Samenvatting door een scholier 1913 woorden 23 mei 2007 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer $1.1 Rechtsregels zijn om - Ongewenst gedrag tegen te gaan - Orde te brengen in de maatschappij - Conflicten naar behoren te regelen - Onafhankelijke rechtspraak en daardoor rechtvaardigheid te waarborgen. Het wetboek (1881) verandert door verandering van normen en waarden en complexiteit van de samenleving. Sommige wetten vervallen door verandering van wat door de maatschappij wordt aanvaard. Een wet wordt aanvaard als het bij ieders opvattingen over goed en kwaad aansluit. Rechtsregels zijn tijds- en plaatsgebonden. In andere landen wordt anders gestraft, zijn andere regels. $1.2 Het verschil tussen een Misdrijf en een Overtreding: Misdrijf: meer ernstige strafbare feiten (moord, mishandeling; Overtreding: minder ernstig straf-bare feiten (rijden door rood licht). Misdrijven komen op het strafblad, overtredingen niet. Soorten misdrijven: - Delicten tegen de openbare orde en gezag (afluisteren, verbranden v. de Nederlandse vlag) - Misdrijven tegen leven en persoon (mishandelen, moord) - Ruwheidsmisdrijven (vernieling) - Vermogensmisdrijven (diefstal, verduistering) - Seksuele misdrijven (aanranding, verkrachting) - Verkeersmisdrijven (rijden onder invloed) - Misdrijven tegen de opiumwet (verkoop/bezit van drugs) - Economische delicten (voedsel verkopen met te veel conserveringsmiddelen) - Milieudelicten. Je hebt kleine criminaliteit (vandalisme, winkeldiefstal, grafitti, zwartrijden) en georganiseer-de criminaliteit met deze veel voorkomende kenmerken: - Aanwezigheid van een intern sanctiesysteem - Gebruik van geweld om de positie van de organisatie te versterken - Witwassen van zwartverdiend geld - Gebruik van bedrijven als dekmantels - Plegen van meerdere misdrijven https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 1 van 6
- Activiteiten in meerdere landen tegelijk. $1.3 Niet alle misdaden zijn bekend, omdat er vaak geen aangifte wordt gedaan of er niets wordt ontdekt. De politie kan dan verminderen door meer te surveilleren en minder slordigheidsfouten te maken. Sinds 1980 is er een slachtofferenquête. Dit is niet erg betrouwbaar, omdat de beleving van het slachtoffer een sterke rol speelt, er maar weinig mensen owrden ondervraagd en de slachtofferloze criminaliteit hierbuiten valt. Daarom doet het CBS ook aan een daderenquête. $1.4 Feiten over criminaliteit: - Per jaar worden ongeveer 1,5 miljoen misdrijven gemeld. - 35% van 15 jaar en ouder komt jaarlijks in contact met misdrijven, stedelingen 50%. - 45% van de misdrijven wordt opgehelderd, bij vernieling maar 12%. De angst voor geweld wordt versterkt door de media-aandacht, en het groeiende zinloze geweld. Deze groei wordt mede veroorzaakt door de veranderingen in het uitgaansleven. Toch is Nederland relatief redelijk veilig. $1.5 Door de toenemende criminaliteit en de aandacht daarvoor wordt er steeds meer geld uitgegeven, o.a. door verzekeringsbedrijven, de overheid (vernieling). Criminaliteit heeft economische gevolgen. Ook kan er immateriële schade opgelopen worden: letsel en psychische problemen. $2.1 Verschillen tussen misdaadplegers zit hem vaak in het geslacht, de leeftijd, de maatschappelijke positie, de afkomst en de locatie. $2.2 Vroeger dacht men dat crimineel gedrag biologisch was bepaald, tegenwoordig denkt men dat het door de sociale omgeving komt. Onder andere door invloed van de opvoeding(micro) en de maatschappelijke omgeving en ontwikkeling (macro). Zo hebben kinderen die mislukken op school (spijbelen) meer kans op in aanraking komen met justitie. Als ouders crimineel gedrag (winkeldiefstal) niet corrigeren, is de kans groot dat het kind dit blijft doen. De status in de groep staat voorop. (micro) $2.3 Biologische theorie: Lombroso verklaarde crimineel gedrag als "aangeboren". Hij beweerde te zien aan de schedelbouw of iemand crimineel was of niet. Dit was volledig uit de lucht gegrepen. Psychologische theorieën: Psychologen ontdekten dat crimineel gedrag vaak gepaard ging met psychiatrische stoornissen. - persoonlijkheidstheorie: (Sigmund Freud) Wanneer de delen id (aangeboren driften in het onderbewustzijn van de mens), ego (bewuste deel van de persoonlijkheid) en superego (ontwikkeling in de samenleving die op mensen inwerkt) verstoord raken, ontstaat afwijkend of crimineel gedrag. https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 2 van 6
Sociologische theoriën: Crimineel gedrag ontstaat door invloed van maatschappelijke omstandigheden. - aangeleerd-gedrag-theorie: Het gezin, de vrienden en buurt zijn bepalend voor het gedrag. - anomietheorie: Wat men doet om het levensdoel te bereiken. - bindingstheorie: In ieder mens schuilt een misdadiger, alleen vrienden en familie remmen dit. - etiketteringstheorie: Sociale afkeuring leidt tot crimineel gedrag. $3.1 De overheid moet niet te veel macht hebben. Als de overheid zich aan de regels houdt, spreken we van een rechtsstaat. Om de overheid niet te veel macht te geven is er de trias politica (wetgevende, besturende en uitvoerende macht). Daarbovenop zijn de mensenrechten, met o.a de regels - men mag niet discrimineren, - men mag niet martelen, - men mag niet zomaar gevangen zetten, - iedereen heeft recht op een eerlijk proces, - iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Als de overheid bestraft, moet deze rekening houden met - het legaliteitsbeginsel (je kunt alleen bestraft worden voor wat echt strafbaar is.) - men moet zich aan de nauwkeurige omschrijving in het wetboek houden - ne bis in idem-regel: niet twee keer voor hetzelfde veroordeeld worden. - pas als de rechter het zegt, is iemand schuldig. $3.2 CDA vindt dat alle geformuleerde regels strikt moeten worden nageleefd. Het CDA benadrukt de functie van het gezin en school, als voorkoming van criminaliteit. PvdA vindt dat de samenleving grenzen moet stellen en criminaliteit moet worden afgestraft. Normen en waarden zijn erg belangrijk. VVD is overtuigd van het belang van de rechtsregels. De overheid moet erop toezien dat criminaliteit wordt opgespoord en bestraft. $3.3 tweesporenbeleid: er wordt gezocht naar een combi preventie-repressie (voorkomen-bestraffen). Preventie kan het aanstellen van huismeesters in flats met veel vandalisme zijn, maar ook bijvoorbeeld het bureau Halt, wat bij een groot deel van de jongeren een goed effect heeft. Om winkeldiefstal tegen te gaan, nemen winkeliers maatregelen, zoals - technische maatregelen (camera's, spiegels, afsluitbare vitrines, poortjes) - meer gewoon- en bewakingspersoneel. - training van het personeel. Ook bij de overheid worden maatregelen genomen: - registratie van winkeldieven in computersystemen - uitbreiding politiebevoegdheden - zwaardere aanpak van heling. De procedure van repressie is: 1. opsporing en aanhouding, 2. vervolging, 3. rechtszaak https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 3 van 6
witteboordencriminaliteit: 1. de dader heeft een hoge status, 2. de misdaad is in een beroepssituatie gepleegd, 3. voor de misdaad is specialistische kennis vereist. $3.4 Taken van de politie: hulpverlening, handhaving van openbare orde, opsporing. Belangrijke voorbeelden van dwangmiddelen zijn: - staande houden (legitimeren) - aanhouden (arresteren) - fouilleren - vrijheidsbeneming (op het bureau vasthouden) - huiszoeking - inbeslagneming (bewijsmateriaal) $4.1 De Officier van Justitie is een Openbare Aanklager, omdat hij namens de samenleving bewijzen zoekt tegen de verdachte en straf tegen hem eist. Hij: - leidt het opsporingsonderzoek, - brengt verdachten voor de rechter, - eist een bepaalde straf, - is verantwoordelijk voor het uitvoeren van deze straf. $4.2 De officier heeft drie mogelijkheden: - seponeren (vrijspreken vanwege onvoldoende bewijs. Soms met verplicht afkicken of zoiets.) - een transactievoorstel aanbieden (geldboete) - vervolgen (rechtszaak beginnen) $4.3 Door de ontwikkeling van de georganiseerde misdaad werd het voor justitie steeds moeilijker. Er werden nieuwe opsporingsmethoden ontwikkeld. De politie mocht meer om iemand verdacht te maken. Dit mocht niet altijd. De Hoofdofficier van Justitie gaf toestemming of niet. Helaas bleek dat veel politieagenten te ver gingen. Om deze problemen te voorkomen ontstonden de volgende maatregelen: - de opsporing moest effectiever worden, - de opsporingsbevoegdheden moesten duidelijker worden omschreven, - de samenwerking tussen politie en justitie moest beter verlopen. daarop volgde de wet BOB (bijzondere opsporingsbevoegdheden): - politie mag richtmicrofoons gebruiken om af te luisteren, - infiltranten (spionnen) mogen ingezet worden - gecontroleerde doorvoer toegestaan (drugs toelaten om zo smokkelaars te pakken) - de politie mag informanten betalen - inkijkoperaties (geheim een gebouw binnenvallen) toegestaan. https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 4 van 6
$5.1 Rechters zijn onafhankelijk omdat - ze voor het leven worden benoemd. - het salaris bij wet geregeld is. - het aantal rechters van tevoren vaststaat. Bovendien worden ze bijgestaan door griffiers, die in kunnen vallen als een rechter een fout maakt. Bovendien leggen ze schriftelijk het verloop van de rechtszaak vast: het proces-verbaal. $5.2 De arondissementsrechtbank is de laagste rechtbank en houdt zich bezig met de berechting van alle overtredingen en misdrijven. Voorbeelden hiervan: politie-, kinder-, kantonrechter en meervoudige kamer. Dan is er het Gerechtshof. Die houdt zich bezig met de rechtspraak in het Hoger beroep. Als laatste is er de Hoge Raad. Deze zit in Den Haag; er is er maar één. Deze houdt zich bezig met cassatie (het kijken of de regels goed zijn toegepast). $5.3 Om de schuld van een verdachte vast te kunnen stellen, moet deze aan vier waarden voldoen: - De verdachte is een mens of rechtspersoon. - Het bewijs is geheel bewezen. - Het feit is strafbaar. - De dader is strafbaar. (niet als hij ontoerekeningsvatbaar is) De rechtszaak bestaat uit acht stappen: 1. opening, 2. aanklacht, 3. onderzoek, 4. verhoor, 5. requisitoir (eis), 6. pleidooi (verdediging), 7. laatste woord (spijt), 8. vonnis. $5.4 Voor rechtshulp kun je terecht bij o.a. : - een advocaat, - een bureau voor rechtshulp, - een rechts- of wetswinkel. $6.1 Verschillende motieven om een dader te straffen: - vergelding (met een straf) - afschrikking v/d dader (speciale preventie) - afschrikking v/d samenleving (generale preventie) - handhaving van de rechtsorde (wraakacties voorkomen) - resocialisatie (vak leren/ ontwenningskuur volgen) - beveiliging v/d samenleving $6.2 Tot in de Middeleeuwen was de straf meestal wraak of moord. In de twaalfde eeuw veranderde dit in afschrikking (schandpaal, stokslagen). Later ging de overheid de misdadigers opsporen en naar de rechter brengen. In de negentiende eeuw werden de wrede straffen vervangen door gevangenisstraffen. https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 5 van 6
Na de tweede wereldoorlog werd ook resocialisatie in de wet opgenomen. $6.3 De rechter bepaalt de hoogte van de straf, ofwel de strafmaat. In het wetboek staat de maximum-straf, daar moet hij zich aan houden. Maar vanwege de omstandigheden waaronder een strafbaar feit gepleegd is, legt hij meestal niet de maximumstraf op. Er zijn verschillende soorten straffen: - geldboete. - vrijheidsstraf (na maximaal 1 jaar weer vrij) - alternatieve straf (denk aan HALT) Daarbij komen soms nog extra straffen of maatregelen. Enkele: - schadevergoeding (aan slachtoffer), - ontneming (winst afnemen die de dader met zijn misdrijven heeft gemaakt) - electronisch toezicht (huisarrest met enkelband) - TBS (terbeschikkingstelling, de dader wordt behandeld in een psychiatrische kliniek) $7.1 Bij een conflict tussen burgers: Eiser: degene die de zaak aan de rechter voorlegt Gedaagde: de persoon aan wie iets wordt gevraagd en daarom voor de rechter wordt gedaagd. De zaak begint wanneer de eiser een dagvaarding (mededeling) aan de rechter stuurt. De dagvaarding bevat: - de naam van de eiser, - de eis, - de motivatie van de eis, - het tijdstip en plaats van de rechtszaak. In ingewikkelde zaken is een advocaat verplicht De rechter zal onderlinge oplossing aanbevelen, maar wanneer de situatie echt besluitloos is, velt hij een vonnis. Soms duurt zo'n zaak jaren. $7.2 Tegen zo'n vonnis kan men in Hoger Beroep gaan. Zo niet, dan is het vonnis van de rechter onherroepelijk. Komt één partij dit vonnis niet na, dan volgt er een dwangsom of loonbeslag. $7.3 Als een burger een snelle uitspraak wil, kan men aan een kort geding doen. Dit is de vereenvoudigde versie van een gewone zaak. In dit geval kan een Kantonrechter of een voorzieningenrechter uitspraak doen. Een kort geding kan zelfs in het weekend plaatsvinden. De voorzieningsrechter geeft altijd een voorlopig oordeel, in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgerlijke proces. https://www.scholieren.com/verslag/27831 Pagina 6 van 6