Samenvatting door een scholier 1586 woorden 1 november 2004 6,2 14 keer beoordeeld Vak Methode ANW Solar Algemene natuurwetenschappen Proefwerk 1 H1/2 1.1 Recherchewerk Je kunt een dader opsporen door middel van: - Een sporenonderzoek; op de plaats van het misdrijf wordt de situatie opgemeten en gefotografeerd, ze zoeken naar afdrukken en ze bekijken voorwerpen. Ook stoffen als bloed en speeksel zijn erg handig. Al deze stille getuigen gaan voor onderzoek naar het laboratorium. - Getuigen; de recherche praat ook met de familie en bekenden van het slachtoffer. Zo kunnen ze soms achter het motief van de dader komen. Ook buurtbewoners kunnen handig zijn. Maar de politie moet toch voorzichtig zijn: getuigenverklaringen zijn niet altijd betrouwbaar. Alcohol, tijdsverloop en spanning kunnen het geheugen beïnvloeden. Maar ook drugsgebruik, leeftijd en vermoeidheid hebben invloed. - Het bewijs; vindt de recherche geen getuigen, dan is het sporenonderzoek het enige houvast. Analisten kunnen dan het bloed van het slachtoffer en bloed op de kleding van een verdachte gaan vergelijken. Vingerafdrukken: - het lijnenpatroon van je vingerhuid blijft levenslang hetzelfde; - het aantal lijntekeningen dat kan voorkomen is zeer groot; - je kunt vingerafdrukken indelen in groepen. - > Het naar Galton genoemde systeem is gebaseerd op details van het huidlijnenpatroon, bv. vertakking, lussen of doodlopende lijnen. Dit noemt men typica. * De recherche bewaart de vingerafdrukken van criminelen. Alle afdrukken zijn opgeslagen bij de Centrale Recherche Informatiedienst. DNA fingerprint: - Mr. Jeffreys kreeg het voor elkaar om uit de DNA-moleculen in bloedcellen een kenmerkend stukje te halen. DNA = een stof die voorkomt in de kernen van cellen waaruit mensen, dieren en planten zijn opgebouwd. Onderdelen van het DNA-molecule worden genen genoemd. Het resultaat van dit onderzoek kun je zichtbaar maken als een soort streepjescode; de DNA-fingerprint. Onderzoek bij willekeurige mensen levert een duidelijk verschil in de streepjescode. Bij familieleden vind je overeenkomsten; het https://www.scholieren.com/verslag/19375 Pagina 1 van 5
streepjespatroon van een kind is samengesteld uit dat van de vader en de moeder. - Deskundigen schatten de kans op het voorkomen van dezelfde DNA-fingerprint tussen 1:100.000 en 1:1000 000. Nu accepteren rechters dit verbeterde DNA-bewijs. - Sommige mensen waarschuwen dat de privacy gevaar dreigt te lopen. Ze vrezen dat de recherche DNAmateriaal gaat bewaren, omdat daar in de toekomst misschien meer gegevens uit te halen zijn. Belangrijke dingen uit de vragen??? - Aanwijzingen die nuttig kunnen zijn bij de opsporing: * vingerafdrukken van de overvaller; * stem, dialect of de taal van de overvaller; * signalement van getuigen * tijdstip van de overval - Sporen = aanwijzingen die door iemand op de plaats van misdrijf zijn achtergelaten. Bijvoorbeeld: wapen, gereedschap, kledingstuk, vingerafdruk, bloed, speeksel. - Om vingerafdrukken zichtbaar te maken gebruiken we: laserlicht, damp van secondelijm of gouddamp. - Typica = kenmerken van het huidlijnenpatroon van de vingerhuid of vingerafdruk. 1.2 De Pil 1e generatie pil = * werkte prima * véél bijwerkingen * concentratie hormoon: groot 2e generatie pil = * werkte goed * minder bijwerkingen dan de 1e generatie * concentratie hormoon: veel kleiner 3e generatie pil = * werkte primá * géén bijwerkingen * concentratie hormoon: klein Hormonen: stoffen die in minieme hoeveelheden van alles in je lichaam regelen. In de pil zitten stoffen die op vrouwelijke hormonen lijken. Dierproeven en proefpersonen waren erg belangrijk, en zonder dit zouden ze er nooit achter zijn gekomen. Werking pil: de oestrogenen en progestagenen in de pil werken in op de hersenklier (hypofyse). De normale besturing van de menstruatiecyclus raakt daardoor buiten werking. De pil beschermt meestal op 4 manieren tegen zwangerschap: - het hormoon oestrogeen uit de pil misleidt de hypofyse. Daardoor wordt de eirijping in de eierstok https://www.scholieren.com/verslag/19375 Pagina 2 van 5
afgeremd. - Soms komt er toch een eisprong (ovulatie). Het hormoontekort vertraagt het transsport van de eicel door de eileider. Daardoor sterft de eicel vroegtijdig af. - Door het hormoontekort ontwikkelt het slijmvlies in de baarmoeder zich niet voldoende. Een bevruchte eicel kan zich dus niet innestelen. - De meeste pilsoorten bevatten een tweede hormoon, (pro) gestageen. Dit maakt de slijmprop tussen de vagina en baarmoeder taai! Bijna alle zaadcellen worden daardoor tegengehouden. -> Na 21 dagen pilgebruik volgen 7 stopdagen. Enkele dagen na het stoppen wordt het zwak ontwikkelde baarmoederslijmvlies afgestoten. Hierbij ontstaat dan een lichte bloeding die op een menstruatie lijkt. - Chinese overheid stimuleert vrouwen voor sterilisatie omdat sterilisatie eenmalig is en de ingreep niet kan worden terug gedraaid. Ook is het veel goedkoper. - Onderzoeksfases van oestrogenen: onderzoek van vrouwelijke organen van dieren het maken van oplossingen van vrouwelijke organen het testen van deze oplossingen op proefdieren ontdekking dat sommige stoffen de vruchtbaarheid verhogen/verlagen injecties met urine van vrouwelijke dieren gaven dezelfde veranderingen als met proefdieren isoleren van stoffen uit de urine, die hetzelfde effect vertonen toevallige ontdekking van kunstmatige hormonen. - Plaatje: - Proefpersonen moeten betaalt worden. Voor: ze geven uitdrukkelijk toestemming. Tegen: de werkingen zijn onbekend. 1.3 Navigatie Belang van navigatie: - Het kompas is al eeuwen een belangrijk hulpmiddel op zee. Een kompas geeft alleen aan waar het noorden is. Maar zonder dat je het merkt kun je vele kilometers afdrijven van je koers. Dit kan komen door de stroming van het zeewater of door de wind. Als je korte afstanden vaart kan het wel. Maar wil je grotere afstanden afleggen dan heb je meer hulpmiddelen nodig. Plaatsbepaling: - Het is belangrijk om exact te kunnen vertellen waar op aarde een bepaalde plaats ligt en hoe je er komt. Hier zijn in de loop van de tijd hulpmiddelen voor ontwikkeld. Zo is er een systeem bedacht waarbij elke plaats op aarde met behulp van coördinaten kan worden aangegeven. Dit zijn de lengte en de breedte. Als je de coördinaten van je bestemming weet en je kunt de coördinaten bepalen van de plaats waar je nu https://www.scholieren.com/verslag/19375 Pagina 3 van 5
bent dan kun je uitrekenen hoe ver het nog is naar je bestemming en welke richting je uit moet. - Verschillende houvast die je op zee hebt: zon, sterren en de maan. Er zijn in de loop van de tijd verschillende methoden bedacht om daarmee je positie te kunnen bepalen: de poolster (staat precies boven noordpool) de zon (zonshoogte) Nieuwe ontwikkelingen: - radiobaken = een radiostation dat een speciaal signaal uitzendt. Elk baken zendt een ander signaal uit en van alle bakens is de plaats precies bekend. Een schip heeft een antenne die de richting waaruit de signalen komen, kan meten. Ook bij een vliegtuig is dit mogelijk. Satellietnavigatie: werkt zo precies dat je positie bepaald wordt met een nauwkeurigheid van ongeveer 10 meter. GPS: wordt bij vliegtuigen steeds belangrijker. Maar er zijn ook toepassingen in auto s. Je kunt als bestuurder je bestemming aangeven. De computer verteld je zo waar je langs moet. (GPS = Global Positioning System) Hemellichamen = bijvoorbeeld zon en de poolster. Sextant = je kunt de datum + hoogste stand hiermee meten. - Navigatie op land is nodig bij; het vast stellen van een grens op aarde; reizen door gelijkmatig terrein zoals woestijn; tijdens militaire operaties. - Een meting m.b.v een poolster kan niet plaatsvinden: bij bewolkt of mistig weer; als het licht is; op het zuidelijke halfrond. - Om GPS te ontwikkelen waren de volgende technieken nodig: ruimtevaart en satellieten; computers radiocommunicatie 1.4 Ruimtevaart Begin ruimtevaart: raketten waren klein en gingen nog niet zo hoog. Het waren eigenlijk een soort grote onbestuurbare vuurpijlen. Werking van een raket: Een raket kan zich nergens tegen afzetten om te versnellen, te remmen of te sturen. De gassen die ontstaan na verbranding van de brandstof worden met grote kracht aan de onderkant uitgestoten. Met als gevolg dat de raket zelf de andere kant op beweegt. Satellietbanen: Satellieten worden aangetrokken door de zwaartekracht van de aarde. Als de snelheid groot genoeg is, komt de satelliet tijdens de val niet dichter bij de aarde. Hij valt als het ware steeds om de aarde. Satellieten bevinden zich buiten de dampkring. Ze hebben dus geen last van luchtwrijving. Dit zorgt https://www.scholieren.com/verslag/19375 Pagina 4 van 5
ervoor dat ze niet worden afgeremd. Satellieten die in dezelfde baan om aarde draaien hebben ook precies dezelfde snelheid en omlooptijd. Die van satellieten in een hogere baan hebben een lagere snelheid. Een weersatelliet heeft televisiecamera s aan boord waarmee beelden van de aarde kunnen worden gemaakt. Voor het meten van de temperatuur worden infrarood- camera s gebruikt. Deze informatie wordt omgezet in een computerbestand en naar een grondstation geseind. Daar worden ze weer omgezet in een weerkaart. Een communicatiesatelliet kan televisieprogramma s vanuit een grondstation opvangen en weer uitzenden naar een groot gebied op aarde. Met een schotelantenne zijn de programma s dan te ontvangen. Satellieten worden ook gebruikt voor atmosfeeronderzoek. Zo kunnen bijvoorbeeld veranderingen in de dikte van de ozonlaag worden gemeten. Mensen in de ruimte: De bemanning moet kunnen ademen aan boord en moeten ook veilig terugkeren naar aarde. Bovendien moet een ruimteschip aangepast zijn aan een gewichtloze situatie. Er moet ook rekening gehouden worden met de zwaartekracht. Langdurig verblijf in de ruimte is voor het menselijke lichaam niet gezond. Door de gewichtloosheid verslappen je spieren. Op de lange duur kunnen zelfs je botten ontkalkt raken. In Ruimtestations die langere tijd bemand zijn, is er voor de astronauten daarom fitnessapparatuur aanwezig om de spieren getraind te houden. Toch kunnen de meeste astronauten na die tijd niet meer lopen. - Verschillen tussen raket en vliegtuig: vliegtuig heeft vleugels; raket kan zowel in lucht als in atmosfeer vliegen; vliegtuig beweegt zich voort door lucht te verplaatsen. - Je kunt een raket sturen door de uitstoot van verbrandingsgassen zijwaarts te richten. - Je kunt een raket remmen door de gasuitstoot naar voren te richten. - De space shuttle kan vaker worden gebruikt, een gewone raket niet, 2 voordelen: de raket kan vaker worden gebruikt, dus goedkoper. sneller een nieuwe lancering er hoeft niet voor iedere ruimtereis een nieuwe worden gebruikt. - de onderdelen van satellieten moeten kunnen werken in vacuüm en bij zere hoge en lage temperaturen - Bij de inrichting van een ruimteschip moet je rekening houden met de gewichtloosheid. Voordeel: dat je alle wanden van een ruimte kunt gebruiken en dat je overal gemakkelijk bij komt. Nadeel: dat alle onderdelen in het ruimteschip goed moeten zitten. https://www.scholieren.com/verslag/19375 Pagina 5 van 5