Open oproep kandidaatstelling cultuurgemeente en sportgemeente van Vlaanderen

Transcriptie

1 Open oproep kandidaatstelling cultuurgemeente en sportgemeente van Vlaanderen Inleiding en situering: De decreten op het lokale sport-, jeugd- en cultuurbeleid vormen een belangrijke basis voor een gedreven, enthousiast en vernieuwend lokaal beleid, waarbij de participatie van de inwoners een belangrijk doel is. Binnen deze decreten staat een participatieve beleidsvoering centraal. Lokale besturen worden gestimuleerd de bevolking te betrekken bij de ontwikkeling en invulling van het beleid. Ook de systematiek van beleidsplanning die binnen de lokale decreten wordt geïntroduceerd, heeft geleid tot het betrekken van diverse groepen bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de beleidsplannen. Lokale actoren worden zo betrokken bij en krijgen een actieve rol in de ontwikkeling en uitvoering van het lokale beleid. Via deze decreten en de daaraan gekoppelde middelen toont de Vlaamse overheid haar geloof in de participatieve kracht van lokale beleidsinitiatieven en haar bereidheid om hiertoe bij te dragen. Op 9 januari 2008 keurde het Vlaams parlement het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport goed. In dit decreet wordt, in hoofdstuk VIII, afdeling II, de titel van cultuurgemeente en sportgemeente geïntroduceerd. Via een tweejaarlijkse toekenning van deze titels, wil dit decreet een bijkomende hefboom bieden voor een positieve ontwikkeling van deze steden of gemeenten, vanuit de overtuiging dat een stevig cultuur-, jeugd- en sportbeleid hiertoe een belangrijke bijdrage kan leveren. Bovendien slaagt een stad die de titel kan dragen erin om hiervoor een groot en enthousiast draagvlak bij de bevolking te genereren. Een grote betrokkenheid van de bevolking bij het project is dan ook een van de criteria voor de toekenning van deze middelen. Andere criteria zijn ondermeer de vernieuwende kwaliteit, de aandacht die besteed wordt aan kansengroepen en de aandacht voor duurzaamheid in de initiatieven. In afwachting van de uitvoeringsbepalingen van het betreffende decreet en omdat de uiterste indiendatum voor de eerste aanvragen decretaal werd vastgelegd op 1 april 2008, nodigt Vlaams minister Bert Anciaux via deze open oproep gemeenten uit om zich kandidaat te stellen voor: - de titel van Cultuurgemeente (of stad) in de titel van Sportgemeente (of stad) in de titel van Cultuurgemeente (of stad) in 2012 De middelen worden voor twee opeenvolgende jaren voorzien. Zowel in het jaar waarop de sportgemeente of cultuurgemeente de titel draagt als in het voorafgaande jaar voorziet de Vlaamse overheid een subsidie van euro. De dossiers worden toegezonden aan onderstaand adres. Men kan er ook terecht voor meer informatie. 1

2 Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Bart Van der Herten Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Bart.vanderherten@cjsm.vlaanderen.be Tel.: 02/ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: 1 participatie: het deelnemen aan en het deelhebben in het cultuur-, jeugdwerk- en sportaanbod; 2 kansengroep: een geheel van personen die vanwege één of meer gemeenschappelijke persoons- of situationele kenmerken bijzondere beleidsuitdagingen stellen voor cultuur-, jeugdwerk- en sportparticipatie; 3 interculturaliteit: dialoog, wederzijdse verkenning of ontmoeting tussen bevolkingsgroepen van diverse etnisch-culturele achtergrond; 4 personen met een diverse etnisch-culturele achtergrond: in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verblijvende burgers met een sociaal-culturele herkomst die verbonden is aan een niet-benelux-land; 5 de minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden; 6 Departement: het Departement Cultuur, jeugd, Sport en Media; 7 beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media: het beleidsdomein, vermeld in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie. Art. 2 Binnen dit reglement kan de Vlaamse Regering tweejaarlijks een gemeente in Vlaanderen aanwijzen die gedurende een jaar de titel van Cultuurstad of -gemeente van Vlaanderen mag dragen, en een gemeente die gedurende een jaar de titel van Sportstad of -gemeente van Vlaanderen mag dragen. Hoofdstuk 2. Toekenningsvoorwaarden Art. 3 De subsidies voor cultuurgemeente en sportgemeente vallen binnen de perken van de kredieten. De Vlaamse Regering voorziet in een subsidie van euro in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de stad de titel Cultuurgemeente van Vlaanderen en Sportgemeente van Vlaanderen draagt en van euro tijdens het jaar zelf. Art. 4 De aanvragen voor de subsidiëring als Cultuurgemeente van Vlaanderen en als Sportgemeente van Vlaanderen, moeten voldoen aan de volgende formele voorwaarden: 2

3 1 de aanvraag wordt ingediend door het gemeentebestuur; 2 uiterlijk op 1 april 2008 wordt een uitgewerkte projectnota ingediend met een beschrijving van de doelstellingen en een indicatief overzicht van de geplande activiteiten en manifestaties, en een begroting. Aanvraagdossiers worden aangetekend of tegen afgiftebewijs in 2 exemplaren (eventueel 1 op papier en 1 digitaal) ingediend t.a.v. Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Reglement Cultuurgemeente Sportgemeente Arenberggebouw Arenbergstraat Brussel Art. 5 Voor de toekenning van de titel van Cultuurstad of -gemeente van Vlaanderen en van Sportstad of -gemeente van Vlaanderen wordt het dossier getoetst aan al de volgende criteria: 1 de vernieuwende en wervende kwaliteiten van het programma (het geheel en de onderdelen); 2 de actieve betrokkenheid en de concrete participatie van de bevolking; 3 het bereik van grote, brede, nieuwe en diverse publieken; 4 de breedte, kracht en variatie van het organiserende of dragende samenwerkingsverband; 5 de financiële en organisatorische haalbaarheid en draagbaarheid, met bijzondere aandacht voor cofinancieringen; 6 de kracht en omvang van het communicatie- en promotieplan en de aandacht voor de herkenning van de Vlaamse ondersteuning en de beeldvorming van de Vlaamse overheid; 7 de aandacht voor kansengroepen en interculturaliteit; 8 de duurzame effecten op het vlak van infrastructuur en openbaar domein; 9 de duurzame effecten op het vlak van ontsluiting van en toeleiding naar voorzieningen. In het aanvraagdossier geeft de organisatie duidelijk aan hoe het project zich verhoudt tot deze criteria. Art. 6 Een aanvraagdossier bevat minstens volgende elementen: 1 de nodige administratieve gegevens: de identificatiegegevens van de gemeente, het jaartal waarvoor de titel wordt gevraagd en het rekeningnummer waarop de toegekende subsidie gestort mag worden; 2 een algemene omschrijving van het initiatief: visie, concept, ; 3 een beknopte uiteenzetting waarin het project geconcretiseerd (timing en stappenplan) én geargumenteerd wordt in het kader van dit reglement (duidelijk afgetoetst aan de criteria), met een beschrijving van de beoogde resultaten, in de mate van het mogelijke vertaald in kwantificeerbare gegevens; 4 een gedetailleerde begroting met inkomsten en uitgaven van het project, waarbij duidelijk de andere aangevraagde en/of verwachte subsidies worden aangegeven; 5 een gedetailleerde communicatiestrategie. Art. 7 Procedure 1 Voor de beoordeling van de aanvragen, stelt de minister een adviescommissie in, die bestaat uit externe deskundigen. 3

4 2 Deze commissie bezorgt uiterlijk op 15 mei drie lijsten aan de minister, voor 2010, 2011 en Elke lijst bevat drie nominaties en is gemotiveerd. 3 Voor 30 juni beslist de minister over de toekenning van de titels in 2010, 2011 en het departement brengt de gemeentebesturen op de hoogte van de beslissing van de minister. Art. 8 Tussen de cultuurgemeente of sportgemeente en de Vlaamse overheid wordt een beheersovereenkomst afgesloten. Art. 9. De geselecteerde gemeente ontvangt twee opeenvolgende jaren een subsidie van euro. De uitbetaling van de subsidie voor het planningsjaar verloopt als volgt: 1 Een eerste schijf van 80 procent wordt na ondertekening van de overeenkomst en het subsidiebesluit betaald; 2 Het saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de subsidie werd aangewend voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend, met name de voorbereiding van het jaar waarin de gemeente de titel draagt. Dit moet blijken uit de verantwoordingsstukken. De uitbetaling van de subsidie voor het jaar waarin de gemeente de titel draagt, verloopt als volgt: 1 Een eerste schijf van 80 procent wordt betaald bij ondertekening van het subsidiebesluit; 2 Het saldo van 20 procent wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de subsidie werd aangewend voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend. Dit moet blijken uit de verantwoordingsstukken. Alle verantwoordingstukken dienen te worden ingediend uiterlijk twee maanden na de einddatum van het evenement. Art. 10 De cultuurgemeente en sportgemeente vermelden tijdens de subsidieperiode bij elk initiatief in dit verband de steun van de Vlaamse overheid. Deze vermelding wordt minimaal als volgt geconcretiseerd: 1. Het gebruik van de standaardlogo's en de bijhorende tekst/baselines, zoals door de Vlaamse Regering vastgesteld, bij elke mededeling, verklaring, publicatie, presentatie - ongeacht de drager. 2. De vermelding cultuurgemeente (jaartal) of sportgemeente (jaartal) 3. De indiener besteedt in zijn aanvraag op een proactieve wijze aandacht aan de mogelijkheden om de steun van de Vlaamse overheid te vermelden. 4. Indien bij de aanvraag publieksevenementen gepland zijn, vermeldt de indiener in de aanvraag hoe de steun vanwege de Vlaamse overheid aan het geselecteerde project op een dynamische wijze kenbaar gemaakt wordt. 5. In de beheersovereenkomst, waarvan sprake in art. 8 worden andere specifieke mogelijkheden tot communicatie afgesproken die niet in de aanvraag voorzien werden. 4

5 Hoofdstuk 4. Toepassings- en controlemaatregelen Art. 11 De gemeenten die een aanvraagdossier indienen, gaan de verbintenis aan om de gegevens te verstrekken die door het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media gevraagd worden. Het Departement kan steeds ter plaatse de aanwending van een subsidie controleren. De aanvrager verbindt er zich toe alle informatie over de openbare activiteiten in het kader van het project aan het Departement te melden. Art. 12 Afgezien van eventuele rechtsvervolging kunnen vastgestelde misbruiken of het niet of slechts gedeeltelijk voldoen aan de in dit reglement gestelde voorwaarden, aanleiding geven tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Art. 13 Dit reglement heeft uitwerking met ingang van 25 februari Bert ANCIAUX Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel 5