Ik merk. Hij merkt. Wij merkten. Ik merkte. Ik heb gemerkt. Ik spurt. Hij spurt. Wij spurtten. Ik spurtte. De politie heeft gespurt

Vergelijkbare documenten
Ik geloof. Hij gelooft. Wij geloofden. Ik geloofde. Ik heb geloofd. Ik lees voor. Hij leest voor. Wij lazen voor. Ik las voor

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin

Werkwoordspelling. Tegenwoordige tijd persoonsvorm

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Job 42 Job krijgt gelijk

Er was eens een meisje dat zich heel alleen voelde. Haar naam was Sterre. Ze hield van lezen, maar ze had maar één boek:

instapkaarten spelling

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Juf is Ziek boekje. Groep 8

Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Kanjerkrant mei 2014

De Man van de Toekomst Module Theater Groep 7-8

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

O help, straks herkent ze mij. Ik draai me snel om. Ze mag niet zien dat ik het ben. Ik doe net of ik iemand anders ben.

Prediker 9:7 - God danken door te genieten

1 Dit mag niet gebeuren!

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon

Tijdens het ontbijt kan mijn mama de klastitularis al een beetje leren kennen nog voor dat ze naar het oudercontact komt.

Prent 1 : Klaslokaal. De kinderen zingen rond de kerstboom.

De meester is een Vampier

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

Lees : Mattheüs 25:14-30

Een retour Rotterdam

Boekverslag Nederlands Nachtogen door Peter van Gestel

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Lelijke griet. Dino is nog steeds te verbaasd om iets normaals te zeggen. Het enige dat hij kan bedenken is: Heet je echt Belle?

1 Sam. 13 preek NGKO 12 juli 2015

1 Sam. 13 preek NGKE 4 sept. 2016

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Thema: De wereld in! Zondag 1 juli Overstapdienst in de Ontmoetingskerk. Orgel: Peter Veen Piano en gitaar: Dick en Antoinette van der Garde

geheim nooit aan iemand anders vertelt. En vooral niet aan grote mensen. Dat zou rampzalige gevolgen hebben. Ze zouden zeggen dat ik een gevaarlijke

Lukas 2, De hemel gaat open - hoe reageer je?

Johannes 20,24-29 Gelukkig als je niet ziet en toch gelooft!

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Voeten in de lucht. sofie! brult Donny. zeg dat het niet waar is! roept Donny.

Robin. en het geheim van Dee en Aa

Cursus Omgaan met klachten

Tekst en illustraties Wieteke van der Ven Geinspireerd door Lars en Sara van der Ven ZELF INKLEUREN SARA STELT VRAGEN

6,4. Boekverslag door N woorden 23 februari keer beoordeeld. Eerste uitgave 2008 Nederlands

Eindoordeel: Warm aanbevolen, doch gezien de doelgroep niet geschikt als geschenk voor de zondagsschool. J. van der Meulen

Luisteren. Bij deze hand-out hoort ook een presentatie document om te gebruiken in de klas. U kunt het hier downloaden.

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

Burny Bos. Knofje. Alle verhalen. Met illustraties van Harmen van Straaten. Leopold / Amsterdam

Melkweg. In de war. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Gezondheid: Omgaan met problemen. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

rond. Behalve een paar kleuters op fietsjes is er niemand te bekennen. Saaie boel hier, zeg! Hij wist het wel: er valt in dit dorp niks te beleven.

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Boekverslag Nederlands Costa! door Lola Brugge

Groep 5 A. De kinderen uit de klas hebben verhalen geschreven over Sinterklaas en zwarte piet. Zwartepiet in Spanje doet alles andersom.

Tommie, Dik en Esmeralda

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Israël zondag Israël 70 jaar teken van hoop! Kinderprogramma. Werkvormen voor club of vereniging

Levende Verhalen Het verhaal van Anke

SPORTCOMMUNITY TOOL JEZUS SPREEKT

2015 Saskia Stoker (tekst), Jurriaan Gorter (tekeningen)

WEEKBRIEF 26 JANUARI 2018

Er was eens een gezin met zeven dochters. De zeven meisjes woonden met hun ouders een heel eind buiten de stad.

Ze zouden haar treiteren! Gegiechel achter haar rug. Gemene opmerkingen. Flauwe geintjes. Misschien wel een spin in haar cola... Ze zag het gezicht

29 januari 2016 jaargang 24 nummer 21

DomineeOnline.org Jrg. 1, nr. 8

KINDEREN VAN HET LICHT

Nieuws uit groep 1/ 2 d.

Resultaat MEE op Weg 2015 MEE IJsseloevers

Elke miskraam is anders (deel 2)

Boekverslag Nederlands Vluchten voor een glimlach

DE TIJD VOOR DE GEK ONDERBOUW

Uitleg van het thema. De Bijbel wereldwijd

Een varende stad. Celien maakt overal foto s van. Binnen en buiten. Ze is zo druk aan het fotograferen, dat ze haar verdriet vergeet.

Op Voeten en Fietsen 1

Werkstuk Nederlands Zinloos geweld

Ik keek naar haar oren. Van dichtbij zagen ze er nog wat zachter en hariger uit dan van veraf. En ze bewogen. Terwijl Ariane de rest van haar kop

Boekverslag Latino King


Preek over Jozua 1,1-9 (CNS-themadienst): Nooit alleen!

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Het is druk op het schoolplein. Overal zie je kinderen die aan het knikkeren zijn. Joost heeft een grote zware knikkerzak. Hij roept: 'Ik heb de

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Een nagelaten bekentenis. Het bekende verhaal van Marcellus Emants, naverteld door Helene Bakker

De verdwenen pakjes. Maarten Stevens

Lesoverzicht. 1. Bidden p De Kerk p De priester p Vergeving p De Bijbel p Delen p Het offer p.

Iris marrink Klas 3A.

Grammatica Woordbenoemen 3. Werkboek gemengde opgaven Geschikt voor de groepen 5 en 6

Nieuwsflits februari Schooljaar PEUTERS. Yaroslava en Samuel zijn hier aan het knutselen, figuren plakken in de primaire kleuren.

Dit is een download bij het artikel Omdat je het kunt uit JOP COACH magazine, nr

Jonggezinnedienst 24 sept uur Thema : de Koninklijke trein Kind vermist/gemist opening winterwerk met ds Hoekman

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

Tussen de palen I E F

Het allerleukste meisje

Inleiding. Drie taalvormen

Ursula Nederlands brugklas havo werkwoordspelling

ASJEMENOU 30 september t/m 7 oktober Muziekles

Dagen van gras. Een leesclub voor mavo 4. Werkboek van:.. en.

Gen. 3, preek - NGKE

Groep: 5, 6 en 7. Plagen. Woorden 1. Eduforce SOEMOkaarten

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Transcriptie:

Zoek de persoonsvorm: Ik merkte dat pas veel later. Schrijf de stam van merken op Schrijf de hij-vorm van merken op merken op merken op merken op. Ik heb.. de persoonsvorm is merkte Ik merk Hij merkt Wij merkten Ik merkte Ik heb gemerkt Zoek de persoonsvorm: De politie spurtte achter de inbreker aan. Schrijf de stam van spurten op Schrijf de hij-vorm van spurten op spurten op spurten op spurten op. De politie heeft.. de persoonsvorm is spurtte Ik spurt Hij spurt Wij spurtten Ik spurtte De politie heeft gespurt

Zoek de persoonsvorm: Hij reisde naar Zwolle met de trein. Schrijf de stam van reizen op Schrijf de hij-vorm van reizen op reizen op reizen op reizen op. Hij heeft.. de persoonsvorm is reisde Ik reis Hij reist Wij reisden Ik reisde Hij heeft gereisd Zoek de persoonsvorm: Hij praat zijn mond voorbij. Schrijf de stam van praten op Schrijf de hij-vorm van praten op praten op praten op praten op. Hij heeft.. de persoonsvorm is praat Ik praat Hij praat Wij praatten Ik praatte Hij heeft gepraat

Zoek de persoonsvorm: Hij heeft de klok horen luiden. Schrijf de stam van hebben op Schrijf de hij-vorm van hebben op hebben op hebben op hebben op. Hij heeft.. de persoonsvorm is heeft Ik heb Hij heeft Wij hadden Ik had Hij heeft gehad Zoek de persoonsvorm: Het meisje zei niet zoveel. Schrijf de stam van zeggen op Schrijf de hij-vorm van zeggen op zeggen op zeggen op zeggen op. Het meisje heeft.. de persoonsvorm is zei Ik zeg Hij zegt Wij zeiden Ik zei Het meisje heeft gezegd

Zoek de persoonsvorm: De jongens fietsen hard door. Schrijf de stam van fietsen op Schrijf de hij-vorm van fietsen op fietsen op fietsen op fietsen op. De jongens hebben.. de persoonsvorm is fietsen Ik fiets Hij fietst Wij fietsten Ik fietste De jongens hebben gefietst Zoek de persoonsvorm: Het kind durfde niet in het koude water. Schrijf de stam van durven op Schrijf de hij-vorm van durven op durven op durven op durven op. Het kind heeft.. de persoonsvorm is durfde Ik durf Hij durft Wij durfden Ik durfde Het kind heeft gedurfd

Zoek de persoonsvorm: De arts spoedt zich naar de patiënt. Schrijf de stam van spoeden op Schrijf de hij-vorm van spoeden op spoeden op spoeden op spoeden op. De arts heeft.. de persoonsvorm is spoedt Ik spoed Hij spoedt Wij spoedden Ik spoedde De arts heeft gespoed Zoek de persoonsvorm: Vanwege het feest sluiten de winkels eerder. Schrijf de stam van sluiten op Schrijf de hij-vorm van sluiten op sluiten op sluiten op sluiten op. De winkels zijn.. de persoonsvorm is sluiten Ik sluit Hij sluit Wij sloten Ik sloot De winkels zijn gesloten

Zoek de persoonsvorm: De merel broedde op de eitjes. Schrijf de stam van broeden op Schrijf de hij-vorm van broeden op broeden op broeden op broeden op. De merel heeft.. de persoonsvorm is broedde Ik broed Hij broedt Wij broedden Ik broedde De merel heeft gebroed Zoek de persoonsvorm: De jongen verzwikte zijn enkel. Schrijf de stam van verzwikken op Schrijf de hij-vorm van verzwikken op verzwikken op verzwikken op verzwikken op. De jongen heeft. de persoonsvorm is verzwikte Ik verzwik Hij verzwikt Wij verzwikten Ik verzwikte De jongen heeft verzwikt

Zoek de persoonsvorm: Ik wil graag met je naar de film. Schrijf de stam van willen op Schrijf de hij-vorm van willen op willen op willen op willen op. Ik heb.. de persoonsvorm is wil Ik wil Hij wil Wij wilden Ik wilde Ik heb gewild Zoek de persoonsvorm: De man floot een vrolijk deuntje. Schrijf de stam van fluiten op Schrijf de hij-vorm van fluiten op fluiten op fluiten op fluiten op. De man heeft.. de persoonsvorm is floot Ik fluit Hij fluit Wij floten Ik floot De man heeft gefloten

Zoek de persoonsvorm: De jongens beleefden een spannend avontuur. Schrijf de stam van beleven op Schrijf de hij-vorm van beleven op beleven op beleven op beleven op. De jongens hebben. de persoonsvorm is beleefden Ik beleef Hij beleeft Wij beleefden Ik beleefde De jongens hebben beleefd Zoek de persoonsvorm: Het vliegtuig landt gelukkig op tijd. Schrijf de stam van landen op Schrijf de hij-vorm van landen op landen op landen op landen op. Het vliegtuig is.. de persoonsvorm is landt Ik land Hij landt Wij landden Ik landde Het vliegtuig is geland

Zoek de persoonsvorm: Het kind wist het antwoord niet. Schrijf de stam van weten op Schrijf de hij-vorm van weten op weten op weten op weten op. Het kind heeft.. de persoonsvorm is wist Ik weet Hij weet Wij wisten Ik wist Het kind heeft geweten Zoek de persoonsvorm: De jongen riep hard om hulp. Schrijf de stam van roepen op Schrijf de hij-vorm van roepen op roepen op roepen op roepen op. De jongen heeft.. de persoonsvorm is riep Ik roep Hij roept Wij riepen Ik riep De jongen heeft geroepen

Zoek de persoonsvorm: Ik laat dat absoluut niet gebeuren! Schrijf de stam van laten op Schrijf de hij-vorm van laten op laten op laten op laten op. Ik heb.. de persoonsvorm is laat Ik laat Hij laat Wij lieten Ik liet Ik heb gelaten Zoek de persoonsvorm: De leerling snapte de som niet zo goed. Schrijf de stam van snappen op Schrijf de hij-vorm van snappen op snappen op snappen op snappen op. De leerling heeft.. de persoonsvorm is snapte Ik snap Hij snapt Wij snapten Ik snapte De leerling heeft gesnapt

Zoek de persoonsvorm: Het hert rende voor zijn leven. Schrijf de stam van rennen op Schrijf de hij-vorm van rennen op rennen op rennen op rennen op. Het hert heeft... de persoonsvorm is rende Ik ren Hij rent Wij renden Ik rende Het hert heeft gerend Zoek de persoonsvorm: De peuter liep al een klein stukje zelf. Schrijf de stam van lopen op Schrijf de hij-vorm van lopen op lopen op lopen op lopen op. De peuter heeft... de persoonsvorm is liep Ik loop Hij loopt Wij liepen Ik liep De peuter heeft gelopen

Zoek de persoonsvorm: De dienstmeid schrobde de vloer. Schrijf de stam van schrobben op Schrijf de hij-vorm van schrobben op schrobben op schrobben op schrobben op. De meid heeft.. de persoonsvorm is schrobde Ik schrob Hij schrobt Wij schrobden Ik schrobde De meid heeft geschrobd Zoek de persoonsvorm: De kleuter schaafde zijn knie aan een steen. Schrijf de stam van schaven op Schrijf de hij-vorm van schaven op schaven op schaven op schaven op. De kleuter heeft... de persoonsvorm is schaafde Ik schaaf Hij schaaft Wij schaafden Ik schaafde De kleuter heeft geschaafd

Zoek de persoonsvorm: De juf ergerde zich aan de herrie Schrijf de stam van ergeren op Schrijf de hij-vorm van ergeren op ergeren op ergeren op ergeren op. De juf heeft zich... de persoonsvorm is ergerde Ik erger Hij ergert Wij ergerden Ik ergerde De juf heeft zich geërgerd Zoek de persoonsvorm: Het kind mist zijn moeder. Schrijf de stam van missen op Schrijf de hij-vorm van missen op missen op missen op missen op. Het kind heeft... de persoonsvorm is mist Ik mis Hij mist Wij misten Ik miste Het kind heeft gemist

Zoek de persoonsvorm: Het mistte heel erg. Schrijf de stam van misten op Schrijf de hij-vorm van misten op misten op misten op misten op. Het heeft... de persoonsvorm is mistte Ik mist Hij mist Wij mistten Ik mistte Het heeft gemist Zoek de persoonsvorm: Oma hoort niet alles goed meer. Schrijf de stam van horen op Schrijf de hij-vorm van horen op horen op horen op horen op. Oma heeft... de persoonsvorm is hoort Ik hoor Hij hoort Wij hoorden Ik hoorde Oma heeft gehoord

Zoek de persoonsvorm: Hij belooft vanmiddag te helpen. Schrijf de stam van beloven op Schrijf de hij-vorm van beloven op beloven op beloven op beloven op. Hij heeft... de persoonsvorm is belooft Ik beloof Hij belooft Wij beloofden Ik beloofde Hij heeft beloofd Zoek de persoonsvorm: De auto startte niet vanwege de kou. Schrijf de stam van starten op Schrijf de hij-vorm van starten op starten op starten op starten op. De auto is... de persoonsvorm is startte Ik start Hij start Wij startten Ik startte De auto is gestart

Zoek de persoonsvorm: Het kind verkleedt zich voor het feest. Schrijf de stam van verkleden op Schrijf de hij-vorm van verkleden op verkleden op verkleden op verkleden op. Het kind heeft zich..... de persoonsvorm is verkleedt Ik verkleed (me) Hij verkleedt (zich) Wij verkleedden (ons) Ik verkleedde (me) Het kind heeft zich verkleed Zoek de persoonsvorm: Luister je eigenlijk wel naar mij? Schrijf de stam van luisteren op Schrijf de hij-vorm van luisteren op luisteren op luisteren op luisteren op. Heb je... de persoonsvorm is luister Ik luister Hij luistert Wij luisterden Ik luisterde Heb je geluisterd?

Zoek de persoonsvorm: Het hert rende voor zijn leven. Schrijf de stam van rennen op Schrijf de hij-vorm van rennen op rennen op rennen op rennen op. Het hert heeft... de persoonsvorm is rende Ik ren Hij rent Wij renden Ik rende Het hert heeft gerend Zoek de persoonsvorm: De peuter liep al een klein stukje zelf. Schrijf de stam van lopen op Schrijf de hij-vorm van lopen op lopen op lopen op lopen op. De peuter heeft... de persoonsvorm is liep Ik loop Hij loopt Wij liepen Ik liep De peuter heeft gelopen