/ reglement REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN /18.04.2019 cjm.vlaanderen.be
INHOUD 1 SITUERING... 3 2 DOELSTELLING... 3 3 PROJECTSUBSIDIES VOOR INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN... 3 3.1 Definities 3 3.2 Toepassingsgebied 4 3.3 Ontvankelijkheidscriteria 4 3.4 Beoordelingscriteria 5 3.5 Beslissingsprocedure 5 3.6 Samenstelling van de jury 5 3.7 Uitbetaling en uitvoering van de projectsubsidie 6 3.8 Toezicht, verantwoording en controle 6 pagina 2 van 6 Reglement Innovatieve Partnerprojecten 18.04.2019
1 SITUERING De subsidielijn voor innovatieve partnerprojecten is onderdeel van het decreet houdende diverse bepalingen in het beleidsveld cultuur en kadert in de conceptnota Een langetermijnvisie voor aanvullende financiering en ondernemerschap in de Vlaamse cultuursector. De conceptnota van Vlaams Minister van Cultuur Sven Gatz legt de basis voor een langetermijnvisie met betrekking tot aanvullende financiering en cultureel ondernemerschap in Vlaanderen. Het doel van de conceptnota is om zoveel mogelijk middelen naar de cultuursector te laten stromen en het marktfalen in het cultuurveld een halt toe te roepen. De conceptnota ambieert ook een ondernemingsinstrumentarium op maat van de cultuursector via een dynamisch netwerk van relevante spelers en maatregelen. De uitgetekende beleidslijnen van de conceptnota concentreren zich op vier speerpunten: een Cultuurbank (werktitel), een optimaal fiscaal beleid, een Cultuurloket en cross-sectorale samenwerking. Het is in dat laatste speerpunt dat deze projectmatige ondersteuning voor innovatieve partnerprojecten kadert. 2 DOELSTELLING De subsidielijn heeft als doelstelling om nieuwe cross-sectorale samenwerkingen tussen culturele actoren en niet-culturele actoren te stimuleren. Het biedt de aanvragers de middelen en tijd om via innovatieve projecten nieuwe onderwerpen en vraagstellingen te exploreren. Een cross-sectorale samenwerking heeft als doel de expertise, infrastructuur of netwerken van de partners met elkaar te delen en zo spillover-effecten te creëren, die zowel de cultuursector als andere sectoren in de toekomst kunnen ondersteunen bij de ontwikkeling of productie van nieuwe realisaties. 3 PROJECTSUBSIDIES VOOR INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN 3.1 DEFINITIES In dit reglement wordt verstaan onder: 1. een project: een activiteit die zowel qua opzet of doelstelling als in de tijd kan worden afgebakend; 2. de administratie: het Departement Cultuur, Jeugd en Media; 18.04.2019 Reglement Innovatieve Partnerprojecten pagina 3 van 6
3. cross-sectoraal: het samenwerken van actoren uit verschillende sectoren; 4. innovatie: het opbouwen van kennis en ervaring tot een product, dienst, proces, methode of businessmodel dat kan resulteren in nieuwe oplossingen of nieuwe processen met o.a. een duidelijke culturele, technische, economische, wetenschappelijke, methodologische, sociale of maatschappelijke impact; 5. een culturele partner: een individu of een organisatie die zijn of haar hoofdactiviteit uitoefent in de culturele sector (kunsten, cultureel erfgoed, circuskunsten, amateurkunsten, lokaal cultuurbeleid, sociaal-cultureel volwassenenwerk, en jeugd) van Vlaanderen; 6. een niet-culturele partner: een individu of een organisatie die zijn of haar hoofdactiviteit uitoefent in een sector, anders dan de cultuursector zoals vermeld in 3.1, punt 5. 3.2 TOEPASSINGSGEBIED Een partnerproject bestaat uit minstens twee partners, waarvan minimaal één culturele partner en minimaal één niet-culturele partner. De volgende initiatieven komen niet in aanmerking voor een subsidie: afstudeerprojecten; gefinancierde doctoraten en academische onderzoeken; restauratiewerken; projecten die al lopen op het moment van de aanvraag. 3.3 ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIA Er is een indienronde per jaar. De deadline is telkens 15 juli. Het project kan ten vroegste aanvangen op 1 december 2019 en kan ten laatste eindigen op 30 november 2022. Het gevraagde subsidiebedrag bedraagt maximaal 80.000 euro per project 1. De aanvrager is gevestigd in het Nederlandse taalgebied van België of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Het aanvraagdossier is ingediend door een culturele partner van het project, zoals gedefinieerd in 3.1, punt 5 van voorliggend reglement. De niet-culturele partner(s) doet of doen in totaal een eigen inbreng van minstens 25% van de totale kosten van het volledige project. Het subsidiedossier wordt ingediend via de KIOSK-applicatie en bevat bij het indienen van de subsidieaanvraag volgende zaken: o een beknopte beschrijving van het project; 1 Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag bedraagt 80.000 euro. De minister richt hierbij op een subsidieaanvraag van 25.000 euro per jaar. pagina 4 van 6 Reglement Innovatieve Partnerprojecten 18.04.2019
o een projectbegroting van alle kosten en opbrengsten; o de administratieve gegevens van de indiener (naam, ondernemingsnummer (indien van toepassing), vertegenwoordiger, adres, telefoon, e-mail, bankrekeningnummer); o een ondertekende samenwerkingsovereenkomst tussen alle partners die ondertekend is door alle partners (inclusief de aanvrager). Het dossier is opgesteld in het Nederlands. 3.4 BEOORDELINGSCRITERIA Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de volgende inhoudelijke criteria: De samenwerking is sterk, en legt cross-sectorale verbindingen binnen en buiten de culturele sectoren en disciplines. Het project is innovatief of brengt innovatie teweeg. Het project is realiseerbaar en realistisch. Het project levert inhoudelijke meerwaarde voor de culturele sectoren of disciplines. 3.5 BESLISSINGSPROCEDURE De administratie controleert of de ingediende projectvoorstellen ontvankelijk zijn, op basis van de ontvankelijkheidsvoorwaarden, zoals vermeld onder 3.3. De beoordeling van en de beslissing van de ontvankelijke projecten verloopt in twee fases. In de eerste fase beoordeelt de jury de beknopte beschrijving en de begroting van het partnerproject op basis van de beoordelingscriteria, zoals vermeld onder 3.3 en selecteert ze maximaal 20 projecten die doorgaan naar de tweede fase. In de tweede fase moeten de geselecteerde projecten mondeling worden toegelicht. Het concrete tijdstip en locatie geeft de administratie een maand vooraf door. De beoordeling van de projecten gebeurt door de jury op basis van de beoordelingscriteria, zoals vermeld onder 3.4. De eindquoteringen van de verschillende projecten zullen leiden tot een geordende lijst van de geselecteerde projecten. Op basis van deze geordende lijst en binnen de beschikbare kredieten zal de minister bevoegd voor Cultuur een beslissing nemen over de toekenning van de subsidies en de exacte omvang van de subsidie per begunstigde. De aanvrager van een projectsubsidie ontvangt alle beslissingen digitaal via de KIOSK-applicatie. 3.6 SAMENSTELLING VAN DE JURY De Vlaamse Regering richt per aanvraagronde een beoordelingscommissie op voor de advisering van de aanvraagdossiers. De jury bestaat uit externe experten met kennis van innovatie en cross-sectorale samenwerking in Vlaanderen en kan aangevuld worden met medewerkers van de administratie die 18.04.2019 Reglement Innovatieve Partnerprojecten pagina 5 van 6
beschikken over de nodige sectorkennis. De medewerkers van de administratie hebben echter geen stemrecht. Een lid van de beoordelingscommissie mag niet bij de organisatie van de aanvrager of van zijn partners tewerkgesteld zijn, en mag ook geen zitting hebben in de raad van bestuur van die organisaties. De beoordelingscommissie beoordeelt de kwaliteit van de inhoudelijke aspecten van een ontvankelijk aanvraagdossier aan de hand van de beoordelingscriteria en stelt een voorstel van beslissing op, inclusief een indicatieve waardering binnen de haar toegewezen budgettaire ruimte. 3.7 UITBETALING EN UITVOERING VAN DE PROJECTSUBSIDIE De Vlaamse minister neemt uiterlijk op 31 oktober een beslissing over de aanvragen voor een subsidie. Na de definitieve beslissing tot toekennen van de projectsubsidie door de Vlaamse Regering wordt een voorschot van 80% uitbetaald. Het saldo van 20% wordt uitbetaald nadat de administratie aan de hand van een tijdig ingediend afrekeningsdossier heeft vastgesteld dat de subsidievoorwaarden zijn nageleefd en dat de subsidie is aangewend voor de doeleinden waarvoor ze is verleend. Gesubsidieerde organisaties moeten het logo van de Vlaamse Gemeenschap vermelden in hun communicatie. 3.8 TOEZICHT, VERANTWOORDING EN CONTROLE De administratie oefent het toezicht uit op de aanwending van de projectsubsidie op basis van het verantwoordingsdossier. Een subsidieontvanger bezorgt op eenvoudig verzoek van de administratie alle informatie die nodig is voor de registratie van beleidsrelevante gegevens. Het verantwoordingsdossier bevat volgende stukken: 1. een inhoudelijk verslag waarin gerapporteerd wordt over de uitvoering van het project. Eventuele afwijkingen ten opzichte van de aanvraag, of in voorkomend geval van de aangepaste projectplanning, worden daarbij toegelicht; 2. een financiële afrekening van het project met bewijsstukken voor de besteding van de projectsubsidie. De boekhouding wordt zo georganiseerd dat de financiële controle op de aanwending van de projectsubsidie mogelijk is. 3. De organisatie waaraan een projectsubsidie werd toegekend, bezorgt het eindverslag aan de administratie, uiterlijk drie maanden nadat het project beëindigd is. pagina 6 van 6 Reglement Innovatieve Partnerprojecten 18.04.2019