Slechtziend zijn. ervaar het maar!
Visuele beperkingen bij ouderen Verenso congres 25-11-2011 Marianne Pietersen ambulant begeleider Bartiméus www.bartimeus.nl
Programma Hoe vaak komt een visuele beperking voor voor bij ouderen? Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen van het niet onderkennen van een visuele beperking? Hoe doet Bartiméus onderzoek? Participatie van slechtziende ouderen. 3 Activiteiten
Ongeveer 85% van de mensen met visuele beperkingen in Nederland betreft mensen van 55+ (Congres Vision 2020) 40% van de slechtzienden/blinden woont in een verpleeg- of verzorgingshuis. De helft hiervan is onnodig slechtziend/blind (cataract en onjuiste brilcorrecties) (Congres Vision 2020). Ruim 30% van de bewoners van de verpleegafdelingen is beperkt in het zien (Melief en Gorter, 1998) 4 Activiteiten
Oorzaken van visuele problemen bij ouderen 1.Aandoeningen aan de ogen Cataract Glaucoom Diabetische retinopathie Maculadegeneratie 5 Activiteiten
Cataract X 6 Activiteiten
7 Activiteiten Glaucoom
Maculadegeneratie: X 8 Activiteiten
Oorzaken van visuele problemen bij ouderen 2.Problemen met de verwerking van de visuele informatie naar of in de hersenen Hersentrauma, -bloeding, -infarct Neurodegeneratieve aandoeningen zoals dementie 9 Activiteiten
10 Activiteiten Hersenen en de verwerking
Hemianopsie links X 11 Activiteiten
12 Activiteiten Gezellig?
13 Activiteiten
Wat maakt de combinatie dement en slechtziend complex? Compensatiemogelijkheden van de ene beperking staan de andere beperking in de weg: De beperkingen versterken elkaar Onthouden/ redeneren <> geheugenproblemen Begrijpen door te kijken <> slechtziend zijn 14 Activiteiten
Waarom valt een visuele beperking vaak niet op bij ouderen? Men geeft problemen met zien niet altijd zelf aan, geleidelijke achteruitgang Aan de ogen zijn niet altijd bijzonderheden te zien Onopvallend gebruik van andere zintuigen Opvallend gedrag wordt verklaard vanuit een andere beperking of desinteresse Minder taken waarvoor detailzien nodig is 15 Activiteiten
Gevolgen van een niet onderkende slechtziendheid Geen juiste beeldvorming en diagnostiek Geen aangepaste zorg en begeleiding Onthouden van een eventueel hulpmiddel (bril) Geen aanpassing van de leefomgeving Gevolgen : -verminderde zelfstandigheid -initiatiefverlies -angst/ onveiligheid -probleemgedrag 16 Activiteiten
Visueel functie onderzoek bij Bartiméus Observatie gedragssignalen Gezichtsscherpte/ visus Gezichtsveld Refractie (brilsterkte) Contrast zien Oogdruk Spleetlamp onderzoek 17 Activiteiten
18 Activiteiten Signalen die kunnen wijzen op een visuele beperking Dichtbij halen van voorwerpen of veel knipperen Vragen om extra verlichting Angstig zijn bij voortbewegen, botsen, struikelen, voeten hoog optillen Schrikreacties Geen belangstelling voor omgeving Terugtrekken, passiviteit Geen oogcontact, bijzonder kijkgedrag Opvallend gebruik van gehoor en tast.
Normen slechtziendheid WHO met optimale (bril)correctie Gezichtsscherpte Gezichtsveld Slechtziend 0,1-0,3 <30º Zeer slechtziend 0,05-0,1 Functioneel blind 0,02-0,05 10º Blind <0,02 <10º 19 Activiteiten
Gezichtsscherpte meten op alle niveaus 20 Activiteiten
21 Activiteiten
22 Activiteiten Gezichtsscherpte
Gezichtsveldonderzoek Confrontatiemethode Beoordelen op aanwijzen, oogbewegingen Alleen grote afwijkingen: Concentrisch Hemianopsie 23 Activiteiten
24 Activiteiten Gezichtsveld
25 Activiteiten
26 Activiteiten
Participatie bevorderen Aanpassingen in de omgeving Aanbieden van juiste hulpmiddelen Aanpassingen in de begeleiding en communicatie Aanpassing van het activiteitenaanbod 27 Activiteiten
Algemene omgevingsadviezen Voldoende (niet hinderlijk) licht Gebruik kleurcontrasten Visueel rustige omgeving (effen tafelkleden) Sluit de gordijnen bij het donker worden Voorkom invallend zonlicht (zonnescherm) Beperk achtergrondgeluiden Kies een goede plek in de ruimte Vermijd obstakels in de looproutes 28 Activiteiten
29 Activiteiten Verlichting & inrichting
30 Activiteiten
Hulpmiddelen Brillen -Merken, evt. aan koordje -Schoonmaken -Vertebril, leesbril of bifocaal -Reservebril -Refractiecontrole (elke 2 jaar) Vergroten: materialen of loepen Sprekende hulpmiddelen: Daisy speler, sprekend horloge) 31 Activiteiten
Begeleiding en communicatie Mensen van voren en dichtbij benaderen Verbale aankondiging / naam noemen Rustig tempo tijdens verzorging Plaats voorwerpen binnen het gezichtsveld Beroep doen op gehoor, tast, reuk en smaak Veiligheid: vaste rituelen Contact expliciet afsluiten 32 Activiteiten
Activiteiten Materialen vergroten Kleurcontrasten Activiteiten die een beroep doen op gehoor en tast Muziek of radio als gerichte activiteit 33 Activiteiten
Samenwerking Bartiméus en zorgorganisaties Op locatie in zorgorganisaties Uitgevoerd door professionals Gericht op de moeilijker te onderzoeken doelgroep Aangepaste onderzoeksmethoden en benadering 34 Activiteiten
Advisering en begeleiding Omgang en bejegening Verlichtings- en inrichtingsadvies Aanpassingen in het activiteitenaanbod Hulpmiddelen advies en training Cursus, voorlichting, ervaringslessen 35 Activiteiten