Verantwoording selectie Erasmus+ Lerende mobiliteit (KA1) Call 2016

Vergelijkbare documenten
Verantwoordingsdocument

Nationaal Evaluatie Comité. Lerende mobiliteit (KA1) Tweede Call 2018

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2019

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018

Toelichting selectie Erasmus+ VET Mobility Charter (KA109) Call 2018 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) september 2018

Verantwoordingsdocument Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018

Nationaal Evaluatie Comité Erasmus+ Lerende mobiliteit (KA1) Call 2019

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2014 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie (ve)

Toelichting selectie Erasmus+ VET Mobility Charter (KA109) Call 2015 middelbaar beroepsonderwijs (mbo) september 2015

Oproep experts Erasmus+

Oproep experten Erasmus+ individuele leermobiliteit (KA1) Call 2019

Oproep experten strategische partnerschappen (KA2) Call 2019

Oproep experts Erasmus+ jeugd

Het Europese subsidieprogramma Erasmus+ ( ) is de opvolger van onder andere het Leven Lang Leren programma (LLP, ).

Introductie Erasmus+ Rol van het Nationaal Agentschap. Dinsdag 18 september Marloes Hogervorst Eline van der Net

Verantwoording Selectie Transnationale Mobiliteit Call 2012

Erasmus+ Voorlichting Call 2016 Mobiliteit van personeel KA1. Utrecht, 19 november 2015

Proeftuinplan: Meten is weten!

Voorlichting KA1 mbo Call 2019

Nieuwe aanvragers Erasmus+ mbo

Voorlichtingsbijeenkomst Mobiliteit Nieuwkomers

Verantwoording selectie Erasmus+ Call KA1 - mobiliteit van personeel. sector primair en voortgezet onderwijs

Fonds Impuls Bedrijventerreinen. Tussenevaluatie februari

Beoordelingsproces Aanvragen voor subsidiebeleidskader Samenspraak en Tegenspraak: strategische partnerschappen voor pleiten en beïnvloeden

Stimulering Europees Onderzoek

Algemene voorwaarden bij toekenning

Subsidieregeling Nieuwe Culturele Initiatieven. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den Ussel;

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2015 en 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Subsidiereglement Bedrijf en buurt

Beschrijving aanvraagprocedure/aanvraagformulier

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Aanvragen Hoofdstuk 3. Beoordelingscriteria Hoofdstuk 4. Besluitvorming...

EUROPESE COMMISSIE. OPROEP EAC/A01/2015 Mobiliteitshandvest voor beroepsonderwijs en opleiding van Erasmus+ ( )

Flexibele subsidies 2018: Thema - Samen voor de Stad

CUOS-Regeling Internationaliseringssubsidies

Stimulering Europees Onderzoek

Nadere regels subsidie lokaal innovatiefonds gemeente Renkum 2017 en 2018

Mobility Tool+ Gebruikerstraining KA1

Nummer: INF/MDT/1106. Brussel, 27 april Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren

Flexibele subsidies 2018: Thema - Weerbaar opvoeden en competenties versterken

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

#46: Vragen en antwoorden nieuwe actielijn Erasmus+ voor scholen 'School Exchange partnerships'

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Deelregeling #NieuweStukken Fonds Podiumkunsten

Hoofdstuk I Algemene bepalingen. Hoofdstuk II Indiening Stadsinitiatief

Protocol Toetsing en Selectie Asiel, Migratie en Integratiefonds Deel A

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Kick-Off KA1 mbo Call 2017

7 Beoordeling Offertes

Subsidieregeling ontwikkeling en uitvoering doorstroomprogramma s. Veelgestelde vragen & antwoorden

Erasmus+ Informatiebijeenkomst. Primair en voortgezet onderwijs. KA101: mobiliteit van schoolpersoneel. Utrecht, 14 november 2018

TEAMINDELINGSBELEID. Hockeyclub Montfoort

Vragen gesteld tijdens de informatiebijeenkomst Erasmus+ voor primair en voortgezet onderwijs Utrecht, 22 november 2017

1. Algemene informatie Beleidskader subsidies doorstroomprogramma s vmbo-mbo en vmbo-havo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Extra impuls gemeenten voor afvalpreventie en afvalscheiding huishoudelijk afval

Asiel, Migratie en Integratiefonds (AMIF) Fonds voor de Interne Veiligheid (ISF)

TOELICHTING. Regeling uitvoering van LEADER-projecten Oost-Groningen. Regeling lopende kosten LEADER

Werkwijze Raad voor Cultuur inzake advisering POM

Mobility Tool. Gebruikerstraining. Anita van Doorn Sandy van der Drift. Den Bosch

Voortgang SectorplanPlus

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Monitoringsrapportage Subsidieregeling praktijkleren uitvoeringsjaar 2016

Richtlijnen aanvraag start- en stimuleringssubsidie. Geldig vanaf januari 2016

Voorlichting KA1 mbo Call 2018

Nationaal Agentschap Erasmus+ volwasseneneducatie. Peter van Deursen Hannah Achterbosch

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens

Regionaal Investeringsfonds mbo

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Subsidieregeling Armoedebeleid Capelle aan den IJssel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

Rapportage Eindresultaten Wat zijn de prestaties van onze scholen?

Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'

JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action

Evaluatie herijking leerlingenvervoer

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer

Verordening Investeringssubsidie Sportaccommodaties 2008

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies

INNOVATIEIMPULS ONDERWIJS (IIO)

Financieringsvoorwaarden ondersteuning regionale allianties

Regionaal Investeringsfonds mbo

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Amersfoort 2013 (ASV), besluit vast te stellen de volgende regeling:

II) Verdeling subsidie Sectorplan Groot Amsterdam, Zaanstreek en Waterland

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende het onderwijs XXIV, artikel X.1;

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

INNOVATIEVE CULTUURPROJECTEN IN HET VOORDEEL VAN KINDEREN EN JONGEREN IN EEN MAATSCHAPPELIJKE KWETSBARE SITUATIE

Financieringsreglement Projectsubsidie Opvoedingsondersteuning

Art. 3. De subsidie, vermeld in artikel 4, kan ten vroegste ingaan vanaf 1 april 2019 en kan uiterlijk lopen tot en met 31 maart 2021.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Werkveld Datum Instemming/Advies Vastgesteld CvB Org. &Vert. September 2014 GMR Instemming GMR

Procedure BREEAM-NL Innovatiecredits. Versie 4.0 oktober 2016

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Goedgekeurd op de gemeenteraad van

Europese sportevenementen zonder winstoogmerk

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Verantwoording selectie Erasmus+ Lerende mobiliteit (KA1) Call 2016 Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) mei 2016

Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Procedure selectie... 1 A. Ontvankelijkheid... 1 B. Toewijzing en voorbereiding experts... 1 C. Beoordeling door experts... 2 D. Bepalen voorlopige toekenningen... 2 E. Nationaal Evaluatie Comité... 3 F. Besluit en bezwaar... 3 2 Uitgangspunten selectie... 4 3 Budgetuitputting in het mbo... 5 4 Beschikbaar budget Call 2016 KA1 mbo... 6 5 Aantal aanvragen Call 2016 KA1 mbo... 7 6 Verdeling budget mbo reguliere aanvragen... 8 7 Verdeling budget mbo verkorte aanvragen (Charters)... 10 8 Toelichting verhouding toekenning studenten - professionals... 11 I

Inleiding Lerende Mobiliteit, ook wel Mobiliteit of KA1 genoemd, is één van de drie key actions die onderdeel is van het op 1 januari 2014 gestarte Erasmus+ programma voor Onderwijs, Jeugd en Sport. In dit document wordt toegelicht hoe de KA1 mbo Call 2016 selectieprocedure is opgebouwd en wat de uitkomst van deze selectie is. Het betreft mobiliteit van studenten en professionals. Ter achtergrond: gevolgen VET Mobility Charter voor KA1 mbo Call 2016 In 2015 is de eerste Call voor de VET Mobility Charter verschenen. De VET Mobility Charter heeft tot doel om een strategische benadering van internationalisering en kwaliteit van leermobiliteit in het mbo te stimuleren. De VET Mobility Charter is een kwaliteitskeurmerk voor de instelling en verankert tevens de continuïteit van Erasmus+ middelen. Het Erasmus+ programma streeft voor het mbo naar een transformatie van losse mobiliteitsprojecten naar betere verankering van internationalisering en internationale mobiliteit met onderwijsbeleid, dat heeft gevolgen voor de aanvragers en verhoogde verwachtingen ten aanzien van de kwaliteit van aanvragen (KA1 aanvragen én VET Mobility Charter aanvragen). Er is vanaf 2015 jaarlijks een aparte Call voor het aanvragen van een VET Mobility Charter, na toekenning geeft dat in de eerstvolgende KA1 mbo Call vereenvoudigd toegang tot de KA1 middelen. In 2015 hebben de eerste 14 mbo-aanvragers de VET Mobility Charter toegekend gekregen. Doordat een aantal mbo-instellingen samenwerkt in consortia, betreft dit 24 mbo-instellingen. Voor de KA1 Call 2016 betekent dit dat zij via een verkort aanvraagformulier de KA1 aanvraag kunnen indienen. Hierin hoeven alleen aantallen mobiliteiten voor studenten en professionals aangevraagd te worden en is geen sprake meer van een inhoudelijke motivatie. Voor mbo-instellingen die géén VET Mobility Charter hebben, bestaat de mogelijkheid om via het reguliere aanvraagformulier een KA1 aanvraag in te dienen. Omdat er twee verschillende aanvraagformulieren zijn, wordt het Nationaal Agentschap geacht om de beschikbare KA1 middelen over twee potten te verdelen. Dit dient bij het publiceren van de Call gecommuniceerd te worden richting het veld, zoals gedaan is tijdens de voorlichting voor de KA1 Call 2016. Voor de Call 2016 is een verdeling aangehouden van 57% van de beschikbare KA1 middelen voor bezitters van een VET Mobility Charter en 43% voor de reguliere aanvragers (zie beschikbaar budget ). Deze verdeling is gebaseerd op het aandeel van de middelen dat de VET Mobility Charter houders gezamenlijk in KA1 Call 2015 toegekend hebben gekregen, opgeplust met een marginaal percentage. Het is de ambitie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, evenals van het Nationaal Agentschap, dat in 2020 alle mbo-instellingen een VET Mobility Charter hebben, waarin kwaliteit uiteraard prevaleert. Om de kwaliteit van internationale mobiliteit en internationalisering instellingsbreed te verhogen en het als gevolg daarvan aanvragen van een VET Mobility Charter te stimuleren zal het percentage (budget) voor de VET Mobility Charters in de komende jaren in zowel absolute als relatieve zin groeien. Er zullen altijd middelen beschikbaar blijven voor nieuwkomers en niet-bezitters van een Charter. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 1

1 Procedure selectie A. Ontvankelijkheid Alle ingediende aanvragen zijn gecontroleerd op de ontvankelijkheidscriteria zoals voorgeschreven door de Europese Commissie. Dubbel ingediende aanvragen zijn eerst uit het systeem gehaald, waarna de controle heeft plaatsgevonden. De ontvankelijkheidscontrole geldt voor het verkorte (Charter) én reguliere aanvraagproces. B. Toewijzing en voorbereiding experts Vanuit de EC is bepaald dat de selectie van aanvragen (beoordeling) volledig op decentraal niveau (nationaal) plaatsvindt, volgens de procedure welke is beschreven is in de Guide for NA s en Guide for Experts. Elke aanvraag boven de 60.000,- dient door twee experts beoordeeld te worden en elke aanvraag tot en met 60.000,- door één expert. Indien er twee experts zijn, mag één daarvan ook extern zijn. Verkorte aanvragen (Charters) worden niet inhoudelijk beoordeeld en hebben dan ook geen experts toegewezen gekregen. Voor bezitters van een VET Mobility Charter geldt namelijk dat zij met de toekenning van de Charter al aangetoond hebben over kwaliteit te beschikken, waardoor op dit moment dan ook niet meer op kwaliteit beoordeeld hoeft te worden. Voor de reguliere aanvragen geldt: Binnen KA1 heeft het NA Erasmus+ voor Call 2016, net als in voorgaande Calls ervoor gekozen om te werken met louter interne experts. De expertise van interne experts is hoog en het NA acht haar experts in staat om op objectieve wijze tot kwalitatief hoogwaardige expertbeoordelingen te komen. De experts worden na selectie uitgenodigd voor een instructiebijeenkomst. Voorafgaand aan de instructiebijeenkomst worden de experts toegewezen aan aanvragen, de experts worden ook in de OEET (Online Expert Evaluation Tool) toegewezen aan de aanvragen. De expert die een aanvraag beoordeelt, is nooit dezelfde persoon die betrokken was bij advisering van deze aanvraag of bij begeleiding van lopende of recent afgesloten projecten van deze aanvrager. Hierdoor wordt een mogelijk conflict of interest voorkomen. Tijdens de instructiebijeenkomst is een enkel project nog gewijzigd van expert als laatste voorkoming van mogelijke conflicts of interest. Alle experts tekenen in de OEET automatisch een verklaring met betrekking tot conflict of interest. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 1

C. Beoordeling door experts Na de instructiebijeenkomst gaan de experts aan de slag met het beoordelen van de aanvragen. Onafhankelijk van elkaar komen ze tot een beoordeling. In de beoordeling worden scores gegeven en deze worden onderbouwd. Daarbij wordt, waar nodig, een advies gegeven over goed/af te keuren kosten op basis van onderbouwing in de aanvraag. De aanvraag wordt tezamen met eventueel toegevoegde bijlagen holistisch beoordeeld op basis van wat er aangeleverd is door de aanvrager. Indien past performance aanwezig is, wordt dat meegenomen in het oordeel van de expert. De experts gaan (in het geval van twee experts) na het submitten van hun onafhankelijke beoordeling met elkaar in overleg (consolideren) om te komen tot één geconsolideerde beoordeling, zowel in score als in woorden. De geconsolideerde score hoeft niet het gemiddelde van de twee afzonderlijke scores te zijn. In het geval van één expert, zal deze beoordeling in de meeste gevallen direct leiden tot de consolideerde beoordeling, met inachtneming van de eventuele opmerkingen naar aanleiding van het tegenlezen. Vervolgens worden alle geconsolideerde beoordelingen tegengelezen, dit is geen onderdeel van de procedure in de Guide for NA s, maar is toegevoegd als extra kwaliteitscontrole. Op die manier wordt de intersubjectiviteit extra bewaakt en tevens wordt gekeken of de aanvraag beoordeeld is volgens de richtlijnen, of deze volledig is en wordt gelet op taalfouten en op consistentie tussen de hoogte van de score en de toelichting hierop. Het tegenlezen zal op geen enkele wijze invloed uitoefenen op het oordeel van de expert(s). Er wordt ook gekeken of er beoordelingen zijn met 30 of meer punten verschil. Indien dit het geval is, dient er een derde expert ingezet te worden. Dit is in Call 2016 niet van toepassing geweest. D. Bepalen voorlopige toekenningen Voor de verkorte (Charter) aanvragen geldt dat na de ontvankelijkheidscontrole er een voorlopige verdeling wordt gemaakt van het voor de Charter-bezitters beschikbare budget over de aanvragen die aan alle ontvankelijkheidscritria voldoen. Voor de reguliere aanvragen geldt dat, nadat de expertbeoordelingen zijn afgerond, vanuit de principes van kwaliteit en kwantiteit alle beoordelingen van de experts naast elkaar worden gelegd om het voor de reguliere aanvragers beschikbare budget te verdelen. Het Agentschap streeft ernaar om met name op basis van de kwaliteit en past performance tot een verdeling van middelen te komen die de aanvragers recht doet, leidt tot draagbare risico s voor het Agentschap en waarbij over het geheel consistent gehandeld is. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 2

E. Nationaal Evaluatie Comité Nadat de beoordelingen definitief zijn (voor reguliere aanvragen) en het Agentschap gekomen is tot een selectie en verdeling van de middelen over de aanvragers wordt een voorstel voor toekenning van voorlopige subsidie gemaakt. Het Nationaal Evaluatie Comité beslist over dit voorstel en kijkt met name of er sprake is van maatschappelijke zorgvuldigheid, billijkheid en redelijkheid en niet van willekeur. Het Nationaal Evaluatie Comité wordt gevormd door een vertegenwoordiger van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (directie mbo), een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken en Landbouw (vanuit groen onderwijs) en het hoofd van het Nationaal Agentschap Erasmus+ mbo/ve. F. Besluit en bezwaar Naar aanleiding van de beslissing van het Nationaal Evaluatie Comité, ontvangen alle aanvragers een brief met daarin de vermelding van de uitslag. Er bestaat de mogelijkheid om tegen deze beslissing bezwaar te maken bij de bezwaarcommissie NA Erasmus+. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 3

2 Uitgangspunten selectie Bij de uitvoering van Mobiliteit (KA1) hanteert het NA Erasmus+ in het mbo de speerpunten kwaliteit en kwantiteit en probeert het deze twee speerpunten zo goed mogelijk in balans te brengen. Dat betekent dat gestreefd wordt naar internationale kansen voor zoveel mogelijk studenten en professionals, waarbij oog is voor de kwaliteit van de mobiliteit. Hierbij wordt gekeken naar beleidsstukken, de implementatie van dit beleid en de uitvoering van de mobiliteit. Dat vertaalt zich in het toekennen van voorlopige subsidie aan alle organisaties die van voldoende kwaliteit zijn (boven de threshold scoren). De komst van Erasmus+ en de visiebrief internationalisering mbo en ho (juli 2014) versterken dit uitgangspunt om kwaliteit en kwantiteit in balans te houden, ook met het oog op de VET Mobility Charter en de doelen zoals genoemd in de genoemde visiebrief. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 4

3 Budgetuitputting in het mbo Statistieken van afgeronde mobiliteitsprojecten (t/m Call 2013) laten zien dat 100% besteding van de toegekende subsidie niet gerealiseerd wordt door alle projecten, waardoor we uiteindelijk zouden uitkomen op onderuitputting (bijv. 97%). Het ligt daarom voor de hand om meer dan 100% van de beschikbare subsidies voorlopig toe te kennen, zodat onderbesteding op projecten niet tot nationale onderuitputting leidt. In de Calls 2014 en 2015 heeft het Agentschap deze overuitzetting voortgezet. Het ziet er echter naar uit dat er in de uitputting een trendbreuk gaande is. Met het gelijk blijven van de middelen in de afgelopen jaren en de toenemende vraag in het mbo mede door een politiek momentum, lijken begunstigden beter in staat tot hogere uitputting van middelen. Er is in Erasmus+ nog geen sprake van afgeronde projecten waardoor het lastig is dit te onderbouwen. Door de toegenomen professionaliteit en vraag verwacht het Agentschap echter dat de begunstigden steeds beter in staat zijn budgetten zodanig te managen dat ze (zo volledig mogelijk) uitgeput worden. Het Agentschap wil niet het risico lopen meer budget uit te zetten dan zij beschikbaar heeft en zal daarom in 2016 niet overgaan tot overuitzetting. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 5

4 Beschikbaar budget Call 2016 KA1 mbo 9.245.096,- Onderverdeling Charter KA1-aanvragen 5.269.704 (57%) Reguliere KA1-aanvragen 3.975.391 (43%) In Call 2015 was voor KA1 mbo hetzelfde budget beschikbaar (hoewel toen nog één pot), in Call 2015 zijn er méér middelen uitgezet (overuitzetting). In Call 2016 is dit niet gedaan, zie H.3 Budgetuitputting in het mbo. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 6

5 Aantal aanvragen Call 2016 KA1 mbo Charter KA1-aanvragen Er is in totaal voor ruim 13 miljoen euro aan aanvragen ingediend. Er zijn 14 aanvragen ingediend. o 1 aanvraag is niet door de ontvankelijkheidscontrole gekomen Reguliere KA1-aanvragen Er is in totaal voor een ruim 14 miljoen euro aan aanvragen ingediend. Er zijn 36 aanvragen ingediend, waarvan o 3 aanvragen niet door de ontvankelijkheidscontrole zijn gekomen. o 2 aanvragen hebben onder de threshold gescoord. o 31 aanvragen scoorden boven de threshold. Deze zullen in aanmerking komen voor toekenning. Er zijn 2 nieuwe aanvragers en 2 semi-nieuwe aanvragers (aantal jaren eruit geweest). Er is ook in Call 2016 weer sprake van grote overvraging van het budget. Er is ruim 27 miljoen euro aangevraagd. Dit is nagenoeg gelijk aan de overvraging in call 2015. De hoogte van de studentvergoedingen (individual cost) is ten opzichte van call 2014/2015 naar beneden bijgesteld in overleg met het veld. Voor Call 2016 zal de individual cost (student) liggen op (maximaal) 38% van het Europese maximum, dit was voorheen 60%. Dit calculeert het aanvraagformulier automatisch mee. Indien het aangevraagde totaalbedrag gecorrigeerd zou worden naar de hoogte van de vergoedingen van 2015, zien we dus een flinke toename in de overvraging ten opzichte van vorig jaar. Het aantal aanvragen en organisaties ligt in de lijn der verwachting, evenals de kwaliteit van de reguliere aanvragen. Deze is overwegend hoog. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 7

6 Verdeling budget mbo reguliere aanvragen Eerder was te lezen dat het Agentschap in het mbo ervoor kiest om voor zowel kwaliteit als kwantiteit te gaan. Dat betekent dat alle reguliere aanvragen met een score boven de threshold (min. 60/100 én minimaal de helft van de punten op de afzonderlijke criteria) in aanmerking komen voor een voorlopige toekenning. In Erasmus+ KA1 mbo wordt bij de reguliere aanvragen de hoogte voorlopige toekenning gebaseerd op (zie Programmagids Erasmus+): De kwaliteit van de aanvraag. Het aantal aangevraagde mobiliteiten en de duur ervan. De past performance (financieel en inhoudelijk) Het totaal beschikbare budget. Het Agentschap tracht de beschikbare middelen voor de reguliere aanvragers zodanig te verdelen dat recht wordt gedaan aan alle bovenstaande factoren, met oog voor een coherente en consistente aanpak. Ten aanzien van de lijst van voorlopige toekenningen geldt voor de reguliere aanvragers dat er (helaas) weinig financiële ruimte in de voor deze groep beschikbare middelen zit (t.o.v. 2015), dat komt door de volgende factoren: Het beschikbare budget voor KA1 in het mbo is als geheel gelijk gebleven ten opzichte van 2015. De komst van verkorte aanvragen (Charters) en daarmee een scheiding in de middelen voor de twee groepen aanvragers binnen KA1. Het nationale beleid om kwaliteit en daarmee Charters te stimuleren en dit ook in de beschikbare middelen tot uiting te laten komen. Dit betekent dat er voor de reguliere aanvragers minder budget beschikbaar is in 2016 dan in 2015, uitgaande van gelijk blijven van de groep reguliere aanvragers. Er is een aantal instellingen dat óm het jaar aanvraagt, deze Call heeft éénieder aangevraagd. De komst van 4 nieuwe reguliere aanvragers ten opzichte van het aantal aanvragers in 2015. De keuze van het Agentschap om in 2016 niet méér middelen uit te zetten dan beschikbaar zijn, dit is 2015 wel gedaan waardoor er nu feitelijk minder middelen zijn (dit raakt beide groepen uiteraard). De subsidieovereenkomst heeft in de meeste gevallen een looptijd van twee jaar. Het Agentschap ziet steeds vaker dat de begunstigden al ruim vóór het einde van de looptijd het budget besteed hebben. Er kan desalniettemin jaarlijks een KA1 aanvraag ingediend worden, waardoor bij toekenning de continuïteit geborgd is. Voor Call 2017 en de jaren erna wordt een groei van het beschikbare budget verwacht (exacte hoogte echter onbekend). Het Agentschap hoopt dat Call 2016 overbrugd kan worden en de komende jaren meer perspectief te bieden, daarnaast stimuleert zij instellingen de VET Mobility Charter aan te vragen om meer perspectief te creëren voor henzelf. Ten aanzien van past performance: de subsidieovereenkomst heeft een looptijd van twee jaar heeft en pas ná afsluiting van een project kan door het Agentschap gereageerd Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 8

worden op mogelijke consequenties t.a.v. bijvoorbeeld financiële past performance, voor de Call 2016 is met name gekeken naar de laatst afgesloten Call, Call 2013 (looptijd zomer 2013-zomer 2015). Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 9

7 Verdeling budget mbo verkorte aanvragen (Charters) Voor de verkorte (Charter) aanvragen wordt de hoogte van de voorlopige toekenning gebaseerd op (zie Programmagids Erasmus+): Het aantal aangevraagde mobiliteiten en de duur ervan. De past performance. Het totaal beschikbare budget. Binnen de verdeling van middelen voor Charters is in de Call 2016 financiële ruimte ontstaan omdat één van de aanvragen niet-ontvankelijk was. Dit komt de anderen ten goede. Deze groep aanvragers heeft (evenals alle anderen) in de afgelopen jaren altijd budget toegekend gekregen gebaseerd op de criteria zoals bij reguliere aanvragers genoemd. Omdat continuïteit van internationale mobiliteit binnen een instelling voor het Agentschap een belangrijk element is, was de hoogte van vorige toekenningen deels basis voor vaststelling van een volgende toekenning. Dit heeft tot gevolg gehad dat er behoorlijke verschillen zijn ontstaan in de hoogte van toekenningen aan de diverse instellingen, als je kijkt naar de grootte van de instellingen (het aantal studenten). Nu al deze instellingen een keurmerk van kwaliteit hebben de VET Mobility Charter - wil het Agentschap de komende jaren deze scheefgroei beter in balans brengen zodat studenten en professionals van deze instellingen meer gelijke kansen krijgen. Dit element is meegenomen in de toekenningen Call 2016. Ook nu blijven continuïteit en groei voor de instellingen uiteraard van belang zo lang aan kwalitatieve en andere voorwaarden van de VET Mobility Charter voldaan wordt. Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 10

8 Toelichting verhouding toekenning studenten - professionals Ten aanzien van de verdeling studenten professionals tracht het Agentschap in de toekenningen de hoogte van de professionalmobiliteit op een zo hoog mogelijk niveau te zetten ten aanzien van het aangevraagde budget. Uiteraard met behoud van voldoende ruimte voor studentmobiliteit waar enorme vraag naar is. Minimaal 60% van het budget moet naar studentmobiliteit gaan. Het Agentschap acht mobiliteit van professionals van grote waarde voor de doorontwikkeling van de professionals, de teams, de kwaliteit van het onderwijs en de inbedding van internationalisering in het onderwijs. Om dit te ondersteunen kent het Agentschap relatief gezien meer professionalmobiliteit toe dan studentmobiliteit zoals hieronder te zien is. Daarbij is het mooi te constateren dat nagenoeg alle aanvragen beide doelgroepen bevatten. Dit is een positieve tendens over de afgelopen jaren. Voor de reguliere aanvragen ziet de verhouding in aanvraag en toekenning er als volgt uit: % in aanvraag % bij toekenning Studenten 91% 82% Professionals 9% 18% Voor de verkorte aanvragen (Charters) Voor de reguliere aanvragen ziet de verhouding in aanvraag en toekenning er als volgt uit: % in aanvraag % bij toekenning Studenten 86% 76% Professionals 14% 24% N.B. dit kan per individuele aanvraag uiteraard afwijken Verantwoording selectie KA1 mbo call 2016 11