is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO 14001 OHSAS 18001

Vergelijkbare documenten
Waterschapsbedrijf Limburg Kwaliteit en samenwerking maken het verschil

Inleiding 4. Energie en MJA 15 Biogas Elektriciteit Aardgas Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) Chemicaliën 16

Energie uit afvalwater

Technologisch jaarverslag Technologisch jaarverslag 2017

Schoon water. Hoe zuiveren wij uw afvalwater?

LIMBURG WATERSCHAPSBEDRI-JF. Waterschapsbedrijf Limburg is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas

Zuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,

Bijlage 1. Noorderzijlvest Gemiddeld Nederland NZV t.o.v. gem ,2 83,7-5, ,6 86,6-5, ,6 86,6-2,0

Figuur 1 Zuiveringsinstallatie

DEMONSTRATIEPROJECT D ECENTRALE AFVALWATERZUIVERING

MILIEUJAARVERSLAG Van het zuiverste water

SCHOON EN VEILIG WATER

In D&H: Steller: J.C.P. de Wit BMZ (tkn) Telefoonnummer: SKK Afdeling: Zuiveringsbeheer

Bedrijfsvergelijking Zuiveringsbeheer 2012 (BVZ 2012) Delfland

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Krediet renovatie rwzi De Meern Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Inleiding. Afvalwater. Afvalwaterzuivering

Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,

Afwegingen bij Afvalwaterzuivering

Werkstuk Techniek. Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Werkstuk gemaakt door: Klas: B2E Datum inleveren werkstuk: Dinsdag 30 mei Docent: JGT

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Publieksmilieujaarverslag 2014

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21

grondstof? Afvalwater als Energie winnen uit afvalwater Verwijderen van medicijnen en hergebruik van meststoffen Veel mogelijkheden

WATER- SCHAPPEN & ENERGIE

Excursie Rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei en Veluwe te Apeldoorn. d.d

Publieksmilieujaarverslag 2017

Bedrijfsvergelijking (2009)

De hoogwaardige zuivering van afvalwater papierfabrieken Eerbeek

Voortgangsrapportage CO2 reductie periode 2012

Energie uit afvalwater

Aquafin - leerpakket. werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN

De afvalwaterzuivering als energiefabriek

Thermofiele Slibgisting en Stikstofterugwinning op RWZI Bath

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Praktijk : Voorschrift bacterieel wateronderzoek

Voortgangsrapportage CO2 reductie periode

ALGEMENE VERGADERING. 18 december 2012 Waterketen, afdeling Zuiveringen en Gemalen. 29 november 2012 H. Kuipers

Cellulose Assisted Dewatering of SLudge:

Voortgangsrapportage CO2 reductie periode

Doelmatige werking van zuiveringstechnische werken en grote lozers

Erfafspoeling en groene zuivering

Mededeling aan het AB

Publieksmilieujaarverslag 2016

2042' Waterschap Roer en Overmaas 0 7 JUNI Cc. aen 1.. BEHANDELD DOOR TELEFOONNUMMER DATUM

Aquafin - leerpakket. werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN

Toets 5.1 Waterzuivering (ppt + aanvullend lesmateriaal)

Mededeling aan het AB

voor duurzame energie

Werkblad voor de leerling

Omzet.Amersfoort. Van onderzoek naar realisatie. Henry van Veldhuizen 28 juni 2011

Publieksmilieujaarverslag 2015

Energie jaarverslag Energie jaarverslag 2017

Slibverwerking. 1 Inhoud... 1

1.7 Innovatie Afsluitend... 16

Effluenten RWZI s (gemeten stoffen)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM )

GER-waarden en milieu-impact scores hulpstoffen voor de afvalwaterzuivering. Heleen Pinkse

14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN

Handleiding. Afvalwaterzuivering. Uitleg Samenvatting Test jezelf

Acceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf

Nummer : 17UTP Barcode : 17UTP. Definitieve wijzigingsbeschikking. Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta;

Standpunt Nieuwe Sanitatie

Organische vracht continue on-line bewaken. Peter-Jan van Oene, 8 november 2011, nieuwegein

Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland. Situatie per 31 december 2012

Publieksmilieujaarverslag 2013

Milieueffectrapportage Renovatie rioolwaterzuivering s-hertogenbosch. Samenvatting

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

RWZI Tilburg Energie- en grondstoffenfabriek

FrieslandCampina Nederland Holding B.V. Postbus LE AMERSFOORT. Leeuwarden, 12 juli 2013 Verzonden,

Riothermie en WKO voor duurzame warmte en koude

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

totaal rioolwater aanvoer

emissie broeikasgassen

Uitbesteding van onderhoud: Het onderhouden van de uitbesteding


WAT BIED BORALIT AAN?

ONTWERP VERGUNNING. Zaaknummer: Z

Eigen -/ Keteninitiatief CO2 footprint Innovatie Kennis Centrum

Ketenanalyse RWZI s. Revisie Auteur Datum Toelichting 01. Reinoud Goudswaard

25 Jaar Statistiek Zuivering van afvalwater in vogelvlucht

Aquafin leerpakket Lager onderwijs. 1. Verbind wat bij elkaar past. 2. Zoek het antwoord in het stripverhaal. werken aan zuiver water

onderzoeken Peka Kroef 2011/2012

KLAAR VOOR DE TOEKOMST Uitbreiding rwzi Meppel

Voortgangsrapportage CO2 reductie periode

Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater

CONCEPT!! * * Waterschap Roer en Overmaas Algemeen Bestuur t.a.v. Postbus AD SITTARD DIR. (MARAP) t/m juni 2011.

TECHNISCHE GEGEVENS ASTERIA 750 WATERZUIVERINGSSTATION

Verwijdering van fosfaat en stikstof door rioolwaterzuiveringsinstallaties, Marnix de Zeeuw en Kees Baas

16,7 miljoen mensen werken elke dag aan een oplossing voor het fosfaatprobleem. En toch houden we de kosten laag.

RWZI s-hertogenbosch - renovatie

Transcriptie:

is een samenwerkingsverband van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas ISO 9001 ISO 14001 OHSAS 18001

Het Technologisch jaarverslag is een uitgave van het Waterschapsbedrijf Limburg Postbus 1315, 6040 KH ROERMOND Fotografie/beeld: Zips Fotografie water raakt en verbindt iedereen

Inhoud 5 Waterschapsbedrijf Limburg in het kort 7 Biologische zuivering 7 Zuiveringsslib 7 Onze rioolwaterzuiveringsinstallaties 9 Afvalwater zuiveren 17 Normen voor gezuiverd afvalwater 17 Slib verwerken 23 Ontwateren van zuiveringsslib, hoe werkt dat? 23 Zuiveringsslib nuttig hergebruikt 24 Energie 25 WBL werkt steeds energie-efficiënter 25 Soorten energieverbruik 26 Energie besparen in de zomermaanden 27 Chemicaliën 29 Individuele behandeling afvalwater 31 Bemonstering IBA s 31 Prestaties IBA's in 2013 31 Kwaliteit Arbo Milieu 33 Innovatieve ontwikkelingen 35 30% méér biogas dankzij Thermische Drukhydrolyse 35 Verdygo: rioolwaterzuiveringsinstallatie van de toekomst 36 Wijk van Morgen: 0-waterconcept 36 Pilot met CarCON-beluchtingsregeling 37 Pilotproject om nutriënten terug te winnen 37 Virtuele computermodellen ondersteunen verbetertrajecten 37 WAUTER: centrale aansturing installaties 37 3

4

Duurzaam verbeteren In technologisch opzicht was 2013 een normaal jaar voor WBL. We hebben de normen op het gebied van afvalwater zuiveren gehaald. Ook hebben we ons gericht op het optimaliseren van de Thermische Drukhydrolyse (TDH), de nieuwe slibvergistingsinstallatie op de rwzi van Venlo. Op het vlak van energieopwekking en slibvergisting presteert de TDH nu naar verwachting. Het beoogde ontwateringsresultaat is echter nog niet bereikt, hieraan wordt in 2014 verder gewerkt. Daarnaast zijn in het kader van het project WAUTER (WaterAUtomatisERing) zes rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi s) aangesloten op PCS7, het geïntegreerde besturingssysteem waarmee de rwzi s op afstand bestuurd worden. In 2013 zijn ook alle gemalen aangesloten op PCS7. Meer details over deze innovaties zijn te vinden in het laatste hoofdstuk. Dit verslag geeft de belangrijkste resultaten weer van het jaar 2013. Voor meer gedetailleerde gegevens (zoals de printversie van het jaarverslag, tabellen en het overzicht van de voorzieningen) verwijzen wij u naar onze website, www.wbl.nl/jaarverslagen. 5

6

Waterschapsbedrijf Limburg in het kort Werken aan schoon water in Limburg Het Waterschapsbedrijf Limburg (afgekort WBL) is een samenwerkingsverband van de Limburgse waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas. Het WBL zorgt voor de zuivering van het afvalwater van de hele provincie Limburg. Het afvalwater is afkomstig van Limburgse huishoudens en bedrijven die zijn aangesloten op het rioolstelsel. Daarnaast komt ook een deel van het regenwater in het riool terecht. Om het afvalwater te kunnen zuiveren, transporteren we het naar een van de 18 rioolwaterzuiveringsinstallaties (afgekort rwzi's) in Limburg. Jaarlijks wordt zo ongeveer 150 miljoen m³ afvalwater aangevoerd via het rioolstelsel. Dat is qua inhoud vergelijkbaar met 3,5 miljoen tankauto's. Biologische zuivering In de rwzi's wordt het afvalwater (eventueel gemengd met regenwater) biologisch gezuiverd. Dit gebeurt met micro-organismen die de afvalstoffen als voedsel gebruiken. Op deze manier wordt ook een groot deel van de fosfaat- en stikstofverbindingen verwijderd. Na het zuiveringsproces wordt het gezuiverde water gescheiden van de 'volgegeten' bacteriën. Het gezuiverde water gaat vervolgens terug de natuur in, naar het oppervlaktewater, zoals de Maas of een beek. Zuiveringsslib Bij biologische zuivering ontstaat naast gezuiverd water ook een restproduct: zuiveringsslib. Dit wordt in zeefbandpersen en centrifuges ontwaterd. De helft van het ontwaterde slib wordt vervolgens in de slibdrooginstallatie in Susteren gedroogd tot korrels (granulaat). Deze korrels worden door het maalbedrijf Biomill BV fijngemalen en nuttig hergebruikt als brandstof voor de cementindustrie. De andere helft van het ontwaterde slib wordt verwerkt door Slibverwerking Noord- Brabant (SNB). Cijfers 2013 Waterschapsbedrijf Limburg Aantal medewerkers: ruim 140 Totale hoeveelheid afvalwater gezuiverd door alle Limburgse zuiveringsinstallaties samen: 142 miljoen m³ Aantal huishoudens dat afvalwater loost op het riool: 493.000 Aantal bedrijven dat afvalwater loost op het riool: 30.000 Aantal zuiveringsinstallaties: 18 Aantal slibdrooginstallaties: 1 in Susteren Lengte aan transportriool: 501 km Totale hoeveelheid ontwaterd zuiveringsslib: ± 101.000 ton Aantal pompgemalen: 144 7

8

Onze rioolwaterzuiveringsinstallaties soorten en maten Limburg heeft rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) in vele soorten en maten. Grote, zoals in Venlo, Susteren en Hoensbroek, maar ook kleinere, zoals die in Meijel, Simpelveld en Heerlen. Ook wat betreft techniek verschillen de 18 rwzi's van elkaar. Dit komt omdat ze in verschillende periodes zijn gebouwd, op basis van de toen geldende inzichten en de toen geldende stand van de techniek. In de loop der jaren zijn sommige installaties verbouwd om te blijven voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. In de toekomst zullen de rwzi s steeds onderhevig zijn aan aanpassingen vanwege de strengere eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van het oppervlaktewater. 9

Gennep car-vb Figuur 1 is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe meer kubieke meters vervuild water de desbetreffende installatie krijgt aangevoerd. De drie grootste rwzi's zijn Venlo, Susteren en Hoensbroek. Samen zuiveren zij bijna de helft van al het Limburgse afvalwater. Venray ulb+vb N++ P++ Venlo car-vb N+ N++ P+ Meijel ulb-vb Weert as+vb N+ P+ Roermond ulb+vb N+ P+ Panheel as+vb Stein as+vb Susteren ulb+vb N+ N++ P+ P++ DR Hoensbroek car-vb N+ P+ Legenda Maastricht-Bosscherveld Heerlen ob+as ulb-vb N+ N++ P+ P++ Wijlre as+vb Maastricht-Heugem car-vb Maastricht-Limmel Rimburg car-vb P++ ulb+vb N+ N++ P+ P++ Kerkrade car-vb Simpelveld ob+as as+vb ulb+/-vb car-vb ob+as N+ N++ P+ P++ DR Actief slibsysteem met voorbezinking Ultralaagbelast systeem met/zonder voorbezinking Carrousel-installatie zonder voorbezinking Oxidatiebed met actief slibsysteem Hoge bijdrage aan gebiedsreductie stikstof Individuele doelstelling stikstofreductie Hoge bijdrage aan gebiedsreductie fosfaat Individuele doelstelling fosfaatreductie Slibdrooginstallaties 10

Rioolwaterzuiveringsinstallaties bij de tijd In 2013 hebben we diverse verbeterprojecten uitgevoerd op onze rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's). Hieronder lichten we er een paar uit. Rwzi Susteren Op de rwzi Susteren is onderzocht hoe de slibontwateringsprestaties verbeterd kunnen worden. Toepassing van nieuwe inzichten heeft in 2013 geleid tot de eerste positieve resultaten. Voor de verdere invoering van alle verbeteropties is een langdurige testperiode in gang gezet die doorloopt in 2014. Rwzi Hoensbroek Naar aanleiding van een verbetervoorstel - doorberekend met een virtueel computermodel - zijn op de rwzi Hoensbroek nieuwe voortstuwers geplaatst. Voortstuwers dienen om de stroomsnelheid van het water in de twee beluchtingstanks te vergroten. Een hogere stroomsnelheid bevordert het zuiveringsproces en zorgt voor een lager energieverbruik, mits er enkele aanpassingen in de beluchtingsregeling worden toegepast. Dit verbeterproject loopt in 2014 nog door. Centrale besturing Op zes rwzi s (Susteren, Gennep, Meijel, Venray, Hoensbroek en Venlo) zijn maatregelen genomen ten behoeve van de aansluiting op PCS7, het geïntegreerde besturingssysteem waarmee de rwzi s op afstand bestuurd worden. Dit gebeurt in het kader van het project WAUTER (WaterAUtomatisERing). Vanaf mei 2013 zijn ook alle gemalen omgebouwd en aangesloten. Rwzi Venray Op de rwzi Venray is onderzocht welke maatregelen nodig zijn om de installatie te laten presteren volgens de strengere normen die gaan gelden vanaf 1 januari 2016. De focus ligt hierbij op de inzet van innovatieve technieken voor verbetering van de stikstof- en fosfaatverwijdering, zonder dat de rwzi hiervoor uitgebreid dient te worden. Hierdoor hoeft maar liefst 6 miljoen euro minder geïnvesteerd te worden. Het onderzoek, dat een half jaar duurde, wees uit dat het op basis van de beoogde innovatieve technieken én intensief toezicht op het functioneren van de installatie mogelijk moet zijn om de strengere normen te halen. 11

Gennep (2,75) 43.927 0,79 Figuur 2 is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe groter de vuilvracht (TZV-i.e. 150) die de desbetreffende installatie krijgt aangevoerd. Vuilvracht staat voor de hoeveelheid vervuiling in het water. Venray (3,81) 62.486 1,08 Venlo (14,49) 239.788 0,98 Meijel (0,49) 8.074 0,70 Weert (7,78) 127.324 1,43 Roermond (14,09) 229.986 1,37 Panheel (1,96) 32.761 1,37 Susteren (15,41) 252.069 1,10 Stein (1,95) 31.956 1,05 Hoensbroek (11,00) 180.136 0,80 Heerlen (1,43) 23.394 0,36 Maastricht-Bosscherveld (4,61) 75.621 0,74 Wijlre (2,91) Maastricht-Limmel (7,61) 46.899 0,96 124.403 1,06 Maastricht-Heugem (2,53) 41.394 0,70 Rimburg (2,60) 42.678 0,60 Kerkrade (4,00) 65.527 0,86 Simpelveld (0,65) 10.640 0,64 Legenda = meer dan +10 % afwijking = meer dan -5% afwijking = meer dan -10% afwijking = meer dan -15 % afwijking = afwijking binnen +/- 5% 12

Toelichting op figuur 2 De vuilvracht waarmee een rwzi belast wordt, wordt bepaald uit de hoeveelheid chemisch zuurstofverbruik (CZV) en Kjeldahl-stikstof (Kj-N) in de waterstromen. Het resultaat van de berekening wordt uitgedrukt in TZV-i.e. (TotaalZuurstofVerbruik per inwoner equivalent). Bij elke rwzi worden drie getallen weergegeven en symbolen (de driehoekjes): Het getal tussen haakjes geeft de verhouding weer tussen de vuilvracht van de rwzi s onderling (alle installaties samen = 100) aan. Het getal links van de symbolen geeft de gemiddelde vuilvracht (uitgedrukt in TZV-i.e.150) weer in het inkomende vuile water (influent) in 2013. Dit wordt de maatgevende aanvoer genoemd. De verhouding tussen de gemiddelde hoeveelheid vuilvracht die de installatie binnenkrijgt (de maatgevende aanvoer) en de vuilvracht waar de betreffende installatie voor ontworpen is (ontwerpcapaciteit) wordt weergegeven met het getal rechts van de symbolen. Als dit getal hoger is dan 1, komt er meer vuilvracht binnen dan de rwzi in principe aan kan, wat zou kunnen duiden op problemen bij de verwerking van piekbelastingen. Echter, op dit punt zijn er, bij de huidige stand van zaken, geen problemen te verwachten: onze installaties zijn flexibel en robuust genoeg om piekbelasting aan te kunnen. De symbolen, tot slot, geven aan in hoeverre de vuilbelasting afwijkt ten opzichte van het voortschrijdend vierjaarlijks gemiddelde van de jaren 2009 t/m 2012 (zie ook de legenda). De dubbele donkerblauwe pijltjes duiden dus op een opvallende daling van de vuilbelasting. In 2013 is alleen op rwzi Roermond de aangevoerde vuilvracht toegenomen. Van 3 rwzi's is de aangevoerde vuilvracht nagenoeg gelijk aan 2012. En van 14 rwzi s is de aangevoerde vuilvracht gedaald. Voor de rwzi's Gennep, Wijlre, en Bosscherveld bedraagt de daling zelfs meer dan 15 % en voor rwzi Heerlen en Heugem zelfs 25 %, respectievelijk 30%. 13

Gennep (2,6) 3.366 325 Figuur 3 is een overzicht van alle rioolwaterzuiveringsinstallaties in Limburg. Hoe groter de cirkel, hoe groter de hydraulische belasting. Dit is de hoeveelheid gezuiverd afvalwater (effluent), exclusief het water geloosd uit bergbezinkbassins. Venray (4,1) 5.791 0 Venlo (14,9) 20.611 515 Meijel (0,4) 515 0 Weert (5,5) 7.736 119 Roermond (10,3) 14.303 310 Panheel (1,7) 2.427 25 Susteren (13,7) 19.490 43 Stein (2,0) 2.838 44 Hoensbroek (16,7) 22.567 1.132 Heerlen (1,4) 1.947 38 Maastricht-Bosscherveld (3,7) 5.211 36 Maastricht-Limmel (8,5) Wijlre (3,8) 11.899 210 5.367 73 Maastricht-Heugem (3,9) 5.536 0 Rimburg (2,3) 3.222 16 Kerkrade (3,7) 5.262 0 Simpelveld (0,9) 1.260 0 Legenda = meer dan +5% afwijking = meer dan -10% afwijking = meer dan -5 % afwijking = afwijking binnen +/- 5% 14

Toelichting op figuur 3 Bij elke rwzi worden drie getallen weergegeven en symbolen (de driehoekjes): Het getal links geeft de omvang van de hoeveelheid biologisch gezuiverd afvalwater (effluent) (x1000 m³/jaar) weer. Dit is de hydraulische belasting van de biologische zuivering. De hydraulische belasting is de geloosde hoeveelheid effluent exclusief het water geloosd uit de bergbezinkbassins. Het getal rechts geeft de omvang van het mechanisch gezuiverd effluent weer (x1000 m³/jaar). Dit is de hydraulische belasting van de bergbezinkbassins. Het getal tussen de haakjes geeft de verhouding weer tussen de hydraulische belasting van de rwzi s (biologische zuivering en bergbezinkbassin) onderling (alle installaties samen = 100). De symbolen geven aan wat de afwijking is van de hydraulische belasting van de biologische zuivering ten opzichte van het vierjaars gemiddelde 2009-2012. Verklaring voor daling hoeveelheid gezuiverd afvalwater: minder regenval In 2013 is ongeveer 10 miljoen m 3 afvalwater minder aangevoerd naar de rwzi s dan in 2012. Dit is 6,5% minder water. Er is ongeveer 0,8 miljoen m 3 minder afvalwater geloosd door de bergbezinkbassins. En ongeveer 9,8 miljoen m 3 minder afvalwater is biologisch gezuiverd ten opzichte van 2012. De reden is dat er in 2013 minder regen is gevallen dan het jaar ervoor. De neerslag in 2013 lag ver onder het langjarig gemiddelde. In 2013 viel gemiddeld 741 mm neerslag, het langjarig gemiddelde ligt rond de 847 mm per jaar. In 2012 viel er gemiddeld 878 mm neerslag in Nederland. Het aantal zonuren in 2013 was ook vrij hoog, 1710 uur. Het langjarig gemiddelde ligt rond de 1639 uur (bron KNMI). 15

16

Afvalwater zuiveren zuiveringsresultaten 2013 Alle rioolzuiveringsinstallaties (rwzi's) samen hebben in 2013 zo'n 142 miljoen m³ afvalwater gezuiverd. Dit is ongeveer 10,6 miljoen m³ (oftewel 6,5 %) minder dan in 2012. Deze afname wordt veroorzaakt door beduidend minder neerslag in 2013. Het jaar 2013 was een droog, koud en zonnig jaar. Er was een lichte afname van de hoeveelheid water dat werd geloosd door de bergbezinkbassins ten opzichte van 2012. Het rendement van het zuiveringsproces (inclusief de bergbezinkbassins) is gedaald naar 92,0%. De verwijderingsrendementen van stikstof en fosfaat waren lager dan in 2012: er is 75,8% fosfaat en 79,1% stikstof verwijderd. Hiermee voldoen we niettemin aan de gestelde lozingseisen. Verder is WBL in 2013 een samenwerking aangegaan met een nieuw extern laboratorium: Omegam Laboratoria in Amsterdam. De bemonsteringen worden per mei 2013 verzorgd door AWS (Afvalwater Services) uit Den Bosch. Rwzi Heugem onder de loep De prestaties van één installatie, de rwzi Heugem, zijn langzaam verslechterd. Deze trend is ingezet in 2012 en heeft zich in 2013 voortgezet. Deze rwzi kent een aantal problemen, waaronder te weinig beluchtingscapaciteit en een andere samenstelling van de vuilvracht in het aangevoerde afvalwater. In 2013 zijn daarom de beluchtingselementen die zich op de bodem van de tanks bevinden, gereinigd. Dit heeft korte tijd tot een verbetering geleid, maar dit was geen blijvend resultaat. Om te achterhalen waar de veranderingen in de vuilvracht vandaan komen, zijn monsters genomen van het afvalwater in de verschillende rioolbuizen. De bemonsteringen hebben echter geen verklaring opgeleverd. Eind 2013 is, op basis van de verbetermethode Lean Six Sigma, een project opgestart om de problemen in Heugem aan te pakken. Tevens is in mei 2014 een extra mobiele beluchting geplaatst in Heugem om te kijken of dit enig soelaas biedt. Normen voor gezuiverd afvalwater Op een rwzi wordt afvalwater (influent) gezuiverd. Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen. Deze eisen zijn vastgelegd in de vergunning die voor iedere rwzi apart is verleend. Om dit te controleren worden zowel van het aangevoerde afvalwater als van het gezuiverde water dat de installatie weer verlaat monsters genomen. Dit noemen we de bemonstering. Iedere rwzi wordt maandelijks verplicht gecontroleerd. Het aantal keren per maand ligt vast in de Watervergunning. De bemonsteringen werden in 2013 uitgevoerd door een externe partner (AWS (Afwalwater Services)) en geanalyseerd door een extern laboratorium (Omegam Laboratoria). De analyses worden gebruikt om te rapporteren aan het bevoegd gezag (Waterschap Roer en Overmaas, Waterschap Peel en Maasvallei, Rijkswaterstaat). 17

De vervuilende stoffen in afvalwater zijn onderverdeeld in 4 soorten: 1. zuurstofbindende stoffen (biologisch afbreekbaar); 2. nutriënten (stikstof en fosfaat); 3. microverontreinigingen (zware metalen); 4. micro-organismen (virussen en bacteriën). 1. Zuurstofbindende stoffen (biologisch afbreekbaar) Oppervlaktewater heeft van nature een zelfreinigend vermogen. Dit wil zeggen dat in het water levende micro-organismen zuurstof aan het water onttrekken om vervuiling, in de vorm van zuurstofbindende stoffen, af te breken. Teveel zuurstofbindende stoffen leiden echter tot een te hoge onttrekking van zuurstof aan het oppervlaktewater. Daarom moeten deze vervuilende stoffen door middel van het zuiveringsproces zoveel mogelijk worden verwijderd voordat ze het oppervlaktewater bereiken. De vervuilingsgraad van afvalwater voor zuurstofbindende stoffen wordt uitgedrukt in inwonerequivalenten (i.e. s). Een i.e. is de maat voor de hoeveelheid vervuilende stoffen in het afvalwater die één persoon per etmaal produceert. Per definitie is er 150 g zuurstof nodig voor het afbreken van 1 i.e. vervuiling. Het verwijderingsrendement (biologisch zuiveringsproces) van de i.e. s in 2013 was 91,5% en voldeed daarmee ruimschoots aan de lozingseisen. Vergelijkingstabel verwijderingsrendement 2009 tot en met 2013 Jaar Debiet [10 3 x m³ ] Verwijderingsrendement CZV [%] i.e. [%] 2009 143.203 92,3 92,2 2010 143.879 92,4 91,9 2011 142.780 92,8 92,5 2012 149.141 92,3 92,8 2013 139.266 92,2 91,5 CZV: Chemisch Zuurstofverbruik. Dit is een maat voor de hoeveelheid zuurstof die nodig is voor de afbraak van organische stoffen in afvalwater. Deze stoffen bestaan uit zowel biologisch afbreekbare organische stoffen alsook uit biologisch niet-afbreekbare (inactieve) organische stoffen. BZV: Biochemisch Zuurstofverbruik. Dit geeft de hoeveelheid zuurstof weer die nodig is voor de afbraak van biologisch afbreekbare stoffen in afvalwater door bacteriën. Het BZV is dan ook altijd lager dan CZV. 18

2. Nutriënten (stikstof en fosfaat) Fosfaat en stikstof zijn voedingsstoffen (nutriënten) die, in te hoge concentraties, een bedreiging vormen voor het leven in het oppervlaktewater. Ze veroorzaken als het ware overbemesting van het oppervlaktewater, wat overmatige algengroei tot gevolg kan hebben. Afstervende algen onttrekken bovendien zuurstof aan het water waardoor ander waterleven het moeilijk krijgt. Vanwege de schadelijke effecten gelden hoge eisen op het gebied van stikstofen fosfaatverwijdering. Momenteel is de eis dat 75% van de stikstof en fosfaten uit het aangevoerde water (influent) wordt verwijderd. Een aantal rwzi's heeft in de lozingsvergunning een individuele concentratienorm voor stikstof en fosfaat. Deze norm is gebaseerd op de samenstelling van het aangevoerde afvalwater. Het verwijderingsproces: hoe werkt het? Stikstof wordt tegelijkertijd met de zuurstofbindende stoffen uit het afvalwater verwijderd, mits de juiste procescondities (bacteriën en zuurstof) aanwezig zijn. Fosfaat wordt deels biologisch verwijderd doordat het wordt opgenomen door bacteriën in het slib. Een andere vorm van fosfaatverwijdering is langs chemische weg. Door het toevoegen van chemicaliën ontstaat een neerslag (vaste stof) van fosfaat, die met het biologisch slib als chemisch slib wordt verwerkt op de rwzi. Verwijderingsrendement voldeed weer ruim aan de norm In 2013 voldeed WBL ruim aan de wettelijke verwijderingseis van 75% voor zowel stikstof als fosfaat. Wel was het rendement lager dan in het voorgaande jaar. Vooral voor fosfaat is het rendement in 2013 behoorlijk gezakt ten opzichte van 2012. Oorzaak waren problemen op diverse rwzi s met de doseerinstallaties gedurende het gehele jaar. De hoeveelheid fosfaat die werd aangevoerd in 2013 was ruim 100.000 kg minder ten opzichte van 2012, oftewel ongeveer 13% minder. De hoeveelheid geloosde kilo s fosfaat was ongeveer gelijk in 2013 en 2012. Voor stikstof geldt dat er ongeveer 200.000 kg minder is aangevoerd, dit is slechts 3% minder dan in 2012. In de grafiek op de volgende pagina staan de resultaten voor stikstof- en fosfaatverwijdering van de afgelopen vijf jaar. Deze gegevens geven het resultaat weer van alle installaties in Limburg samen, inclusief de overstorten van de bergbezinkbassins op de locaties van de rwzi's. 19

Verwijderingsrendement [%] 82 81 80 79 78 77 76 75 74 73 Verwijdering stikstof en fosfaat 2009 2010 2011 2012 2013 stikstof (N) fosfaat (P) Norm Incidentele overschrijdingen In 2013 was sprake van een aantal incidentele overschrijdingen van de norm voor stikstof- en fosfaatverwijdering. Zo is er op de rwzi Susteren vijf keer een overtreding geweest van de totaal-fosfaatnorm (norm is < 1 mg/l). Voortschrijdend over 10 metingen in juli en augustus werd vijf keer een waarde berekend van 2,0 mg/l. Op de rwzi Weert is twee maal een te hoge BZVconcentratie (biochemisch zuurstofverbruik) voorgekomen (norm is < 40 mg/l). Tevens is er 2 keer een overschrijding van de norm van 20 mg/l geweest. Dit heeft te maken met een niet goed werkend zuiveringsproces. Verder zijn er ook twee overtredingen (norm is < 75 mg/l) en drie overschrijdingen (norm is < 30 mg/l) geweest van het OB-gehalte (onopgeloste bestanddelen) en 1 overtreding (norm is < 250 mg/l) en 1 overschrijding (norm is < 125 mg/l) van het CZV-gehalte (chemisch zuurstofverbruik). De rwzi Bosscherveld heeft een overtreding van BZV- en OB-gehalte gehad in 2013. Hetzelfde geldt ook voor de rwzi Roermond: een overschrijding voor CZV en een overtreding voor OB (norm is < 75 mg.) De rwzi s Heerlen, Wijlre en Gennep hebben een overschrijding voor OB (norm is < 30 mg/l) gehad en de rwzi s Hoensbroek, Maastricht-Limmel en Maastricht-Heugem 2 overschrijdingen voor OB (norm is < 30 mg/l). 20

3. Microverontreinigingen Microverontreinigingen zijn onder andere zware metalen, medicijnresten en bestrijdingsmiddelen. Voor een klein deel worden deze stoffen tijdens het zuiveringsproces omgezet in minder schadelijke producten. Dit geldt voor sommige medicijnen: uiteindelijk worden deze afgebroken tot water, stikstof en koolstofdioxide. Van de zware metalen wordt ongeveer 80% opgenomen in het slib. Het restant aan zware metalen wordt samen met het gezuiverde afvalwater geloosd op het oppervlaktewater. In de tabel staan de resultaten voor de zware metalen van de afgelopen vijf jaar. Opvallend is de daling van het zinkgehalte in 2013 ten opzichte van 2012. Deze daling wordt veroorzaakt doordat de hoeveelheid aangevoerd zink op de rwzi Hoensbroek is gedaald tot een normaal niveau. In 2012 was er in Hoensbroek namelijk sprake van een opvallende stijging van de hoeveelheid aangevoerd zink. Waarschijnlijk hebben enkele maatregelen die werden genomen op een nabijgelegen bedrijf geleid tot de normalisering van het zinkniveau. De hoeveelheid nikkel daarentegen is gestegen. Dit is vooral te wijten aan de rwzi Venlo, waar sprake was van een verhoogde hoeveelheid nikkel in het aangevoerde afvalwater. Een andere opvallende trend is de daling van de hoeveelheid lood. Deze daling is op bijna alle rwzi s waar te nemen, maar met name in Venlo en Bosscherveld. Metaal [mg/kg] 2009 2010 2011 2012 2013 Arseen 3,9 3,6 3,8 3,7 4,4 Cadmium 2,1 2,1 2,0 2,0 1,5 Chroom 59,9 50,9 43,7 51,5 48,5 Koper 282 271 268 272 258 Kwik 0,8 0,6 0,6 0,7 0,5 Nikkel 51,2 45,8 43,9 41,5 49,3 Lood 205 180 181 181 130 Zink 1.047 1.024 1.042 1.400 1.054 4. Micro-organismen (virussen en bacteriën) Water dat de zuiveringsinstallatie verlaat, bevat altijd een kleine resthoeveelheid microorganismen: virussen en bacteriën. Gezond oppervlaktewater kan dit gezuiverde water echter prima ontvangen. Omdat het oppervlaktewater de virussen en bacteriën geen gunstig leefmilieu biedt, sterven deze micro-organismen hier meestal snel af. Geen van de zuiveringsinstallaties loost op zwemwater en daardoor zijn extra desinfecterende maatregelen niet noodzakelijk. 21

Schoon regenwater niet in het riool maar in de natuur Een groot deel van het regenwater komt in het riool terecht, waar het vermengd wordt met huishoudelijk en industrieel afvalwater. Bij zware en/of langdurige regenval geeft dit nogal eens problemen. Want de piekhoeveelheden afvalwater die naar de rwzi getransporteerd worden, kunnen het zuiveringsproces verstoren. Soms moet dan het teveel aan rioolwater via een gemeentelijk overstortpunt overgestort worden op het oppervlaktewater. Dit water is sterk verdund door de regen en reeds (mechanisch) ontdaan van vaste bestanddelen. Toch moet, in het belang van schoon oppervlaktewater, zo'n overstortpunt zo weinig mogelijk in werking treden. In sommige gemeenten in Limburg worden daarom (ondergrondse) bergbezinkbassins in het transportstelsel opgenomen. De meeste rwzi's beschikken ook over bergbezinkbassins op locatie om te veel aangevoerd afvalwater tijdelijk te bufferen. Beter is het natuurlijk als het schone regenwater helemaal niet in het riool stroomt, maar in de bodem. Daarom werkt WBL in verschillende projecten samen met gemeenten met als doel schoon regenwater te scheiden van het afvalwater. Vaak kan regenwater worden losgekoppeld van het riool. Dit betekent dat het hemelwater dat op wegen, trottoirs en andere verharde oppervlakten terecht komt, niet langer in het riool stroomt. 22

Slib verwerken resultaten slibverwerking en slibdrooginstallaties De slibdrooginstallatie Susteren heeft in 2013 goed gedraaid. De installatie heeft de helft van het ontwaterd slib van de rwzi's gedroogd tot korrels (granulaat). De andere helft is afgevoerd naar Slibverwerking Noord- Brabant (SNB) in Moerdijk. Ontwateren van zuiveringsslib, hoe werkt dat? Bij het zuiveren van afvalwater ontstaat naast gezuiverd water nog een ander product, namelijk zuiveringsslib. Om het volume van het zuiveringsslib zo klein mogelijk te maken wordt het ontwaterd. Bij het WBL verloopt dit proces in twee of drie stappen. Eerst wordt het natte slib op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) op mechanische wijze ingedikt. Het bestaat dan uit ongeveer 4% droge stof en 96% water. Vervolgens wordt er een vlokmiddel (zogenaamde poly-elektrolyten) aan het slib toegevoegd om de vorming van grote slibvlokken en daarmee de afscheiding van water te stimuleren. Daarna wordt het slib in zeefbandpersen of centrifuges ontwaterd tot het slib uit 20 tot 30% droge stof bestaat (het watergehalte is nu dus nog 80 tot 70%). Per container wordt dit slib vervoerd naar de slibdrooginstallatie in Susteren. Deze droogt het slib tot korrels (granulaat) met een watergehalte van nog maar ± 7,5%. Afvoer van ontwaterd slib interne afzet (slibdroger) Hoeveelheid ontwaterd slib Gewogen Jaar gemiddeld Ton Ton ds d.s.-gehalte [%] 2011 90.000 22.410 24,9 2012 53.300 13.060 24,5 2013 51.722 13.290 25,7 Afvoer van ontwaterd slib externe afzet (SNB) Jaar Hoeveelheid ontwaterd slib Ton Ton ds Gewogen gemiddeld d.s.-gehalte [%] 2011 26.000 6.475 24,9 2012 52.400 12.840 24,5 2013 49.204 12.502 25,4 23

Elektriciteits- en aardgasverbruik slibdrooginstallatie Susteren Jaar Elektriciteitsverbruik [kwh] Aardgasverbruik [m 3 ] 2011 2.232.000 4.273.666 2012 2.285.724 3.898.423 2013 2.190.589 3.670.210 Zuiveringsslib nuttig hergebruikt In 2013 is ongeveer 50% van het ontwaterd slib door de slibdroger gedroogd tot korrels (granulaat). Deze korrels worden door Biomill (onderdeel van ENCI Maastricht) in Maastricht fijngemalen. Vervolgens wordt het materiaal door de ENCI milieuverantwoord hergebruikt als brandstof voor de cementovens in Maastricht en in Lixhe (B). De vliegas die overblijft na verbranding, wordt gebruikt als vulstof in het cement. Geproduceerd granulaat Jaar Hoeveelheid granulaat [ton] Hoeveelheid granulaat [ton ds] Gemiddeld d.s.-gehalte [%] 2011 23.400 21.410 91,5 2012 15.800 14.650 92,7 2013 14.238 13.199 92,7 De andere helft van het ontwaterd slib is verbrand bij Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) in Moerdijk. Voor het garanderen van de slibafzet bij calamiteiten zijn afspraken gemaakt met buitenlandse energiecentrales en wordt nauw contact onderhouden met de overige slibverwerkers in Nederland. 24

Energie op weg naar duurzame afvalwaterzuivering in Limburg Ook in 2013 heeft Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) hard aan de weg getimmerd om de ambities op het gebied van duurzaam energieverbruik waar te maken, zoals vastgelegd in de meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA). De waterschapssector streeft naar een verbetering van de energie-efficiency van minimaal 30% in de periode 2005-2020 en een aandeel eigen duurzaam opgewekte energie van 40% in 2020. WBL werkt steeds energie-efficiënter Afgelopen jaren heeft Waterschapsbedrijf Limburg maatregelen en innovaties gerealiseerd met als doel het verbruik van fossiele energie en grondstoffen te verminderen en zelf zoveel mogelijk (duurzame) energie terug te winnen uit afvalwater. Dit tegen lagere kosten en met behoud van kwaliteit. Zo wekt WBL duurzame energie op door met eigen biogas elektriciteit en warmte te maken. De focus op duurzaamheid heeft z'n vruchten afgeworpen. De inkoop van energie is opnieuw gedaald en het aandeel eigen opgewekte energie is toegenomen. WBL maakt ook elk jaar een Energie Jaarverslag. Hierin wordt teruggekeken op de gerealiseerde maatregelen en innovaties. Blik op de toekomst in de Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA) In 2008 heeft de sector Zuiveringsbeheer samen met het Ministerie van Economische Zaken een convenant ondertekend genaamd de Meerjarenafspraken energie-efficiency 3. Dit is een sectorakkoord dat invulling geeft aan het regeringsprogramma Schoon en Zuinig' en het 'Duurzaamheidsakkoord' van de rijksoverheid en ondernemersorganisaties. Dit heeft een looptijd van 2005 tot 2020, waarin binnen die periode van 15 jaar, gemiddeld 2% energie-efficiëntieverbetering per jaar behaald moet worden. In totaal zal zodoende in 2020 een verbetering van 30% zijn bereikt ten opzichte van het ijkjaar 2005. 25

Soorten energieverbruik Het zuiveren van afvalwater en het drogen van slib kost energie. Het grootste deel van de energieconsumptie komt voor rekening van de beluchting. Toevoegen van lucht (zuurstof) aan het afvalwater met de bacteriemassa in de beluchtingstanks is noodzakelijk om de biologische processen op gang te brengen en te houden. In de toelichting hieronder is het energieverbruik opgedeeld in vier categorieën: elektriciteit uit eigen biogas, ingekochte elektriciteit, ingekocht aardas en ingekochte huisbrandolie. Elektriciteit uit eigen biogas Een deel van de benodigde energie en warmte produceren we zelf uit biogas dat tijdens het slibvergistingsproces ontstaat. Dit gebeurt onder andere in een Warmte Kracht Koppelinginstallatie (WKK). Ook wordt biogas gebruikt voor directe aandrijving van gasmotoren voor het beluchtingsysteem. In totaal is er in 2013 een recordhoeveelheid van 6.900.000 m³ biogas geproduceerd. Ook de hoeveelheid elektriciteit die met de WKK s is opgewekt, was nooit eerder zo hoog: maar liefst 10,7 miljoen kwh. De toename wordt vooral veroorzaakt door de eind 2012 in Venlo gebouwde slibvergistingsinstallatie met voorgeschakelde Thermische Drukhydrolysetechniek en WKK s. Dankzij deze techniek komt ongeveer 30% meer biogas vrij bij de vergisting. In 2012 voorzag WBL voor 20% in de eigen energiebehoefte (van rwzi s en rioolgemalen). In 2013 is dat toegenomen tot 26%. Zodra de TDH Venlo in 2014 volledig operationeel is, zal het aandeel duurzaam opgewekte energie verder stijgen tot ca. 30%. Ingekochte elektriciteit Het grootste gedeelte van de elektriciteit wordt ingekocht. In 2013 was dit in totaal 50,6 miljoen kwh (inclusief drogers en inclusief rioolgemalen). De verwachting is dat deze hoeveelheid de komende jaren sterk blijft dalen, omdat Waterschapsbedrijf Limburg hard werkt aan het verhogen van de hoeveelheid eigen opgewekte duurzame energie. Elektriciteitsverbruik in miljoen kwh. T.o.v. jaar Inkoop rwzi s Inkoop rioolgemalen Inkoop droger Totaal inkoop Eigen opwekking 2012 44,9 6,4 2,7 54,0 7,7 2013 42,2 6,2 2,2 50,6 10,7 Ingekocht aardgas De ingekochte hoeveelheid aardgas was in 2013 4,1 miljoen m³ (inclusief drogers). De afname met ca. 0,6 miljoen m³ ten opzichte van 2012 wordt grotendeels veroorzaakt door het sluiten van de droger in Hoensbroek in maart 2012. 26

Ingekochte huisbrandolie In 2013 is er 1.100 kg huisbrandolie ingekocht voor het verwarmen van de gebouwen op rwzi Kaffeberg. Energie besparen in de zomermaanden In de zomermaanden stijgt de temperatuur van het afvalwater in de beluchtingstanks. Hierdoor verbetert het rendement van de stikstofverwijdering. Er kan dus met minder biologische massa (lees aantal bacteriën) net zo goed gezuiverd worden. Minder bacteriën in de tanks leidt weer tot een lager energieverbruik. Want een groot gedeelte van de zuurstof (dus beluchtingsenergie) wordt verbruikt door de bacteriën, voor hun ademhaling. Dit is alleen mogelijk op de ultra-laagbelaste installaties, dat zijn installaties met een lage BZV-belasting per kg actief slib. Hierdoor wordt energie bespaard, terwijl het verwijderen van stikstof net zo goed verloopt. 27

28

Chemicaliën verontreinigingen verwijderen met chemische technieken Bij verschillende processtappen binnen het zuiveringsproces worden chemicaliën ingezet waarmee verontreinigingen makkelijker verwijderd kunnen worden. 1. bij chemische defosfatering gaat het om de volgende chemicaliën: ijzerchloridesulfaat in vloeibare vorm en ijzersulfaat als kristallen; 2. bij het verbeteren van de slibbezinking gaat het om aluminiumchloride; 3. bij het indikken en ontwateren van slib wordt een vlokmiddel (poly-elektrolyten) aan het slib toegevoegd om de vorming van grote slibvlokken te stimuleren en daarmee tevens de spontane afscheiding van water. 1. Het gebruik van chemicaliën bij de chemische defosfatering leidt tot een toename van de hoeveelheid zuiveringsslib. Ook leidt het tot een toename van de hoeveelheid zouten in het oppervlaktewater; met name chloriden en sulfaten. Om overdosering van chemicaliën te voorkomen wordt het fosfaatgehalte regelmatig gemeten in het gezuiverde afvalwater (effluent). Op een aantal installaties wordt de dosering van chemicaliën (ijzerzouten) geregeld middels een online fosfaatmeting op de voorbezinktank. Deze nauwkeurige doseertechniek leidt tot een reductie van het chemicaliënverbruik: beter voor het milieu én ook nog kostenbesparend. 2. Vooral in de winter kan de hoeveelheid bezonken slib toenemen (het volume hiervan wordt uitgedrukt aan de hand van de slibvolume-index (SVI). De toename wordt veroorzaakt door het ontstaan van andere soorten bacteriën (draadvormende bacteriën) in het water die ervoor zorgen dat het slib niet goed te scheiden is van de watermassa in het nabezinkproces. Hierdoor neemt de kans op slib in het afvalwater toe. Om deze specifieke bacteriën te bestrijden voegen we aluminiumchloride toe dat een vergiftende werking op de draadvormende bacteriën heeft. Deze sterven vervolgens af, waarna de goede bacteriën weer de overhand krijgen, zodat het slib beter bezinkt. 29

30

Individuele behandeling afvalwater ammoniumnorm ter discussie Het Waterschapsbedrijf Limburg beheert vanaf januari 2010 provinciebreed 550 individuele behandelsystemen voor afvalwater (IBA s). Deze zijn verdeeld over 23 gemeenten. De gemeenten zijn eigenaar van de IBA's. Bemonstering IBA s Het functioneren van de IBA-systemen wordt jaarlijks gecontroleerd. Hiervoor wordt minimaal 5% van de geplaatste systemen steekproefsgewijs bemonsterd in de periode juni-oktober. Daarnaast wordt 1% van de geplaatste systemen aangewezen als vast waarnemingspunt waarbij vier maal per jaar wordt bemonsterd. Dit geeft inzicht in de effluentkwaliteit en het functioneren van de systemen over de seizoenen en in de loop van de tijd. Een gecertificeerd laboratorium zorgt voor bemonstering en monsteranalyse conform de aanbevelingen van de STOWA, het kenniscentrum van de regionale waterbeheerders. Prestaties IBA's in 2013 De analyseresultaten van de effluentmonsters laten zien dat met name de stikstofverwijdering problematisch is. Dit is een landelijk probleem. De ammoniumeis van 4 mg/l is moeilijk te halen. Dit heeft vooral te maken met de sterk wisselende belasting van het IBA-systeem in relatie tot het starre beluchtingsregime. Op de overig gehanteerde analyseparameters functioneren de IBAsystemen wel redelijk tot goed. WBL heeft met de gemeenten overleg gevoerd over de mogelijkheid om het functioneren van de IBA-systemen op een andere manier te beoordelen. Deze nieuwe wijze van beoordelen zou moeten resulteren in een meer realistische weergave van de werking van de IBA-systemen. De resultaten van de bemonsteringen zijn samengevat in de volgende tabel. De gekleurde vakken betreffen de analyseresultaten die niet aan de door STOWA vastgestelde norm voldoen. Prestaties IBA-systemen 2013 Bemonsteringsfrequentie Aantal Norm Voldoet aan de norm 2012 2013 2012 2013 1x per jaar 32 29 50% 50% 52% 4x per jaar 6 6 50% 17% 33% 31

32

Kwaliteit Arbo Milieu opnieuw positieve beoordeling Sinds 2008 werken alle units van WBL volgens het gecertificeerd integraal KAM-managementsysteem. Concreet betekent dit dat de organisatie voor de drie afzonderlijke onderdelen Kwaliteit, Arbo en Milieu voldoet aan internationaal erkende normen. De NEN-EN-ISO 9001 voor Kwaliteit, OSHAS 18001 voor Arbo en NEN-EN-ISO 14001 voor Milieu. Een periodieke beoordeling van het arbo-managementsysteem is in 2013 door certificatie-instelling TÜV uitgevoerd. Het KAM-systeem is hierbij opnieuw positief beoordeeld, de certificaten zijn wederom afgegeven. 33

34

Innovatieve ontwikkelingen een nieuwe manier van kijken Verantwoord omgaan met onze toekomst vraagt van de watersector een geheel nieuwe manier van kijken en om verdergaande samenwerking met gemeenten en bedrijven. Door samenwerking ontstaan immers de schaalvoordelen die nodig zijn om tegen lagere maatschappelijke kosten een beter en duurzamer product aan te bieden. De afgelopen jaren heeft WBL verschillende innovatieve ontwikkelingen geïnitieerd en op de agenda gezet. Neem bijvoorbeeld het door WBL in eigen beheer vervaardigde ontwerp voor de Modulaire Duurzame Rioolwaterzuiveringsinstallatie (MDR/Verdygo). Of neem de nieuwe slibvergistingsinstallatie op basis van Thermische Drukhydrolyse, óók een vinding van WBL en het bedrijf Sustec. Enkele voorbeelden van recente innovatieprojecten: Thermische Drukhydrolyse Venlo de Modulaire Duurzame Rwzi (MDR/Verdygo) Wijk van Morgen: 0-waterconcept Pilot met CarCON beluchtingsregeling Nutriëntenterugwinning (pilot) Verbeteren op basis van computermodellen IT-toepassing WAUTER 30% méér biogas dankzij Thermische Drukhydrolyse In 2013 is verder gewerkt aan het optimaliseren van de nieuwe slibvergistingsinstallatie op de rwzi van Venlo. Deze is 2012 in bedrijf genomen. Het gaat om de zogenaamde thermische drukhydrolyse-techniek (TDH) die zorgt voor een betere vergisting van het zuiveringsslib. Hierdoor komt ongeveer 30% méér biogas vrij bij de vergisting. Door van dit eigen biogas elektriciteit te maken kan de rwzi Venlo voorzien in maar liefst 50% van de eigen elektriciteitsbehoefte. Ook op andere vlakken is de techniek van de thermische drukhydrolyse een doorbraak voor de verdere verduurzaming van het zuiveringsproces. Zo heeft deze techniek als voordeel dat het slib vloeibaarder wordt en daarmee beter ontwaterbaar is. Dit leidt tot zo'n 30% hoger droge stofgehalte na ontwatering. Met als resultaat dat er minder slib afgevoerd (transport) hoeft te worden: kostenbesparend én minder uitstoot van CO 2. Op het vlak van energieopwekking en slibvergisting presteert de TDH nu naar verwachting. Het beoogde ontwateringsresultaat is echter nog niet bereikt, hieraan wordt in 2014 verder gewerkt. 35

Verdygo: rioolwaterzuiveringsinstallatie van de toekomst Zuiveren op maat, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten. En tegelijkertijd flexibel kunnen inspelen op allerlei veranderende omgevingsfactoren van bijvoorbeeld industriële, demografische of klimatologische aard. Dat zijn de uitgangspunten van de Modulaire Duurzame Rwzi, inmiddels ook bekend onder de naam Verdygo, die WBL in 2012 in eigen beheer ontwikkeld heeft. Kern van de MDR-filosofie is de modulaire manier van ontwerpen en bouwen gebaseerd op bewezen technieken die zuiveren op maat mogelijk maakt. Hiermee transformeert de oude plaatsgebonden, starre rioolwaterzuiveringsinstallatie in een flexibel in te richten rwzi, met de mogelijkheid om nieuwe technologische ontwikkelingen snel toe te passen. In 2013 heeft WBL de voorbereidingen getroffen om het Verdygo-principe toe te passen op de middentrein van de bestaande rwzi Simpelveld (de middentrein omvat het biologisch zuiveringsdeel van de installatie). Wijk van Morgen: 0-waterconcept In de Wijk van Morgen, een proeflocatie gevestigd op het Industrieterrein Avantis in Heerlen, worden 4 duurzame woningen gerealiseerd op het vlak van energie, materiaal, grondstoffen en water. WBL en Zuyd Hogeschool hebben zich tot doel gesteld om voor de Wijk van Morgen een zogenaamd 0-waterconcept te ontwikkelen. Dat wil zeggen: een duurzaam waterconcept, waarbij regenwater maximaal wordt benut voor huishoudwater, water wordt bespaard en afvalwaterstromen apart worden gescheiden om deze vervolgens nuttig te hergebruiken. Het uiteindelijke doel is om op huis/wijkniveau te komen tot een gesloten kringloop, dus zonder infrastructuur voor aan- en afvoer van water. In 2013 zijn er twee bedrijvendagen georganiseerd waarbij bedrijven input konden leveren voor de invulling van het concept. 36

Pilot met CarCON-beluchtingsregeling Het grootste deel van de energieconsumptie bij het zuiveren van afvalwater komt voor rekening van de beluchting. Met het oog op energiebesparing is onderzocht of dit proces energiezuiniger is in te richten. Beluchtingsregelingen bieden hierbij een grote kans voor energie- en kostenbesparingen. Hiertoe is een studie uitgevoerd naar verschillende beluchtingsregelingen om te bepalen welke beluchtingsregeling(en) in de toekomst gebruikt gaat worden. Dit met het oog op optimalisatie en toekomstige standaardisatie. De CarCON-regeling van Royal Haskoning-DHV is uiteindelijk geselecteerd als beste keuze. In 2013 is met deze regeling een pilot uitgevoerd op rwzi Susteren. Het resultaat van de pilot is dat er bij gelijke effluentkwaliteit 9% minder luchtinbreng nodig is, hetgeen een significante energiebesparing oplevert. Naar aanleiding van de ervaringen met de pilot wordt een businesscase opgesteld. Pilotproject om nutriënten terug te winnen In 2013 is gestart met de voorbereidingen voor het pilotproject Nutriëntenterugwinning. Hoofddoelstelling van deze pilot, die plaatsvindt op de rwzi Venlo, is om fosfaat uit het afvalwater terug te winnen. Fosfaat is een steeds schaarser en duurder wordende grondstof. Met deze aanpak levert WBL een bijdrage aan het zuinig omgaan met eindige grondstoffen en aan het sluiten van kringlopen. Tegelijkertijd maakt Nederland zich zo minder afhankelijk van fosfaatexporterende landen. Virtuele computermodellen ondersteunen verbetertrajecten Het onderzoeken, testen en invoeren van verbeteringen op rwzi s wordt vaak bemoeilijkt door hoge kosten, veranderende omstandigheden en langdurige trajecten. Virtuele computermodellen van rwzi s maken het mogelijk om op voorhand verbeteropties door te rekenen en effecten van maatregelen te kwantificeren zonder de genoemde nadelen van real-time verbetertrajecten. Zo kunnen op efficiënte wijze verbetervoorstellen gegenereerd worden die leiden tot betere effluentkwaliteit en/of energiebesparing. In 2013 is een studie voor de rwzi Venlo afgerond. Een van de verbetervoorstellen betreft het opslaan van extern slib van de de rwzi s Gennep, Venray en Meijel in een aparte buffer. Inmiddels wordt onderzocht of dit mogelijk is. In 2014 zijn de rwzi Roermond en een nader te bepalen rwzi aan de beurt om doorgelicht te worden met virtuele computermodellen. WAUTER: centrale aansturing installaties Met het project WAUTER (WaterAUtomatisERing) wordt ingezet op verdergaande automatisering en standaardisering van de aansturing van zuiveringsinstallaties en gemalen. Dit project maakt het mogelijk om rwzi s en gemalen op afstand en locatie-onafhankelijk te visualiseren, bedienen en bewaken. WAUTER omvat de volledige vervanging van alle procesautomatiseringssystemen door het geïntegreerde besturingssysteem PCS7. In 2013 zijn zes rioolwaterzuiveringsinstallaties (Susteren, Gennep, Meijel, Venray, Hoensbroek en Venlo) en alle gemalen aangesloten op PCS7. 37

Waterschapsbedrijf Limburg Postbus 1315 6040 KH Roermond e-mail: info@wbl.nl tel.: +31 (0)88 842 00 00 fax: +31 (0)475 31 16 05