende voorbehoud. Derhalve kon dit samenwerkingsprotocol tot op heden nog niet worden toegepast, zodanig dat nog niet werd overgegaan tot, enerzijds, de benoeming van de fiscaal assistenten door de minister van Financiën en, anderzijds, de uitbreiding van hun kader, hetgeen met de inwerkingtreding van het protocol dient gepaard te gaan. Problematiek van de fiscaal assistenten Leden van het coördinatieteam zijn tussenbeide gekomen bij de FOD Financiën teneinde de uitbreiding te versnellen van het kader van de fiscaal assistenten die worden gedetacheerd bij de parketten en auditoraten en bij de Federale Politie. Deze uitbreiding werd uiteindelijk gerealiseerd bij koninklijk besluit van 21 januari 2007 (B.S. van 2.02.2007). De heer Lotz, hoofdcoördinator, heeft hiertoe en met het oog op de oproep tot de kandidaten op 9 januari 2007 vergaderd met de administrateur-generaal van de Algemene Administratie Belastingen en Invorderingen. De heer De Wolf, adjunct-hoofdcoördinator, had zichzelf als contactpersoon voorgesteld voor de oproep tot de kandidaten, die zowel in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2007 als van 7 mei 2007 werd gepubliceerd. Voorbereiding van het seminarie van het College van Procureurs-generaal van 27 april 2007 Het coördinatieteam heeft een aantal belangrijke acties vooropgesteld die in de toekomst door het netwerk zullen dienen ondernomen te worden en heeft aanbevelingen geformuleerd inzake de voorbereiding van het memorandum dat het College t.b.v. de toekomstige regering zou opstellen. Zo werd voorgesteld om volgende aangelegenheden in dit memorandum op te nemen: de modernisering van de artikelen 42, 43 (inbeslagname en verbeurdverklaring) en 505, lid 3 van het Strafwetboek (witwassen), de verbetering van de tenuitvoerlegging van en de controle op de beroepsverboden, de mogelijkheid om een wettelijk kader te voorzien voor de samenwerkingsprotocollen, de wijziging van artikel 5 van het Strafwetboek (strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen) en op gebied van strafrechtelijk beleid, het optrekken van de penale geldboeten voor misdrijven met een financiële of fiscale connotatie, de opheffing van artikel 457, 2 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 92, en ten slotte het 18

voorzien in de wettelijke mogelijkheid voor het openbaar ministerie om in financiële zaken een minnelijke schikking voor te stellen, zelfs wanneer reeds een onderzoek werd geopend. Al deze voorgestelde punten werden ook daadwerkelijk integraal opgenomen in het memorandum van het openbaar ministerie van mei 2007. Toegang tot gerechtelijke dossiers voor de fiscale administraties Na contact te hebben opgenomen met de Administratie van de Bijzondere Belastingsinspectie hebben de coördinatoren van het expertisenetwerk de krachtlijnen vastgelegd inzake de toepassing van artikel 96 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 dat het vroegere artikel 125 van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken vervangt. De uitdrukkelijke toestemming van de procureur-generaal of de federale procureur blijft dus noodzakelijk krachtens artikel 327, 1, lid 2 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 92. De leden van het coördinatieteam hebben dit gemeenschappelijke standpunt ter kennis van de referentiemagistraten van hun rechtsgebied gebracht en dit standpunt zal overigens ook worden opgenomen in omzendbrief COL 13/2007 van het College. * * * De andere reflectiepunten die door het expertisenetwerk ECOFINFISC werden behandeld, maar die pas tijdens het volgende gerechtelijk jaar tot concrete gevolgen hebben geleid, kunnen als volgt worden samengevat: De problematiek van het fenomeen namaak en de interactie tussen de parketten met de diensten van de FOD Economie werden doorlopend bestudeerd alvorens de wet van 15 mei 2007 werd goedgekeurd die de bestraffing van dit fenomeen regelt. De actualisering van de memories van de faillissementscuratoren werd eveneens voortgezet. De aangiften aan de C.F.I. (Cel voor Financiële Informatieverwerking) en de bescherming van de bronnen en de aangevers werden tot een goed einde gebracht dankzij de bijdrage van de voorzitter van de Cel. Vooraleer de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van artikel 505 van het Strafwetboek werd goedgekeurd, had het coördinatieteam zich meer in het bijzonder gebogen over de uitvoering van de straffen inzake verbeurdverklaringen ingeval van witwassen van geld. Ook de manier waarop de veroordelingsstatistieken op gebied van witwassen, die niet zijn gebaseerd op aangiften aan de C.F.I., kunnen worden verfijnd, werd door het netwerk behandeld, en dit met het oog op de praktische omzetting van de aanbevelingen die de F.A.G. had geformuleerd inzake de evaluaties die betrekking hebben op witwaspraktijken. Het expertisenetwerk heeft op- en aanmerkingen geformuleerd inzake de ontwerpomzendbrief van de FOD Financiën betreffende de corruptie van de fiscale ambtenaren. De minister van Justitie had verzocht om dit document, dat door een interdisciplinaire werkgroep werd opgesteld, aan een onderzoek te onderwerpen. Overigens was het eveneens noodzakelijk dat meerdere leden van het coördinatieteam deelnamen aan de vergaderingen die de evaluatie van België door de O.E.S.O. dienen vooraf te gaan en die op 10 en 11 oktober 2007 in Parijs zullen worden georganiseerd. Thema van deze vergaderingen was de praktische omzetting van de aanbevelingen inzake de strijd tegen de corruptie. Ten slotte werd ook het principe van samenwerking met de Raad van Procureurs des Konings bekrachtigd tijdens de vergadering van het coördinatieteam van het expertisenetwerk van 1 juni 2007. * * * 19

De hoofdcoördinator heeft tijdens het referentiejaar werkvergaderingen gehouden met vertegenwoordigers van het Instituut van de Accountants en de Belastingsconsulenten, FEBELFIN (Federatie voor de Belgische Financiële Sector) en de C.B.F.A. (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) en heeft eveneens contacten onderhouden met OLAF. * * * Als conclusie kan worden gesteld dat de prioriteiten uit de op 30 maart 2004 door de Ministerraad goedgekeurde Kadernota Integrale Veiligheid van 30-31 maart 2004 werden nageleefd. Bovendien lagen de activiteiten van het netwerk gedurende het gerechtelijk jaar 2006-2007 in het verlengde van de werkzaamheden die voorheen werden ontwikkeld, en dit ondanks het feit dat vrijwel alle leden van het coördinatieteam werden vervangen. Het valt te betreuren dat het protocol Grote fraude /Financiën-Justitie niet in de praktijk kon worden omgezet bij afwezigheid van een wettelijk kader, dat nochtans door het expertisenetwerk ECOFINFISC werd voorgesteld. Het is eveneens betreurenswaardig dat de uitbreiding van het kader van de fiscaal assistenten in 2007 zonder gunstig gevolg is gebleven, aangezien de FOD Financiën deze ambtenaren, die t.b.v. het openbaar ministerie en de Federale Politie (C.D.G.E.F.I.D.) zouden worden gedetacheerd, pas in juni 2008 zou aanwijzen. De doelstellingen van het expertisenetwerk voor het gerechtelijk jaar 2007-2008 zullen hoofdzakelijk betrekking hebben op de behandeling en de analyse van de fenomenen corruptie, namaak en witwassen van geld in het kader van ernstige en georganiseerde fiscale fraude, en er zullen ook richtlijnen ter zake worden opgesteld. HOOFDSTUK 4 LEEFMILIEU 1. Inleidende beschouwingen In het kader van de opdrachten die hem door artikel 2-3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 worden toevertrouwd, heeft de procureur-generaal te Brussel zijn substituut, Mevrouw. K. Desaegher, met deze opdracht belast. Teneinde de contacten tussen de vijf parketten-generaal te optimaliseren, werd in 2006 beslist de vergaderingen te centraliseren, zodat de vijf referentiemagistraten elkaar toch fysiek zouden kunnen ontmoeten, zelfs al werden voornamelijk regionale standpunten besproken. In het voorjaar van 2006 werd de principiële beslissing tot de uitbouw van een expertisenetwerk binnen het College van Procureurs-generaal genomen. Er is immers geen twijfel mogelijk dat een bijzondere vorm van bijstand inzake milieu en stedenbouw noodzakelijk is. De procureur-generaal te Brussel heeft als portefeuillehouder vastgesteld dat dit echter enkel mogelijk is indien daartoe over de nodige middelen kan worden beschikt. Zodra hieraan is voldaan, kan de nodige structuur worden uitgebouwd teneinde tegemoet te komen aan de bestaande noden. 20

Het expertisenetwerk kende een opstart door de samenstelling van een coördinatieteam dat maandelijks, afwisselend inzake leefmilieu en stedenbouw, samenkomt. Het expertisenetwerk kon gedurende dit gerechtelijk jaar enkel rekenen op punctuele ondersteuning door het Secretariaat van het College, en dit in het kader van de verslaggeving. Het ontbreekt de huidige stafdienst van het College aan de nodige middelen om het netwerk in de mogelijkheid te stellen projecten te ontwikkelen. Men kan hierbij denken aan de adviserende rol van het netwerk, de informatiedoorstroming tussen de parketten en parketten-generaal, Op 1 juni 2007 werd de wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad (p. 29680). Artikel 4 van deze wet voorziet in een nieuwe steundienst voor het College en beide Raden. Het netwerk heeft zijn behoeftenstudie aan de voorzitter van het College bezorgd teneinde adequate ondersteuning van zijn activiteiten te krijgen. De noden van het netwerk omhelzen verschillende aspecten van de werking ervan: de juridische voorbereiding van adviezen, nota s e.d.m.; de vertaling van de voor het netwerk relevante teksten en het gecentraliseerde beheer van de informatiestromen, in het bijzonder via Omptranet. Deze studie werd opgenomen in het globale plan dat aan de minister van Justitie werd bezorgd. Vergaderingen: Het expertisenetwerk kwam tijdens het referentiejaar elf maal samen, namelijk op: 13.09.2006, 29.01.2007, 12.02.2007, 22.03.2007, 28.03.2007, 17.04.2007, 18.04.2007, 27.04.2007, 22.05.2007, 23.05.2007 en 19.06.2007. Volgende vergaderingen waren overlegvergaderingen met diverse instanties die verder nog aan bod zullen komen: op 29.01.2007 met de DGATLP en 22.03.2007 met de DGRNE. Op 27.04.2007 werd het expertisenetwerk, via zijn hoofdcoördinator, vertegenwoordigd op het seminarie van het openbaar ministerie, dat werd georganiseerd door het College. Naast de specifieke vragen heeft het netwerk bijzondere aandacht besteed aan de relaties tussen het openbaar ministerie en andere belangrijke actoren op gebied van leefmilieu en stedenbouw. Een niet-exhaustieve lijst van verschillende overlegvergaderingen: 17.04.2007: overleg met de gespecialiseerde diensten van de Federale Politie inzake de detectie van de afvalstromen; 18.04.2007: overleg tussen het expertisenetwerk en Brussels Instituut voor Milieubeheer; 22.05.2007: onderzoek naar de mogelijkheid tot het opstarten van uitwisselingsprogramma s met de Verenigde Staten van Amerika en Canada; 23.05.2007: overlegvergadering in het kader van MARPOL en overleg met de Inspectie Dierenwelzijn inzake de inbeslagname van dieren. Behoudens het overleg met andere actoren heeft het expertisenetwerk zich ook, onder meer, gebogen over andere problemen, bijvoorbeeld de mogelijkheid tot informatie-uitwisseling tussen de milieu-inspectiediensten en de politiediensten, de verdere uitwerking van de Kadernota Integrale Veiligheid, de beheersing van de gerechtskosten bij inbeslagname (in samenwerking met de dienst Gerechtskosten van de FOD Justitie), de totstandkoming van de uniforme tarifering van de minnelijke schikkingen en de voorbereiding van antwoorden op parlementaire vragen die ingevolge het koninklijk besluit van 06 mei 1997 aan de procureurgeneraal te Brussel als portefeuillehouder werden bezorgd. Voor twee projecten werd besloten over te gaan tot de oprichting van een ad-hocwerkgroep, namelijk voor de totstandkoming van een kwalificatieboek leefmilieu stedenbouw en voor 21