Inspectierapport Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie De Bongerd (BSO) Bongerdspad 2 7201 NV ZUTPHEN Registratienummer 638478881 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Zutphen Datum inspectie: 06-09-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 13-10-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Ouderrecht... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het is een onderzoek op kernzaken waarbij de nadruk ligt op de praktijk (pedagogisch klimaat, voorwaarden beroepskrachten en basisgroep). Naar aanleiding van de tekortkoming van vorig jaar is onderzoek gedaan naar het ouderadviesrecht. Beschouwing Buitenschoolse opvang 'Natuurlijk' locatie De Bongerd is gevestigd in de gelijknamige gereformeerde basisschool in Zutphen. De onderlinge contacten met school zijn goed. De opvang is kleinschalig van aard. De BSO beschikt over een lokaal dat permanent beschikbaar is. De ruimte is gezellig ingericht en er zijn voldoende spelmaterialen voor 4-13 jarigen. Vanuit het lokaal kijk je op het buitenspeelplein. Inspectiegeschiedenis In de afgelopen twee jaren (2014 en 2015) wordt als overtreding genoemd dat de houder geen oudercommissie heeft ingesteld. Belangrijkste bevindingen van nu Ook nu blijkt dat aan die getoetste voorwaarde niet is voldaan. De bevindingen van de praktijkobservatie zijn positief. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid; ontwikkeling van persoonlijke competentie; ontwikkeling van sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Pedagogische praktijk Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst verder een uitwerking daarvan is zoals deze is waargenomen in de praktijk): Situatie: De observatie vindt op een dinsdagmiddag plaats. De aanwezige beroepskracht is op de hoogte van de visie en werkwijze van Christelijke Kinderopvang 'Natuurlijk'. Ze heeft naast haar werk op de groep taken op kantoor als beleidsmedewerker en assistent leidinggevende. De beroepskracht handelt kindgericht en ze kent de kinderen bij naam. Ze vervult vaker de rol van invaller. Waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen Observatie: De beroepskracht opent de deur van het schuurtje en de kinderen mogen rijdend materiaal uitzoeken. Een meisje kiest een kar. De beroepskracht wijst haar er op dat er dan wel iemand moet duwen. Het meisje is vastbesloten en blijft bij haar keuze. Eenmaal op het plein zit ze een tijdje alleen op de kar. De andere kinderen zijn elders aan het spelen. De beroepskracht praat tegen het meisje en vraagt of ze niet liever met iets anders wil rijden/spelen: "Denk daar maar even over na." Een jongetje biedt spontaan aan te willen duwen. Hij wordt echter geroepen door andere kinderen: "Wil je meedoen met hardlopen?" De beroepskracht ziet dat hij in dubio staat. Ze zegt: "Nu krijg je het druk en moet je het spelen verdelen." Even later zoekt hetzelfde meisje de beroepskracht op en zegt: "Ik weet niet wat ik moet doen." De beroepskracht reageert als volgt: "Wat vind je leuk? Je hebt net op de kar gereden. We kunnen wel even vragen of er kinderen mee willen doen met verstoppertje." Individuele aandacht De beroepskrachten reageren (meestal) op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Zij gaan op een ongedwongen manier om met ieder kind. Conclusie Bij BSO 'Natuurlijk' locatie De Bongerd is de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd. Zorgdragen voor ontwikkeling van persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen Observatie: De kinderen komen bijeen om verstoppertje te spelen. Vooraf worden de spelregels doorgenomen. Alleen op het kleuterplein, geen buut, enzovoort. De beroepskracht grapt dat het een hele 4 van 11
vergadering wordt terwijl de kinderen met elkaar discussiëren over de spelvorm. De beroepskracht gaat meedoen, zoals ze heeft beloofd. Ze informeert nog wel: "Hebben jullie aan iedereen gevraagd of ze mee willen doen?" Verrijken De beroepskrachten geven passende steun bij het ontdekken en verrijken van spelmogelijkheden. Zij verwoorden wat er gebeurt en bieden nieuwe kansen voor vervolgspel. Zij maken soms even deel uit van de spelsituatie, waarbij de regie bij de kinderen blijft. Conclusie Bij BSO 'Natuurlijk' locatie De Bongerd wordt de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd. Zorgdragen voor ontwikkeling van sociale competentie De kinderen zijn deel van de groep Observatie: De groep is voor de kinderen vertrouwd. Ze kennen elkaar van school. Bij bekende leeftijdsgenootjes kunnen de kinderen gevoelens van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid ontwikkelen. De beroepskracht heeft oog voor het spel van de kinderen; met wie, is hulp nodig, is de onderlinge interactie positief? De beroepskracht heeft interactie met individuele kinderen, daarnaast bespreekt ze zaken met de hele groep. Met het oog op de open dag heeft de beroepskracht de kinderen om hulp gevraagd bij het gezellig maken van de groepsruimte. Er liggen materialen klaar om te knutselen en versieren. De beroepskracht vindt het tafelmoment belangrijk. Ze noemt de kinderen bij naam en laat hen vertellen hoe hun dag is geweest. De kinderen moeten naar elkaar luisteren en elkaar uit laten praten. De sfeer is ontspannen, al praten kinderen soms wel door elkaar heen. Participatie/kinderinspraak Beroepskrachten betrekken de kinderen actief bij verzorgende en organisatorische taken zoals opruimen en dingen klaarzetten. De beroepskrachten geven de kinderen positieve feedback en waardering als zij zich actief betrokken en verantwoordelijk tonen. Conclusie Bij BSO 'Natuurlijk' locatie De Bongerd wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast Observatie: Een kind wil gebruik maken van de kleine fietsen. De beroepskracht herinnert haar aan de afspraak: "Die fietsen mogen alleen gebruikt worden door kleuters. Deze regel geldt op school. Zou deze regel ook gelden voor de bso? En waarom?" Grenzen en afspraken De beroepskrachten leggen uit waarom afspraken, regels en omgangsvormen belangrijk zijn. Het is voor kinderen duidelijk wat de consequenties zijn als zij die afspraken negeren of overtreden. Conclusie Bij BSO 'Natuurlijk' locatie De Bongerd is de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd. Gebruikte bronnen: Interview anderen (met de aanwezige beroepskracht) 5 van 11
Personeel en groepen Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Personeel en groepen'. Er worden eisen gesteld aan het personeel. Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan. De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het locatiebezoek is de VOG van de aanwezige beroepskracht inzichtelijk. De VOG is geldig en voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Passende beroepskwalificatie De aanwezige beroepskracht is passend gekwalificeerd. Een afschrift van het diploma is op locatie ingezien. Opvang in groepen Gedurende twee middagen per week blijft het aantal aanwezige kinderen onder de twintig en hiermee is de opvang in een vaste basisgroep geborgd. Op de dinsdagen werkt één beroepskracht met een groep van maximaal 10 kinderen. Op de donderdagen is het drukker; gemiddeld 16 kinderen en twee beroepskrachten. Beroepskracht-kindratio De voorwaarden die betrekking hebben op de beroepskracht-kindratio worden nageleefd. Deze middag worden acht kinderen begeleid door één beroepskracht. Gebruikte bronnen: Interview anderen (met de aanwezige beroepskracht) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 6 van 11
Ouderrecht Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein 'Ouderrecht'. De Wet Kinderopvang stelt dat de houder o.a. moet zorgdragen voor: ouderinspraak middels een oudercommissie of gelijkwaardig alternatief. De bevindingen over deze voorwaarden worden in dit domein beschreven en beoordeeld. Bij de inspectie van vorig jaar is geconstateerd dat er geen oudercommissie was ingesteld. Per 01-01- 2016 bestaat de mogelijkheid om een gelijkwaardig alternatief te initiëren. Dit is aanleiding voor het toetsen van dit item. Oudercommissie Ook ten tijde van dit onderzoek is het houder niet gelukt om voldoende ouders te vinden voor deelname in de oudercommissie van deze locatie. Houder heeft geen gelijkwaardig alternatief geboden. Er is niet aangetoond dat de houder ouders voldoende betrekt bij (beleids)zaken waarover ouderadviesrecht geldt. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen OF In een kindercentrum waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1, 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (met de heer Bosman) Interview anderen (met de aanwezige beroepskracht) 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt binnen zes maanden na registratie een oudercommissie in. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen OF In een kindercentrum waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen is (nog) geen oudercommissie ingesteld, de houder heeft zich echter aantoonbaar voldoende ingespannen om een oudercommissie in te stellen én de houder biedt, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogische beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. (art 1.58 lid 2 en 3, 1.60 lid 1, 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Chr. Kinderopvang `Natuurlijk' locatie De Bongerd Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Christelijke Kinderopvang 'Natuurlijk' Adres houder : van Dorenborchstraat 1 a Postcode en plaats : 7203 CA Zutphen KvK nummer : 55434096 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. J. van Marle Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zutphen Adres : Postbus 41 Postcode en plaats : 7200 AA ZUTPHEN Planning Datum inspectie : 06-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 29-09-2016 Zienswijze houder : 13-10-2016 Vaststelling inspectierapport : 13-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 14-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-10-2016 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum Zienswijze Concept inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-09-2016 Christelijke Kinderopvang Natuurlijk locatie BSO De Bongerd te Zutphen Onze zienswijze hierop is als volgt: Pagina 7 ouderrecht: Als houder heb ik mij doorlopend en aantoonbaar ingespannen om een oudercommissie in te stellen voor onze locatie BSO De Bongerd. Naast het herhaaldelijk, persoonlijk aanspreken van de betreffende ouders, hebben wij diverse berichten per mail gestuurd en op de prikborden op locatie gehangen, waarin wij ouders vragen zich als oudercommissielid beschikbaar te stellen. Tegelijkertijd attenderen wij ouders op de aanwezigheid van de andere oudercommissies, te weten oudercommissie locatie De Polbeek en oudercommissie locatie De Bosmuis. Dit kunnen wij aantonen met bijvoorbeeld de digitale nieuwsbrief BSO eerste kwartaal 2016 welke per e-mail aan de ouders is verzonden. Ook bieden wij, als ouders op een andere wijze worden betrokken bij onderwerpen waarvoor adviesrecht geldt, ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie. Zo komen onderwerpen als het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid en het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie, aan de orde tijdens onze jaarlijkse ouderavonden. Ouders kunnen hierover meepraten en hun meningen en ideeën inbrengen tijdens de ouderavond. Tevens informeren wij hen op dergelijke momenten over de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij de oudercommissie van de locatie van hun kind. Wij willen ons blijven inzetten om op deze en wellicht ook andere wijze een oudercommissie voor locatie De Bongerd te realiseren. Laura Bosman-Wagenvoort. 11 van 11