De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007



Vergelijkbare documenten
2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Gehuwd of ongehuwd samenwonen met een partner en/of kinderen. Trends, vooruitzichten en beleidsimplicaties in het Vlaamse Gewest

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970

2012/4 D/2012/3241/075

Een analyse op basis van Rijksregistergegevens

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Nog steeds liever samen

2013/3 D/2013/3241/056

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Sluiting en ontbinding van een eerste, tweede en derde huwelijk in het Vlaamse Gewest ( ) Een analyse op basis van Rijksregistergegevens

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Ruimtelijke spreiding van het ongehuwd samenwonen in Europa, België en het Vlaamse Gewest

Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 1990 en 2008

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Huishoudensprognose : ontwikkelingen naar type en grootte

Transgender personen in België. die een wijziging van de officiële geslachtsvermelding aanvragen 2016

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Model I GEBOORTE VAN EEN LEVEND KIND STROOK C. (Strook in te vullen en onder gesloten omslag te plaatsen door de geneesheer of de vroedvrouw)

2011/15 Zijn jongeren in Vlaanderen van plan om te huwen (en te scheiden)?

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Ouders en hun partnerrelaties

Marriages and births in the Netherlands/nl

BIJ PERSONEN VAN TURKSE EN MAROKKAANSE HERKOMST.

Gegevens uit het Rijksregister (1 januari 1993 t.e.m. 30 juni 2012)

Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het

Samenwoonrelaties stabieler

In wat voor gezin worden kinderen geboren?

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Transgender personen in België die een wijziging van de officiële geslachtsvermelding aanvragen 2015

Relatie en gezin aan het begin van de 21ste eeuw

Het gezin van morgen. Rood of blauw?

Mannen en vrouwen in Nederland

Transgender personen in België. die een wijziging van de officiële geslachtsvermelding aanvragen 2018

Relatievorming van twintigers

Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

Gegevens uit het Rijksregister (1 januari 1993 t.e.m. 30 juni 2013)

Artikelen. Scheiden en weer samenwonen. Elma Wobma en Arie de Graaf. Gegevens

Sterkste groei bij werknemers

Partnerrelaties in gezinnen

Levensfasen van kinderen en het arbeidspatroon van ouders

8. Werken en werkloos zijn

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische en spatiale evoluties in Belgïe

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Inleiding. Bespreking pagina 1

Transgender personen in België die officieel van geslacht veranderden 2014

Uit huis gaan van jongeren

LOKAAL JEUGDRAPPORT - Houten

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

De tabellen geven de private huishoudens van het Vlaams Gewest.

hoofdstuk 4 Populariteit van de samenlevingsvormen

Statistisch Product. Geboorten en vruchtbaarheid

De start van de gezinsvorming bij de Turkse en Marokkaanse tweede generatie in het Vlaamse Gewest

Artikelen. Vaders gemiddeld 3 jaar ouder dan moeders. Elma Wobma en Mila van Huis

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

DE GENKSE BEVOLKING OP

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

Jongeren en diversiteit in gezinsvormen. Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen

Statistisch Product. Foeto-infantiele sterfte

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen

Huishoudens,

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting

koppel geboorte Familie bemiddeling huwelijk uit elkaar gaan scheiding wettelijk samenwonen opvang voor kinderen zwangerschap

Trouwen en scheiden in tijden van voor- en tegenspoed

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Een terugblik op vijf decennia

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

Arbeidsparticipatie van vrouwen rond de echtscheiding

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

De recente evolutie van de vruchtbaarheid in het Vlaamse Gewest:

Handleiding Samenloop

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Facts and Figures: Activiteiten in gezinsverband

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Leefstijl en preventie

Opleidings- en begeleidingscheques

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Model III D OVERLIJDEN VAN EEN KIND JONGER DAN EEN JAAR OF VAN EEN DOODGEBOORTE STROOK C. A. Inlichtingen met betrekking tot de geboorte

Telefoongesprekken Sensoor Oost Nederland over eenzaamheid en psychiatrie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Liefde en geld: de invloed van huwelijk en economisch welzijn

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Hoofdstuk 1 DE KINDERBEVOLKING

De stad maakt het verschil

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Kinderen van gescheiden ouders gaan jonger samenwonen

TOELICHTING BIJ DE KUBUS "AANTAL MIGRATIES NAAR PLAATS VAN HERKOMST EN PLAATS VAN BESTEMMING PER LEEFTIJD, GESLACHT EN NATIONALITEIT"

67,3% van de jarigen aan het werk

Trends op de Belgische arbeidsmarkt ( )

Voorhuwelijks samenwonen en echtscheiding in Vlaanderen

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Transcriptie:

2010/19 De leefvorm van bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 Martine Corijn D/2010/3241/451 Samenvatting In het Vlaamse Gewest nam tussen 1999 en 2007 het aandeel geboorten bij niet-gehuwde sterk toe. Niet-gehuwde bij de geboorte wonen doorgaans met een partner samen. Het aandeel geboorten bij alleenstaande schommelt rond de 1. Inleiding Cijfers van Eurostat wijzen op een verviervoudiging van het aantal buitenechtelijke kinderen in België sinds 1990 (Eurostat). In deze bijdrage preciseren we wat die buitenechtelijke context precies betekent voor kinderen die in het Vlaamse Gewest zijn geboren. De officiële statistieken van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI) van de FOD Economie geven het aantal kinderen geboren binnen en buiten een huwelijk. Meer recent onderscheiden ze ook het aantal kinderen geboren binnen en buiten een verbintenis; hiermee wordt aangegeven of de ouders van de pasgeborenen al dan niet samenwonen. In het Vlaamse Gewest werden in 2007 42% kinderen buiten een huwelijk geboren, doch slechts 11% buiten een verbintenis. Dit verschil geeft aan dat buiten een huwelijk geboren vaak betekent dat kinderen worden geboren binnen een nietgehuwd samenwonend paar. Geboorten buiten de context van een huwelijk kwamen in het Vlaamse Gewest lange tijd weinig voor (tabel 1). Ongehuwd samenwonen was immers uitzonderlijk, evenals ongehuwde alleenstaande (Corijn, 2004). In 1970, maar ook nog in 1980, vond 2,5% van alle geboorten plaats buiten de context van een huwelijk. In de jaren 80 kwam hier langzaam verandering in. In 1990 was dit aandeel verdrievoudigd tot 7%. Tien jaar later - in 2000 - was dit aandeel nog eens verdrievoudigd tot 22% van alle geboorten. Maar tevens vonden toen slechts 9,1% van alle geboorten buiten een verbintenis plaats. Met andere woorden, 78% van de geboorten vond plaats binnen een huwelijk, 11% binnen een niet-gehuwd samenwonend paar en 9% bij die niet met een partner samenwoonden. In 2007, amper 7 jaar later dus, was het aandeel geboorten buiten de context van een huwelijk bijna verdubbeld tot 42%. Dit bracht de verhoudingen op 58% bij gehuwden, 31% bij niet-gehuwd samenwonende paren en 11% in een andere context (ADSEI). 1

Tabel 1 Aandeel geboorten buiten de context van een huwelijk en van een verbintenis, Vlaams Gewest, 1970-2007 (in %) 1970 1980 1990 2000 2007 Buiten een huwelijk (2,5) 2,5 7,0 22,3 41,8 Buiten een verbintenis Nb nb nb 9,1 10,8 Aantal geboorten 72.206 69.330 62.571 67.231 ( ) Geen cijfer voor het Vlaamse Gewest beschikbaar, enkel voor België; nb: niet beschikbaar Bron: ADSEI, Thematische Directie Samenleving Het is de moeite waard om deze recente snelle ontwikkelingen van naderbij te analyseren. We gebruiken hiervoor de gegevens van de geboorteregistratie van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Deze registratie betreft de geboorten bij vrouwen die in het Vlaamse Gewest wonen en die zich op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest hebben voorgedaan. Bij deze geboorteregistraties wordt door het gemeentebestuur met de hulp van de aangever (van de geboorte) de burgerlijke staat van de moeder genoteerd, alsook haar gezinstoestand. Bij dit laatste is er enkel de keuze tussen alleenwonend en samenwonend 1. Ook de opleiding van de vader en moeder in termen van de hoogst voltooide opleiding of diploma wordt genoteerd. Het aantal vorige geboorten (van levend- en van doodgeboren kinderen) wordt op een ander formulier door de geneesheer of de vroedvrouw genoteerd. Deze gegevens laten toe de leefvorm van de te schetsen, rekening houdend met de geboorterang van de kinderen. 1. Evolutie tussen 1999 en 2007 In figuur 1 geven we de verdeling van de rang van de geboorten naargelang de moeder gehuwd én samenwonend is of niet op het ogenblik van de geboorte van het kind. We doen dit voor 1999 en voor 2007 2. In 1999 waren er van alle geboorten bij de gehuwd samenwonende 43% eerstgeborenen en 31% van rang 2. Bij de geboorten buiten zo een context ging het om respectievelijk 57% en 21%. In 2007 was deze verhouding iets gewijzigd tot respectievelijk 37% en 34% binnen de context van gehuwd samenwonen; tegenover 53% en 25% buiten een dergelijke context. Deze wijzigingen geven aan dat recent iets meer tweede kinderen ook buiten de context van gehuwd samenwonen worden geboren. 1 Er wordt niet nader gepreciseerd met wie men samenwoont. Het kan ons inziens in principe ook gaan om iemand anders dan de partner. 2 De selectie van de jaren houdt verband met de beschikbaarheid van de vroegste en meest recente gegevens in het datawarehouse van de Studiedienst van de Vlaamse Regering. 2

Figuur 1 Rang van de geboorte, bij de gehuwd samenwonende * en de nietgehuwd samenwonende, Vlaams Gewest, 1999 en 2007 10 9 7 5 4 3 2 1 gehuwd samenwonende niet-gehuwd samenwonende gehuwd samenwonende 1999 2007 niet-gehuwd samenwonende rang 1 rang 2 rang 3 rang 4 en doodgeboren onbekend * Exclusief de geboorten bij gehuwde die alleen wonen of waarvan de leefvorm niet gekend is Er trad een opmerkelijke verandering op in de geboorterang van de kinderen geboren buiten de context van gehuwd samenwonen. In figuur 2 schetsen we per geboorterang de verdeling van de geboorten binnen en buiten gehuwd samenwonen. Van alle eerstgeborenen waren er in 1999 29% buiten de context van gehuwd samenwonen geboren. In 2007 zijn dit er 54% geworden. Ook bij de geboorten van tweede rang zien we op relatief korte tijd een sterke stijging van dit soort geboorten van 18% naar 39%. Voor e geboorterangen is de stijging iets minder groot. Figuur 2 Geboorten bij gehuwd samenwonende * en niet-gehuwd samenwonende, per geboorterang, 1999 en 2007 10 4 2 rang 1 rang 2 rang 3 rang 4 en rang 1 rang 2 rang 3 rang 4 en 1999 2007 gehuwd samenwonende niet-gehuwd samenwonende * Exclusief de geboorten bij gehuwde die alleenwonen of waarvan de leefvorm niet gekend is 3

2. Leefvorm van de bij een eerste en tweede geboorte in 1999 en 2007 Aangezien de meeste geboorten buiten de context van een gehuwd samenwonen eerste en tweede geboorten zijn (ongeveer ) gaan we er hier nader op in. In 1999 was bij 7 van de eerste geboorten de moeder gehuwd én samenwonend. In 2007 was dit nog bij 46% het geval. In figuur 3 geven we aan wat de burgerlijke staat en de leefvorm van de niet-gehuwd samenwonende bij de eerste geboorte zijn. Het ging in 1999 om 29% van de eerste geboorten en in 2007 om 54%. We doen dit ook voor de geboorten van rang 2; het gaat hier om respectievelijk 18% en 39% van de tweede geboorten. In eerste instantie stellen we vast dat de kwaliteit van de registratie van de geboorten doorheen de tijd is verbeterd, waardoor het aantal geboorten met ongekende leefvorm sterk is gereduceerd. Deze verbetering is positief maar bemoeilijkt een rechtstreekse vergelijking van de twee gekozen jaren. Waar in 1999 nog bij 778 eerste geboorten de leefvorm van de gehuwde moeder ongekend was, is dit in 2007 gereduceerd tot 401. Dit beïnvloedt uiteraard het aandeel geboorten met gehuwde samenwonende. Het aandeel ongehuwde alleenwonende vrouwen bij de geboorte van een eerste kind is doorheen de tijd lichtjes gedaald (van 21% tot 17%). Ook het aandeel gehuwde vrouwen dat alleen woont bij de geboorte van een eerste kind is gedaald (van 3,3% naar 1,7%). De sterke stijging van het aandeel ongehuwd samenwonende bij de geboorte van een eerste kind komt ook hier naar voor: van 56% naar 74%. Omgerekend naar de totaliteit van alle eerste geboorten betekent dit dat het aandeel geboorten bij ongehuwd samenwonende gestegen is van 15% naar 4. Inzake de geboorten van een tweede kind zien we analoge evoluties. Bij alle tweede geboorten is er geen 8%, maar 28% met ongehuwd samenwonende. Figuur 3 Burgerlijke staat en leefvorm van de niet-gehuwd samenwonende bij de geboorte van een eerste en tweede kind, Vlaams Gewest, 1999 en 2007 10 9 7 5 4 3 2 1 1999 2007 1999 2007 eerste kind tweede kind ongehuwd: alleen ongehuwd: samenwonend ongehuwd: ongekend gehuwd: alleen gehuwd: ongekend gescheiden: alleen gescheiden: samenwonend overige 4

Sobotka en Toulemon (2008) berekenden voor enkele Europese landen in welke gezinscontext het eerste kind werd geboren bij vrouwen van 20 tot 45 jaar in het begin van de jaren 90. Ze stelden toen een variatie vast van eerste geboorten binnen een eerste huwelijk van 29% (in Zweden) tot 9 (in Italië). In het Vlaamse Gewest werden toen 93% van alle kinderen binnen de context van een (eerste of volgend) huwelijk geboren. In Zweden de Europese koploper ter zake - werden destijds al 51% eerste kinderen geboren binnen een eerste ongehuwd samenwonen en 13% na een eerste gehuwd of ongehuwd samenwonen. Voor 1999 en 2007 kunnen we voor het Vlaamse Gewest nagaan in welke context eerstgeborenen bij van een analoge leeftijdsgroep plaatsvonden (tabel 2). Tabel 2 Leefvorm van 20- tot 45-jarige bij de geboorte van een eerste kind, Vlaams Gewest, 1999 en 2007 (in %) 1999 2007 (Eerste of volgend) huwelijk 72,0 46,8 Samenwonend (ongehuwd) 15,9 40,1 Alleenwonend (ongehuwd) 5,1 8,3 Gescheiden of verweduwd 2,2 2,4 Niet-gekend 4,7 2,5 N 27.836 29.281 In 1999 vonden bij 20- tot 45-jarige 28% eerste geboorten buiten de context van een huwelijk plaats; in 2007 is dit 53% geworden. Het aandeel ongehuwde dat alleenwoont is iets gestegen. Doch het is vooral het aandeel ongehuwde samenwonende dat sterk is gestegen op minder dan 10 jaar tijd. Maar het aandeel van 4 is nog steeds lager dan het Zweedse aandeel uit het begin van de jaren 90. 3. Leefvorm van de naargelang hun leeftijd bij een eerste en tweede geboorte in 2007 In figuur 4 zien we hoe in 2007 de leefvorm van de bij de geboorte van een eerste en een tweede kind verandert naargelang de leeftijd waarop zij het kind krijgen. Bijna de helft (48%) van de jonger dan 20 jaar woont bij de geboorte van een eerste kind ongehuwd alleen. Ruim één op drie (35%) woont ongehuwd samen met een partner. Bij de geboorte van een tweede kind woont nog 3 van de zeer jonge ongehuwd alleen en woont 5 ongehuwd samen. Van leeftijd 20 tot 34 jaar wonen ongeveer even vaak ongehuwd of gehuwd samen met een partner bij de geboorte van een eerste en een tweede kind. Het is pas vanaf leeftijd 35 dat vrouwen weer iets vaker ongehuwd alleen wonen bij de geboorte van een eerste of een tweede kind. Ook in Nederland zijn de jongste en de oudste niet gehuwd bij de geboorte van een eerste kind (CBS, 2009). 5

Figuur 4 Leefvorm van de bij de geboorte van een eerste en tweede kind, naar leeftijd, Vlaams Gewest, 2007 10 9 7 5 4 3 2 1 <=19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar >+ 35 jaar <=19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar >+ 35 jaar eerste kind tweede kind ongehuwd alleenwonend ongehuwd samenwonend gehuwd samenwonend overige 4. Leefvorm van de naargelang hun opleidingniveau bij een eerste en een tweede geboorte in 2007 Nu de groep niet-gehuwd samenwonende zo sterk is toegenomen, rijst de vraag of deze groep zich onderscheidt van de gehuwde samenwonende. De beschikbare gegevens laten toe de te vergelijken volgens hun hoogst bereikte opleidingsniveau. In figuur 5 geven we per opleidingsniveau de leefvorm van de bij de geboorte van een eerste en een tweede kind. De variatie naargelang het opleidingsniveau is groot. Moeders die alleen wonen (gehuwd of ongehuwd) bij de geboorte van een eerste kind vinden we terug in de groep met een niet-gekend, een lager of een lager secundair onderwijsniveau. Ongehuwd samenwonende vinden we vooral (45%) terug in de groep van secundair opgeleiden. Het patroon bij de geboorte van een tweede kind is vrij analoog. Het ongehuwd samenwonen komt er bijna even vaak voor (3) in alle opleidingsgroepen behalve in deze met een onbekend of lager opleidingsniveau. De gegevens laten niet toe na te gaan of de ongehuwde ooit huwen en hoe lang na de geboorte van een (eerste of tweede) kind ze dit doen. 6

Figuur 5 Leefvorm van de bij de geboorte van een eerste en tweede kind, naar opleidingsniveau, Vlaams Gewest, 2007 10 9 7 5 4 3 2 1 onbekend geen of lager lager secundair secundair universitair onbekend geen of lager lager secundair secundair universitair eerste kind tweede kind ongehuwd: alleen ongehuwd: samenwonend gehuwd: alleen gehuwd: samenwonend overige 5. Conclusie Onderzoek uit verschillende periodes en uiteenlopende landen toont steeds weer aan dat ongehuwde partnerrelaties minder stabiel zijn dan gehuwde partnerrelaties, ook als er kinderen zijn (Manning e.a., 2004; Mortelmans e.a., 2009; CBS, 2009). Scheidingen en echtscheidingen bepalen sterk het welzijn van de betrokken kinderen (zie Van Peer, 2007). Het is belangrijk nauwkeurig op te volgen wat de implicaties van deze recente aanzienlijke veranderingen van de burgerlijke staat en leefvorm van de bij de geboorte van kinderen in het Vlaamse Gewest zijn. 6. Bibliografie ADSEI, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Thematische Directie Samenleving. CBS (2009), Relatie en gezin aan het begin van de 21 ste eeuw. Den Haag/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek. Eurostat, http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/population/data/ Manning, W.D., Smock, P.J. & Majumdar, D. (2004). The relative stability of cohabiting and marital unions for children. In: Population Research and Policy Review, 13, 135-139. Mortelmans D., Snoeckx, L. & Dronkers, J. (2009). Cross-regional divorce risks in Belgium: culture or legislative system? In: Journal of Divorce and Remarriage, 50, 541-563. Sobotka, T. & Toulemon, L. (2008). Changing family and partnership behaviour: common trends and persistent diversity across Europe, In: Demographic Research, 19, 85-138. Van Peer, C. (red.) (2007). De impact van een (echt)scheiding op kinderen en ex-partners. Brussel: SVR-Studie 2007/1. 7