AMENDEMENTEN 521-819. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0062(COD) 6.10.2011. Ontwerpverslag Antolín Sánchez Presedo (PE469842v02-00)



Vergelijkbare documenten
Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (BS 9 juli 1991) zoals gewijzigd bij wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010).

2011/0062(COD) ADVIES

Kedin Consumenten Financieringen B.V. Coolsingel AG Rotterdam

Informatieblad Credivance - DK [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET]

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Informatieblad Alpha Credit Nederland - DK [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET]

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0062(COD) Ontwerpverslag Antolín Sánchez Presedo (PE469.

Informatieblad DEFAM Doorlopend krediet (Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13263/11 CONSOM 133

Bijlage: Europese Standaardinformatie inzake consumentenkrediet (ESIC) versie juli 2013

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Informatieblad DEFAM - DK (Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet)

Informatieblad DEFAM - DK WOZ (Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet)

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

Productinformatie Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet

Commissie juridische zaken

Onderafdeling II. Kredietovereenkomst.

Informatieblad DEFAM Doorlopend Krediet 1,5% en 2% [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET]

EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST")

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/0199(COD) van de Commissie juridische zaken

Productinformatie Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet

Europese standaardinformatie inzake consumptief krediet 1. Identiteit en contactgegevens van de kredietgever Hof Hoorneman Bankiers N.V.

S T ANDAARDINFORMATIE I N Z A K E C O N S U M P T I E F K R E DIET

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen wordt als volgt gewijzigd:

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0296(COD) Ontwerpverslag Markus Ferber (PE v01-00)

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming PE v01-00

Latere-Leeftijd-Lening

worden van het toepassingsgebied van deze wet uitgesloten,

BIJZONDERE VOORWAARDEN BETREFFENDE DE KASFACILITEIT I - Van kracht op 23 maart 2015

EUROPESE STANDAARD INFORMATIE CONSUMPTIEF KREDIET

Prospectus Internet Voordeel Krediet

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Prospectus Privélimiet Plus

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. Het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: In Boek 7 wordt na titel 2 een nieuwe titel 2A ingevoegd, luidende:

Prospectus Persoonlijke Lening

(Voor de EER relevante tekst) (PB L 60 van , blz. 34)

VERSLAG AAN DE KONING

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2009/0060B(COD) Ontwerpverslag Kinga Gál en Barbara Lochbihler (PE430.

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. aan de Commissie juridische zaken en interne markt

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Wij Willem-Alexander, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 juni 2006 (07.07) (OR. en) 10597/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0222 (COD) LIMITE

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0062/

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder de wet : de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet.

Europees gestandaardiseerd informatieblad (ESIS) Artikel VII.127

Voorwaarden. MoneYou Doorlopend. Krediet

Algemene Voorwaarden Doorlopend Krediet

Conceptwetsvoorstel ter implementatie van richtlijn 2008/48/EG t.b.v. formele consultatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 juli 2011 (07.09) (OR. en) 12891/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0062 (COD)

Prospectus Studentenlimiet

Algemene bepalingen voor geldleningen NEF0408

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PROSPECTUS N 1 CONSUMENTENKREDIET

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0360B(COD)

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt:

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0139(COD) Ontwerprapport Jürgen Klute (PE v02-00)

Prospectus Masterlening

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE v01-00)

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

b) twee opeenvolgende tijdstippen waarop de consument een betaling moet hebben gedaan;

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Triodos Bank. Dit zijn onze voorwaarden voor Triodos Advies op Maat.

A8-0062/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie vervoer en toerisme. Verslag

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Essentiële-informatiedocumenten voor beleggingsproducten

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2193(INI) Ontwerpadvies Jiří Maštálka (PE v01-00)

Voorwaarden Persoonlijke Lening en Doorlopend Krediet

OVEREENKOMST TOT GELDLENING

AMENDEMENTEN 1-6. NL In verscheidenheid verenigd NL 2010/2002(BUD) Ontwerpadvies Thijs Berman (PE v01-00)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (BS 9 juli 1991) zoals gewijzigd bij wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010).

Richtsnoeren voor de ondermodule rampenrisico in de ziektekostenverzekeringsbranche

Algemene Voorwaarden Freo Doorlopend Krediet

No.W /III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

Prospectus persoonlijke en sociale lening

Algemene voorwaarden Persoonlijke Lening van de Rabobank 2010

Financieel Adviesbureau Haulez / Haulez Assurantiën, Havenfort 4, 4561 GD Hulst.

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0406(CNS)

Prospectus Doorlopend Krediet

Dit document is voor [naam van de consument] opgesteld op [datum van de dag]

Prospectus Aflopend Krediet

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0298(COD) Ontwerpverslag Markus Ferber (PE v01-00)

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (B.S , blz )

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek VII

Online Seminar ING Excellent Introductie in de Mortgage Credit Directive

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2145(BUD) Ontwerpadvies Ildikó Gáll-Pelcz (PE v01-00)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 115, derde lid, van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

Transcriptie:

b EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie economische en monetaire zaken 2011/0062(COD) 6.10.2011 AMENDEMENTEN 521-819 Ontwerpverslag Antolín Sánchez Presedo (PE469842v02-00) over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake woningkredietovereenkomsten (COM(2011)0142 C7-0085/2011 2011/0062(COD)) AM\879709.doc PE473.804v02-00 In verscheidenheid verenigd

AM_Com_LegReport PE473.804v02-00 2/184 AM\879709.doc

521 Sven Giegold Artikel 12 titel Berekening van het jaarlijkse kostenpercentage Berekening van het jaarlijkse kostenpercentage en van kostenscenario's 522 Sven Giegold Artikel 12 lid 1 alinea 2 bis (nieuw) Het jaarlijkse kostenpercentage voor kredietovereenkomsten kan alleen worden berekend voor perioden waarvoor een vaste rentevoet en vaste kosten gelden. Voor perioden waarvoor een variabele rentevoet geldt, wordt het jaarlijkse kostenpercentage berekend volgens de in artikel 12, lid 4, alinea 2 bis (nieuw), bedoelde hypothesen. In het ESIS worden de resultaten van de berekeningen voor beide hypothesen vermeld. Vanwege het wisselkoersrisico voor de consument worden kredietovereenkomsten die in vreemde valuta luiden beschouwd als kredietovereenkomsten met een variabele rentevoet. Het jaarlijkse kostenpercentage voor dergelijke kredietovereenkomsten wordt eveneens berekend volgens de in artikel 12, lid 4, alinea 2 bis (nieuw), bedoelde hypothesen. In het ESIS worden de resultaten van de berekeningen voor beide hypothesen vermeld. AM\879709.doc 3/184 PE473.804v02-00

Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan na een bepaalde rentevaste periode variaties kunnen optreden in de debetrentevoet wordt het jaarlijkse kostenpercentage, met inbegrip van alle kosten, berekend voor de rentevaste periode. Indien de kredietovereenkomst kosten inhoudt die op het tijdstip van sluiting van de overeenkomst niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt het maximale jaarlijkse kostenpercentage aangegeven of, indien geen maximaal kostenpercentage is vastgesteld, het hoogste kostenpercentage dat in de voorafgaande 15 jaar onder dezelfde voorwaarden van toepassing zou zijn geweest. 523 Alfredo Pallone Artikel 12 lid 1 bis (nieuw) Motivering 1 bis. De berekening van het jaarlijkse kostenpercentage omvat uitsluitend de kosten die de kredietgever te zijner gunste voor het verstrekte krediet in rekening brengt. Het jaarlijkse kostenpercentage moet worden gebaseerd op een beperkt aantal elementen, waaronder de kosten die de kredietgever te zijner gunste voor de verstrekte lening in rekening brengt, d.w.z. de netto rente, administratieve kosten en commissielonen. Vergoedingen zoals notariskosten en registratiekosten dienen geen deel uit te maken van het jaarlijkse kostenpercentage. PE473.804v02-00 4/184 AM\879709.doc

524 Jean-Paul Gauzès Artikel 12 lid 2 alinea 1 2. Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, worden de totale kosten van het krediet voor de consument bepaald met uitsluiting van de kosten die hij moet betalen wegens niet-naleving van in de kredietovereenkomst opgenomen verplichtingen. 2. Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, worden de totale kosten bepaald die ten goede komen aan de kredietgever voor de sluiting en uitvoering van de kredietovereenkomst. Or. fr 525 Andreas Schwab Artikel 12 lid 2 alinea 1 Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, worden de totale kosten van het krediet voor de consument bepaald met uitsluiting van de kosten die hij moet betalen wegens niet-naleving van in de kredietovereenkomst opgenomen verplichtingen. Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, worden de totale kosten van het krediet voor de consument bepaald met uitzondering van de kosten die hij moet betalen wegens niet-naleving van in de kredietovereenkomst opgenomen verplichtingen. Or. de Motivering Aanpassing aan artikel 19, lid 2, van de richtlijn inzake kredietovereenkomsten voor consumenten. AM\879709.doc 5/184 PE473.804v02-00

526 Alfredo Pallone Artikel 12 lid 2 alinea 1 Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, worden de totale kosten van het krediet voor de consument bepaald met uitsluiting van de kosten die hij moet betalen wegens niet-naleving van in de kredietovereenkomst opgenomen verplichtingen. Het jaarlijkse kostenpercentage wordt bepaald met uitsluiting van de kosten die de consument moet betalen wegens nietnaleving van in de kredietovereenkomst opgenomen verplichtingen. Motivering Het jaarlijkse kostenpercentage moet worden gebaseerd op een beperkt aantal elementen, waaronder de kosten die de kredietgever te zijner gunste voor de verstrekte lening in rekening brengt, d.w.z. de netto rente, administratieve kosten en commissielonen. Vergoedingen zoals notariskosten en registratiekosten dienen geen deel uit te maken van het jaarlijkse kostenpercentage. 527 Sven Giegold Artikel 12 lid 2 alinea 2 Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen. PE473.804v02-00 6/184 AM\879709.doc

consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. 528 Andreas Schwab Artikel 12 lid 2 alinea 2 Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. De kosten voor het beheer van een rekening waarop zowel betalingen als kredietopnemingen worden geboekt, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten worden als de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de opening van de rekening facultatief is en de kosten voor de rekening duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. Or. de Motivering Aanpassing aan artikel 19, lid 2, van de richtlijn inzake kredietovereenkomsten voor consumenten. 529 Alfredo Pallone Artikel 12 lid 2 alinea 2 AM\879709.doc 7/184 PE473.804v02-00

Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. 530 Philippe De Backer Artikel 12 lid 2 alinea 2 Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. PE473.804v02-00 8/184 AM\879709.doc

531 Antolín Sánchez Presedo Artikel 12 lid 2 alinea 2 Wanneer een rekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. Wanneer een betaalrekening moet worden geopend om het krediet te verkrijgen, worden de kosten voor het aanhouden van een dergelijke rekening, de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingstransacties als kredietopnemingen op deze rekening, en andere, met betalingstransacties verband houdende kosten in de totale kosten van het krediet voor de consument opgenomen, tenzij de kosten duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. 532 Antolín Sánchez Presedo Artikel 12 lid 2 alinea 2 bis (nieuw) Wanneer een kredietovereenkomst voorziet in een aflossingsstructuur waarbij de gecumuleerde rente niet volledig wordt voldaan en het bedrag van de niet-betaalde rente wordt opgeteld bij de hoofdsom van de lening, wordt dit bedrag meegerekend in het totaalbedrag van het krediet dat ten grondslag wordt gelegd aan de berekening. AM\879709.doc 9/184 PE473.804v02-00

533 Sven Giegold Artikel 12 lid 4 4. Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan variaties kunnen optreden in de debetrentevoet en, in voorkomend geval, in de kosten die deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, maar bij de berekening daarvan niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op het bij de ondertekening van de overeenkomst vastgestelde niveau. Schrappen 534 Andreas Schwab Artikel 12 lid 4 4. Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan variaties kunnen optreden in de debetrentevoet en, in voorkomend geval, in de kosten die deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, maar bij de berekening daarvan niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op het bij de ondertekening van 4. Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan variaties kunnen optreden in de debetrentevoet en, in voorkomend geval, in de kosten die deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, maar bij de berekening daarvan niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op het bij de ondertekening van PE473.804v02-00 10/184 AM\879709.doc

de overeenkomst vastgestelde niveau. de overeenkomst vastgestelde niveau. Als voor de eerste periode een vaste debetrentevoet is vastgelegd, moet voor de debetrentevoet ten minste van deze aanvankelijke debetrentevoet worden uitgegaan. Or. de Motivering De huidige berekeningsmethode uit hoofde van Richtlijn 2008/48/EG kan tot grote misverstanden bij de consument leiden. Richtlijn 2008/48/EG moet eventueel worden aangepast. 535 Antolín Sánchez Presedo Artikel 12 lid 4 4. Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan variaties kunnen optreden in de debetrentevoet en, in voorkomend geval, in de kosten die deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, maar bij de berekening daarvan niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op het bij de ondertekening van de overeenkomst vastgestelde niveau. 4. Bij kredietovereenkomsten waarin bepalingen zijn opgenomen op grond waarvan variaties kunnen optreden in de debetrentevoet en, in voorkomend geval, in de kosten die deel uitmaken van het jaarlijkse kostenpercentage, maar bij de berekening daarvan niet kunnen worden gekwantificeerd, wordt bij de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage uitgegaan van de hypothese dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op het niveau zoals in de kredietovereenkomst vermeld bij de ondertekening ervan. 536 Sven Giegold AM\879709.doc 11/184 PE473.804v02-00

Artikel 12 lid 4 alinea 1 bis (nieuw) Indien de kredietovereenkomst een spaarhypotheek betreft of indien de consument het krediet indirect moet aflossen door financiering van een spaarovereenkomst of belegging in andere financiële instrumenten teneinde de hoofdsom van de lening terug te betalen uit de opbrengst van die beleggingen, dragen de lidstaten er zorg voor dat de kosten voor een dergelijke overeenkomst worden berekend overeenkomstig de voorschriften voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage voor kredietovereenkomsten die in directe aflossing voorzien. 537 Sven Giegold Artikel 12 lid 4 alinea 2 bis (nieuw) Voor alle perioden gedurende welke op de kredietovereenkomst een variabele rentevoet, variabele kosten of een vreemde valuta van toepassing is, verstrekt de kredietgever de consument ramingen van de kosten, waarbij voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage wordt uitgegaan van de hypothesen dat de rentevoet en de overige kosten worden berekend op basis van de ratio die van toepassing was: - bij de ondertekening van de overeenkomst, en - op het meest ongunstige tijdstip in de PE473.804v02-00 12/184 AM\879709.doc

voorafgaande 15 jaar. 538 Philippe De Backer Artikel 12 lid 5 5. Aan de Commissie worden overeenkomstig artikel 26 en met inachtneming van de in de artikelen 27 en 28 gestelde voorwaarden bevoegdheden gedelegeerd om de formule en de hypothesen te wijzigen die worden gehanteerd voor de in bijlage I vastgestelde berekening van het jaarlijkse kostenpercentage. Wanneer de Commissie dergelijke gedelegeerde handelingen vaststelt, wijzigt zij indien nodig de in bijlage I vastgestelde formule of hypothesen, met name wanneer de in dit artikel en in bijlage I genoemde hypothesen niet voldoende zijn om het jaarlijkse kostenpercentage op uniforme wijze te berekenen of niet meer aangepast zijn aan de commerciële marktsituatie. Schrappen 539 Andreas Schwab Artikel 12 lid 5 alinea 1 Aan de Commissie worden overeenkomstig artikel 26 en met Aan de Commissie worden overeenkomstig artikel 26 de AM\879709.doc 13/184 PE473.804v02-00

inachtneming van de in de artikelen 27 en 28 gestelde voorwaarden bevoegdheden gedelegeerd om de formule en de hypothesen te wijzigen die worden gehanteerd voor de in bijlage I vastgestelde berekening. bevoegdheden gedelegeerd om de formule te wijzigen die wordt gehanteerd voor de in bijlage I vastgestelde berekening van het jaarlijkse kostenpercentage. Or. de 540 Alfredo Pallone Artikel 12 lid 5 alinea 1 Aan de Commissie worden overeenkomstig artikel 26 en met inachtneming van de in de artikelen 27 en 28 gestelde voorwaarden bevoegdheden gedelegeerd om de formule en de hypothesen te wijzigen die worden gehanteerd voor de in bijlage I vastgestelde berekening van het jaarlijkse kostenpercentage. Aan de Commissie worden bevoegdheden gedelegeerd om technische reguleringsnormen vast te stellen tot wijziging van de hypothesen die worden gehanteerd voor de in bijlage I vastgestelde berekening van het jaarlijkse kostenpercentage. Motivering Gezien het technische karakter van deze kwestie dient de voorkeur uit te gaan naar technische reguleringsnormen in plaats van gedelegeerde handelingen. 541 Andreas Schwab Artikel 12 lid 5 alinea 2 Wanneer de Commissie dergelijke gedelegeerde handelingen vaststelt, wijzigt Wanneer de Commissie dergelijke gedelegeerde handelingen vaststelt, wijzigt PE473.804v02-00 14/184 AM\879709.doc

zij indien nodig de in bijlage I vastgestelde formule of hypothesen, met name wanneer de in dit artikel en in bijlage I genoemde hypothesen niet voldoende zijn om het jaarlijkse kostenpercentage op uniforme wijze te berekenen of niet meer aangepast zijn aan de commerciële marktsituatie. zij indien nodig de in bijlage I vastgestelde formule. Or. de 542 Sven Giegold Artikel 12 bis (nieuw) Artikel 12 bis (1) Indien een krediet in vreemde valuta moet worden afgelost, dragen de lidstaten er zorg voor dat het wisselkoersrisico voor de consument beperkt blijft tot het in het ESIS vermelde meest pessimistische scenario. (2) Indien de kredietovereenkomst een spaarhypotheek betreft of indien de consument het krediet indirect moet aflossen door financiering van een spaarovereenkomst of belegging in andere financiële instrumenten teneinde de hoofdsom van de lening terug te betalen uit de opbrengst van die beleggingen, en het door middel van de spaarhypotheek of de financiële instrumenten verkregen bedrag aan het eind van de looptijd ervan lager is dan aangegeven in het meest pessimistische scenario als omschreven in het ESIS, is de kredietgever aansprakelijk voor vergoeding van het verschil. AM\879709.doc 15/184 PE473.804v02-00

543 Miguel Portas Artikel 13 titel Informatie over de debetrentevoet Wijziging van de debetrentevoet Or. pt 544 Ildikó Gáll-Pelcz Artikel 13 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet, in de regel minstens 30 dagen voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. Or. hu 545 Miguel Portas Artikel 13 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de PE473.804v02-00 16/184 AM\879709.doc

kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. Wanneer een dergelijke wijziging niet rechtstreeks en uitsluitend samenhangt met een wijziging van de referentierentevoet, moet de kredietgever een bewijs kunnen voorleggen dat de consument 30 dagen voor de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet in kennis werd gesteld van de wijziging. Or. pt 546 Olle Schmidt Artikel 13 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. De informatie wordt uiterlijk bij de eerstvolgende kennisgeving of het eerstvolgende rekeningafschrift verstrekt op papier of een andere duurzame drager of via dagbladen. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. AM\879709.doc 17/184 PE473.804v02-00

aantal of de frequentie van de betalingen. Motivering De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om goed functionerende informatiekanalen te kiezen, bijvoorbeeld dagbladen. 547 Vicky Ford Artikel 13 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Daarbij wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever de consument op papier of op een andere duurzame drager in kennis stelt van een wijziging van de debetrentevoet voordat de wijziging van kracht wordt. Bij dezen door middel van een bevestigingse-mail of elektronische kennisgeving te verstrekken informatie wordt het bedrag van de na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet te verrichten aflossingen vermeld, alsmede bijzonderheden betreffende een eventuele wijziging in het aantal of de frequentie van de betalingen. 548 Vicky Ford Artikel 13 lid 2 2. De partijen kunnen echter in de kredietovereenkomst overeenkomen dat de Schrappen PE473.804v02-00 18/184 AM\879709.doc

in lid 1 bedoelde informatie periodiek aan de consument wordt verstrekt indien de wijziging van de debetrentevoet rechtstreeks samenhangt met een wijziging van een referentierentevoet, het publiek via passende middelen kennis kan nemen van de nieuwe referentierentevoet en de informatie over de nieuwe referentierentevoet ook beschikbaar is in de gebouwen van de kredietgever. 549 Miguel Portas Artikel 13 lid 2 2. De partijen kunnen echter in de kredietovereenkomst overeenkomen dat de in lid 1 bedoelde informatie periodiek aan de consument wordt verstrekt indien de wijziging van de debetrentevoet rechtstreeks samenhangt met een wijziging van een referentierentevoet, het publiek via passende middelen kennis kan nemen van de nieuwe referentierentevoet en de informatie over de nieuwe referentierentevoet ook beschikbaar is in de gebouwen van de kredietgever. 2. De partijen kunnen echter in de kredietovereenkomst overeenkomen dat de in lid 1 bedoelde informatie periodiek aan de consument wordt verstrekt indien de wijziging van de debetrentevoet rechtstreeks samenhangt met een wijziging van een referentierentevoet, het publiek via passende middelen kennis kan nemen van de nieuwe referentierentevoet en de informatie over de nieuwe referentierentevoet ook beschikbaar is in de gebouwen van de kredietgever, in zoverre de consument onverminderd de mogelijkheid krijgt om op eender welk moment een beroep te doen op de in lid 1 vastgelegde voorschriften. Or. pt 550 Miguel Portas AM\879709.doc 19/184 PE473.804v02-00

Artikel 13 lid 2 alinea 1 bis (nieuw) De lidstaten moeten verzekeren dat de kredietgever de debetrentevoet niet verandert om redenen die geen verband houden met de solvabiliteit van de consument, zoals het niet intekenen op of het stopzetten van producten of diensten die niet rechtreeks samenhangen met het krediet in kwestie, zelfs als er contractuele clausules werden opgenomen die dat mogelijk maken. Die clausules worden in dat geval als nietig beschouwd. Or. pt 551 Ildikó Gáll-Pelcz Artikel 13 lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Op grond van het beginsel van symmetrie moeten kredietgevers die de door de cliënt te betalen rente, tarieven of kosten met een beroep op een ongunstige wijziging in de voorwaarden en omstandigheden eenzijdig verhogen, deze in dezelfde mate verlagen indien de omstandigheden ten goede veranderen. Or. hu 552 Sven Giegold Artikel 13 lid 2 bis (nieuw) PE473.804v02-00 20/184 AM\879709.doc

2 bis. Hetzelfde beginsel is van toepassing op spaarhypotheken en vergelijkbare kredietovereenkomsten. 553 Burkhard Balz, Markus Ferber Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst de kredietwaardigheid van de consument beoordeelt aan de hand van voldoende informatie die de kredietgever in voorkomend geval bij de consument inwint, en zo nodig aan de hand van informatie uit de in aanmerking komende gegevensbank. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. Or. de AM\879709.doc 21/184 PE473.804v02-00

554 Sławomir Witold Nitras Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. Het doel van de kredietwaardigheidsbeoordeling is de evaluatie van het vermogen van een consument om gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst zijn schuldverplichtingen na te komen. De kredietgever of de niet-kredietinstelling zijn bij een positieve beoordeling niet verplicht tot het sluiten van een kredietovereenkomst. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in upto-date gehouden vastleggingen geregistreerd. Or. pl PE473.804v02-00 22/184 AM\879709.doc

555 Herbert Dorfmann Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. Or. de 556 Vicky Ford Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige AM\879709.doc 23/184 PE473.804v02-00

beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van redelijke criteria. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. Deze beoordeling voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. De risicobeoordeling door een deskundige mag niet worden vervangen door kwantitatieve parameters in automatische processen voor het overnemen van kredieten, noch uitsluitend berusten op externe of louter op kredietantecedenten gebaseerde kredietscores. 557 Kinga Göncz, Edit Herczog Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument om te controleren op een permanent vermogen om schulden af te lossen. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de PE473.804v02-00 24/184 AM\879709.doc

informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Een risicoanalyse mag zich niet beperken tot een indeling of classificatie die louter op grond van statistische indicatoren is verricht, en mag niet geschieden aan de hand van een classificatie die alleen op kredietantecedenten is gebaseerd. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. Or. hu 558 Wolf Klinz Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument die uitsluitend wordt uitgevoerd aan de hand van objectieve criteria zoals onder meer het inkomen, de vermogensbestanddelen, vermogensrechten, spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en AM\879709.doc 25/184 PE473.804v02-00

voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. 559 Sylvie Goulard Artikel 14 lid 1 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in up-to-date gehouden vastleggingen geregistreerd. 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietgever vóór het sluiten van de kredietovereenkomst een grondige beoordeling maakt van de kredietwaardigheid van de consument aan de hand van criteria zoals onder meer het inkomen, de spaargelden, vermogensbestanddelen, schulden en andere financiële verplichtingen van de consument op de interne markt. De beoordeling wordt uitgevoerd op basis van de nodige informatie die de kredietgever of, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar van de consument heeft verkregen en van relevante interne of externe bronnen en deze voldoet aan de in artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde voorschriften inzake noodzaak en evenredigheid. De lidstaten dragen er zorg voor dat kredietgevers passende processen voor de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument instellen. Deze processen worden op gezette tijden herzien en in upto-date gehouden vastleggingen PE473.804v02-00 26/184 AM\879709.doc

geregistreerd. 560 Sławomir Witold Nitras Artikel 14 lid 1 bis (nieuw) 1 bis. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietbemiddelaars wettelijk verplicht zijn om aan de betreffende kredietgever alle relevante informatie te verstrekken die van de consument is verkregen en die noodzakelijk blijkt voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument. Or. pl 561 Sven Giegold Artikel 14 lid 1 bis (nieuw) 1 bis. De lidstaten dragen er zorg voor dat bij de kredietwaardigheidsbeoordeling ten minste de volgende criteria worden gehanteerd: a) de beoordeling mag op geen enkele wijze berusten op een toename van de waarde van de woning als middel om het krediet af te lossen; b) de beoordeling wordt uitgevoerd op basis van het ten tijde van het sluiten van de overeenkomst beschikbare nettoinkomen van de consument, rekening AM\879709.doc 27/184 PE473.804v02-00

houdend met sociale uitkeringen, schulden en andere financiële verplichtingen, evenals met voorzienbare veranderingen vanwege pensionering tijdens de looptijd van het krediet; wanneer de beoordeling betrekking heeft op een kredietovereenkomst op grond waarvan de kredietnemer de woning niet zal betrekken en de woning kan verhuren, kunnen de lidstaten kredietgevers toestaan om in de kredietwaardigheidsbeoordeling rekening te houden met de redelijkerwijs te verwachten huuropbrengsten; c) de beoordeling is gebaseerd op een realistische schatting van het bedrag dat voldoende zal zijn om aan het eind van de looptijd aan de kredietverplichtingen te voldoen tegen het volledig geïndexeerde tarief, uitgaande van een volledig aflossingsschema en van een aflossingsstructuur die rekening houdt met voorzienbare veranderingen voortvloeiend uit de structuur van het product, een voorziening voor stijgingen van variabele tarieven als dergelijke stijgingen op grond van de kredietovereenkomst zijn toegestaan, en, in voorkomend geval, een voorziening voor het effect van negatieve aflossingen op latere betalingen. 562 Antolín Sánchez Presedo Artikel 14 lid 1 bis (nieuw) 1 bis. De lidstaten dragen er zorg voor dat de kredietwaardigheidsbeoordeling wordt uitgevoerd zonder onderscheid te maken PE473.804v02-00 28/184 AM\879709.doc

tussen kredietovereenkomsten voor op hun grondgebied gelegen woningen en dat hierbij ten minste de volgende criteria worden gehanteerd: a) de beoordeling mag op geen enkele wijze berusten op een toename van de waarde van de woning als middel om het krediet af te lossen; b) de beoordeling wordt uitgevoerd op basis van het ten tijde van het sluiten van de overeenkomst beschikbare nettoinkomen van de consument, rekening houdend met sociale uitkeringen, schulden en andere financiële verplichtingen, evenals met voorzienbare veranderingen vanwege pensionering tijdens de looptijd van het krediet; wanneer de beoordeling betrekking heeft op een kredietovereenkomst op grond waarvan de consument de woning niet zal betrekken en de woning aan een derde kan verhuren, kunnen de lidstaten kredietgevers toestaan om in de kredietwaardigheidsbeoordeling rekening te houden met de redelijkerwijs te verwachten huuropbrengsten; c) de beoordeling is gebaseerd op een realistische schatting van het bedrag dat voldoende zal zijn om de schuld aan het eind van de looptijd af te lossen tegen het volledig geïndexeerde tarief, uitgaande van een volledig aflossingsschema en van een aflossingsstructuur die rekening houdt met voorzienbare veranderingen voortvloeiend uit de structuur van het product, een voorziening voor stijgingen van variabele tarieven als dergelijke stijgingen op grond van de kredietovereenkomst zijn toegestaan, en, in voorkomend geval, een voorziening voor het effect van negatieve aflossingen op latere betalingen. AM\879709.doc 29/184 PE473.804v02-00

563 Sari Essayah, Sirpa Pietikäinen Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen Motivering De kredietgever moet natuurlijk rekening houden met de resultaten van de kredietwaardigheidsbeoordeling, maar de voorgestelde onflexibele bepaling zou ongewenste gevolgen kunnen hebben en er met name toe kunnen leiden dat kredietgevers zonder gegronde redenen weigeren aan sommige consumenten een krediet te verlenen. Het volstaat om de kredietgever in overeenstemming met artikel 5, lid 1, te verplichten op eerlijke, billijke en professionele wijze in het belang van de consument op te treden wanneer zij een besluit nemen over het verstrekken van een krediet. 564 Sławomir Witold Nitras Artikel 14 lid 2 letter a a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen Or. pl PE473.804v02-00 30/184 AM\879709.doc

565 Carl Haglund Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen Motivering Deze bepaling is niet flexibel genoeg en zou ertoe kunnen leiden dat een kredietgever zonder gegronde redenen weigert een krediet te verstrekken. 566 Iliana Ivanova Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen Motivering Wij zijn van mening dat de kredietgever meer speelruimte moet hebben en dat het aan zijn AM\879709.doc 31/184 PE473.804v02-00

oordeel moet worden overgelaten welke consequenties hij aan een negatieve kredietwaardigheidsbeoordeling verbindt. 567 Alfredo Pallone Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen 568 Philippe De Backer Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; Schrappen 569 Burkhard Balz, Markus Ferber PE473.804v02-00 32/184 AM\879709.doc

Artikel 14 lid 2 letter a a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn om zijn uit het contract voortvloeiende verplichtingen na te komen, en de kredietgever het krediet desondanks verstrekt, de kredietgever verplicht is om dit feit en de redenen ervoor te documenteren; Or. de 570 Wolf Klinz Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; a) wanneer bij het nemen van een besluit over de kredietaanvraag uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn de rente over het krediet en het contractueel overeengekomen percentage van de nominale waarde tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; 571 Vicky Ford Artikel 14 lid 2 letter a) AM\879709.doc 33/184 PE473.804v02-00

a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; a) de kredietgever alleen een krediet aan de consument verstrekt wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling blijkt dat het krediet waarschijnlijk overeenkomstig de vereisten van de kredietovereenkomst zal worden afgelost; 572 Sven Giegold Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn aan de verplichtingen van de kredietovereenkomst te voldoen, de kredietgever weigert het krediet te verstrekken; 573 Jean-Paul Gauzès Artikel 14 lid 2 letter a) a) wanneer uit de kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument blijkt dat hij niet in staat zal zijn het krediet tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst af te lossen, de a) de kredietgever bij het nemen van een besluit over het verstrekken van een krediet aan de consument daadwerkelijk en op gepaste wijze rekening houdt met de resultaten van de PE473.804v02-00 34/184 AM\879709.doc

kredietgever weigert het krediet te verstrekken; kredietwaardigheidsbeoordeling; 574 Jean-Paul Gauzès Artikel 14 lid 2 letter a) bis (nieuw) a) bis. de beoordeling op geen enkele wijze berust op een toename van de waarde van de woning als middel om het krediet af te lossen; 575 Philippe De Backer Artikel 14 lid 2 letter a) bis (nieuw) a) bis. de beoordeling van een kredietaanvraag niet uitsluitend berust op gegevens die verkregen zijn door raadpleging van een gegevensbank, noch uitsluitend berust op een geautomatiseerde besluitvormingsprocedure of systematische methoden zoals kredietscoresystemen; 576 Sławomir Witold Nitras AM\879709.doc 35/184 PE473.804v02-00

Artikel 14 lid 2 letter b b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; Schrappen Or. pl 577 Jean-Paul Gauzès Artikel 14 lid 2 letter b b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; Schrappen Or. fr 578 Vicky Ford Artikel 14 lid 2 letter b) b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen op basis van een negatieve beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument, de kredietgever de consument onverwijld en kosteloos in kennis stelt van de voornaamste redenen voor de verwerping; PE473.804v02-00 36/184 AM\879709.doc

579 Philippe De Backer Artikel 14 lid 2 letter b) b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onverwijld en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; 580 Antolín Sánchez Presedo Artikel 14 lid 2 letter b) b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de redenen voor de verwerping; b) wanneer de kredietaanvraag wordt verworpen op basis van een negatieve beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument, de kredietgever de consument onmiddellijk en kosteloos in kennis stelt van de voornaamste redenen voor de verwerping; 581 Philippe De Backer Artikel 14 lid 2 letter d) AM\879709.doc 37/184 PE473.804v02-00