St. Sebastiaan was opgericht naast de oude voetboog schutterij van St. Joris, konden wij niet nasporen. Sinds het laatst der 16e eeuw veranderde de

Vergelijkbare documenten
Nummer Toegang: 41 Inventaris van het archief van de dienstdoende schutterij,

De uniformen van de Zwitserse Regimenten in Koninklijk Nederlandse dienst ( )

Onderscheidingstekenen voor de officieren en onderofficieren in het Staatse leger tot 1795

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAEDIE VAN WEST-INDIEi).

Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

De rangonderscheidingstekens van de krijgsmacht

DE GARDE-INFANTERIE TIJDENS HET KONINKRIJK HOLLAND

(Op de mouw, of op de schouderbedekking) Geen rangonderscheidingsteken. Matroos der 3e klasse. bij de vloot. kleur: rood

K l e i n. m a a r. D a p p e r

- 1 - B E P A L I N G E N O M T R E N T H E T B R O E D E R S C H A P D E S A N T O N I U S - G I L D E S T. A N T H O N I S. Overgenomen.

De uniformen van het leger van de Bataafsche Republiek

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

DE UNIFORMEN VAN HET LEGER VAN DE BETAAFSCHE REPUBLIEK

Archief van Ir. W.A.E. van Geuns

De Leidsche Schutterstukken.

Schuttersgilden

De officiersdistinctieven in het Nederlandse leger na 1815

KEUR EN ORDONNANTIE OP DE DRAAYPLANK IN DE VRIJE EN LAGE BOECKHORST.

Weekend bij de Gaaischieters in Zeeland 8 tot 10 juli 2016

STADSARCHIEF S-HERTOGENBOSCH

Een tentoonstelling van Oudheden te Voorschoten.

Inventaris van het archief van C. Baron van Breugel [levensjaren ], ; mr. R. Baron van Breugel [levensjaren ],

Wim Senden. 7 jaar jurylid

Rederlandschlndisde laatschappij

DE WAPENSTEEN VAN DE GOUDEN LEEUW DOOR J. SPRUIT

DE JEUGD VAN JURIAEN FRANCOIS FRIDERICI, GOUVERNEUR-GENERAAL VAN SURINAME.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

Koninklijke Landmacht Mandataris. Samenstelling ceremonieel tenue: Eenheid : Het gaat hier om het ceremoniële tenue van het Korps Veldartillerie

Het Schuttersgilde. van Pannerden. Claudius Civilis

INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE SCHUTTERIJ

Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

OVER WAPENBORDEN EN WAPENS OP HET VROEGERE ORGEL IN DE CUNERAKERK

Huishoudelijk Reglement, herziene uitgave april INDEX 1

VERDEEL1NG der GEMEENTE NOMMERING EN DE VAN HET BEVOLKINGREGISTER. D ruk van B lom & Oiïvxehsb, te Culeraborg,

HOOFDSTUK 11 TENUEN VOOR DE ADJUDANTEN EN ORDONNANSOFFICIEREN VAN H.M. DE KONINGIN.

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

23 februari Hervorming van de Civiele Bescherming De vrijwillige personeelsleden

Het Leven in het Bivak

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling kledingaanspraken adjudanten van Z.M. de Koning

Artikel 2 Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld door de Algemene ledenvergadering.

Voor u ligt de tweede uitgave van een weddenbrochure voor het personeel van de Brandweerzones.

Nummer Toegang: 176 Plaatsingslijst van de collectie van der lely, 18de-19de eeuw

Geschiedenis van het Regiment van Phaff en het Bataillon Infanterie van. Linie nr. 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

STATUTEN VOOB, EEN VRIJWILLIGE BRANDWEER.

Drie eeuwen Artillerieuniformen!

Fotomemorie 1. 1 Bron: L. Vidts (eindwerk omgevingsboek Mere, 2008)

Bijlage B : DE TENUES Nr 2

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

Officiersdistinctieven in het Nederlandse leger na 1814.

T EVERGEMS KLASKEN VAN 14

De rangonderscheidingstekens van de krijgsmacht

HET HUIS VAN AERT VAN NES.

Inventaris van het archief van mr. Jacob van Ghesel

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

Inhalt. Woord vooraf 4. De collecties Pierre Lierneux 8 Het Belgische leger in Pierre Lierneux 14

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

De uniformen van het Leger van de Bataafsche Republiek

huwelijk van een Leidschen Burgemeester.

Het drama van twee geliefden, die niet met elkaar mochten trouwen, terwijl zij 7 maanden zwanger was

Het Mandschoerjjsche en het Japansche leger.

Nummer Toegang: 471 Plaatsingslijst van het archief van de collectie hoekwater,

SCHUTTERSBOND ST. GERARDUS. BONDSFEEST Te: DD: VERENIGING:

Een boekje om te gebruiken

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Seniorenadviesraad Galmaarden

TRADITIE GEWOONTE NESTELS BINNEN DE KRIJGSMACHT, DE KRIJGSMACHT(DEEL)ADJUDANTSNESTEL JAN VERSCHOOR

R.K. ZUID - LIMBURGSE - SCHUTTERSBOND.

Deze Portugese gouden munt was vanaf 1785 een belangrijke handelsmunt op Curaçao. Bij introductie was de munt 90 realen waard.

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging.

DE ARTILLERIE VAN DE GARDE TIJDENS HET KONINKRIJK HOLLAND

Koninklijke Landmacht. Tenuen voor militairen. Voorschrift e druk Vastgesteld door BLS bij brief nr. KAB/2003/20.978/dd 27 augustus 2003

In den naam Gods amen.

AET De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen*

De ontwikkeling van de Infanterie-uniformen in het Staatse Leger gedurende de 18e eeuw

Werkblad Introductie. 1. WAT GEBEURT HIER? Hieronder staan beelden uit de film. Maak er zelf korte bijschriften bij.

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur?

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE

Wat betreft het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd de gewijzigde regeling inzake politiek verlof reeds principieel goedgekeurd op 27 oktober

SPORTRAAD STATUTEN SPORTRAAD LEUVEN. De statuten van de Sportraad van Leuven worden vastgesteld.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

GEMEENTEBESTUUR De Haan, 14 mei DE HAAN

Muschart, Grafzerken en Grafmonumenten in de Groote of St. Stevenskerk te Nymegen (Bijdragen en Mededeelingen Gelre 39, 1936)

Werden benoemd als: a) Voorzitter van de raad van bestuur: b) Secretaris van de raad van bestuur: c) Penningsmeester: d) Afgevaardigde bestuurder:

Lesschema 2 graad t.g.v. 500 jaar Koninklijke Sint Sebastiaansgilde Essen

Huishoudelijk Reglement Atletiekvereniging Hylas

Cor Hendriks: Inburgering in vroeger tijden (2)

Gemeente n Eergen op Zoom

Besluit aangaande uitgifte in erfpacht van gronden toebehorende aan de gemeente

REGLEMENT. BuurÍsch.p, 5de buurí, Flaule. ili i. Zij d.oen in de. maand December verantwoording. ... Art. 3.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december Artikel 1.

Over het leven van een wereldberoemde schilder

Wijzigingen: AB 1987 no. 28; AB 1995 no. 61; AB 1998 no. 50 ==================================================================== HOOFDSTUK 1

Functie en bevoegdheden Sociale raad

Archief van de. Vereniging. Van der Lek de Clerq kleuterschool. te Stavenisse

Transcriptie:

162 St. Sebastiaan was opgericht naast de oude voetboog schutterij van St. Joris, konden wij niet nasporen. Sinds het laatst der 16e eeuw veranderde de positie der schutterijen. Art. 8 der Unie van Utrecht had de algemeene gehoudenheid tot den krijgsdienst van alle burgers uitgesproken, terwijl een resolutie der Staten van 1581 aan de schutterijen en gilden hun politieken invloed ont nam. Zoo kwam het dat de uitgelezen schaar, die vroeger een afzonderlijk lichaam uitmaakte, langzamerhand opging in de gewapende burgerij, die als burgerwacht de functiën der schutterij overnam. Reeds de aangehaalde keur van 1483 schreef voor, dat er behalve de eigenlijke schutters uit elk vierendeel 10 burgers de nachtwacht zouden moeten betrekken. Toen het beginsel, dat alle burgers op hun beurt verplicht waren voor de inwendige veiligheid te zorgen, de overhand verkreeg, en er dientengevolge burgervendels ontstonden, was het met de oude schuttersgilden gedaan, en ging ook de naam van de schutterij op deze nieuwe burgerwacht over, zoodat men eenigszins een schutterij in modernen zin verkreeg. In de vroedschapsresolutiën van 20 Juli 1575 vinden wij aangeteekend, dat er eerstdaags wapenschouwing zou gedaan worden in de huizen der burgers, of hun geweer en wapens in goeden staat waren. Den 3C11 Januari 1578 werd een ordonnantie op de wacht gegeven, die echter verloren schijnt te zijn gegaan. In 1620 bestond de schutterij uit 6 vendels, elk van 140 man; den i/cn Maart van dat jaar nam de vroedschap, tot verlichting van dienst dier schutterij, 60 waardgelders in dienst. Acht jaar later werden deze 6 vendels weer op 12 gebracht. De eerste ons bekende uitvoerige ordonnantie is van 1652, doch ook van vóór dien tijd zijn verschillende voorschriften overgebleven. Zoo beschikten burgemeesteren in 1634 op het verzoek van de kapiteins der schutterij,

163 dat er ter hunner beschikking voor de exercitie der burgers zouden gesteld worden 24 musketten en bandeliers, mits deze alle weken goed zouden worden schoongemaakt. De ordonnantie van 1652 schrijft o. a. voor, dat de schutters eiken nacht met de helft eener compagnie zou den waken,'s winters van half 8 af, 's zomers van half 9 af; dan werd eerst appèl gehouden en het wachtwoord gegeven. De kapitein bleef met 2 rotten op 't stadhuis, en in de Delftsche-, de Oost- en de Hoofdpoort en in de Boompjes elk één rot. Wie bij 't appèl niet antwoordde, betaalde 15 stuivers. Elke 1V2 uur ging er van het stadhuis een ronde op uit, die binnen 2 uur terug moest zijn, op 20 stuivers boete per man. Wie dronken op wacht kwam, of zich daar eenig bier of wijn liet halen, beliep 12 st. boete; dezelfde boete stond op het vloeken en zweren op wacht. Wanneer door burgemeesters, kolonels en kapiteins besloten was om een wapenoefening te houden, dan werd de wegblijver gestraft met ƒ6 boete, welke in 't algemeen de vaste boete voor insubordinatie was, doch daarenboven met correctie naer gelegentheydt der saecke." Elke twee maanden werd er op den eersten weekdag van de maand in den Doele schuttersraad of krijgsraad gehouden. Nog bevat dit reglement een bepaling over vrijdom van wachtdienst; vrij waren allen boven de 60 jaar oud, schepenen en oud-schepenen, schepenen van Schieland, vredemakers, kapiteins en luitenants voor den tijd dat zij gediend hadden. Niemand kon voor zijn 20c jaar schutter worden. De ordonnantie van 1760 verdeelde de burgers in 12 compagnieën, naar de wijken waar zij woonden, en 2 regimenten, ieder onder een kolonel. Elke compagnie was verdeeld in tweeën, elke halve compagnie bestond uit acht divisiën. Niemand werd aangenomen beneden 20 of boven 60 jaar. Evenals vroeger was de voornaamste

plicht der burgerwacht het waken des nachts; dat geschiedde aan 't stadhuis, Hoofd-, Schiedamsche en Oostersche nieuwe Hoofdpoort, elke wacht met eene halve compagnie, 's Zomers te half 10 en 's winters te 9 uur moesten de schutters, die aan de beurt waren, voor het huis van den vaandeldrager bijeenkomen, waar appèl werd gehouden, waarna men naar 't stadhuis marcheerde. Van de hoofdwacht (het stadhuis) gingen 's nachts 3 ronden af, om half 11, 12 en 2 uur, 's winters om 3 uur. De boeten waren sinds vroeger beduidend verhoogd. Dronkenschap op de wacht bijv. werd gestraft met/'3 boete, vloeken met 24 stuivers. De artt. 112 en volgende bevatten bepalingen over feestelijkheden bij het benoemen van nieuwe officieren. Aan de nieuwe kapiteins werd vergund om in Stadsdoelen aan de officieren en adelborsten een bienvenue" aan te bieden; luitenants en vaandrigs mochten een matige collation" geven. Bovendien mochten de nieuwe officieren bij hun eerste wacht aan de schutters eenig geld voor wijn of bier geven, doch meer dan de bepaalde som gevende verbeurden zij ƒ100. Bij brand moest de ' compagnie der wijk, waar de brand was, zich dadelijk naar haar loopplaats begeven; zij behoefde bij den brand slechts 4 uren dienst te doen, en werd dan afgelost. Wegblijven kwam te staan op ƒ3. Werd in tijden van confusie of alarm" de groote klok en die van 't stadhuis te gelijk geluid, dan moesten alle compagnieën opkomen, op boete van ƒ 25 en correctie voor eiken nalatige. Zoo dikwijls de regeering het goedvond, werd er wapenschouwing gehouden in den Doelen, in tegenwoordigheid van een burgemeester en een schepen. De exercitie der recruten had plaats Woensdags en Zaterdags van 4 5 uur, te beginnen met den tweeden Woensdag in Mei tot den laatsten Zaterdag in Augustus; wie wegbleef, verbeurde 5 stuivers.

Het reglement van 1786 bracht verschillende veranderingen. Schutterplichtig waren alle burgers en ingezetenen tusschen 18 en 55 jaar, uitgezonderd de Joden. Doopsgezinden hadden de keus om of dienst te doen óf eene jaarlijksche som te betalen, niet boven de ƒ30 en niet beneden de ƒ12. De schutterij bestond uit één regiment, verdeeld in 4 bataljons, elk van 6 compagnieën van circa 100 man, die niet meer zooals vroeger uit dezelfde wijk, doch in zooveel mogelijk gelijk getal uit alle wijken der stad werden genomen. Kolonels en kapiteins werden door de wethouderschap benoemd uit een tweetal, door den krijgsraad opgemaakt, kapiteins uit een tweetal, door den krijgsraad gekozen uit een viertal, opgemaakt door een deel der compagnie, bij loting daartoe aangewezen. Ook gaf dit reglement voorschriften over de kleeding. De monteering zou zijn: donkerblauwe rokken met liggende kragen en opslagen van dezelfde kleur, witte vesten en broeken, zilveren lussen en knoopen aan de hoeden, zwarte kokardes, 's zomers witte en 's winters zwarte slopkousen. De officieren hadden zilveren nestels, gladde zilveren ringkragen, zilveren en groene dragons, om het lijl een sjerp van groene en witte zijde met twee kwasten. De sergeants droegen zilveren epauletten op den rechterschouder, de korporaals groene en witte kemelsharen epauletten op beide schouders, de schutters deze laatste ook, doch alleen op den linkerschouder. Elk schutter was uitgerust met een snaphaan met bajonet, korte sabel, patroontasch met witten bandelier en portepee met glad slot. Elke compagnie moest van half Maart tot half October tweemaal 's maands op de Beurs exerceeren. Elk jaar, op den eersten Woensdag in Augustus, werd er eene algemeene waper.schouwing gehouden in de Boompjes of waar de regeering het beval. In de bestaande bepalingen over wacht, brand, alarm enz. kwam weinig verand ring.

i66 Na de revolutie van 1795 kwam er eene groote verandering. De Nationale Vergadering besloot tot het oprichten eener algemeene gewapende burgerwacht, en de Rotterdamsche ordonnantie van 24 Juni 1796 was doortrokken van de nieuwe beginselen. Naar het model der Fransche volkslegers zou de schutterij bestaan uit eene halve brigade, zijnde 8 bataljons, ieder bestaande uit een grenadier-compagnie, 8 compagnieën fuseliers en een corps artilleristen. De kolonel, chef der halve brigade, werd benoemd door den Raad der stad uit een nominatie van 3 personen, opgemaakt door kiezers, uit de compagnie gekozen. Kapiteins en luitenants werden aangesteld door hun eigen compagnie uit een dubbeltal, eveneens opgemaakt door kiezers uit het bataljon, uit elke compagnie twee. Onderofficieren werden bij directe keuze door de leden der compagnie benoemd. De regeling der schutterij was nu over het geheele grondgebied der Bataafsche republiek eenvormig geworden, zoodat wij niet meer van speciaal Rotterdamsche toestanden kunnen spreken. Daarom nog slechts een enkel woord over de algemeene wetgeving. In 1806 werd een nieuw reglement op de gewapende burgerwacht afgekondigd. Dienstplichtig was men boven de 18 en onder de 51 jaar, doch men kon zich uitkoopen voor een jaarlijksche contributie van minstens ƒ 6 en hoogstens ƒ40, altijd als er een voldoend getal tot den dienst geschikte personen overbleef. Zevenjarige achtereenvolgende dienst gaf recht op ontslag. De hoofdofficieren werden aangesteld door koning Lodewijk uit een door den Raad opgemaakt dubbeltal, adjudanten en luitenants door den Raad. Te Rotterdam bestond de burgerwacht uit 2 bataljons, elk van 6 compagnieën van + 100 man, behalve officieren en onderofficieren.

167 Verschillende wetten volgden sinds dien tijd elkaar op: die van 2 Mei 1809, het decreet van 22 October 1811 (tijdens de inlijving bij Frankrijk), dat van 5 April 1813 op de nationale garde, het besluit van den Souvereinen Vorst van 20 December 1813, de wet van 27 Februari 1815, die voor het eerst de verdeeling in dienstdoende en rustende schutterijen invoerde. Daarna kwam het wetsontwerp van 1819, dat door de Kamers werd verworpen, totdat de wet van 11 April 1827, die nog steeds geldende is, werd aangenomen. EEN OUD GRAFSCHRIFT. In een der genealogische handschriften van Schaep (familie-archief-bicker) leest men: Jan C(r)ooswijck Ole- Digna van der Duyn, viersz., hy sturf 4 martij ende a. 1494 Jacobs Heere van der Sprangs dochter, sy stierf 23 Jul.a. 1528, hebbende 34 Jaren wede geweest. Deze leggen beyde begraven tot Rotterdam, buy ten de Kerck in haer Tombe, op de welcke gelegen heeft hieronder staende sarek, boven de welcke gestaen heeft dit Lieve vrouken gelyk de tyndre of teyekenen van overblyfsel noch an de buytenmuer te kennen geven. Deze sarek hebb Ie in tyd dat lek tot Dordt woonde 1624 noch gezien als uitwijst de attestatie op fol. 146 staende, doch is sedert 't gemelde Kerckhof tot een Groenmarkt geapproprieert ende alle sarcken weggedaen: A/ir/// /V 7/wAw /w//<?/-//0////«/ ƒ». 150".