HUISHOUDELIJK REGLEMENT Op de begraafplaatsen A. Concessies Artikel 1 Artikel 2 De begraving van een stoffelijk overschot, de begraving van een asurn en de bijzetting van een asurn in een columbarium kunnen het voorwerp uitmaken van een concessie. De concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen die daarvoor aangewezen zijn op de begraafplaatsen van Denderleeuw, Iddergem en Welle, volgens de door het gemeentebestuur goedgekeurde plannen. Eenzelfde concessie kan dienen voor: 1. de aanvrager; 2. zijn/haar echtgeno(o)t(e); 3. de persoon die met de aanvrager op het ogenblik van zijn overlijden een feitelijk gezin vormde; 4. zijn bloed- of aanverwanten; 5. diegenen aangewezen door de concessiehouder, en die daartoe hun wil tot samen begraving bij de gemeentelijke overheid te kennen hebben gegeven. In geen geval mag er een concessie verleend worden op een plaats die bestemd is voor de niet-geconcedeerde gronden. Begravingen op de begraafplaatsen van Denderleeuw, Iddergem en Welle kunnen op werkdagen enkel doorgaan tussen 8u en 16u, en op zaterdagen tussen 8u en 14u. Op zon- en feestdagen kunnen er geen begravingen plaatsvinden. De volgende dagen worden beschouwd als feestdag en zal er als dusdanig niet begraven, bijgezet of uitgestrooid worden : 11 juli, 26 december en de eerste werkdag van het jaar. Artikel 3 Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch een verkoop in. Er mag aan de concessie nooit een andere bestemming worden gegeven dan die welke waarvoor ze werd verleend. De concessies zijn onoverdraagbaar. begraafplaatsen) 1/8
Artikel 4 De concessies worden verleend voor: 40 jaar voor een grafkelder voor 2 personen; 40 jaar voor een urnenveld voor 2 urnen; 40 jaar voor een columbariumnis voor 2 urnen; 30 jaar voor een kindergraf voor 1 persoon De concessies worden verleend door het College van Burgemeester en Schepenen. De concessies worden verleend onder de in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het retributiereglement bepaalde voorwaarden. De concessies op kindergraven kunnen verlengd worden op aanvraag. Grond-, urnenveld- en columbariumconcessies worden enkel verleend ten behoeve van overleden personen. Reservaties voor levenden is bijgevolg niet toegestaan. Een uitzondering hierop kan toegestaan worden voor de persoon: 1. die aanverwant is tot en met de eerste graad van de overledene en; 2. die deel uitmaakt van het gezin op het moment van het overlijden; maar ofwel gedomicilieerd is op hetzelfde adres als de overledene ofwel ingeschreven is op het adres van een woon-, begeleidings- of opvangcentrum voor gehandicapten en; 3. met een psychische of mentale handicap. Dit moet aangetoond worden aan de hand van een attest van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) waaruit moet blijken dat begunstigde inderdaad een psychische/mentale handicap heeft. Artikel 5 Artikel 6 De concessie neemt een aanvang op de datum van de begraving. Bij een reservatie waarbij de persoon voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 4, neemt de concessie een aanvang op de datum van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen. Hernieuwingen Hernieuwing zonder bijbegraving: De concessies kunnen op uitdrukkelijke aanvraag voor het verstrijken van de termijn hernieuwd worden. De duur van de hernieuwing bedraagt : 20 jaar voor een eerste hernieuwing; 20 jaar voor een tweede hernieuwing; begraafplaatsen) 2/8
Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen. De hernieuwingen worden toegestaan door het College van Burgemeester en Schepenen. De hernieuwingen worden toegestaan onder de voorwaarden die vastgesteld zijn in het desbetreffende huishoudelijk reglement, politiereglement en retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De startdatum van de hernieuwing gaat in vanaf de vervaldatum van de concessie. In geval de concessie niet verlengd wordt zal deze eigendom worden van de gemeente en bijgevolg ambtshalve verwijderd worden. Hernieuwing naar aanleiding van een bijbegraving : De concessie kan hernieuwd worden naar aanleiding van een bijbegraving voor dezelfde termijn als deze die oorspronkelijk is toegekend. Artikel 7 In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis wegens openbaar belang of dienstnoodzakelijkheid hebben de concessiehouders recht op het verkrijgen van een perceel van dezelfde oppervlakte of van een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats in de gemeente. De kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens of eventueel van een vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente. Artikel 8 In geval van wijziging van de bestemming van de begraafplaats (sluiting van de begraafplaats) kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding. Hij heeft het recht op het kosteloos verkrijgen van een grafruimte of van een nis van dezelfde oppervlakte op de nieuwe begraafplaats mits aanvraag. De kosten voor de overbrenging van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur. De kosten voor de overbrenging van de grafmonumenten, evenals de kosten van een vervangende grafkelder zijn ten laste van het gemeentebestuur. Artikel 9 Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder, zijn erfgenamen en rechthebbenden of op schriftelijk verzoek van iedere belanghebbende, kan het College van Burgemeester en Schepenen een concessie voortijdig beëindigen. Bij de beëindiging kan de betaalde concessieprijs noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden. begraafplaatsen) 3/8
Vooraleer het College van Burgemeester en Schepenen tot beëindiging overgaat, zal de aanvraag gedurende 6 maanden aan de ingang van de begraafplaats en aan de betrokken concessie worden aangeplakt. Indien de aanvraag tot voortijdige beëindiging niet wordt ingediend door de concessiehouder, zal deze, indien gekend, schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de aanvraag. Bezwaren tegen de aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen. Indien er geen bezwaren tegen de voortijdige beëindiging worden ingediend, en de concessie is door het College van Burgemeester en Schepenen ambtshalve beëindigd, wordt het grafmonument eigendom van de gemeentelijke overheid. Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt de bestemming ervan. B. Begravingen Artikel 10 De gemeente beschikt over 3 begraafplaats(en) gelegen te 9470 Denderleeuw Kerkhofstraat, 9472 Iddergem Kloosterstraat en 9473 Welle Welleplein. De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de as verstrooiing van: 1. de personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen; 2. de personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen, maar die in haar bevolkingsregisters, vreemdelingen- en wachtregister zijn ingeschreven; 3. de personen, begunstigd met een recht op begraving in een geconcedeerd graf of met een recht op bijzetting in een geconcedeerde nis; 4. personen die dit in hun laatste wilsbeschikking laten registreren hebben; 5. uitzonderlijk en als de overledene een bijzondere relatie heeft gehad met de gemeente, kan het College van Burgemeester en Schepenen toestemming geven tot begraving op een gemeentelijke begraafplaats. Deze relatie bestaat er dan in dat personen die hier een wezenlijk deel van hun leven hebben gewoond en ingeschreven geweest zijn. Onder wezenlijk deel wordt dan verstaan 25 jaar ingeschreven in één van de registers ofwel 1/3 van hun leven in één van de registers ingeschreven geweest zijn. Artikel 11 De begravingen worden volgens plan in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dat plan wijst de percelen aan voor begraving in niet-geconcedeerde grond, geconcedeerde grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor de bijzetting in de nissen van het columbarium. begraafplaatsen) 4/8
Percelen voor begravingen in niet-geconcedeerde grond Artikel 12 De percelen om 1 persoon in niet-geconcedeerde grond te begraven hebben een eenvormige oppervlakte van: 1,8m X 0,8m voor een niet-gecremeerd lichaam van een persoon van minstens zeven jaar; 1,25m X 0,8m voor een niet-gecremeerd lichaam van een persoon van minder dan zeven jaar. Percelen bestemd voor het begraven in een grafkelder Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Het gemeentebestuur plaatst de grafkelders in eigen beheer en kan ze in concessie geven tegen betaling van de kostprijs die vastgesteld is in het retributiereglement. Een grafkelder is bestemd voor de begraving van maximaal 2 personen. Een uitzondering hierop kan toegestaan worden voor de personen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden. Deze kunnen in éénzelfde concessie begraven worden. Dit is beperkt tot maximaal 3 personen (2 stoffelijke overschotten en 1 as urne) De geconcedeerde percelen om de niet-gecremeerde lichamen van 2 personen te begraven in een grafkelder hebben een éénvormige oppervlakte van 2m X 1m. Percelen bestemd voor de begraving van urnen Artikel 16 De percelen om urnen te begraven hebben een eenvormige oppervlakte van 0,6 m X 0,6m. Artikel 17 Urnenveldconcessies worden verleend voor dezelfde duur en onder dezelfde algemene voorwaarden als bepaald voor de concessies van niet-gecremeerde lichamen. Een uitzondering hierop kan toegestaan worden voor de personen die op het ogenblik van het overlijden een feitelijk gezin vormden. Deze kunnen in éénzelfde concessie begraven worden. Dit is beperkt tot maximaal 3 personen. Columbarium Artikel 18 Columbariumconcessies worden verleend voor dezelfde duur en onder dezelfde algemene voorwaarden als bepaald voor de concessies van niet-gecremeerde lichamen. begraafplaatsen) 5/8
Artikel 19 De geconcedeerde nissen in het columbarium, zijn bestemd voor maximaal 2 personen. Artikel 20 Artikel 21 Als een columbariumconcessie om welke reden ook een einde neemt, kan de as worden uitgestrooid op de daartoe bestemde plaats van de begraafplaats Zowel op de strooiweide als aan het columbarium wordt een plaats voorbehouden voor het tijdelijk aanbrengen van gedenkenisvoorwerpen. Ereperken Artikel 22 Op de begraafplaats van Denderleeuw wordt een ere perk ingericht waar de oudburgemeesters kunnen begraven worden op gezamenlijk verzoek van alle nabestaanden in eerste graad van de overleden oud-burgemeester of wanneer een oud-burgemeester daar uitdrukkelijk naar gevraagd heeft in een laatste wilsbestemming. Voor deze graven valt het onderhoud ten laste van het gemeentebestuur. Er wordt kosteloos een concessie toegekend voor een periode van 40 jaar. Oud-strijders Artikel 23 Artikel 24 Op elke gemeentelijke begraafplaats is een perk voorzien waarop oud-strijders uit de wereldoorlogen 1914-1918 en 1940-1945 worden begraven. Het bewijs van oud-strijder dient, voor het begraven, voorgelegd. Voor oud-strijders, die niet begraven worden op het voor de oud-strijders voorziene ere perk, wordt geen gratis concessie verleend. De aanvraag tot het bekomen van een concessie dient ook hier schriftelijk te gebeuren. De nabestaanden kunnen evenwel in het bezit worden gesteld van een gratis gedenkplaatje. Hiertoe moet evenwel een bewijs van de nabestaanden worden voorgelegd dat de overledene oud-strijder was. Kindergraven Artikel 25 Op elke gemeentelijke begraafplaats is een perk voorzien waarop overleden kinderen tot en met de leeftijd van 12 jaar kunnen begraven worden. Aan deze graven is een gratis concessie verleend voor een termijn van 30 jaar. Deze concessie is, op aanvraag van de nabestaanden, gratis verlengbaar voor éénzelfde periode. C. Ontgravingen Artikel 26 Artikel 27 Bij een her begraving in een andere gemeente moet zowel de burgemeester van de gemeente waar de overledene begraven werd, als deze van de gemeente waar het stoffelijk overschot wordt herbegraven een toestemming verlenen. De aanvraag tot ontgraving moet door de nabestaande(n) schriftelijk worden gericht aan de burgemeester. De burgemeester kan enkel een toestemming tot begraafplaatsen) 6/8
ontgraving verlenen om ernstige redenen. De beslissing van de burgemeester moet gemotiveerd zijn. Er moeten steeds de volgende beschikkingen worden nageleefd: a) dag en uur waarop de ontgraving zal plaatsvinden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld; b) tijdens de opgraving wordt de plaats ervan voor het publiek visueel afgeschermd c) de personen die belast zijn met de opgravingswerkzaamheden moeten beschermende kledij dragen d) het grafteken, de beplantingen en alle andere voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden door de aanvrager vooraleer tot de opgraving wordt overgegaan; e) de gemeente zorgt voor het openleggen van het graf, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil. Het openen en sluiten van de grafkelders gebeurt ook door de gemeente; f) het openen van de nis, het uitnemen van de urne uit de nis en het opnieuw sluiten van de nis geschieden door de zorgen van de gemeente. Artikel 28 Er moet tot een opgraving worden overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker. Hij kan de vernieuwing van de kist voorschrijven als hij dat nodig acht en hij kan elke andere maatregel nemen om de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid te beschermen op kosten van de aanvrager. D. Ontruiming Artikel 29 Een niet-geconcedeerd graf moet minstens 10 jaar bewaard worden. Wanneer niet-geconcedeerde gronden moeten ontruimd worden, dan zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar voor het vervallen van begravingstermijn bekendgemaakt worden: aan het betrokken graf en / of in de nabijheid van het te ontruimen perceel aan de ingang van de begraafplaats In het gemeentelijk infoblad verschijnt een artikel betreffende de ontruiming van de niet-geconcedeerde percelen. De belanghebbenden zullen, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking bedoeld in vorige alinea, beschikken over een termijn van 1 jaar om de graftekens weg te nemen. Na die termijn worden zij van ambtswege verwijderd, en worden ze eigendom van de gemeente. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist over de bestemming van deze materialen. begraafplaatsen) 7/8
Niet-geconcedeerde begravingen en bijzettingen zullen na een periode van 10 jaar geregeld ontruimd worden. E. Graftekens, bouw- en beplantingswerkzaamheden onderhoud van de graven Artikel 30 Uitsluitend de gemeentelijke aangestelde is ertoe bevoegd: een volgnummer aan te brengen op de kist of de urne; de kist of de urne in de kuil, de grafkelder of het columbarium te plaatsen; een graf te delven voor begravingen of bijzettingen in volle grond en de kuil te vullen; bestaande grafkelders te openen en te sluiten; de nis in een columbarium te openen, te plaatsen en af te sluiten. de as uit te strooien. Hier kan een uitzondering toegestaan worden in die zin dat de begrafenisondernemer ook de as verstrooiing mag uitvoeren. F. Beplantingen op de grafmonumenten Artikel 31 De aanplantingen op de grafmonumenten moeten derwijze aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen van het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens belemmeren. De hoogte moet beperkt blijven tot 0,8 meter Artikel 32 G. Slotbepalingen Alle gevallen, niet bepaald in het huidig reglement, worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 33 Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 01 november 2016 Artikel 34 Artikel 35 Artikel 36 Het reglement van 30 augustus 2012 wordt opgeheven Dit huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Dit besluit toe te voegen aan de besluitenlijst door te sturen aan de toezichthoudende overheid via het Digitaal loket toezicht Goedgekeurd op de Gemeenteraad van 27 oktober 2016. begraafplaatsen) 8/8