NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Maandag 19 april 2010, 14:00-16:30 uur

Vergelijkbare documenten
Pompsnelheid kryopomp is 1500 l/s. Geleidingsvermogen klep V 1 is 750 l/s. Pompsnelheid rotatiepomp is 25 m 3 /h.

a) Noem twee manieren om de ontgassing in een vacuümsysteem zo laag mogelijk te krijgen.

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Maandag 6 april 2009, 14:00-16:30 uur. p HV p 2 V 3 V 4 V 1. p 1 V 2

NEVAC Examen Elementaire Vacuümtechniek Woensdag 7 april 2004, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Vrijdag 7 april 2006, 14:00-16:30 uur

Examen Lagere Vacuümtechniek

Toets 3 Vacuümtechniek 2003

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Woensdag 7 april 2004, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Lagere Vacuümtechniek Woensdag 10 mei 2000, uur

COMMISSIE OPLEIDINGEN

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 7 april 2008, 14:00-16:30 uur

Examen Middelbare Vacuümtechniek 1999

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 5 april 2002, uur

NEVAC Examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 8 april 2005, 14:00-16:30 uur. Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 6 pagina s

Toets 2 Vacuümtechniek 2002

Cursus Vacuümtechniek Week 8 Rotatiepompen

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 19 april 2010, 14:00-16:30 uur

NEVAC Examen Middelbare Vacuümtechniek Maandag 16 april 2007, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 6 april 2009, 14:00-16:30 uur

COMMISSIE OPLEIDINGEN

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten)

Toets 2 Hogere Vacuümtechniek 2002 Dinsdag 10 december 2002, uur

Toets 2 Vacuümtechniek 2002

Cursus Vacuümtechniek Week 10 Dampstroompompen

Cursus Vacuümtechniek

Cursus Vacuümtechniek

Materiaalkeuze. Cursus Vacuümtechniek 1

Vacuümsystemen. 2 Categorieën vacuüm. 1 Inleiding. 3 Apparatuur in een vacuümsysteem

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 7 april 2006, 14:00-16:30 uur

Cursus Vacuümtechniek Week 6: Totale drukmeting II

Lektesten in theorie en praktijk

Metingen aan pompeigenschappen. Cursus Vacuümtechniek 1

POMPTYPE VERMOGEN TOERENTAL H = OPVOERHOOGTE IN METERS Ø GEAR 300M GEAR 300T 0,25 0, ,5 5,3 5,2 5 ½

Vrijdag 8 juni, uur

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

Cursus Vacuümtechniek Week 5: Totale drukmeting I

Cursus Vacuümtechniek. Kenniscentrum Mechatronica Eindhoven

Voor hoge drukbelasting

natuurkunde vwo 2017-II

Hydropro bv levert o.a:

KW HP RPM GEAR 300M GEAR 300T 0,25 0, ,5 5,3 5,2 5 ½ GEAR 600M GEAR 600T 0,37 0, ,3 10 9,8 9,6 ¾

Best Practice Vacuümsystemen

Engineeren van vacuümsystemen in machines

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Cursus Vacuümtechniek

Koel- en smeerpompen

Examen HAVO. wiskunde B1,2

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

De rol van vacuüm bij de warmtebehandeling van metalen producten

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren

Cursus Vacuümtechniek

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Snijprocessen - Plasma snijden (Het proces en de apparatuur)

UNIT ,14 m2 HANDBEDIENDE BRANDMELDERS ZULLEN GEPLAATST WORDEN EEN BRANDDETECTIE-INSTALLATIE MET DOORMELDING OP OORDEELKUNDIGE PLAATSEN.

Voor hoge drukbelasting

Opgave 5 Solswitch. Eindexamen havo natuurkunde 2013-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2004-II

Voor ruimtes met overdruk

Elektrische convectoren BMS (standaard) BMT (met timer) BMH (met beugel)

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Bij de toepassing en keuze van de manometers 10 tot 15% overcapaciteit incalculeren, om de manometer zuiver te houden.

Correctievoorschrift 1985/

Uitwerkingen Opgaven vacuümtechniek

Voor inbouw in luchtkanalen

BA300E Dieselgedreven Multifunctionele vuilwaterpomp Max m 3 /uur, Max. 19 mwk

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

GL Art

Cursus Vacuümtechniek

Instructiehandboek. E2M175 en E2M275 roterende vacuümpomp

Klimaatbeheersing (3)

BA150E Dieselgedreven Multifunctionele vuilwaterpomp Max. 475 m 3 /uur, Max. 35 mwk

Terugslagkleppen. Voor aanzuig- en inblaasopeningen in luchttechnische installaties

Hybride structuren: wat met galvanische corrosie?

Service handboek voor onderhoud van "Classic" hydraulische aggregaten.

INHOUD INLEIDING 15 5 AARDING IN ELEKTRICITEITS NETTEN AANSLUITMOGELIJKHEDEN 70. Alles over aarding - 9

MESSING PERSFITTINGEN

Tentamen MATERIAALKUNDE II, code

BA100E Elektrisch aangedreven Multifunctionele vuilwaterpomp Max. 260 m 3 /uur, Max. 21 mwk

Ventielventilatie. Beschrijving

Niveau-indicatie sluitschroeven

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Wat is een ph meting?

Voor snelle en eenvoudige installatie van terugslag- en overdrukkleppen.

BA200E Elektrisch aangedreven Multifunctionele vuilwaterpomp Max. 650 m 3 /uur, Max. 31 mwk

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

JESSBERGER Elektrische en pneumatische. vat- en containerpompen

TENTAMEN NATUURKUNDE

l/min 2 G1/ ,25 16D (2) xxxx*****

Ontsteking in onze Volvo s. General description Haynes blz.81

Pompen AOC OOST Almelo Groot Obbink

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Wat is elektrische stroom? Geleiden samengestelde stoffen in vaste toestand de elektrische stroom wel of niet?

BV150 Dieselgedreven Bentoniet- en sludgepomp Max. 500 m 3 /uur, Max. 42 mwk

Dit examen bestaat uit 4 opgaven Bijlagen: 2 antwoordpapieren

EDUCT-O-MATIC Draagbaar handbediend straal en reinigingstoestel.

Instructies. E1M18 en E2M18 Roterende vacuümpompen. E2M18, 100/200 V, 50 Hz of / V, 60 Hz, eenfase. E2M18, V, 50 Hz, eenfase

AFVALWATER FEKA GL FEKA GL VOOR VERPOMPEN VAN AFVALWATER VOOR VERPOMPEN VAN AFVALWATER DOMPELPOMPEN DOMPELPOMPEN

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

Transcriptie:

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Maandag 19 april 2010, 14:00-16:30 uur Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 4 pagina s Vraagstuk 1 (EVT-10-1) (20 punten) a) Teken een flensverbinding die gebruik maakt van een elastomeren O-ring. b) Geef in onderstaande tabel met een kruisje aan of het type O-ring al dan niet uitstookbaar is tot 150 C. Type O-ring Viton Teflon Neopreen Siliconenrubber Perbunan ja Uitstookbaar tot 150 C nee c) Teken een flensverbinding die gebruik maakt van een koperen afdichtingsring. d) Wat is de reden dat een ultrahoogvacuümsysteem moet worden uitgestookt? e) Geef met een kruisje aan welke van de volgende constructiematerialen wel of niet thuishoren in een ultrahoogvacuümsysteem. (tip: denk er aan dat zo n systeem moet worden uitgestookt tot 150 C!) Materiaal Uitstookbaar tot 150 C NIET uitstookbaar tot 150 C messing roestvast staal aluminiumoxide grafiet boriumnitride teflon pyrexglas perspex araldit koper Lever deze pagina, voorzien van uw naam, in met de rest van uw werk NAAM:.. 1

Vraagstuk 2 (EVT-10-2) (30 punten) a) Welke drukmeter(s) zou je gebruiken in de volgende drukgebieden (1 mbar = 100 Pa): Drukgebied (mbar) 1 10 3-10 2 1 10-1 1 10-3 3 1 10-3 1 10-5 4 1 10-5 1 10-8 5 1 10-7 1 10-11 Een Penningmanometer is uitgerust met een logaritmische schaalverdeling, zoals hieronder is weergegeven. De bovenste schaalverdeling is af te lezen in mbar; de bovengrens is 1 10-2 mbar en de ondergrens is 1 10-8 mbar. De onderste schaalverdeling is de 0-10 Volt schaal voor een registratiesysteem. b) Geef aan welke waarde in Volt de meterschaal aanwijst bij de volgende drukaanwijzingen: A) 10-1 Pa B) 2 10-2 Pa C) 0,5 10-5 mbar D) 2 10-5 Pa E) 8 10-8 mbar Volt c) Is de aanwijzing van een Penningmanometer gassoortafhankelijk? Motiveer uw antwoord. d) Teken een Penningmanometer in doorsnede, benoem de elektroden en geef aan waar de elektronen en de ionen naar toe gaan. e) Waarom maakt men bij een Penningmanometer gebruik van een magneet? f) Een andere veel gebruikte drukmeter is de Bayard & Alpert ionisatiemanometer (B&A). Maak een schets van deze B&A en geef daarin aan welke onderdelen belangrijk zijn voor de meting en benoem deze. g) Noem één voordeel en één nadeel van een Penningmanometer t.o.v. een B&A. 2

Vraagstuk3 (EVT-10-3) (30 punten) uitlaatopening inlaatopening a) In bovenstaande figuur is een doorsnede van een eentraps draaischuifpomp getekend. De draairichting van de rotor is correct. De tekening bevat echter enkele fouten. Geef aan welke dat zijn. b) Noem een nadeel van de uitlaatopening zoals getekend in bovenstaande figuur. c) Wat zal het resultaat zijn van een werkende draaischuifpomp waarvan de boring voor de oliesmering is geplaatst zoals in bovenstaande figuur? d) Waarom functioneert in bovenstaande figuur het gasballast niet goed? De volgende vragen hebben betrekking op een correct geconstrueerde draaischuifpomp. e) Noem minimaal 3 functies van de olie in een draaischuifpomp. f) Wat is het doel van gasballast? g) Verklaar waarom het olieverbruik toeneemt tijdens het gebruik van gasballast. h) Wat is (ongeveer) de einddruk van een eentraps draaischuifpomp? i) Waardoor wordt deze einddruk bepaald? j) Noem twee olievrije transportpompen, die als vervanging kunnen dienen voor een ééntraps draaischuifpomp. 3

Vraagstuk 4 (EVT-10-4) (20 punten) In bovenstaande schets bestaat het vacuümsysteem uit twee kamers A en B die via een diafragma C met elkaar zijn verbonden. Het pompsysteem bestaat uit een conventionele watergekoelde turbomoleculairpomp met een draaischuifpomp als voorvacuümpomp. De beide ionisatiemanometers P 1 en P 2 zijn van het type B&A, geijkt voor stikstof. In de kamer B wordt via het naaldventiel stikstof ingelaten tot een druk p 2 = 10-3 Pa. a) Welke druk wijst P 1 aan kamer A nu aan, is dit hoger, lager of gelijk aan die van P 2? Vervolgens wordt alleen in kamer A via het naaldventiel stikstof ingelaten tot een druk p 1 = 10-3 Pa. b) Welke druk wijst P 2 in kamer B nu aan, is dit hoger, lager of gelijk aan die van P 1? c) Kiest u als voorvacuümpomp een eentraps of een tweetraps draaischuifpomp? Motiveer uw antwoord. d) Hoe handelt u met het geschetste systeem bij: koelwaterstoring, wegvallen van de netspanning. Er zijn andere types turbomoleculairpompen verkrijgbaar, gecombineerd met het moleculaire dragprincipe. e) Noem een aantal voordelen van dit type pomp. <<EINDE>> 4

Antwoorden examen Elementaire Vacuümtechniek 2010 Vraagstuk EVT-10-1 a) Zie boek. b) Type O-ring Viton Teflon Neopreen Siliconenrubber Perbunan ja Uitstookbaar tot 150 C nee c) Zie cursusboek, CF flens of Wheelerflens. d) Het versnellen van de desorptie. e) Materiaal Uitstookbaar tot 150 C NIET uitstookbaar tot 150 C messing roestvast staal aluminiumoxide grafiet boriumnitride teflon pyrexglas perspex araldit koper Vraagstuk EVT-10-2 a) 10 3 10 mbar: Bourdonmanometer, mechanische membraanmanometer, piëzomanometer, condensatormembraanmanometer, convectiemanometer. 10-1 10-3 mbar: condensatormembraanmanometer, Piranimanometer, thermokruis, convectiemanometer, hogedruk ionisatiemanometer. 10-3 10-5 mbar: hogedruk ionisatiemanometer, B&A, Penningmanometer, viscositeitsmanometer, extractor ionisatiemanometer. 10-5 10-8 mbar: B&A, Penningmanometer, extractor ionisatiemanometer. 10-7 10-11 mbar: extractor ionisatiemanometer. b) A) 10-1 Pa = 10-3 mbar = 9,8 V. B) 2 10-2 Pa = 2 10-4 mbar = 9 V C) 0,5 10-5 mbar = 5 10-6 mbar = 5,2 V D) 2 10-5 Pa = 2 10-7 mbar = 1,8 V E) 8 10-8 mbar = 0,8 V c) De aanwijzing van een Penningmanometer is gassoortafhankelijk door de verschillen in ionisatiekans. d) Zie cursusboek. 5

e) Om de afgelegde weg van de elektronen zo groot mogelijk te maken waardoor de kans op ionisatie groot wordt. f) Zie boek. g) Voordeel Penningmanometer: goedkoop, zelf te reinigen, geen gloeidraad. Nadeel Penningmanometer: onnauwkeurig, niet in het vacuüm in te bouwen, aanwezigheid van magneetveld. Vraagstuk EVT-10-3 a) geen uitlaatklep, gasballastopening gaat te vroeg open, boring voor oliesmering staat in verbinding met één atmosfeer waardoor géén oliesmering. b) De olie uit het pomphart komt direct naar buiten en gaat niet retour naar het oliecarter, de pomp verliest in korte tijd veel olie en loopt vast. c) De boring voor de oliesmering is in directe verbinding met één atmosfeer zodat er géén drukverschil is om de olie in het pomphart te krijgen, de pomp loopt vast. d) Als de schuiven in een verticale stand staan, is er een directe verbinding met de inlaatopening waardoor de te bereiken druk nadelig wordt beïnvloed. e) Smeren, afdichten, opvullen van de dode ruimte, warmteafvoer, bescherming tegen corrosie. f) Het voorkomen van condensatie bij het verpompen van condenseerbare dampen. g) Er wordt méér lucht door de pomp verpompt dan zónder het gebruik van gasballast, waardoor er méér oliedamp de pomp zal verlaten hetgeen tot olieverlies leidt. h) 1Pa = 10-2 mbar. i) Door de interne lekkage. j) Scrollpomp, 5-traps Rootspomp, schroefpomp, klauwenpomp. Membraanpomp is fout! Vraagstuk EVT-10-4 a) P 1 wijst 10-3 Pa aan, er is géén gasstroom dóór het diafragma. b) P 2 wijst lager dan 10-3 Pa aan omdat de pompsnelheid aan kamer B groter is dan aan kamer A. c) Een tweetrapspomp is nodig, omdat de voorvacuümbestendigheid van een conventionele turbomoleculairpomp bij 1 Pa ligt. d) Koelwaterstoring: schakel turbomoleculairpomp uit. Wegvallen netspanning: klep tussen turbomoleculairpomp en voorvacuümpomp dichtdoen. Turbomoleculairpomp wordt door de gasinlaat belucht. e) Voordelen HMP: Hoge voorvacuümbestendigheid, hoge compressiefactor (ook voor waterstof), olievrij, kleine voorvacuümpomp mogelijk. 6