ZEE VAARDIGHEID EXTRA TEST (ZVE)

Vergelijkbare documenten
ZEE VAARDIGHEID TEST (ZV)

Doel. Jeugd. De test. Ervaring. De kandidaat dient: Toervaardigheid versie november 2002

Het Wad en zeekanoën: Vereiste vaardigheden. wadkanovaren.nl

Diploma Introductie Open-kanovaren

Zeekano programma en activiteiten KC-Zeeland 2016

Diploma Openkanovaardigheid A versie april 2016

Diploma Open kanovaardigheid A

wadkanovaren.nl De veiligheid tijdens het zeekanovaren

Diploma Open kanovaardigheid B

Diploma-eisen Toervaardigheid Open Kano

het over de peddel heen en weer, wat irritant is bij het varen.

Zeekanogids van de Zeekanogroep van de Groninger Kano Vereniging (GKV)

De bij Kanoclub Zeeland toegepaste risicofilosofie bevat de volgende elementen: De veiligheidsmaatregelen en -eisen staan beschreven in de:

KANOVAARDIGHEID A DOEL

Diploma Introductie Open-kanovaren

Veilig aan boord en op Zee

ZEEVAARDIGHEID. Theorie en basistechnieken voor zeekajakvaarders. Opleiding Zeevaardigheid 1

Verklaring zeewaardigheid schip /zeevaardigheid schipper

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

Activiteitenprogramma 2009

Slepen en gesleept worden

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ZEEVAARDIGHEID. Theorie en basistechnieken voor zeekajakvaarders. Opleiding Zeevaardigheid 1

Lifeguard Schipper RWC. Proeve van Bekwaamheid

Op dinsdag 7 mei had ik aan de hand van de weerberichten een rondje Grevelingen gepland. Er stonden verschillende testen op het programma, de nieuwe

REDDINGSTECHNIEKEN VOOR ZEEKAJAKVAARDERS IEDERE OEFENING IS BETER DAN GEEN OEFENING

Praktische Zeekanogids

WERKEN OP OF AAN HET WATER

De examinator houdt een voorgesprek met de kandidaten. De examinator maakt duidelijk wat wordt verwacht van de kandidaten en waarop wordt gelet.

RISICOANALYSE EXTERNE SCHOOLMANIFESTATIE

Vrijdag 6 April 2012 Redding op Aardappelenbult

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

KOM, KIJK en VERGELIJK

Het hebben van een goede rugzak is van groot belang, mocht je zelf geen rugzak hebben dan kan je er 1 van ons lenen.

Roeien op Zee.. Hoe begin je ermee? Presentatie voor roeileden KWV Loosdrecht Gehouden op 8 april 2018 door Paul Klönhammer

Basisbegrippen der lichtvoering

Onderkleding Soms is het prettig om dunne kleding onder het neopreen te dragen, dit om huid irritatie te voorkomen.

De kano en de kano uitrusting.

6/7-Daagse Zomercusus Catzeilen Catclub Egmond aan Zee-Zuidstrand

Goedgekeurd in de BV van 26 februari 2007

Met de kajak op de Westerschelde van Waarde naar Borssele

Praktische kennis voor zeekajakvaren in Nederland

Safety meeting Race of the Classics

Achtergronden bij Simulaties van optreden bij een waterongeval

1. DOELSTELLINGEN, BEPALINGEN EN EXAMENEISEN INLEIDING DOEL EXAMEN EXAMENEISEN VAARTECHNIEKEN...

WELKOM BIJ DE OUTDOOR OPLEIDING VAN NEDERLAND

Training sessie Northseakayak companions 15 aug 2015 in de haven van Nieuwpoort

Highlights Uitgangspunten Ervaringen

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

wadkanovaren.nl Het Wad en zeekanoën

Veiligheidsreader 27 e studenteneditie van de Race of the Classics

Vaarbewijzen voor de pleziervaart op de Nederlandse binnenwateren na 1 juli 2009

Praktische kennis voor zeekajakvaren in Nederland

Toelichting op de veiligheidslijst (versie 3.0)

Gebruikershandleiding / Veiligheidsnormen Springkussen

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

Hoofdstuk 2 gevaren baders en zwemmers

KAJAKVAARDIGHEID B. Hoofdstuk 1

Trainingen & Opleidingen

EXAMENREGLEMENT VLAKTEZOEKEN LEVEND

RISICO-INVENTARISATIE EN -EVALUATIE

Samenvatting spelregels en huishoudelijk reglement kanopolo.

Brandingvaren op de Noordzee voor de kust van Oostduinkerke

Navigatie op het Wad

Examen CWO kielboot II

Noorwegentocht. Het is zover, na lang wachten gaat de reis van ongeveer 3 weken beginnen.

BERG BALANCE SCALE (HIERARCHISCHE VERSIE)

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten:

Afbakening Examens Klein Vaarbewijs (KVB2)

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

Examenreglement voor het examen Eerste Hulp Vastgesteld augustus 2010

7.b. De staartroerslagen

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

Bushcraft introductie!

Info-boekje. Kanovereniging "Onder de Wadden

Freeride cursus. volpension. Locatie:

Examen Beperkt stuurbrevet

april-2010 Kanovereniging De Biesbosch Bevers

een stabiele basis die wateroverlast bestrijdt met water

Algemene criteria examens / exameneisen

Voorwoord bij de Afbakening examens Klein Vaarbewijs als samengesteld door de Examencommissie van de Stichting Vaarbewijs- en Marifoonexamens (VAMEX)

DAT IS ZÉKER GOED GEREGELD!

VEILIGHEIDSPLAN KR&ZV DE MAAS Locatie Oude Plantage, Plantagelaan NG, Rotterdam 10 juli Risico inventarisatie en inhoudsopgave:

Examen versie: NWG :00VBA Handmatig pagina 1 ( ) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie

INTRODUCTIE KEUS 22 FRIESE SPORTBOOT VAN DE WERELD TIJD NIEUWS IETS VOOR

Veiligheidsuitrusting zeiljachten

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Veiligheidsreader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Final

ZEEVAARDIGHEID EXTRA. Gevorderde technieken voor zeekajakvaarders

De overlevingstijd in roeikleding ligt waarschijnlijk tussen die van Gekleed en Zwemkleding in.

RISICOANALYSE EXTERNE SCHOOLMANIFESTATIE

Hike-to-Ride cursus. Locatie: Deze cursus vindt plaats in St Leonhard in Pitztal

Hoofdstuk 1 Verdrinkingen

Activiteitenprogramma 2017

Gebruikershandleiding

Transcriptie:

ZEE VAARDIGHEID EXTRA TEST (ZVE) Doel: Het doel van de test is het vaststellen of de kandidaat voldoende kennis, technieken en vaardigheden bezit om veilig 1 een groep, bestaande uit maximaal zes ervaren zeekajak vaarders 2 te leiden. Examinatoren: Minimaal twee NKB zeekajak hoofdinstructeurs. Uitvoering: De test wordt bij voorkeur afgenomen gedurende een dagtocht, waarbij onder het varen de diverse praktijkonderdelen worden getoetst. De kandidaat moet aantonen dat deze zelfstandig leiding kan geven aan een groep zeekajak vaarders. De eigen vaartechnieken moeten vakbekwaam 3 worden uitgevoerd. De test wordt afgenomen bij ruwe omstandigheden 4. Aan de test moeten minimaal twee kandidaten deelnemen. Het maximale aantal kandidaten is vier. De groep kan aangevuld worden met extra vaarders tot een totale groepsgrootte van zes personen, examinatoren niet meegeteld. Eisen en Ervaring: De kandidaat moet tenminste 18 jaar oud zijn. De kandidaat moet in het bezit zijn van het diploma Zeevaardigheid of een daaraan gelijkgesteld certificaat. De kandidaat moet aantoonbaar 5 hebben deelgenomen aan minimaal vijf zeekajak tochten 6, waarbij hij/zij (mede) de leiding had. Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 1

Eisen en Ervaring (vervolg): De kandidaat moet tijdens zeekajak tochten (in totaal) de volgende ervaringen hebben opgedaan: - Windkracht (minimaal 4 Beaufort) - Stroming (3 knopen) - Afstand (20 zeemijlen) - Duur (4 uur zonder tussentijds aanlanden) - Oversteek (5 zeemijlen uit de kust) - Golfhoogte (1 tot 1,5 meter) - Branding of brekende golven (1 tot 1,5 meter) - Navigatie met zeekaart en kompas tijdens een tocht - Meerdaagse tocht (waarbij de kandidaat zorgdraagt voor zelf meegebracht eten, drinken en slaapgelegenheid) - Tochtplanning (dagtochten en meerdaagse tochten) - Tochtleiding Deze ervaringen hoeven niet allemaal en tegelijkertijd in één tocht voor te komen! Uitrusting: De kandidaat moet onderstaande uitrusting kunnen tonen en gebruiken: - Redbare zeekajak 7 (beladen voor een tweedaagse tocht) - Spatzeil 8 - Zwemvest 9 (voorzien van een fluit) - Peddel - Winddichte anorak, bij voorkeur met capuchon (voor tijdens het varen) - Geschikte kleding voor op het water en op het land - Schoeisel (voor tijdens het varen en tijdens een pauze aan land) - Helm (als hoofdbescherming in ruwe omstandigheden en branding) - Muts; wol of fleece (als hoofdbescherming tegen de kou) - Pet of hoed (als hoofdbescherming tegen de zon) - Reservekleding (geschikt voor de heersende omstandigheden) - Dekkompas (afleesbaar) - Peilkompas (onder handbereik) - Lunchpakket (voor dagtocht) - Noodrantsoen (voor 12 uur) - Drinkwater of andere (niet-alcoholische) drank - Warme drank (of een mogelijkheid om warme drank te maken) - Horloge (afleesbare tijd) - Zeekaart (op het dek) - Getijde informatie - Waterdichte zakken Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 2

Uitrusting (vervolg): De kandidaat moet onderstaande veiligheidsuitrusting kunnen tonen en gebruiken: - Reservepeddel (onder handbereik) - Pomp (handpomp onder handbereik of voetpomp) - Sleeplijn (minimaal 10 meter lengte, direct bruikbaar) - Reddingszak, oranje (2x1 meter; onder handbereik) - Aluminiumfolie reddingsdeken - Parachutepijl, rood (Advies: Pains Wessex Para Rocket red, of vergelijkbaar; onder handbereik) - Zaklantaarn - Reparatieset (voor noodreparatie) - EHBO-set De kandidaat moet de volgende kampeeruitrusting kunnen tonen: - Tent of bivakzak - Slaapmat - Slaapzak - Kookuitrusting (met middelen om vuur te maken) - Voedsel (voor 24 uur) De volgende uitrusting wordt aanbevolen: - Marifoon (onder handbereik) - Mobiele telefoon - Handstakellicht, rood (onder handbereik) - Flitslicht (aan zwemvest) - Contact sleeplijn (maximaal 1 meter lengte; direct bruikbaar) - Mes (onder handbereik) - Materiaal om een luik af te dekken (bij verlies luikdeksel) - Spons De test moet worden uitgevoerd in een zeekajak die beladen is met genoemde uitrusting. De uitrusting in de compartimenten van de zeekajak moet droog blijven tijdens de test. Er mag geen uitrusting verloren gaan. Vaartechnieken: De kandidaat dient te demonstreren: - Efficiënte 11 en effectieve 12 basis vaartechnieken - Hoge peddelsteun 13 (aan beide zijden) - Scullen 14 (zijde naar keuze) - Rollen 15 (zijde naar keuze) - Zelfredding 16 (methode naar keuze) - X-redding van een beladen zeekajak (als redder) - Slepen 17 - Surfen 18 (golven en branding) Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 3

Leiderschap: Het leiding geven aan een groep tijdens een zeekajak tocht, waaronder: - Uitleg van de tochtplanning en relevante veiligheidsaspecten aan de vaarders - Informeren van overheidsinstanties (bijv. kustwacht) (indien van toepassing) - Overzicht, controle en positionering - Nemen van adequate beslissingen, communicatie en het gebruik van signalen - Inzicht in groepsprocessen, het op gemak stellen van vaarders - Evaluatie van de tocht met de groep Navigatie: De kandidaat dient kennis, inzicht en vaardigheden aan te tonen met: - Navigeren onder de heersende omstandigheden - Werken met gegist bestek (indien van toepassing) - Toepassen van transito- en kruispeilingen (indien van toepassing) - Gebruiken van betonning voor navigatie doeleinden - Herkennen van natuur- en rustgebieden en uitwijk bij mogelijke verstoring Calamiteiten: Het leiding geven aan de groep bij het omgaan met een onverwachte, in opdracht van de examinatoren geënsceneerde, calamiteit. Hierbij kan sprake zijn van (maar hoeft niet beperkt te zijn tot) omgeslagen vaarders in ruwe omstandigheden, tijdsdruk, zieke/gewonde of anderszins onmachtige vaarders, muiterij in de groep, schade aan uitrusting, van buiten komend onheil, etc. De kandidaat dient adequaat om te gaan met: - Overzicht, controle en eigen positionering - Veiligheid van de groep - Communicatie met de groep - Capaciteiten van de vaarders - Taakverdeling binnen de groep - Reddingstechniek - Uitwijkroutes (indien van toepassing) - Inschakelen van hulp van buitenaf (indien van toepassing) Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 4

Theorie: De kandidaat dient vragen te kunnen beantwoorden over: - Praktische ervaring naar aanleiding van zijn/haar deelname aan de opgegeven ervaringstochten - Het plannen van een tweedaagse tocht met behulp van zeekaarten, getijde tabel, stroomatlas en overige nautische informatie - Zeekaart (afstanden, dieptes, droogvallende plaatsen, symbolen, kompasroos) - Betonningstelsels - Getij en stroming - Koersen en koersformules - Invloeden van wind, getij en stroming op de vaaromstandigheden, vaarrichting, vaarsnelheid, vaartijd en tochtplanning. - Inzicht in het effect van de trim van de zeekajak op de koersvastheid in wind en golven en het effect van het gebruik van een scheg of roer - Herkennen van gevaren en plaatsen waar branding of ander ruw water is te verwachten - Elementaire kennis over golven, deining en branding - Elementaire kennis over het weer - Elementaire kennis over EHBO: - Onderkoeling en oververhitting - Stoppen van een bloeding - Behandeling bij botbreuken - Behandeling bij een arm uit de kom - Behandeling bij shock - Behandeling van een bewusteloze - Algemene kennis van zeekajak varen in Nederlandse kustgebieden: - Getijbeweging langs de Nederlandse kust: - Wantij - Muien en zwinnen - Strekdammen - Beroeps- en pleziervaart - Natuurgebieden en verbodsbepalingen - Kustwacht en reddingsdiensten - Weerberichten - Veiligheidseisen ten aanzien van zeekajak varen - Algemene kennis over typen en eigenschappen van zeekajaks Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 5

Definities: 1 Veilig De kandidaat houdt rekening met de omstandigheden in relatie met de capaciteiten van de vaarders (en die van de kandidaat zelf) en past de tocht daarop aan. Een tochtleider is verantwoordelijk voor de veiligheid van de groep. 2 Ervaren Vaarder met het diploma Zeevaardigheid of met een zeekajak vaarder daaraan gelijkgesteld niveau. 3 Vakbekwaam Zonder paniek, zelfverzekerd (communicatie), doortastend (snelheid van handelen), bootgevoel (stabiliteit), bootbeheersing (manoeuvreren, opkanten), kennis van de eigen uitrusting (waar het zit en hoe te gebruiken), fysieke conditie (vaarsnelheid), oog voor de eigen veiligheid en de veiligheid van anderen (omgeving), kennis van zaken (theorie, het waarom). 4 Ruwe Windkracht 4-6 Beaufort. Golfhoogte van 1 tot 1,5 meter. Omstandigheden Branding (of brekende golven) van 1 tot 1,5 meter, krachtig genoeg zodat de kandidaat een effectieve hoge steun kan demonstreren. 5 Aantoonbaar Door middel van een logboek en/of controleerbare schriftelijke referenties. 6 Zeekajak tochten Tochten op zee met een minimum vaarafstand van 12 zeemijlen en/of tochten in een getijdengebied waarbij gedurende de tocht een stroming van 3 knopen wordt ervaren. Maximaal twee tochten mogen op groot open water (bijvoorbeeld IJsselmeer) hebben plaatsgevonden, voorzover de afstand tot de kust minimaal 3 zeemijlen is. 7 Redbare zeekajak Een bruikbare zeekajak, bij voorkeur voorzien van waterdichte schotten en luiken. Indien de zeekajak niet is voorzien van waterdichte schotten, zoals bij vouw-, zelfbouw- en/of Groenlandkajaks, dan dienen er luchtzakken aanwezig te zijn. De draagklossen en grijplijnen moeten in goede staat zijn en zostevig bevestigd zijn dat de (voor een dagtocht beladen) zeekajak eraan kan worden opgetild tijdens een redding. De draagklossen zijn bevestigd nabij de vóór- en achterpunt. De draagklossen zijn bevestigd met een enkel koord of een samengebonden lus, zodat vingers niet bekneld kunnen raken. De zeekajak mag geen scherpe of uitstekende delen hebben waaraan een vaarder of een redder zich zou kunnen verwonden. 8 Spatzeil Een spatzeil dat voorzien is van een lus (of lussen) om het, indien nodig, makkelijk van de kuip los te trekken. Het spatzeil mag niet zodanig lekken dat dit de uitvoering van de test beïnvloedt. 9 Zwemvest Goed passend zwemvest met een voor de kandidaat geschikt (genormeerd) drijfvermogen. Het zwemvest dient in goede staat te zijn. Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 6

10 Onder handbereik Bereikbaar door de kandidaat tijdens het varen, zonder hulp van anderen. 11 Efficiënt Een uitvoering die meer op techniek dan op kracht gebaseerd is. Een uitvoering die ook 'lang' volgehouden kan worden. De uitvoering mag niet blessure gevoelig zijn. 12 Effectief Met duidelijk zichtbaar resultaat, doeltreffend, binnen een 'redelijke' tijd. 13 Hoge peddelsteun De kandidaat dient zodanig uit balans te zijn, dat deze zou omslaan als de hoge peddelsteun niet zou worden ingezet. 14 Scullen De kandidaat laat zich omvallen totdat de zeekajak een slagzij maakt van ongeveer 90 graden, waarbij deze stand tenminste vijf slagen wordt vasthouden, waarna een terugkomen tot normaalstand volgt. 15 Rollen De rol moet worden uitgevoerd in golvend water. 16 Zelfredding De kandidaat dient de zeekajak onderwater te verlaten. Een zelfredding wordt als succesvol beoordeeld als de kandidaat het spatzeil dicht heeft en in staat is om verder te varen (evt. met kuip vol water). Het gebruik van een peddel drijver is toegestaan. Na drie mislukte pogingen van een kandidaat beslissen de examinatoren over vervolgpogingen. De kandidaat in het water dient zowel zeekajak als peddel steeds vast of binnen handbereik te hebben. 17 Slepen Dit omvat het manoeuvreren naar de te slepen zeekajak, het aanhaken, een stukje varen, de sleeplijn losgooien bij de sleper, een stukje doorvaren, waarbij de sleeplijn los van de sleper en zijn/haar zeekajak moet komen. Tot slot moet de sleper de sleeplijn opbergen; klaar voor een volgend gebruik ervan. 18 Surfen De kandidaat dient het surfen te demonstreren waarbij de zeekajak op koers gehouden wordt door een achtersteven roer. Indien de zeekajak uitbreekt, dan moet de zeekajak overeind gehouden worden met een lage en/of hoge steun. De kandidaat toont inzicht met betrekking tot de aankomende golven en brekers en zijn/haar positie ten opzichte van eventuele andere personen. Bij surfen in brekende golven en branding geldt dat omslaan of uitstappen gevolgd door een rol of zelfredding acceptabel is. Zee Vaardigheid Extra Test (23 juni 2009) 7