Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid Subdomeinen 2F bb kb/gl/tl exameneenheden zakelijke teksten Onderwerpen teksten over alledaagse onderwerpen, onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld van de leerling en onderwerpen die verder van de leerling afstaan. Kenmerken van teksten teksten hebben een eenvoudige structuur, herkenbaar geordende informatie, lage informatiedichtheid, belangrijke informatie wordt gemarkeerd en/of herhaald, nieuwe informatie gelijkmatig geïntroduceerd, frequent gebruikte woorden. Taken lezen van eenvoudige informatieve teksten, lezen van eenvoudige instructieve teksten, lezen van eenvoudige betogende teksten. Lezen van zakelijke teksten Tekstkeuze: teksten over alledaagse onderwerpen, eenvoudig qua woordenschat, zinsbouw en opbouw, met een heldere structuur, duidelijke tekstverbanden, lage informatiedichtheid en niet te lang Informatieve teksten zoals artikelen uit kranten en popula NE/K/6 NE/V/3 Leesvaardigheid: (VMBO-BB) - leesstrategieën - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven - een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die eenheden benoemen - het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven over de tekst en dit oordeel toelichten (VMBO-KB/GL/TL) - leesstrategieën - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert - een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die eenheden benoemen - het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven en een samenvatting geven over de tekst en dit oordeel toelichten
(VMBO GL/TL) zelfstandig informatie verwerven, verstrekken in het Tekstkeuze: teksten over alledaagse onderwerpen en onderwerpen die iets verder van de leerling afstaan, in vergelijking met onderliggende niveaus wat meer complex qua woordenschat, zinsbouw en opbouw, met een heldere structuur, duidelijke tekstverbanden, NE/K/6 Leesvaardigheid: NE/V/3 (VMBO-BB) - leesstrategieën - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven - een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die eenheden benoemen - het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven over de tekst en dit oordeel toelichten (VMBO-KB/GL/TL) - leesstrategieën - functie van beeld en opmaak in een tekst herkennen - het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert - een tekst indelen in betekenisvolle eenheden en de relaties tussen die eenheden benoemen - het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte van een tekst aangeven en een samenvatting geven over de tekst en dit oordeel toelichten (VMBO GL/TL) zelfstandig informatie verwerven, verstrekken in het Literatuur/Fictie Tekstkeuze: verschillende soorten fictiewerken Vakinhoud: soorten fictiewerken, situatie, denken en handelen van personages, relatie fictiewerk en werkelijkheid, persoonlijke reactie met voorbeelden NE/V/3
NE/K/8 Fictie: (VMBO- BB) - fictiewerken herkennen - de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven - de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten - een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk NE/K/8 Fictie: (VMBO- KB/GL/TL) - fictiewerken herkennen - de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven - de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten - kenmerken van fictie in het fictiewerk aanwijzen - relevante achtergrondinformatie selecteren - een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk Tekstkeuze: verschillende soorten fictiewerken Vakinhoud: soorten fictiewerken, situatie, denken en handelen van personages, relatie fictiewerk en werkelijkheid, kenmerken fictie, relevante achtergrondinformatie, persoonlijke reactie met voorbeelden NE/K/8 Fictie: (VMBO- NE/V/3 BB) - fictiewerken herkennen - de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven - de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten - een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk NE/K/8 Fictie: (VMBO- KB/GL/TL) - fictiewerken herkennen - de situatie en het denken en handelen van de personages in het fictiewerk beschrijven - de relatie tussen het fictiewerk en de werkelijkheid toelichten - kenmerken van fictie in het fictiewerk aanwijzen - relevante achtergrondinformatie selecteren - een persoonlijke reactie geven op een fictiewerk en deze toelichten met voorbeelden uit het werk
Mondelinge taalvaardigheid Subdomeinen 2F bb kb/gl/tl exameneenheden Gesprekken Onderwerpen alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit de leefwereld. Taken deelnemen aan discussie en overleg, informatie uitwisselen. beurten nemen en bijdragen aan, afstemming op doel, afstemming op gesprekspartners, woordgebruik en woordenschat, vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing. luisteren Onderwerpen eenvoudige teksten over alledaagse, concrete onderwerpen of over onderwerpen die aansluiten bij de leefwereld of die verder van de leerling af staan. Kenmerken van teksten lengte, opbouw. Taken luisteren naar instructies, luisteren als lid van een live publiek, luisteren naar radio en tv en naar gesproken tekst op internet. begrijpen, interpreteren, evalueren, samenvatten. spreken Onderwerpen redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen, gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Taken monoloog houden., afstemming op doel, afstemming op publiek, woordgebruik en woordenschat, vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing. Gespreksvaardigheid Tekstsoort: gesprekssituaties Vakinhoud: relevante informatie, strategieën, eigen spreek- en luisterdoel, soorten publiek, spreekdoel van een ander, interactie, taalvarianten NE/V/3
NE/K/5 Spreek- en gespreksvaardigheid: van de spreek- en gesprekssituatie - strategieën ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie - - het spreek- en luisterdoel en publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten - in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen Tekstsoort: gesprekssituaties Vakinhoud: relevante informatie, strategieën, eigen spreek- /luisterdoel, soorten publiek, spreekdoel van een ander, interactie, taalvarianten NE/K/5 Spreek- en NE/V/3 gespreksvaardigheid: van de spreek- en gesprekssituatie - strategieën ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie - - het spreek- en luisterdoel en publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten - in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen Luister- en kijkvaardigheid Tekstkeuze: teksten over alledaagse onderwerpen, bescheiden van omvang en eenvoudig qua opbouw, heldere structuur met duidelijke verbanden en denkstappen, redelijk informatiedicht Kijk- en luisterteksten zoals uitleg, instructies, toespraken, (nieuws)b NE/V/3
NE/K/4 Luister- en kijkvaardigheid: (VMBO- BB) - luister- en kijkstrategieën - het doel van de makers van een programma aangeven - de belangrijkste elementen van een programma weergeven over een programma en dit toelichten - een instructie uitvoeren (VMBO- KB/GL/TL) - luister- en kijkstrategieën - het doel van de makers van een programma aangeven - de belangrijkste elementen van een programma weergeven over een programma en dit toelichten - een instructie uitvoeren - de waarde en betrouwbaarheid aangeven van de informatie die door de massamedia verspreidt wordt Tekstkeuze: teksten over alledaagse onderwerpen, wat meer complex qua opbouw dan onderliggende niveaus, heldere structuur met duidelijke verbanden en denkstappen, redelijk informatiedicht Kijk- en luisterteksten zoals uitleg, instructies, toespraken, ( NE/K/4 Luister- en NE/V/3 in : kijkvaardigheid: (VMBO- BB) - luister- en kijkstrategieën - het doel van de makers van een programma aangeven - de belangrijkste elementen van een programma weergeven over een programma en dit toelichten - een instructie uitvoeren (VMBO- KB/GL/TL) - luister- en kijkstrategieën - het doel van de makers van een programma aangeven - de belangrijkste elementen van een programma weergeven over een programma en dit toelichten - een instructie
uitvoeren - de waarde en betrouwbaarheid aangeven van de informatie die door de massamedia verspreidt wordt. in : Spreekvaardigheid Tekstsoort: spreeksituaties Vakinhoud: relevante informatie, strategieën, eigen spreek- en luisterdoel, soorten publiek, spreekdoel van een ander, interactie, taalvarianten NE/K/5 Spreek- en NE/V/3 gespreksvaardigheid: van de spreek- en gespressituatie - strategieën ten behoeve van de spreek- en gesprekssituatie - - het spreek- en luisterdoel en publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten - in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen Tekstsoort: spreeksituaties Vakinhoud: relevante informatie, strategieën, eigen spreek- /luisterdoel, soorten publiek, spreekdoel van een ander, interactie, taalvarianten NE/K/5 Spreek- en NE/V/3 gespreksvaardigheid: van de spreek- en gespressituatie - strategieën ten behoeve van de
spreek- en gesprekssituatie - - het spreek- en luisterdoel en publiek - het spreekdoel van anderen herkennen en de reacties van anderen inschatten - in spreek- en gesprekssituaties taalvarianten herkennen en daar adequaat op inspelen Schrijfvaardigheid Subdomeinen 2F bb kb/gl/tl exameneenheden Schrijven Onderwerpen ende teksten met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende vertrouwde onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard. Taken correspondentie, formulieren invullen, berichten, advertenties en aantekeningen, verslagen, werkstukken, samenvattingen, artikelen, vrij schrijven., afstemming op doel, afstemming op publiek, woordgebruik en woordenschat, spelling, interpunctie en grammatica, leesbaarheid. Schrijfvaardigheid Tekstsoort: teksten over herkenbare onderwerpen van maatschappelijke en beroepsmatige aard met grote mate van sturing met betrekking tot doel, publiek, vorm en inhoud van de te schrijven teksten Informatieve, overtuigende, opiniërende en activerende NE/K/7 NE/V/3 Schrijfvaardigheid: van het schrijven - schrijfstrategieën - - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen - het schrijfdoel en lezerspubliek - conventies met betrekking tot schriftelijk taalgebruik - elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven - concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar
NE/V/2 Schrijven op basis van documentatie: (VMBO-GL/TL) een doel- en publiekgerichte tekst schrijven: - overeenkomstig de voor de tekstsoort geldende conventies - onder gebruikmaking van documentatie Tekstsoort: teksten over herkenbare onderwerpen van maatschappelijke en beroepsmatige aard met zekere mate van sturing met betrekking tot doel, publiek, vorm en inhoud van de te schrijven teksten Informatieve, overtuigende, opiniërende en activerende NE/K/7 NE/V/3 Schrijfvaardigheid: van het schrijven - schrijfstrategieën - - het schrijfdoel in teksten tot uitdrukking brengen - het schrijfdoel en lezerspubliek - conventies met betrekking tot schriftelijk taalgebruik - elektronische hulpmiddelen gebruiken bij het schrijven - concepten van de tekst herschrijven op basis van geleverd commentaar NE/V/2 Schrijven op basis van documentatie: (VMBO-GL/TL) een doel- en publiekgerichte tekst schrijven: - overeenkomstig de voor de tekstsoort geldende conventies - onder gebruikmaking van documentatie Begrippenlijst en taalverzorging Subdomeinen 2F bb kb/gl/tl exameneenheden
Begrippenlijst Onderwerpen Leestekens, woordsoorten, grammaticale kennis, tekstkennis, stilistiek en semantiek, morfologie, opmaak, klanken. Taalverzorging Spelling alfabetische spelling orthografische spelling morfologische spelling. Leestekens hoofdletters en punten vraagtekens, uitroeptekens en aanhalingstekens hoofdletters bij eigennaam en directe rede komma's, dubbele punten. Overige regels afbreekregels aaneenschrijving en losschrijving.