Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.)



Vergelijkbare documenten
Landschapsverordening provincie Noord Brabant (2002),

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen alsmede de bij behorende toelichting

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Huisvestingsverordening Papendrecht 2005

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

WOONSCHEPENVERORDENING en Ligplaatsenkaarten Lelystad 2010

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Landschapsverordening

Parkeerverordening 2013

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Verordening Ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

VERORDENING ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Lelystad

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

Parkeerverordening 2013

Verordening Leukermeer e.o. Bergen (L.)

Verordening op het parkeren 2007

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

VERORDENING langdurigheidstoeslag Lelystad 2012

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Verordening kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Heemskerk

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Verordening. speelautomaten (hallen) * * Verordening speelautomaten(hallen) 2016 D

Het bouwen van een erfafscheiding in afwijking van het bestemmingsplan

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Verordening Verwerking Persoonsgegevens gemeente Oosterhout

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

De raad van de gemeente Grave

Wetstechnische informatie

Erfgoedverordening gemeente Houten

Verordening commissie bezwaarschriften

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Subsidieverordening voor onderhoud en restauratie van monumenten

Wetstechnische informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

MONUMENTENVERORDENING 2006

Uitkeringsverordening raadsleden Zoetermeer 1994 Versie geldig van 12 april 1994 tot 25 december 2004

Hoofdstuk 1. Algemeen

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van..; gelet op titel VA van de Wet op de kansspelen en artikel 149 van de Gemeentewet;

Verordening kwaliteitseisen kinderopvang Leeuwarden

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Verordening kinderopvang gemeente Zeewolde

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting. organisatie van de gemeente Heemskerk 2008

Parkeerverordening. C!! emborg

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007

Verordening handhaving Wet werk en bijstand gemeente Oosterhout

Wetstechnische informatie

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003

Tekstuitgave van de verordening naamgeving en nummering 2010

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

Wetstechnische informatie

b Wettelijke taak Zie inleiding. a Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college a Onvermijdelijk

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Overgangsverordening loonkostensubsidie In- en Doorstroombanen, gemeente Oosterhout

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Wegsleepverordening 2003

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A (geldig vanaf )

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 23 november 2010, Nr. SO/2010/482366;

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Verordening tot bescherming van natuur en uiterlijk aanzien van de gemeente

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

Opmerkingen m.b.t. de regeling Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

==================================================================== Artikel 1

Erfgoedverordening Roosendaal 2017

VERORDENING voor de controle op het financieel beheer en op de. beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Lelystad

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

Verordening winkeltijden Zoetermeer

Wetstechnische informatie

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAME- BELASTING 2012.

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2018

VERORDENING op de heffing en de invordering

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011

Transcriptie:

Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente Bergen gemeenteraad Ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen. Grondslagen 1. Gemeentewet, art. 147, eerste lid en artikel 149 Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) 1. Geen. Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ontstaansbron: datum ondertekening; bron bekendmaking 1-1-2005 nieuwe regeling 21-12-2004 Maas en Niersbode 2005, 1 Inwerkingtreding: datum ondertekening; bron bekendmaking 21-12-2004 Maas en Niersbode 2005, 1 Voorstel gemeenteraad 21-12-2004, 7160 (Geconsolideerde tekst) De raad van de gemeente Bergen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2004 gelet op hetgeen in artikel 147, eerste lid alsmede artikel 149 van de Gemeentewet is bepaald gezien het advies van de commissie Grondgebiedzaken besluit: de vast te stellen 1

Verbodsbepalingen 1.1 Buiten de gebieden zoals nader aangegeven op de bij deze verordening behorende kaarten is het verboden om ten behoeve van reclame opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, constructies ten behoeve daarvan, of kennelijk voor reclamedoeleinden gebezigde vervoersmiddelen (verder te noemen: reclame) te plaatsen of te doen plaatsen dan wel als eigenaar of andere zakelijk gerechtigde of gebruiker van enige onroerende zaak plaatsing toe te staan. 1.2 Het in artikel 1.1 vervatte verbod is niet van toepassing op reclame 1. die is aangebracht op een bedrijfsperceel voor zover deze reclame betrekking heeft op een aldaar uitgeoefend beroep, bedrijf of dienst; 2. die is aangebracht op een wachtruimte bij een halteplaats voor het openbaar vervoer; 3. aan of bij een onroerende zaak, waarbij deze te koop, te huur, of in pacht wordt aangeboden, voor zolang zij feitelijke betekenis heeft; 4. in het inwendige deel van een onroerende zaak en niet zichtbaar van buitenaf; 5. die is geplaatst op een terrein waar een openbare wedstrijd, manifestatie, evenement of tentoonstelling wordt gehouden, welke niet behoort tot de gebruikelijke commerciële uitoefening van een beroep, bedrijf of dienst, voor zolang zij feitelijke betekenis heeft en voor zover zij niet eerder dan twee weken daaraan voorafgaand is geplaatst; 6. van tijdelijke aard, voor de verkoop van seizoensgebonden agrarische producten ter plaatse waar deze worden gekweekt; 7. die betrekking heeft op een werk in uitvoering, mits zij onmiddellijk bij het werk is geplaatst en niet langer aanwezig is dan de uitvoering van dat werk duurt; 8. die is aangebracht op borden, die voldoen aan de door de overheid gestelde regels ten aanzien van bewegwijzering; 9. die betrekking heeft op het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet; 10. op borden ten behoeve van een bedrijf indien deze niet op het bedrijfsperceel worden geplaatst en indien en voorzover aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan: - het bedrijf kan geen gebruik maken van bebording in het kader van de provinciale circulaire 'Richtlijnen Uitvoering Toeristische Bewegwijzering ; - het bedrijf mag ten hoogste twee borden plaatsen; - borden mogen uitsluitend verwijzen naar het bedrijf dan wel producten van het bedrijf; - borden mogen uitsluitend worden geplaatst binnen een straal van 500 meter van de grens van het bedrijfsperceel zoals is vastgelegd in het bestemmingsplan; - borden mogen niet in de bestemming 'Natuur', 'Bos' of daarmee vergelijkbare bestemmingen in het bestemmingsplan worden geplaatst; - borden mogen niet groter zijn dan 1.00 m²; - het bedrijfsperceel moet zijn gelegen in het gebied waarvoor het in artikel 1.1 geldende verbod van toepassing is; 11. op bebording en/of aankondigen met een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 1.00 m² bij de oprit van een bedrijf indien en voorzover de oprit geen deel uitmaakt van het bedrijfsperceel. 12. van tijdelijke aard ten behoeve van een openbare wedstrijd, manifestatie, evenement of tentoonstelling met een grootschalig karakter en als zodanig door het college van burgemeester en wethouders erkend, voor zolang zij feitelijke betekenis heeft en voorzover zij niet eerder dan vier weken daaraan voorafgaand is geplaatst en voorzover een voor reclame gebruikt bord de omvang van 4 vierkante meter niet overstijgt. 1.3 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de begrenzing van de gebieden, waarvoor het in artikel 1.1 geldende verbod van toepassing is, te wijzigen dan wel de bepalingen ex artikel 1.2 uit te breiden. Straf- en dwangbepalingen 2.1 Handelen in strijd met het in artikel 1.1 omschreven verbod, de voorwaarden als bedoeld in artikel 4 of de in artikel 2.5 omschreven verplichting wordt gestraft met hechtenis van ten 2

hoogste twee maanden of van een geldboete van de tweede categorie. 2.2 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen. 2. Met de opsporing van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn belast: de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren; de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen toezicht houdende ambtenaren. 2.3 1. De ingevolge het eerste lid van artikel 2.2 aangewezen personen zijn, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, bevoegd tussen zonsopgang en zonsondergang alle plaatsen, met uitzondering van woningen, te betreden. Zo nodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm. 2. Zij zijn bevoegd zich te doen vergezellen van personen die daartoe door hen zijn aangewezen. 2.4. 1. De in het eerste lid van artikel 2.2 bedoelde personen zijn bevoegd van ieder die inlichtingen te verlangen die redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig zijn. 2. Zij zijn bevoegd voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, van ieder inzage te verlangen van de van belang zijnde bescheiden. 2.5 Een ieder is verplicht de in artikel 2.4 verlangde inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken, alsmede de verlangde inzage van bescheiden te verlenen en ook overigens al die medewerking aan de in het eerste lid van artikel 2.2 bedoelde personen te verlenen, die deze bij de uitvoering van de hun bij of krachtens deze verordening opgedragen taak redelijkerwijs behoeven. Overgangsbepalingen 3. Vergunningen verleend krachtens artikel 1 van de 'Natuur- en landschapsbeschermingsverordening Limburg' dan wel ontheffingen verleend krachtens artikel 2.1 van de 'Landschapsbeschermingsvordening Limburg 1994' blijven van kracht totdat de termijn waarvoor zij zijn afgegeven is komen te vervallen of tot het moment waarop zij worden ingetrokken. Slotbepalingen 4. Indien toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders tot kennelijke onbillijkheid leidt, dan kan het college van burgemeester en wethouders, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, het bepaalde in artikel 1.1 buiten toepassing verklaren. 5. Deze verordening kan worden aangehaald als Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.). 6. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005. Bergen, 21 december 2004. De griffier Th.J.M. Pierik De voorzitter C.W.H.M. Klaverdijk 3

TOELICHTING Algemeen Reclameborden en aankondigingen in het buitengebied vormen in beginsel een visuele vervuiling van het landelijke landschapsschoon. Deze verordening heeft als doel om het belang van het landschapsschoon in het buitengebied van de gemeente Bergen (L.) te beschermen door het plaatsen van reclameborden en aankondigen in dit gebied, als aanvulling op de Algemeen plaatselijke verordening gemeente Bergen (L.), aan stringente regelgeving te onderwerpen. De verordening strekt zich niet uit over gebieden, met een in grote mate 'stedelijke' functie (woongebieden, bedrijventerreinen, sportvelden, recreatieve voorzieningen, e.d.). In die gebieden, waarvan de begrenzing op de bij deze verordening behorende kaarten is aangegeven, geldt de verordening niet. Uitgangspunt is dat elk bord of constructie ten behoeve van reclame buiten genoemde gebieden in principe een aantasting vormt van het landschapsschoon. Dergelijke constructies die bedoeld zijn om de aandacht van de burger te trekken tasten de visuele waarden van het landschap aan. Vandaar dat artikel 1.1 een verbod behelst om reclameborden in het buitengebied te plaatsen. Onder omstandigheden kan een aantasting van het landschapsschoon in het buitengebied echter aanvaardbaar zijn. De verordening houdt hiermee rekening door het vastleggen van een aantal reclame-uitingen die niet onder de werking van het verbod van artikel 1.1 vallen (artikel 1.2). Plaatsing van reclameborden die ingevolge artikel 1.2 uitgezonderd zijn van het verbod als bedoeld in artikel 1.1 zijn onder omstandigheden wel vergunningplichtig op basis van de Algemeen plaatselijke verordening gemeente Bergen (L.) en/of de Woningwet (bouwvergunning). Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van burgemeester en wethouders door middel van toepassing van de hardheidsclausule (artikel 4) verklaren dat het verbod om een reclamebord te plaatsen buiten toepassing dient te blijven. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1.1 In dit artikel wordt behalve de eigenaar of andere zakelijk gerechtigde ook de gebruiker genoemd. Hiermee wordt bedoeld degene die over het gebruik van de zaak zeggenschap heeft, zoals bijvoorbeeld een huurder of pachter. Artikel 1.2, onder 1 Voor de vraag of er sprake is van een bedrijfsperceel is de ter plaatse geldende planologische regeling doorslaggevend. Overigens is het niet zo, dat het plaatsen van reclameborden op bedrijfspercelen aan geen enkele regeling is onderworpen. In die gevallen waarin een reclamebord als bouwwerk in de zin van de Woningwet kan worden aangemerkt, kan de gemeente via de bouwvergunning het plaatsen van reclameborden reguleren. Daarnaast zullen reclameborden op bedrijfspercelen op basis van de Algemeen Plaatselijke Verordening gemeente Bergen (L.) vergunningplichtig zijn wanneer deze een bepaalde grootte overschrijden. Artikel 1.2, onder 8 De regelingen waaraan hier met name is gedacht zijn het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, de door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde 'Richtlijnen bewegwijzering' en de provinciale circulaire 'Richtlijnen Uitvoering Toeristische Bewegwijzering'. Artikel 1.2, lid 10 In lid 1 van dit artikel wordt reeds een koppeling gelegd met het bedrijfsperceel. Op het bedrijfsperceel is reclame toegelaten. Deze bepaling maakt het mogelijk om ook buiten het bedrijfsperceel - onder strikte voorwaarden - borden te plaatsen. De voorwaarden zijn erop gericht de effecten op het landschap te minimaliseren. Het bestemmingsplan is voor de vraag of 4

er sprake is van een bedrijfsperceel maatgevend. In het bestemmingsplan moet aan het perceel uitdrukkelijk een bedrijfsbestemming zijn gegeven. Indien gebruik is gemaakt van een vrijstelling ex artikel 19 WRO wordt de vraag of er sprake is van een bedrijfsperceel beoordeeld op basis van het vrijstellingsbesluit. Voor een agrarisch bedrijf is het bedrijfsperceel het agrarisch bouwblok zoals dat in het bestemmingsplan is vastgelegd. Als het bedrijf tevens toeristisch-recreatieve activiteiten ontplooit, kan gebruik worden gemaakt van de toeristische bewegwijzering. Voor een dergelijk bedrijf is plaatsing van borden met toepassing van lid 10 overbodig. Artikel 1.2, lid 11 De koppeling die in lid 1 van artikel 1.2 met het bedrijfsperceel is gelegd, biedt in bepaalde gevallen onvoldoende mogelijkheden om de weggebruiker op een bedrijf attent te maken. Gedoeld wordt op die situaties waarin het bedrijfsperceel niet direct aangrenst aan de openbare weg en gebruik moet worden gemaakt van een oprit of privé-ontsluitingsweg. Indien de ontsluitingsweg geen onderdeel uitmaakt van het bedrijfsperceel kunnen hier geen borden worden geplaatst. Artikel 1.2, lid 1 verzet zich hiertegen. Deze bedrijven zijn hierdoor ten opzichte van andere bedrijven in het nadeel. Om dit nadeel op te heffen is lid 11 in het leven geroepen. Teneinde de aantasting van het landschap zoveel mogelijk te beperken mag slechts één bord worden geplaatst met een maximale omvang van 1,00 m². Artikel 1.2, lid 12 Deze bepaling heeft betrekking op een kleine groep van grootschaligere evenementen zoals het Bleijvenement en Proef je Streek. 5