EUROPEES PARLEMENT C6-0114/2007. Gemeenschappelijk standpunt. Zittingsdocument 2006/0018(COD) 24/04/2007



Vergelijkbare documenten
MOTIVERING VAN DE RAAD

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

EUROPEES PARLEMENT C7-0051/2010. Standpunt van de Raad in eerste lezing. Zittingsdocument 2009/0026(COD) 11/03/2010

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2006 (26.06) (OR. fr) 8693/06 ADD 1 PV/CONS 22 AGRI 146 PECHE 119

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT TRANS 134 CODEC 408

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

b) de mogelijkheden tot fraude te beperken (model in de vorm van een plastic kaart);

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2006 (21.11) (OR. en) 15383/06. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0165 (CNS) FISC 140

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

5130/3/15 REV 3 ADD 1 sm 1 DPG

Voor de delegaties gaat hierbij de tekst van de bovengenoemde verordening, zoals die op 28 april 2010 is overeengekomen door het Coreper.

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

6182/1/17 REV 1 ADD 1 eer/gra/cg 1 DRI

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

PUBLIC. Brussel, 19 juni 2009 (22.06) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 11160/09 LIMITE E V 448 E T 146

16435/14 jel/gra/hh 1 DG G 2B

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 maart 2004 (OR. fr) 6967/04 LIMITE AVIATION 56 AELE 3 OC 189

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 februari 2002 (01.03) (OR.en) 6445/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0236 (COD) 2000/0237 (COD)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie industrie, onderzoek en energie

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

1. De Commissie heeft op 18 juni 2010 het ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 6 bij de algemene begroting 2010 bij de Raad ingediend.

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 7 mei 2008 (25.06) (OR. fr) 6516/08 ADD 1 PV/CO S 11 EDUC 55 JEU 19 CULT 21

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp.

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2004 ««««««««««««Zittingsdocument 2009 C6-0114/2007 2006/0018(COD) 24/04/2007 Gemeenschappelijk standpunt Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld op 19 april 2007 met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen Doc. 05665/1/2007 07897/2007 Verklaringen COM(2007)0205

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2007 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2006/0018 (COD) 5665/1/07 REV 1 ENT 10 ENV 48 CODEC 71 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT door de Raad vastgesteld op 19 april 2007 met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen 5665/1/07 REV 1 CS/mg DG C I

RICHTLIJN 2007/ /EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 1, Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 2, 1 2 PB C 318 van 23.12.2006, blz. 115. Advies van het Europees Parlement van 14 november 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van... (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van het Europees Parlement van (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). 5665/1/07 REV 1 CS/mg 1 DG C I

Overwegende hetgeen volgt: (1) In de mededeling van de Commissie van 28 januari 2005 over de strategie van de Gemeenschap voor kwik, waarin aan alle toepassingen van kwik aandacht wordt besteed, wordt geconcludeerd dat het wenselijk zou zijn op communautair niveau beperkingen in te stellen voor het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende, niet-elektrische of nietelektronische meet- en regelapparatuur, de belangrijkste groep kwikhoudende producten waarvoor tot dusver geen communautaire maatregelen zijn genomen. (2) Het instellen van beperkingen voor het op de markt brengen van kwikhoudende meettoestellen zou voordelen opleveren voor het milieu, en op lange termijn voor de menselijke gezondheid, doordat wordt voorkomen dat kwik in de afvalstroom terechtkomt. (3) Uit het beschikbare feitenmateriaal betreffende meet- en regeltoestellen blijkt dat, rekening houdend met de technische en economische uitvoerbaarheid, onmiddellijke beperkende maatregelen alleen moeten gelden voor meettoestellen voor verkoop aan het grote publiek en met name voor alle koortsthermometers. (4) De invoer van kwikhoudende meettoestellen die meer dan 50 jaar oud zijn betreft antiquiteiten of cultuurgoederen zoals gedefinieerd in Verordening (EEG) nr. 3911/92 van de Raad van 9 december 1992 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen 1. Die handel is beperkt in omvang en lijkt geen risico te vormen voor de gezondheid van de mens of het milieu. Deze handel hoeft derhalve niet beperkt te worden. 1 PB L 395 van 31.12.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1). 5665/1/07 REV 1 CS/mg 2 DG C I

(5) Op dit moment worden kwikbarometers slechts door een paar kleine gespecialiseerde bedrijven vervaardigd en hoofdzakelijk als decoratieve producten aan het grote publiek verkocht. Voor het op de markt brengen van dergelijke barometers dient in een aanvullende periode van geleidelijke eliminatie te worden voorzien zodat de fabrikanten hun onderneming kunnen aanpassen aan de beperking en op de productie van kwikvrije barometers kunnen overstappen. (6) Om het vrijkomen van kwik in het milieu tot een minimum te beperken en de geleidelijke eliminatie van de resterende kwikhoudende meettoestellen voor professioneel en industrieel gebruik te garanderen, met name sfygmomanometers in de gezondheidszorg, moet de Commissie de beschikbaarheid in kaart brengen van betrouwbare veiligere alternatieven die technisch en economisch uitvoerbaar zijn. Wat sfygmomanometers in de gezondheidszorg betreft dienen medische deskundigen te worden geraadpleegd om er zeker van te zijn dat naar behoren kan worden voldaan aan de behoefte aan diagnose en behandeling van specifieke medische aandoeningen. (7) Overeenkomstig deze richtlijn mag alleen het op de markt brengen van nieuwe meettoestellen worden beperkt. Deze beperking mag dus niet gelden voor toestellen die reeds in gebruik zijn of tweedehands worden verkocht. 5665/1/07 REV 1 CS/mg 3 DG C I

(8) De verschillen tussen de door de lidstaten vastgestelde wetten of bestuursrechtelijke maatregelen betreffende de beperking van kwik in diverse meet- en regeltoestellen kunnen handelsbelemmeringen opwerpen en de concurrentie in de Gemeenschap verstoren, en kunnen bijgevolg een rechtstreekse invloed hebben op de totstandbrenging en de werking van de interne markt. Het lijkt dan ook noodzakelijk de wetten van de lidstaten op het gebied van meet- en regeltoestellen onderling aan te passen door geharmoniseerde bepalingen vast te stellen betreffende kwikhoudende producten, en aldus de interne markt in stand te houden en tegelijkertijd een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te waarborgen. (9) Richtlijn 76/769/EEG 1 van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. (10) Deze richtlijn laat de communautaire wetgeving onverlet waarbij minimumvoorschriften voor de bescherming van werknemers zijn vastgelegd, vervat in Richtlijn 89/391/EEG 2 van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk en daarop gebaseerde bijzondere richtlijnen, met name Richtlijn 98/24/EG 3 van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk. 1 2 3 PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/139/EG van de Commissie (PB L 139 van 29.12.2006, blz. 94). PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1). PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11. 5665/1/07 REV 1 CS/mg 4 DG C I

(11) Overeenkomstig punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven" 1 worden de lidstaten ertoe aangespoord voor zichzelf en in het belang van de Gemeenschap hun eigen tabellen op te stellen, die voor zover mogelijk het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen, en deze openbaar te maken, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn. Artikel 2 1. De lidstaten dienen uiterlijk * de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis. Zij passen die bepalingen toe vanaf **. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 1 * ** PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1. Een jaar na de datumvan inwerkingtreding van deze richtlijn. Achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. 5665/1/07 REV 1 CS/mg 5 DG C I

2. De lidstaten delen aan de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Artikel 4 Voor het Europees Parlement De voorzitter Voor de Raad De voorzitter 5665/1/07 REV 1 CS/mg 6 DG C I

BIJLAGE Het volgende punt wordt ingevoegd in bijlage I bij Richtlijn 76/769/EEG: "19 bis Kwik CAS-nr. 7439-97-6 1) Mag niet op de markt worden gebracht: a) in koortsthermometers; b) in andere meettoestellen bedoeld voor verkoop aan het grote publiek (bv. manometers, barometers, sfygmomanometers, andere thermometers dan koortsthermometers). 2) De beperking van punt 1, onder b), is niet van toepassing op: a) meettoestellen die op * meer dan 50 jaar oud zijn; of b) barometers (met uitzondering van de barometers bedoeld onder a)) tot **. (3) Uiterlijk ** evalueert de Commissie de beschikbaarheid van betrouwbare, veiligere en technisch en economisch haalbare alternatieven voor kwikhoudende sfygmomanometers en andere meettoestellen in de gezondheidszorg en voor ander professioneel en industrieel gebruik. Op basis van die evaluatie of zodra nieuwe informatie over betrouwbare veiligere alternatieven voor sfygmomanometers en andere kwikhoudende meettoestellen beschikbaar is, stelt de Commissie zo nodig een wetgevingsvoorstel op om de beperkingen in punt 1 uit te breiden tot sfygmomanometers en andere meettoestellen in de gezondheidszorg en voor andere professioneel of industrieel gebruik, zodat kwik in meettoestellen geleidelijk geëlimineerd wordt overal waar dit technisch en economisch uitvoerbaar is.". * ** Datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. 5665/1/07 REV 1 CS/mg 1 BIJLAGE DG C I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 april 2007 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2006/0018 (COD) 5665/1/07 REV 1 ADD 1 ENT 10 ENV 48 CODEC 71 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk Standpunt door de Raad vastgesteld op 19 april 2007 met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen MOTIVERING VAN DE RAAD 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 1 DG C I A

I. IEIDING 1. De Commissie heeft haar voorstel op 21 februari 2006 ingediend 1. 2. De Groep technische harmonisatie (gevaarlijke stoffen) heeft het Commissievoorstel en een aantal ontwerp-amendementen van het Europees Parlement daarop tijdens verschillende vergaderingen in 2006 besproken. Na informele bijeenkomsten tussen het Europees Parlement, het voorzitterschap en de Commissie is een ontwerp-compromispakket opgesteld waarvan de inhoud voor de Commissie en het Europees Parlement aanvaardbaar was. 3. Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft het ontwerp-compromispakket (doc. 14419/06) op 31 oktober 2006 goedgekeurd. 4. Het Europees Parlement heeft op 14 november 2006 zijn advies in eerste lezing aangenomen 2. Dit advies omvat niet alleen het compromispakket, maar ook een amendement inzake een afwijking van onbepaalde duur voor fabrikanten van barometers in combinatie met door de lidstaten in te stellen vergunningsregelingen, en een aantal aanvullende amendementen. In de tekst van de wetgevingsresolutie zijn niet de afzonderlijke amendementen weergegeven, maar de tekst van het Commissievoorstel waarin de amendementen zijn verwerkt. 1 2 Doc. 6693/06 ENT 39 ENV 118 CODEC 179. Doc. 15181/06. 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 2 DG C I A

5. Op 13 december 2006 heeft het Comité van permanente vertegenwoordigers de tekst van het compromispakket van 31 oktober 2006 nogmaals goedgekeurd en is het overeengekomen die tekst na bijwerking door de juristen-vertalers als A-punt aan een volgende Raad voor te leggen met het oog op de vaststelling van een gemeenschappelijk standpunt. 6. De Raad heeft op 19 april 2007 conform artikel 251 van het EG-Verdrag zijn gemeenschappelijk standpunt 3 vastgesteld. II. DOELSTELLINGEN Doel van het richtlijnvoorstel van de Commissie is het op de markt brengen van kwikhoudende meetinstrumenten te beperken via wijziging van Richtlijn 76/69/EEG. Volgens het voorstel mag er geen metallisch kwik op de markt worden gebracht in koortsthermometers (voor consumenten en professionele en andere gebruikers) of in om het even welke andere meetinstrumenten voor verkoop aan het grote publiek (bijv. barometers, sfygmomanometers, andere thermometers dan koortsthermometers). In eerste lezing was een voorlopig akkoord over het voorstel bereikt. De voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers had namens de Raad het voorlopig akkoord tegenover het Europees Parlement bevestigd. Het Europees Parlement heeft vervolgens echter, naast de tussen de drie instellingen overeengekomen amendementen, een aantal aanvullende amendementen toegevoegd (een nieuwe overweging over een uit te voeren evaluatie, een nieuwe redactie van een overweging over het op de markt brengen, een uitbreiding van het verbod op sfygmomanometers (met uitzondering van rekstrookjes) voor gebruik in de gezondheidszorg, toevoeging van een mechanisme voor permanente vrijstelling voor barometers, waarbij tevens een speciaal vergunningenstelsel en een controle op het op de markt brengen worden ingesteld). 3 Doc. 5665/07. 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 3 DG C I A

III. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad weerspiegelt gedeeltelijk het advies van het Europees Parlement in eerste lezing. Het verschil is vooral dat in het gemeenschappelijk standpunt voor barometers een overgangsperiode van twee jaar geldt, waar in het advies sprake is van een vrijstelling voor een onbeperkte tijd. De Raad acht een permanente afwijking voor kwikbarometers niet gerechtvaardigd, onder andere omdat die een aanzienlijke hoeveelheid kwik bevatten en er veiliger alternatieven bestaan. Voorts is de Raad van mening dat een verbod op sfygmomanometers voor gebruik in de gezondheidszorg voorbarig is gezien het ontbreken van gegevens over betrouwbare veiliger kwikvrije alternatieven. In het gemeenschappelijk standpunt staat daarom dat de Commissie in kaart moet brengen of er alternatieven beschikbaar zijn. Analyse van het gemeenschappelijk standpunt in doc. 5665/07 Nieuwe elementen in het gemeenschappelijk standpunt in vergelijking tot het Commissievoorstel: 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 4 DG C I A

Overwegingen: (3) is enigszins geherformuleerd. (4) is een nieuwe overweging over de overbodigheid van een beperking van de invoer van kwikhoudende antiquiteiten en/of cultuurgoederen. (5) is een nieuwe overweging over de overgangsperiode van twee jaar voor barometers. (6) is een nieuwe overwegingover de noodzaak van het in kaart brengen van de beschikbaarheid van betrouwbare veiliger alternatieven voor sfygmomanometers. (11) is een nieuwe overweging waarin de lidstaten ertoe worden aangespoord hun eigen tabellen op te stellen die het verband weergeven tussen deze richtlijn en de omzettingsmaatregelen. Artikel 2. De tweede zin van artikel 2, lid 1, is geschrapt en vervangen door de nieuwe overweging (11). Bijlage In de bijlage worden twee vrijstellingen van het verbod ingesteld: een permanente vrijstelling voor antieke meettoestellen (d.w.z. toestellen van meer dan 50 jaar oud), en een vrijstelling tot twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn voor barometers. 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 5 DG C I A

IV. CONCLUSIE De Raad is van oordeel dat zijn gemeenschappelijk standpunt, dat ten volle gesteund wordt door de Commissie, goed strookt met de doelstellingen van het richtlijnvoorstel. De Raad heeft weliswaar niet alle amendementen van het Europees Parlement kunnen overnemen, maar het gemeenschappelijk standpunt bevat één noodzakelijke extra vrijstelling, voorziet in een overgangsperiode die de barometerproducerende KMO's de gelegenheid geeft om te schakelen, en bevat een evaluatieclausule op grond waarvan de resterende kwikhoudende meettoestellen, met name sfygmomanometers in de gezondheidszorg, geleidelijk worden geëlimineerd zodra veiliger alternatieve oplossingen beschikbaar komen. 5665/1/07 REV 1 ADD 1 hor/bar/lm 6 DG C I A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 april 2007 (18.04) (OR. fr/en) Interinstitutioneel dossier: 2006/0018 (COD) 7897/07 ADD 1 CODEC 287 ENT 37 ENV 174 NOTA I/A-PUNT - ADDENDUM van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het COREPER / de RAAD nr. Comv.: 6693/06 ENT 39 ENV 118 CODEC 179 Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen [eerste lezing] - Aanneming (WB + V) a) van het gemeenschappelijk standpunt b) van de motivering van de Raad - Verklaring VERKLARING VAN DE DEENSE EN DE ZWEEDSE DELEGATIE Denemarken en Zweden betreuren het dat de Raad niet bij machte is geweest tot overeenstemming te komen over aanscherping van het door de Commissie ingediende richtlijnvoorstel betreffende kwikhoudende meettoestellen en zullen daarom tegen het gemeenschappelijk standpunt in document 5665/07 ENT 10 ENV 48 CODEC 71 stemmen. Denemarken en Zweden zijn van mening dat de door hen verschafte documentatie duidelijk aantoont dat er technisch en economisch gezien haalbare en minder gevaarlijke alternatieven bestaan voor kwik in bepaalde meettoestellen. Derhalve zijn Denemarken en Zweden van oordeel dat dit gemeenschappelijk standpunt niet spoort met de kwikstrategie (COM (2005) 20 def.) die eerder door de Commissie is gepresenteerd en die werd gesteund door de Raad en het Europees Parlement. 7897/07 ADD 1 jel/il/rl 1 JUR

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.4.2007 COM(2007) 205 definitief 2006/0018 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen

2006/0018 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/769/EEG wat betreft de beperking van het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen 1. PROCEDUREVERLOOP (Voor de EER relevante tekst) Toezending van het voorstel aan het EP en de Raad (document COM(2006) 0069 definitief 2006/0018 (COD): 21 februari 2006 Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 13.9.2006 Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 14 november 2006 Politiek akkoord (Raad Concurrentievermogen): 13 december 2006 Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: 19.4.2007 2. DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE De richtlijn beoogt het op de markt brengen van bepaalde kwikhoudende meettoestellen te beperken om tegelijkertijd de interne markt in stand te houden en een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu te bieden. Dit voorstel is het eerste van een reeks geplande wettelijke maatregelen ter uitvoering van de in januari 2005 goedgekeurde strategie van de Gemeenschap voor kwik. Doel is het op de markt brengen van koortsthermometers met kwik (voor het grote publiek en voor professionele gebruikers) en van alle andere kwikhoudende toestellen voor het grote publiek te verbieden. Andere voor de gezondheidszorg bestemde meettoestellen dan koortsthermometers zijn van het verbod uitgezonderd met het oog op de veiligheid van de patiënten, aangezien het nog niet zeker is dat daarvoor betrouwbare, even goed werkende alternatieven bestaan. De overige professionele en wetenschappelijke toepassingen zijn uiterst beperkt en met het oog op de evenredigheid niet in het verbod opgenomen. 2

3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 3.1 Algemene opmerkingen over het gemeenschappelijk standpunt De Commissie stemt in met het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. Het gemeenschappelijk standpunt komt overeen met het compromis dat is bereikt tijdens informeel overleg tussen de Raad, de rapporteur van het Europees Parlement en de Commissie, dat echter in het Europees Parlement geen meerderheid kreeg. Het gemeenschappelijk standpunt werd gesteund door alle lidstaten met uitzondering van Denemarken en Zweden, die tegen het voorstel waren omdat de verkoop van sfygmomanometers (bloeddrukmeters) voor gebruik in de gezondheidszorg er niet door wordt verboden. 3.2 In het gewijzigde voorstel en het gemeenschappelijk standpunt overgenomen amendementen van het Europees Parlement Het gemeenschappelijk standpunt bevat alle amendementen van het Parlement die de Commissie kon aanvaarden. Dit zijn: i) de amendementen 12, 16 en 17, die de Commissie volledig kon aanvaarden aangezien zij de overwegingen duidelijker maken, ii) de amendementen 18 (slot) en 15, die de Commissie verzoeken de beschikbaarheid van alternatieven voor kwiksfygmomanometers en andere meettoestellen voor industrieel en professioneel gebruik na te gaan teneinde het verbod uit te breiden en iii) de amendementen 13 en 19 (eerste deel) waardoor de handel in antieke meettoestellen die kwik bevatten toegestaan blijft, aangezien deze handel van beperkte omvang is en geen risico voor de menselijke gezondheid of het milieu inhoudt. 3.3 Amendementen van het Europees Parlement die niet in het gewijzigde voorstel zijn opgenomen en niet in het gemeenschappelijk standpunt zijn verwerkt Een aantal amendementen zijn niet door de Commissie aanvaard en niet in het gemeenschappelijk standpunt verwerkt. Dit zijn: i) amendement 6, aangezien er geen wetenschappelijke basis is om het verbod uit te breiden tot andere kwikhoudende instrumenten dan in het voorstel worden beschreven, ii) amendement 8, aangezien de Commissie een verbod op sfygmomanometers in de gezondheidszorg niet kan aanvaarden omdat die volgens de meeste medische deskundigen essentieel zijn voor ijkdoeleinden en voor de diagnose en behandeling van specifieke aandoeningen, iii) amendement 9, aangezien dat de oorspronkelijke tekst inhoudelijk niet zou wijzigen maar minder duidelijk is en iv) amendement 19 (slot) omdat de Commissie niet achter een permanente afwijking voor barometers voor het grote publiek kan staan; daarvoor zijn immers op ruime schaal en tegen vergelijkbare kosten alternatieven zonder kwik verkrijgbaar. 3.4 Standpunt van de Commissie ten aanzien van de nieuwe door de Raad toegevoegde bepalingen Het gemeenschappelijk standpunt bevat enkele wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel en de Commissie kan zich hiermee verenigen. Afgezien van enkele verduidelijkingen in de overwegingen gaat het met name om de volgende aanvullingen: i) een permanente afwijking voor antieke meettoestellen, ii) een tijdelijke afwijking van twee jaar voor de verkoop van barometers aan het grote publiek en iii) een evaluatie door de Commissie, binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn, van de beschikbaarheid van veiliger alternatieven voor sfygmomanometers en andere meettoestellen. 3

3.5 Belangrijkste problemen bij de vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt Zweden en Denemarken stemden tegen het gemeenschappelijk standpunt omdat zij van mening zijn dat er goede alternatieven voor kwiksfygmomanometers in de gezondheidszorg zijn, zodat die verboden moeten worden. 4. CONCLUSIES De Commissie steunt het gemeenschappelijk standpunt. 5. VERKLARINGEN VAN DE COMMISSIE Geen. 4