richtlijn voor de arbocatalogus Arbo Informatie Arbo- en verzuimbeleid Dr. Jeannette Paul PaulWerkt Global Work Talk Twaalfde herziene druk



Vergelijkbare documenten
Arbo- en verzuimbeleid

ARBO INFORMATIE INHOUDSOPGAVE

RESULTAATGERELATEERDE

ARBOMANAGEMENT EN DUURZAAM WERKEN

Emotie Detective WERKBOEK - OUDERS

Onderzoek als project

Arbo. Begrijpelijke werk- en veiligheidsinstructies. Informatie. r ic htlijn voor de arbocatalogus. Corrien Blom en Inge Leenders, BureauTaal

Aannemen en duurzaam in dienst houden van gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers

Belastingwetgeving 2015

FYSIEKE BELASTING EN PSA

De basis van het Boekhouden

Arbeidsomstandighedenbeleid

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Belastingwetgeving 2015

Bedrijfsadministratie

fiscale geschriften Goed koopmansgebruik Editie 2012 prof. dr. a.o. lubbers inkomstenbelasting

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

De waarde(n) van het arbeidsrecht

Bedrijfsadministratie MBA

Financiële rapportage en analyse MBA

Arbeidsovereenkomst 2016/2017

Basiskennis Calculatie

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015?

De ri&e en het plan van aanpak

FYSIEKE BELASTING EN PSA

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Arbowet, beleid & arbeidsomstandigheden

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Helger Siegert. Agenda

Bedrijfsadministratie MBA

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Basisstudie in het boekhouden

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

12 merken, 13 ongelukken

Boekhouden geboekstaafd

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Arbeidsmiddelen en machineveiligheid

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

Pesten. Wie heeft welke rol

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Praktisch Verbintenissenrecht

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Samenwerking OR met de preventiemedewerker is meer dan een wettelijk voorschrift.

Belastingrecht voor het ho 2012

Boekhouden geboekstaafd

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Arbomanagement en duurzaam werken ARBO. en -evaluatie. Auteur: Wim van Alphen 1 e editie, 2012

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Standaard Verzuimprotocol NLG Arbo

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Arbowet, -beleid en arbeidsomstandigheden. Alle procedures op een rij!

DE INVLOED VAN HET INTERNET OP DE NEDERLANDSE EXPORT HOE HOUDEN WIJ ONZE VOORSPRONG VAST?

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Cultureel erfgoed en ruimte

Boekhouden geboekstaafd

BiSL Scenario s. Informatiebeleid. Bijlage I Best practice Beoordelen exploitatiekwaliteit. Hans van der Linden, Remko van der Pols

Workshop Arbowet. Presentatie aan: Medewerkers ZvdZ. Datum: 25 september Presentatie door: Daniel Kuin

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

Overzicht beboetbare nieuwe Arbo verplichtingen per

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

Veelgestelde vragen over de preventiemedewerker. 02/05/2017 Versie 2.1

ACHTERGROND ARBOCATALOGUS KINDEROPVANG

2013 Sdu Uitgevers, Den Haag Academic Service is een imprint van Sdu Uitgevers bv. Artikelnummer 26583SH

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

De Arbowet wijzigt: maak gebruik van de nieuwe mogelijkheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005

Belastingrecht MBA 2014

Eerste druk maart Meer informatie over deze uitgave kunt u verkrijgen bij: Uitgever: Broosz. Broosz Bosrand ZN Ede

Checklist aanpassingen Arbowet 2017 versie 29 sept 2017

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Emotie Detective WERKBOEK - KIND

Invloed op arborisico s

Checklist aanpassingen Arbowet 2017i

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Scoren met medezeggenschap

De nieuwe Arbowet. Urmond, 16 november 2017

Dit document is alleen geldig op de aangegeven printdatum, tenzij de volgende gegevens zijn ingevuld:

OR & Arbobeleid Arbowet op de schop mr. J.L. (Janka) Sintemaartensdijk 6 maart 2018

Inhoud 1 REGELGEVING ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 1

Externe veiligheid en Ruimte

Jaarrekening. Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN. Tweede druk

Belastingrecht voor het ho 2014

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

Arbobeleidskader Lucas

Een veilige en gezonde werkplek begint met de RI&E WAT IEDEREEN OVER DE MOET WETEN

Arbocatalogus Tuincentra

Webinar. Gevolgen wijzigingen Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) 11 april 2017

Transcriptie:

richtlijn voor de arbocatalogus Arbo Informatie 1 Arbo- en verzuimbeleid Dr. Jeannette Paul PaulWerkt Global Work Talk Twaalfde herziene druk

colofon Uitgave Sdu Uitgevers Sdu Uitgevers laat zich bij deze reeks adviseren door een redactieadviesraad die bestaat uit: Nederlands Centrum voor Beroepsziekten NEN TNO Kwaliteit van Leven Tekst dr. Jeannette Paul PaulWerkt Global Work Talk Vormgeving SD communicatie Figuren Klaas Fopma / Hollandse Hoogte (omslag); Peter Hilz / Hollandse Hoogte (figuur 2.2 en 4.3); Reyer Boxem / Hollandse Hoogte (figuur 2.4); AKZO Nobel, Sassenheim (figuur 3.2); Eric Fahrner / shutterstock.com (figuur 4.6); Jim Cummins, Corbis Stock Market (figuur 5.1); Marcel F. Captijn (figuur 7.1); Shutterstock (overige figuren) Bestellingen Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag telefoon (070) 378 98 80 fax (070) 378 97 83 e-mail Sdu@sdu.nl Twaalfde herziene druk ISBN 978 90 12 57345 0 Sdu Uitgevers bv, 2011 Eerste druk, Sdu Uitgevers bv, 1997 Sdu Uitgevers zorgt voor een hoge kwaliteit van de inhoud van haar Arbo-Informatiebladen door een zorgvuldige selectie van deskundige auteurs. Daarnaast zorgt Sdu Uitgevers ervoor, door het instellen van de redactieadviesraad, dat er altijd door deskundige partijen vanuit hun expertise naar de inhoud wordt gekeken. Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich te wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent. While every effort has been made to ensure the reliability of the information presented in this publication, Sdu Uitgevers neither guarantees the accuracy of the data contained herein nor accepts responsibility for errors or omissions or their consequences.

richtlijn voor de arbocatalogus Arbo Informatie Arbo-Informatieblad Arbo- en verzuimbeleid 1 Introductie 5 1.1 Wat is arbo- en verzuimbeleid? 5 1.2 Waar vind ik de belangrijkste wet- en regelgeving? 5 1.3 Arbo- en verzuimbeleid: een belangrijke pijler van preventiebeleid 5 1.4 Opbouw van dit Arbo-Informatieblad 5 1.5 Nieuw in deze 12e druk 6 2 Arbo- en verzuimbeleid 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Waarom een arbo- en verzuimbeleid? 7 2.3 Wat zijn de voorschriften? 7 2.3.1 Doelvoorschriften arbobeleid 8 2.3.2 Doelvoorschrift verzuimbeleid 8 2.3.3 Procesnormen en agendabepalingen 8 2.3.4 Drie principes 9 2.4 Gelden er afspraken van branches of sectoren? 9 2.4.1 Een arbocatalogus voor de branche 10 2.4.2 RI&E-instrument of -model voor de branche 10 2.4.3 Cao-afspraken over deskundige ondersteuning 11 2.4.4 Meer hulp van branches en sectoren 11 2.5 Hoeveel vrijheid heeft een bedrijf? 11 2.6 Wie doet wat binnen de onderneming? 11 2.6.1 Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) 12 2.6.2 Overleggen en samenwerken 12 2.6.3 De preventiemedewerker en de arbocoör - dinator 12 2.7 Welke externe deskundigen bieden hulp? 13 2.7.1 Kerndeskundigen of arbodienst 13 2.7.2 Persoonscertificering kerndeskundigen 15 2.7.3 Certificatie arbodiensten 15 2.7.4 Wie zijn aanbieders van externe deskundige bijstand? 15 2.7.5 Hoe krijgen werknemers toegang tot een externe arbodeskundige? 15 2.8 Wat doen de Arbeidsinspectie en het UWV? 15 2.9 Wat zijn de regels voor specifieke groepen? 16 2.9.1 Kleine bedrijven 16 2.9.2 Vrijwilligers 16 2.9.3 Zelfstandigen zonder personeel 17 2.9.4 Werknemers met een beperking 18 2.10 Hoe ligt de verantwoordelijkheid in specifieke situaties? 18 2.10.1 Verschillende werkgevers 18 2.10.2 Werknemers in- en uitlenen 18 2.10.3 Zorg voor andere personen/derden 19 2.10.4 Thuiswerken 20 2.10.5 Anderstaligen 20 A I 3

3 De situatie in kaart brengen en plannen maken 22 3.1 Hoe sta je er als onderneming eigenlijk voor? 22 3.2 De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) 22 3.2.1 Wat is een RI&E? 22 3.2.2 Waar moet de RI&E aan voldoen? 23 3.2.3 Keuzes bij het opstellen van de RI&E 24 3.2.4 De RI&E moet getoetst, al zijn er uitzonderingen 25 3.2.5 Wie heeft recht op RI&E-informatie? 25 3.3 Verzuimregistratie en -analyse 26 3.4 Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: PMO/PAGO 27 3.5 Arbeidsongevallenregistratie 29 3.6 Verbeterplannen 30 3.7 Subsidies 31 4 Werken aan arbeidsomstandigheden en verzuim 32 4.1 Welke activiteiten onderneem je? 32 4.2 Werk veilig en houd daar toezicht op 32 4.3 Overleg over veilig en gezond werken 34 4.4 Geef voorlichting en onderricht 34 4.5 Een aanstellingskeuring voor sollicitanten: wat mag (niet)? 35 4.6 Verplichte medische keuringen 37 4.7 Verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke werknemers 37 4.7.1 Ziekmelding, controle, begeleiding en re-integratie 38 4.7.2 Wie doet wat? 39 4.7.3 Het proces in het eerste en tweede ziektejaar 40 4.8 Melding en onderzoek bij arbeidsongevallen 42 4.9 Bedrijfshulpverlening bij incidenten 42 4.10 Uitvoeren verbetermaatregelen 43 5 Evalueer hoe het gaat 44 6 Moeten we bijsturen? 46 7 Managementsystemen en het arbo- en verzuimbeleid 48 7.1 Wat is een managementsysteem? 48 7.2 Normen, richtlijnen, specificaties en eisenstellende documenten 48 7.3 Certificatie 49 7.4 Vrijwillig, eis opdrachtgever of verplicht? 49 7.5 Integratie van managementsystemen 50 8 Wet- en regelgeving 51 8.1 Inleiding 51 8.2 Arbeidsomstandighedenwet 51 8.3 Wet op de ondernemingsraden 56 Bijlage 1 Wetten over verzuim en arbeidsongeschiktheid 57 Bijlage 2 Wie doet wat? 58 Bijlage 3 Wat in de RI&E aan bod kan komen 65 Adressenlijst 67 A I 4

uitgewerkt in een agendabepaling (Arbobesluit, art. 2.15). In deze bepaling staat dan met welke punten het beleid voor PSA rekening moet houden. 2.3.4 Drie principes Hoe je arbobeleid er ook uitziet, vergeet nooit de drie principes. Drie principes voor ieder arbobeleid: - hanteer de arbeidshygiënische strategie; - let op de stand van de wetenschap en de professionele dienstverlening; - hanteer het redelijkerwijs principe. Arbeidshygiënische strategie De arbeidshygiënische strategie is de algemeen erkende volgorde van maatregelen om gevaren weg te nemen en risico s te beperken. Deze volgorde is: (1) bestrijding aan de bron, (2) maatregelen gericht op collectieve bescherming, (3) maatregelen gericht op individuele bescherming en (4) doeltreffende en passende persoonlijke beschermingsmiddelen. Een voorbeeld van de arbeidshygiënische strategie voor gevaarlijke stoffen is: (1) het elimineren van de stof uit het productieproces (2) het afschermen van de stof in een gesloten systeem (3) het afzuigen van de stof direct bij het emissiepunt (4) het dragen van ademhalingsbescherming door de werknemer Een maatregel van lagere orde mag je pas nemen als een maatregel van hogere orde niet mogelijk is of redelijkerwijs niet kan worden gevergd (Arbowet, art. 3 lid 1b). Dit betekent dat je bij de aanwezigheid van een gevaar eerst moet nagaan of bestrijding aan de bron mogelijk is (ad 1). Pas als dit niet mogelijk is of als dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd, mag je zoeken naar maatregelen op een lager niveau, in dit geval gericht op collectieve bescherming (ad 2). Pas de arbeidshygiënische strategie op deze manier voor ieder gevaar toe. De begrippen gevaar en risico worden toegelicht in paragraaf 3.2. Stand van de wetenschap en professionele dienstverlening Bij het voeren van een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid moet je rekening houden met de stand van de wetenschap en de professionele dienstverlening (Arbowet, art. 3 lid 1). Het is de maatschappelijke norm waarnaar je in een concrete situatie moet streven. De stand van de wetenschap wordt door vakdeskundigen in brede kring aanvaard als toepasbaar in de praktijk. Het betreft de best practical means, technieken waarmee je zo veel mogelijke risico s kunt vermijden tegen een prijs die aanvaardbaar geacht wordt voor een normaal renderend bedrijf. Redelijkerwijs principe Veel voorschriften gelden voor zover deze redelijkerwijs kunnen worden gevergd. Dit betekent dat je bij een keuze voor een maatregel voor veilig werken ook economische, operationele en technische aspecten mee mag wegen. Het redelijkerwijs principe heeft altijd betrekking op een concrete (bedrijfs)situatie. 2.4 Gelden er afspraken van branches of sectoren? Branches en sectoren kunnen invloed uitoefenen op het arbo- en verzuimbeleid van ondernemingen. De wet vraagt hier ook om. Zo kunnen sociale partners afspraken maken over Figuur 2.3 Het afschermen van een stof in een gesloten systeem A I 9

methode die eigenlijk altijd bruikbaar is, is het nomogram van Henstra. Veel methoden voor risicobeoordeling: - zijn relatieve rankingmethoden: de gevaren worden ten opzichte van elkaar gewogen om een prioriteitenvolgorde te kunnen vaststellen. De absolute waarde van een risicoschatting heeft weinig betekenis. - gebruiken de volgende stappen: (1) stel het scenario vast; (2) stel vast wat het mogelijke effect is, bijvoorbeeld hinder, letsel of dood; (3) stel de blootstellingduur en/of -frequentie vast; (4) stel vast hoeveel werknemers blootstaan aan een gevaar; (5) stel de mogelijkheden voor gevaarafwending vast. Meer weten? In de Arbo-Informatiebladen 43 en 45 staat meer informatie over risicoclassificatie en -ranking. Kijk kritisch naar het gebruik van risicoschatting Methoden voor risicoschatting zijn toepasbaar op gevaren (zoals schadelijk geluid en valgevaar) maar niet op beheersmaatregelen en administratieve verplichtingen (zoals de registratie van gevaarlijke stoffen). Zo kun je voor een onderneming schatten dat het risico van gevaarlijke stoffen groter is dan dat van biologische agentia. Maar het is onzin om de beheersmaatregelen en administratieve verplichtingen van een risicoschatting te voorzien. Toch gebeurt dit in veel RI&E s. Plan van aanpak Het plan van aanpak is een onderdeel van de RI&E. In het plan moet ten minste staan: 1. welke maatregelen genomen zullen worden om gevaren weg te nemen of de kans op schade aan de veiligheid en de gezondheid te beperken; 2. wat de samenhang is tussen de maatregelen; 3. binnen welke termijn de maatregelen genomen worden. De volgende criteria kunnen een onderneming helpen bij het afwegen van de maatregelen: - de grootte van het risico voor schade aan de veiligheid en de gezondheid; - het te verwachten effect van de te nemen maatregelen (kosten-batenverhouding); - het aantal werknemers dat baat zal hebben bij de voorgenomen maatregel; - de uitvoerbaarheid van en het draagvlak voor de maatregel; - de mogelijke integratie van de maatregel in geplande veranderingen zoals nieuwbouw of procesaanpassingen. Tip Maak een concreet en realistisch plan van aanpak. Een ambitieus plan staat mooi op papier, maar wordt in praktijk vaak niet gerealiseerd. Let er ook op dat degenen die verantwoordelijk zijn zelf geloven in het plan. Beter nog: in hun plan. Zodat zij zich ook echt verantwoordelijk voelen voor het succes. 3.2.2 Waar moet de RI&E aan voldoen? Voor de RI&E geldt naast de bepalingen uit paragraaf 3.2.1: - Leg de RI&E schriftelijk vast (Arbowet, art. 5 lid 1). - Besteed in de RI&E aandacht aan jeugdigen, thuiswerkers, zwangeren en werkneemsters die borstvoeding geven (Arbowet, art. 5 lid 1). - Beschrijf in de RI&E hoe werknemers toegang hebben tot een arbodeskundige en wie dit precies is (Arbowet, art. 5 lid 2) (zie par. 2.7.5). - Als je de RI&E opstelt met een erkend model RI&E of RI&E-instrument van de Figuur 3.2 Bij het schuren van gelakte oppervlakken kunnen stoffen vrijkomen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Neem dit op in de RI&E A I 23

Activiteiten Wanneer? Beschreven in: - Werk veilig en houd daar toezicht op Iedere dag Par. 4.2 - Overleg over veilig en gezond werken - Geef voorlichting en onderricht - Een aanstellingskeuring voor sollicitanten - Verplichte medische keuringen - Verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke werknemers - Melding en onderzoek bij arbeidsongevallen - Bedrijfshulpverlening bij incidenten Periodiek Par. 4.3 Par. 4.4 Op specifieke momenten - Het uitvoeren van verbeterplannen Conform de afspraken in het plan Par. 4.5 Par. 4.6 Par. 4.7 Par. 4.8 Par. 4.9 Par. 4.10 Tabel 4.2 De opbouw van hoofdstuk 4 Om ervoor te zorgen dat alle werknemers de voorschriften en instructies kennen, moet je deze als werkgever duidelijk overbrengen en toelichten. Het overhandigen van het veiligheidsreglement is onvoldoende. Ga na of werknemers de regels kennen en begrijpen. En geef voorlichting over belangrijke onderwerpen voor veilig en gezond werken (zie par. 4.4). De voorschriften gelden voor alle werknemers uit een bedrijf, dus ook voor leidinggevenden en directieleden. In praktijk lijken bepaalde functies boven de gedragsregels te staan als het hen zo uitkomt. Dit ondermijnt het draagvlak voor naleving van de regels. Voorbeeldgedrag van de directeur en leidinggevenden is krachtiger dan een dik pak regels. Werk veilig Elke werknemer moet veilig werken, waarbij hij let op de eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen. Wat werknemers aan kennis en vaardigheden hebben geleerd in de (vak)- opleiding en door instructies van de werkgever moeten ze toepassen. Houd toezicht Als leidinggevenden moet je toezicht houden op het gedrag van werknemers. Wat dit concreet inhoudt, blijkt niet voor iedereen vanzelfsprekend en duidelijk. Benoem daarom concreet wat je van leidinggevenden verwacht. Bijvoorbeeld: Spreek werknemers die zich onveilig gedragen of zich niet aan de (veiligheids)regels houden aan op hun gedrag. Leidinggevenden hebben middelen nodig om het gedrag van werknemers te sturen. Naast het belonen van veilig gedrag kan ook een sanctiebeleid gebruikt worden. Ook op het gedrag van de leidinggevenden moet worden gelet: door de directeur. Wanneer houd je toezicht? Dat je als leidinggevende let op veilig en gezond werken, is even normaal als toezicht op het correct uitvoeren het werk. Het is een vast onderdeel van het werk. Periodiek kan het houden van toezicht extra aandacht krijgen, bijvoorbeeld inspectie van de arbeidsomstandigheden. Hoe intensief is het toezicht? Moet je er als leidinggevende de hele dag naast blijven staan of is het voldoende als je oplet als je er toch langsloopt? De intensiteit van het toezicht hangt af van de ervaring van de werknemer, het aantal gevaren, de grootte van de risico s en van de complexiteit van de werkzaamheden en/of situatie. Zo is voor jeugdige werknemers specifiek toezicht nodig (zie Arbo-Informatieblad 30 Jongeren en arbeid). Het toezicht moet de werknemers stimuleren om zich aan de regels te houden. Als je toezicht niet effectief is, moet je dit aanpassen. Een cultuur van veilig en gezond werken Iedere onderneming heeft een eigen cultuur: geschreven en ongeschreven regels die invloed Figuur 4.1 Veilig gedrag zoals zekeren en het dragen van een helm is belangrijk voor de veiligheid A I 33

4.7.1 Ziekmelding, controle, begeleiding en re-integratie Ziekmelden Er bestaan geen wettelijke voorschriften voor de ziekmelding van de werknemer aan de werkgever. Het is wel belangrijk hier goede afspraken over te maken. Voor het doormelden van de ziekmelding aan de arbodienst of bedrijfsarts gelden wel voorwaarden. In de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar is vastgesteld dat de werkgever tijdig (richtsnoer: binnen een week) alle noodzakelijke gegevens over het ziekteverzuim van zijn werknemer aan de bedrijfsarts of arbodienst moet verstrekken. Verzekeraars stellen ook vaak eisen aan het tijdstip waarop de werkgever de ziekmelding doorgeeft. Is de werknemer echt ziek? De werkgever mag redelijke controlevoorschriften vaststellen om te beoordelen of de werknemer ook echt ziek is en recht heeft op doorbetaling van het loon. Deze voorschriften moeten op papier staan. De controle is naast de controle op rechtmatigheid ook gericht op het in kaart brengen van de klachten en de oorzaken. De werkgever mag van een werknemer verlangen dat hij op bepaalde tijden thuis is voor het geven van informatie. Ook kan de werknemer gevraagd worden de ingeschakelde bedrijfsarts of arbodienst te bezoeken. De OR/ PVT heeft instemmingsrecht bij het vaststellen van de controlevoorschriften voor werknemers die zich ziek gemeld hebben (WOR, art. 27). Wat is verzuimbegeleiding? Het doel van verzuimbegeleiding is het herstel te bevorderen, werknemers weer aan de slag te laten gaan en zo de verzuimduur te beperken. De verzuimbegeleiding is sterk afhankelijk van de verzuimoorzaken en het individu. De begeleiding kan bestaan uit het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, het takenpakket aanpassen, bemiddelen bij conflicten, wachtlijstbemiddeling, de belastbaarheid verhogen en contact onderhouden zodat de band met het werk blijft bestaan. Populaire opvattingen over verzuimbegeleiding en re-integratie De opvattingen over verzuim en re-integratie zijn de afgelopen 10 jaar flink veranderd. Op dit moment zijn populair: - Opvatting 1: Rust roest. Contact, aandacht en interventies aan het begin van de verzuimperiode helpen (onnodig) lang verzuim te voorkomen. Werknemers kunnen stap voor stap weer aan het werk. Het is niet nodig om op volledig herstel te wachten. - Opvatting 2: Ziekte overkomt je, maar verzuim is gedrag en gedrag is een keuze. De verzuimdrempel en de werkhervattingsdrempel worden bepaald door factoren die samenhangen met de persoon en met het werk. Bijvoorbeeld de beperkingen door de ziekte en de inspanningen van de werkgever om de werknemer weer aan het werk te helpen. - Opvatting 3: Voorkom medicalisering van arbeidsproblematiek. Oftewel: voorkom dat de werknemer en/of de werkgever de klachten en het verzuim vooral medisch interpreteert. Door de mogelijke rol van het werk te ontkennen, blijven maatregelen in de werksituatie onterecht buiten beeld. - Opvatting 4: Van de dokter moet het maar zeggen naar een gezamenlijke aanpak door werkgever en werknemer ondersteund door de arbodienst/bedrijfsarts. Dit is ook terug te zien in de verplichting voor werkgever en werknemer om gezamenlijk een re-integratieplan op de stellen. Figuur 4.5 Ziek Re-integratie eerste en tweede spoor Een werknemer kan re-integreren in het eigen bedrijf. Als re-integratie voor het eigen werk (formeel: de bedongen arbeid) niet mogelijk is, dan moet de werkgever passend werk aanbieden. Als re-integratie binnen de eigen onderneming ( eerste spoor ) niet lukt, moet de werkgever zich inspannen voor re-integratie bij een andere werkgever. Dit heet re-integratie tweede spoor. In de regio kunnen bedrijven A I 38

5 Evalueer hoe het gaat Inleiding Evalueer als onderneming regelmatig hoe je het eigenlijk doet: - Staan we nog achter het beleid en de doelstellingen? - Zijn de inventarisaties en verbeterplannen nog actueel? - Doen we wat is afgesproken? - Zijn de resultaten goed? Hebben we de arbeidsomstandigheden en het verzuim onder controle? En worden de (geplande) verbeteringen gerealiseerd? Figuur 5.1 Inspectie door de Arbeidsinspectie Evalueer: Het arbo- en verzuimbeleid - Is het actueel? - Is het bekend binnen de onderneming? - Heeft het draagvlak? - Hangt het samen met de bedrijfsvoering als geheel? - Past het bij de aard en omvang van de onderneming? De doelstellingen - Zijn ze concreet? - Hangen ze samen met het beleid? - Zijn ze prikkelend? Stralen ze ambitie uit? - Hoe staat het met de realisatie? De inventarisaties van de stand van zaken De beheersing van de risico s en de mogelijke gevolgen hiervan - Zijn ze actueel? - Zijn ze volledig? - Is informatie bekend bij wie dit bekend moet zijn? Bij activiteiten die zich direct richten op arbeidsomstandigheden en verzuim: - Worden ze de uitgevoerd? - Zijn ze bruikbaar in praktijk? - Zijn ze effectief? Bij generieke bedrijfsactiviteiten: - Is er voldoende aandacht voor arbeidsomstandigheden en verzuim? De verbeterplannen - Passen de plannen bij de actuele stand van zaken? - Is het beoogde effect van maatregelen benoemd? - Hoe staat het met de realisatie? - Wordt het beoogde effect gerealiseerd? Moet je als onderneming evalueren? Als onderneming ben je verplicht het arbobeleid te evalueren. Het voorschrift luidt: toets als werkgever het arbobeleid regelmatig aan de ervaringen die ermee zijn opgedaan (Arbowet, art. 3 lid 4). Een directe aanleiding voor evaluatie zijn veranderingen in de wet- en regelgeving, de stand van de wetenschap en de professionele dienstverlening (zie par. 2.3.4). Als onderneming moet je ook regelmatig evalueren hoe je de verzuimbegeleiding en re-integratie van zieke medewerkers uitvoert. Immers, de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar vraagt de werkgever om regelmatig (richtsnoer: iedere 6 weken) het plan van aanpak voor herstel en re-integratie van zieke werknemers te evalueren, in overleg met de werknemer. De eerstejaarsevaluatie is hierbij een belangrijk moment (zie par. 4.7). OR/PVT bewaakt arbobeleid Een van de speciale taken van de ondernemingsraad en personeelsvertegenwoordiging is het bewaken van het arbobeleid. Volgens artikel 28 van de Wet op de ondernemingsraden bevorderen zij zo veel als mogelijk de naleving van het arbobeleid binnen de onderneming. Arbeidsinspectie beoordeelt overtreding van de wet De Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de Arboregelgeving (Arbowet, art. 24). Zij doet dit met inspecties in bedrijven en instellingen. Ook onderzoekt de Arbeidsinspectie ernstige arbeidsongevallen, klachten en tips. Bij arbeid tijdens vervoer door de lucht, over de weg en over water houden ook de Luchtvaartinspectie en de Scheepvaartinspectie toezicht op veilig en gezond werken. Als je als bedrijf na een bezoek van de Arbeidsinspectie geen sanctie krijgt, zou je kunnen concluderen dat het met de arbeidsomstandigheden wel goed zit. Deze conclusie is niet helemaal terecht. De Arbeidsinspectie handhaaft alleen het absolute minimumniveau van de arbeidsomstandigheden en controleert bij een bezoek slechts een aantal punten. Verder baseert de inspecteur zijn conclusies op zijn waarneming tijdens dat ene bezoek. Hij kan niet zien wat er op andere momenten gebeurt. Blijf dus altijd alert op goede arbeidsomstandigheden. A I 44

7 Managementsystemen en het arbo- en verzuimbeleid De verbetercyclus die als rode draad door dit Arbo-Informatieblad loopt, is ook de basis van veel managementsystemen (zie fig. 2.1). In dit hoofdstuk wordt kort besproken welke rol een managementsysteem kan spelen bij het plannen, uitvoeren, evalueren en bijstellen van het arbo- en verzuimbeleid. 7.1 Wat is een managementsysteem? Voor managementsystemen zijn meerdere definities in omloop. In dit Arbo-Informatieblad is een managementsysteem een instrument voor het beheersen en voortdurend verbeteren van processen in een onderneming en de uitkomsten daarvan. In praktijk wordt ook de term zorgsysteem gebruikt. Veel ondernemingen hebben een kwaliteitsmanagementsysteem. Hiermee beheersen en verbeteren zij de processen voor de kwaliteit van producten, diensten of klanttevredenheid beïnvloeden. Managementsystemen kunnen zich ook richten op de andere aspecten van de bedrijfsvoering, zoals arbeidsomstandigheden, het verzuim, het milieu, de procesveiligheid, de voedselveiligheid en de maatschappelijke verantwoordelijkheid. 7.2 Normen, richtlijnen, specificaties en eisenstellende documenten De eisen waaraan een managementsysteem moet voldoen, zijn vastgelegd in normen, richtlijnen, specificaties en eisenstellende documenten. Voor arbeidsomstandigheden zijn in Nederland beschikbaar OHSAS 18001, VCA en NPR 5001. OHSAS 18001 De norm OHSAS 18001 beschrijft de specificatie voor arbomanagementsystemen. OHSAS 18002 gaat over de implementatie hiervan. OHSAS staat voor Occupational Health and Safety Assessment Series. Eind 2007 is de Nederlandse versie van de norm verschenen: OHSAS 18001: 2007. Bij de ontwikkeling van deze norm is sterk gekeken naar BS 8800: 2004, de British Standard for Occupational health and safety management systems. Het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van de Stichting Coördinatie Certificatie Milieu- en arbomanagementsystemen (SCCM) heeft het Certificatiesysteem Arbomanagementsystemen volgens OHSAS 18001 ontwikkeld. Meer informatie over OHSAS 18001 is te vinden op www.sccm.nl. Figuur 7.1 Met een certificaat kun je laten zien dat je de veiligheid beheerst A I 48

Bijlage 2 Wie doet wat? Helderheid over wie wat doet (of moet doen) in de zorg voor veilig en gezond werken, vergroot de kans dat de goede dingen op het juiste moment gebeuren. De tabellen in deze bijlage geven de belangrijkste wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de volgende onderwerpen: Tabel B2-1 Arbo- en verzuimbeleid - Arbo- en verzuimbeleid: tabel B2-1 - Risico-inventarisatie en -evaluatie: tabel B2-2 - Arbeidsgezondheidskundig onderzoek: tabel B2-3 - De registratie van ongevallen: tabel B2-4 - Gedrag en toezicht: tabel B2-5 - Voorlichting en onderricht: tabel B2-6 - Aanstellingskeuringen: tabel B2-7 - Ziekmelding, controle, verzuimbegeleiding en re-integratie: tabel B2-8 - Melding en onderzoek van arbeidsongevallen: tabel B2-9 - Bedrijfshulpverlening: tabel B2-10 Tabel B2-1: Arbo- en verzuimbeleid Wie? Welke wettelijke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden? Werkgever - De werkgever voert arbo- en verzuimbeleid en moet zijn arbobeleid richten op het creëren van zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (Arbowet, art. 3). De werkgever is eerstverantwoordelijk voor het arbobeleid. - Zie tabel B2-8 voor aanvullende bepalingen over verzuimbeleid. - De werkgever heeft een algemene zorgplicht voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers voor wat betreft de arbeid (Arbowet, art. 3 en Burgerlijk Wetboek, Boek 7, art. 658). - De werkgever moet samenwerken met de werknemers bij de uitvoering van het arbobeleid (Arbowet, art. 12 lid 1). - De werkgever voert over het arbobeleid en de uitvoering van dit beleid overleg met de OR/PVT (WOR, art. 27 en Arbowet art. 12 lid 2). - De werkgever voert bij het ontbreken van een OR/PVT overleg met de belanghebbende werknemers over de RI&E en de organisatie van de deskundige bijstand (Arbowet, art. 12 lid 3). - De werkgever moet zich, bij de naleving van zijn verplichtingen op grond van de Arbowet, laten bijstaan door een of meer deskundige werknemers (preventiemedewerker) (Arbowet, art. 13 lid 1) en een of meer bedrijfshulpverleners (Arbowet, art. 15 lid 1). De werkgever moet zich bij vier specifieke taken laten bijstaan door een gecertificeerde kerndeskundigen of gecertificeerde arbodienst (Arbowet, art. 14 en 14a). - De werkgever moet het arbobeleid regelmatig toetsen aan de ervaringen die ermee zijn opgedaan en hij moet de maatregelen aanpassen zodra opgedane ervaring daartoe aanleiding geven (Arbowet, art. 3 lid 4). Werknemers Ondernemingsraad/personeelsvertegenwoordiging Preventiemedewerker (deskundige werknemer(s)) - De werknemers moeten in hun doen en laten op de arbeidsplaats overeenkomstig hun opleiding en de door de werkgever gegeven instructies naar vermogen zorgdragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van de andere betrokken personen (Arbowet, art. 11). - De werknemers moeten samenwerken met de werkgever bij de uitvoering van het arbobeleid (Arbowet, art. 12 lid 1). - De OR/PVT heeft initiatiefrecht, instemmingsrecht en adviesrecht over alle door de ondernemer voorgenomen besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van de veiligheid, de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim (WOR, art. 23 leden 2 en 3, art. 27 lid 1 onder d en art.28 lid 1). - De werkgever voert over het arbobeleid en de uitvoering van dit beleid overleg met de OR/PVT (WOR, art. 27 en Arbowet, art. 12 lid 2). De werkgever moet bij het ontbreken van de OR/PVT communiceren met de belanghebbende werknemers (Arbowet, art. 12 leden 3 en 6). - De OR/PVT heeft het recht een ondernemingsovereenkomst te sluiten met de werkgever over de organisatie van de deskundige bijstand (Arbowet, art. 14 lid 9b). - De OR/PVT heeft adviesrecht bij bedrijfseconomische en bedrijfsorganisatorische besluiten zoals grote investeringen en veranderingen in het productieproces (WOR, art. 25 en 35c). Dit biedt de mogelijkheid al in een vroeg stadium te wijzen op de eventuele gevolgen voor de arbeidsomstandigheden van voorgenomen wijzigingen. Bij het ontbreken van een OR/PVT kan ook een personeelsvergadering invloed uitoefenen (WOR, art. 35b). - De ondernemingsraad moet zo veel als mogelijk bevorderen dat de voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden worden nageleefd (WOR, art. 28). - De preventiemedewerker moet de werkgever bijstaan bij de naleving van diens verplichtingen op basis van de Arbowet (Arbowet, art. 13). De preventiemedewerker moet de bijstand zelfstandig en onafhankelijk kunnen verlenen (Arbowet, art. 13 lid 5). - De preventiemedewerker moet nauw samenwerken met de OR/PVT/belanghebbende werknemers en hen adviseren over de genomen en de te nemen maatregelen, gericht op een zo goed mogelijk arbobeleid (Arbowet, art. 13 lid 7b). Hierbij gaat het om algemene adviezen en niet om adviezen voor individuele werknemers. - De preventiemedewerker moet samenwerken met de gecertificeerde kerndeskundigen of arbodienst bij het verlenen van bijstand aan de werkgever (Arbowet, art. 14 lid 7). A I 58