Dankwoord Bij deuitvoeringvanditonderzoekzijndevolgendepersonen mijzeerbehulpzaam geweest: deherenhiglerenmol (Rijksinstituutv.Natuurbeheer) SpaayenVerbraak (RijksgeologischeDienst, Arnhem) HoeksemaenPape (BodemkundeenGeologie, Wageningen) BeijerenGijlstra (Natuurbeheer, Wageningen) deheerhogendoorn (Rijkswaterstaat Dir.Bovenrivieren, Arnhem) Stokman (Rijkswaterstaat,Dienstkring Rijn, Arnhem) Aarts (Rijkswaterstaat,Meetkundigedienst, Delft) waarvoorbij dezemijnhartelijkedank.
Inhoudsopgave pagina.inleiding.palaeolimnologie:watishetenwatkanermee 4 gedaanworden?.datering 5 4.Enigehoogtepuntenuitdegeschiedenisvande rivieren 6 5. Beschrijving,dateringenbewerkingvande monsters 8 6.Lijstvanaangetroffentaxa, ecologieen verspreiding 7.Evaluatievandeverzameldegegevens 9 8.Konklusies 9.Samenvatting 4 0.Literatuur 5 Bijlagen: I Dewaterstaatkundigetoestand inhetlandvanmaasenwaaleneengedeelte vanhetrijkvan Nijmegen. II DeRijn bijrhenenin68 III DeRijn bij Opheusden (88) IV Idemin879 V Idemin98 VI Splitsingbij Schenkenschans (595-68) VII Idemvan699tot7 VIIIIdemvan75tot980 IX GeledingenverhangvandeRijn X Restenzoalsdieindesedimentenzijnaangetroffen XI PublikatiestebestellenbijhethydrobiologischAdviesburo
.Inleiding Inhetvoor Uliggendeonderzoek,uitgevoerd inopdrachtvanhetrijksinstituut voordrinkwatervoorziening,zullenargumentenbijeengebrachtwordenwaaruitmoet blijkenofthevraagtekenindetitelveranderd kanwordenineen punt. Indezeoriënterende studiezaldeaandachtvooralgerichtzijnopdetoepasbaarheidvaneenmethode.slechtswaardeinterpretetieditvereistwordenbiologische karakteristiekenaangevoerd. Ineenvervolgonderzoek dat,naarbedoeling,in 98^zalwordenuitgevoerd, komthetzwaartepuntteliggenopdefysisch-chemischeveranderingen in de grotenederlandserivierenendegevolgenhiervanopdelevensgemeenschap. Tevenszalwordengetrachtdeafgelopen000jaarvoor Uaktueelte maken.
.Palaeolimnologie:watishetenwatkanermeegedaanworden? Palaeolimnologieiseentakvanwetenschapdiezichbezighoudtmetdebestudering vanzoetwaterbewoners uithetverleden.hetbestaansrechtvandezewetenschap wordtontleendaandeomstandigheid datrestenvaninsekten, Cladoceren, Bryozoënmaarook phytoplankton(o.a.diatomeeën) enchemischeverbindingenin hetsedimentterechtkomenendaarnietverteren. Oepraktischeuitvoeringbestaatuithetverzamelenvanhetsediment,hetuitlezen vandedoelgroep,hetdaterenenhetdetermineren. Toepassingen: Hetbeantwoordenvandevraag "watzatervroeger?"verschaftinzichtin langezowelalskortetermijnveranderingen inkombinatiemetdeoorzaak. Opeentermijnvanveleduizendenjarenishetmogelijkgeblekendeveranderingen indeinsektenfaunaterelaterenaandiverseklimatologische tijdvakken (Hofmann, 97en Wilkinson, 98). Opkorteretermijn (0-tallentot00-enjaren) zijndemeesteveranderingentoe teschrijvenaandetoenemendemenselijkebeïnvloeding,metalsvoorbeelden verzuringeneutrofiëring. -Verzuring- Henriksone.a. (98) konstatereneenverandering indesoortsamenstellingvan dechironomiden-faunaalsgevolgvanverzuringineenzweedsmeer.ineen Nederlandsven wordtdezelfdekonklusiegetrokkennaonderzoekvanrestenin hetsediment (Klink, 98). -Eutrofiëring- Carter (977) konkludeertdateeneutroofiersmeertot95eenoligotroof karakterbezat. Warwick (975) toontaandat, sindsdekomstvanimmigranten in78^,eenbaaiinhetontariomeerverandertvanoligo-naar eutroof. Vooraldoorhetvastleggenvandelevensgemeenschappen inverschillendestadia vanbeïnvloeding kaneenwezenlijkebijdragegeleverdwordenbij hetbeoordelen vandiversesaneringsmaatregelen.tevenskunnenecologischedoelstellingenen haalbaarheid daarvaninhetwaterkwaliteitsbeheer beterwordenonderbouwd.
.Datering Hetdaterenvansedimentenkanopverschillendemanierenwordenuitgevoerd. Zokandeouderdomvansedimentenwordenbepaaldmiddelsisotopen. 4- Hetisotoop C is, meteenhalfwaardetijdvan5570jaar,bruikbaaromlagen vanduizenden tot0-duizendenjarenoudtedateren.inrecentesedimentenkunnen deisotopenpb encs wordentoegepastmetrespektievelijkehalfwaardetijden vanen0,jaar (Weast, 978). Eenafgeleidemethodevoordateringispollenanalyse. Hierbijishetbijvoorbeeld mogelijkdekomsttevolgenvanachtereenvolgens: hazelaar, eik, els, es, iep, linde,beukenhaagbeuk,gaandevanhetpreboreaalnaarhetsubatlanticum. Hieraanisdaneersteenisotopendateringvoorafgegaan. Ookopgrondvanhistorischegegevenskanmetpollenwordengedateerd.Zoisrogge geïntroduceerd doorderomeinenenisindelatemiddeleeuwendeboekwijtbrandkultuuropgekomen (Westhoffe.a., 97). Warwick (975) dateertzijnmonstersbijhetontariomeerdoordekomstenuitbreidingvanimmigrantenterelaterenaandefraktiepollenbehorendetot Ambrosia (eenkomposietdiedoordeimmigranteninkuituuris gebracht). Zoalsbij debesprekingvandemonsterszalblijken, isin ditonderzoek gedateerd ophistorischegegevensinrelatietotdeaardvandebodem. Eenzomerbedvaneenrivierbestaatuitgrofsediment (zand).indienhetbed wordtverlatenoferwordenkribbeninaangelegd,danzaldestroomsnelheid ter plaatseafnemenenvooraldefijneredeeltjeszullengaanbezinken.indienkaarten vanouderivierbeddingenaanwezigzijn,kandeovergangvanzandnaarzavelenklei wordenbeschouwd alsdeperiodedathetoorspronkelijkebedis verlaten.
k. Enigehoogtepuntenuitdegeschiedenisvanderivieren (voornamelijk gebaseerd oppons (957),vandeVen (976)envanTil (979)) Hetstelselvanbedijkingenisjongerdan000n. Chr.Bewoningvondplaats opdeoeverwallendiedoorkadenwerdenbeschermd tegenhet water. Bijhogewaterstandenliephetwatervialageredelenindekommenwaarklei werdafgezet. Vanafca. 00isdewaterstaatzorg vanuithetwesteningroterverband georganiseerd (Rijnland,0-0endeGroteWaardin ).Inde e en 4 e eeuwheeftmenzichookinbrabantengelderland georganiseerd (Betuwe, 7 en demaaskantin ).Deaaneensluiting vandeonregelmatigebekadingentoteen stelselvanbandijkenheeftindenavolgendeperiodeplaatsgehad (zieook Bijlage I). Hiermedeisingrotelijnenhetwinterbed vanderivierenvastgelegd. Indeeeuwenhieropvolgend heeftmenallerleimaatregelenuitgevoerdomde uiterwaardenzolangmogelijkdroogtehoudentenbehoevevanveeteelden kleiwinning.dezomerdijkenwerdenopgehoogdenookwelwerd rietenwilg aangeplant.inhetzomerbedwerdenlangehoutenkribbenaangelegd voorlandaanwinst (Bijlage II).Ditalleshadtotgevolgdathetwaterinzowelzomer-als winterbedernstigwerdbelemmerd inhaarafstroming. Getuigedesituatiewaarinderivierenverkeerden, eencitaatvanvelsen (768): "Maarbijonsheeftmengenoegsaamgeenaandachtaltoos, oodatgewichtigstuk gehad,eeniederheeftmetin 's-landsrivierengehandeld enhuisgehouden, naar welgevallen;zyzyngenoegsaamgeheelzondertoezichtgeweest: wierdthaar opeenofandere wyzeeendodelijkewond toegebracht, niemandbekreundezig des; niemanddroegerleedover.indeplaatsvangoddelykofheiligte heeten, warenze maargeachtalsvuilnis-gooten, waarelkmögt morsenzoalshethem behaagde.daardoorzynzegeraaktindie wanschapentoestanden,alsin dit werkjewordtaangewezen" In798werdhetbeheervandeRijntakkenonderhetcentralebestuurgebracht vandebataafserepubliek.dezevaardigdein806eenrivierwetuitwaarin hetwerdverboden,behoudenseenvergunning, werkenaanteleggentussende bandijkendiedevrijeafstromingvanhetwaterkondenbelemmeren. -Normalisatie- Indeeerstehelftvande9 eeuwis menderiviereninkaartgaanbrengenen isdeeerstenormalisatieuitgevoerd.dezeisbeperktgebleventotenkele plaatselijkestroomgeleidingswerken. Bijdetweedenormalisatieindetweedehelftvandevorigeeeuw, heeftmet gestreefd naareenregelmatig zomerbedmetvoldoendediepgangvoordescheepvaart.uitdezetijd stammenveelkribbendiemomenteelinderivierenliggen.
Tenslotteheeftmeninhetbeginvandezeeeuwnogeenderdenormalisatie uitgevoerd,waarmedehetzomerbedhaarhuidigevormheeftgekregen. -Kanalisatie- Bijdewetvan95werdbeslotendeMaastekanaliserentenbehoevevande scheepvaarttot000ton. 'Tiertoe werdentot99stuwengebouwdvanborgharen totgrave.tevenszijnhetgulianakanaalenhetmaas-waalkanaalgegraven. Nadatmenaanvankelijk voorbereidingenheeftgetroffenvooreenkanalisatievan deiossel,heeftmenin94- beslotentotrijnkanalisatie.in954-is men gestartmetdeuitvoeringenin96werddestuwbij Hagesteinopgeleverd. Hiernazijndestuwenbij Amerongen (966)enDriel(97) aangelegd enkon dekanalisatieinbedrijfwordengesteld.
5.Beschrijving,dateringenbewerkingvandemonsters 5.. 'Beschrijvingendatering Monster-4: Lokatie (Bijlagen III-V). Dezemonsters (waarvanmonsternietisgeanalyseerd opsedimentresten)zijn vandekribwortel. Dezekribisevenalsdebovenstroomsgelegenkrib905 gelegdin880 (Rijkswaterstaat:hetLeggender Werken).Tussendezekribben isindeeerstewereldoorlogeenkribvormigebunkerneergezet.opdeeerste rivierenkaartdiein88isopgemeten,zowelalsppdeeersteherziening (opgemetenin879/880)iseenvegetatieingetekend dieindeeersteherzieningals rietvermeld staat.hetmonsterpuntheeftgelegenineen binnenbocht. Demonsters-4zijnbedektdooreenlaagzwarezavel/lichteklei (Rd 90A, Bodemkaart:50.000blad9 Oost) meteendiktevan,60m.vandezemonstersis dekorrelgrootte-verdeling bepaald indefraktie0,-,0 mm involumepercentages (geschat).bovendienisdegrondsoortendedieptebepaald. geboord op-8-98indenoordelijkeuiterwaard vanderijntegenover Op- 970 heusden,aandebovenstroomsekantvankrib905 opeenafstand van ca. 5 m i. -780 Monster: mmengroter 0,5 - mm 0, -0,5mm 0,00-0,mm 0 90 -- 50 40 0 4 40 60 4 Grondsoort grofzanden lemigzand fijnlemig zi gri.nd md Diepte,70 -,0 -,0 - inm-mv,0,0,60 Datering. Nadatdekribbenin880zijnaangelegd,kwamergeengrofmateriaalmeertot bezinking inhetkribvak,zodatdeovergangvanzandnaarzaveltotstand gekomenmoetzijnindeperiodena880.demonsters-4zijndusvóór880 afgezetendezavel erna. Ookinderivierzelfis eenboringverrichttussenvoornoemdekribben. Hetprofielvandezeboringisalsvolgtbeschreven:
Diepte Grondsoort,00-0,7 m grindengrofzand 0,7-0, " zavelmeteenweinigzand 0, -0,06 " grofenfijnzandmetkleibolletjes 0,06 " grofzand Hierbijisdescherpeovergangtussenhetgrind/grofzandnaarzavel (-0,7 m) veroorzaaktdoordeaanlegvandekribbenin880. Hetverschijnseldatde bovenstelaagwederombestaatuitgrofmateriaalschijntinrelatietestaanmet dekanalisatievanderivier (voltooidin 97).Doordeafnemendestroomsnelheid zoudegolfslagvandeschepeneensterkeeroderendewerkinguitoefenenop deoevers (mondel. med.dienstkring Rijn, Arnhem). Monster5-7: Lokatie (BijlagenVI-VIII). Dëmonsters5-7zijngeboordophuidigDuitsgrondgebied aandezuidzijdevan debovenrijnbij Schenkenschans.Dezeverschansing isgebouwd in586door Schenk,eenofficierindienstvanLeicester, metdebedoelingmeerkontrole uitteoefenenopditgrensgebied (v. Til, 979).Tussen7en745is de zuidelijketakdrooggevallenenhetdorpwordtnuomringddoorweilanden.het monsterpuntligt00 mtennoordenvandenoordelijkeuitgangvanhetdorpje ineenpopulierenbosje ca.500 mvandehuidigerijnen750 mvande "Alte Rhein" verwijderd.ditriviertjeiseenrestantvandewaalarmanno 595. Deboringisverrichttoteendieptevan 5 mengekarakteriseerd volgensonder^ staande tabel: Monster: mmengroter 0,5 - mm 0, -0,5mm 0,00-0,mm 5 90 0 -- 6 90 5 5 7 0 80 Grondsoort 5 grofzand 6 grofenfijn 7 fijnlemigze za ndmet ind leem Diepte 5,00-4,00 -,0 - inm-mv 4,00,0,00 Datering. Na745heeftterplaatsevanhetmonsterpuntgeenzomerbedmeergelegen. Hetmonsterpuntheeftnogweleentijd behoord tothetwinterbed,ofbehoort daarnogsteedstoe. Gezienhetgrovesedimentinmonsters5en 6,isdit
afgezetvóór745. Monster7isafgezettoenderivierzichgingverleggenen hetsedimentdateertderhalvetussen7en 745. 0 Monster 9: IndeWaalbijOchtenisop5-0-98eendriftmonstergenomeninde stroomgeul, ditomenigeindruktekrijgenvanhetvervoervanfaunarestendoordestroming. Hiertoeheefteendriftnetgediendmeteenmaaswijdtevan0,5 mm.hierbij is ca.0 m watergezeefd. 5..Bewerkingvandemonsters Nadatdebodemmonsters (-7) zijngestokenmeteengutseneenzuigerboor, afhankelijk vandecohesiederbodemdeeltjes,zijnzegezeefd doorbodemzevenvan,0-0,5-0,en0,00mm.dediversefraktieszijnovergebrachtinethanol (70%) enbijeenvergrotingvan 4-80maaluitgelezen.Deherkenbarerestenzijn gekonserveerd in 96% ethanol, waarnazezijnverwerktinmikroskopischepreparaten, doorinsluitingmeteuparal (firmaboomb.v. Meppel).Tenslottezijnderesten gedetermineerd,waarbijeengrootaantaltekeningenisgemaaktvoorreferentie enverifikatie (hiervanenkelevoorbeeldeninbijlage X). Monster9is eveneensgezeefd, waarbijdefraktie0, -0,5mmis geanaliseerd.
6.Lijstvanaangetroffentaxa,ecologieenverspreidi ng Allereerstzaleenlijstwordengepresenteerdmetdeverdelingvandetaxaover demonsters.vervolgenszaldeecologieenverspreidingwordenbesprokenvande floraenfauna, waarbijikmezalbeperkentotdietaxa, diemeteengrotemate vanbetrouwbaarheidopnaamtebrengen zijn. 6..Lijstvantaxaaangetroffeninde monsters: 4 5 6 7 9 EPHEMEROPTERA: Ephoron virgo Ephemera spec. Potamanthus luteus cf. PotamanthBS luteus Heptagenia spec. Ecdyonurus spec. Rhithrogena spec. Heptageniidae cf. Isonychia ignota Leptophlebiidae gen, div. Baëtis spec. cf. Centroptilum qf. Cloëon cf. Ephemerella indet 5 6 4 7 6 9 4 6 6 4 PLECOPTERA: Filipalpia cf. Nemouridae Setipalpia Perlidae Perlodidae cf. Isogenus nubecula Isoperla cf. grammatica TRICHOPTERA: Rhyacophila spec. Glossosoma spec. Cheumatopsyche lepida Hydropsyche angustipennis H " contubernalis H " cf. pellucidula H " spec. Hydropsychidae Ecnomus tenellus Cyrnus flavidus C " trimaculatus Polycentropus flavomaculatus Polycentropodidae Psychomyia pusilla Brachycentrus cf. subnubilus 4 7 9 0? 4 4 79 5 9 4 0 8 67 9 9 7 5 04 7 7 600 (geschat) 6
Micrasema spec. Brachy centridae Lepidostoma hirtum Lepidostomatidae Limnephilidae Athripsodes spec. Ceraclea cf. annulicornis Mystacides longicornis Triaenodes bicolor Sericostoma spec. Hydroptylidae indet SIMULIDAE: Prosimulium cf. hirtipes P " cf. inflation cf. Prosimulium Byssodon/Parabyssodon Eusimulium spec. Odagmia/Wilhelmia Simulium austeni/morsitans S " cf. galeratum.s " spec. Simulidae gen? indet 4 4-4 4 6 5 5 5 0 6 8 7 4 7 6 8 5 9 6 9 4 CHIRONOHIDAE: Tanypodinae: Macropelopiini Procladius spec. Pentaneurini indet Buchonomyiinae: Buchonomyia thienemanni (ex) Diamesinae: Diamesa gr. carpatica cf. Diamesa Monodiamesa bathyphila Prodiamesa olivacea cf. Syndiamesa Orthocladiinae: Brillia longifurca B " modesta cf. Cardiocladius Chaetocladius piger agg. Cricotopus (Isocladius) spec. C " /Orthocladius spec. div. Eukiefferiella s.. spec. div. cf. Heterotrissocladius Orthocladius (Euorthocladius) rivulorum O " (cf. Euorthocladius) Paracladius conversus Psectrocladius gr. sordidellus Symposiocladius lignicola Orthocladiinae gen. div. indet. 7 5 5 6 9 5 7 69 5 4 9 6
4 5 6 7 9 Chironomini: Chironomus spec. Cryptochironomus spec. Cryptocladopelma gr. laccophila Dicrotendïpes spec. Endochironomus albipennis E " tendens Glyptotendipes spec. Harnischia spec. Lipiniella arenicola Microchironomus tener Microtendipes spec. Parachironomus gr. arcuatus P " longiforceps Paracladopelma spec. Paratendipes gr. albimanus Phaenopsectra spec. Polypedilum gr. laetum P " gr. nubeculosum P " gr. pédestre P " gr. sordens Stenochironomus spec. Stictochironomus spec. Xenochironomus xenolabis Chironomini gen. div. indet Tanytarsini: Cladotanytarsus spec. Micropsectra spec. Rheotanytarsus spec. Tanytarsus cf. curvicornis T " spec, indet 8 4 8 6 4 5 7 7 6 5 4 8 5 6 8 4 6 7 5 45 4 7 5 BRYOZOA: Cristatella mucedo Plumatella spec. div. 7 8 78 6 9 7 5 74 THALLOPHYTA: Characea Totaal aantal individuen: Totaal aantal taxa: 87 4 408 4 788 08 5 57 65 44 8 4 indet (ex) gen. div. = tezeerbeschadigd omtedetermineren = exuviae (overige zijn larvenresten) = diverse genera waarvan geen beschrijving isgevonden
4 6.Z. Ecologieenverspreiding: EPHEMEROPTERA Ephoron virgo - Dezeeendagsvlieg issedert96nietmeerinnederlandaangetroffen (Mol, 98).Desoortiskarakteristiek voorzandige-enlemige afzettingen inlangzaam stromenderivieren (Schoenemund, 90).IndeRijnzelfslechts bekend vandebenedenloopvoorbijbonn (BijlageIX, Miederrhein) (Lauterborn,98), Voortsis E. virgo indebenedenloopvandemoeselaangetroffentotdatdekanalisatieindezestiger jarenhieraaneeneindheeftgemaakt (Mauch, 96). Ephemera spp. -Enigesoortenvanditgeslachtgravenzichinzandbodemsinvan bekenenstilstaandewateren. Ephemera lineata isgebondenaanbenedenlopenvan groterivieren (Mol, 98). Potamanthus luteus -Eenbewonervangroteenkleinerivieren.Desoortkwamtot heteindvandevorigeeeuwvoortotrotterdam (Albarda, 889).Hetisgeensoort diegebondenisaandebenedenloop,aangeziende vangstgegevenszichuitstrekken overdegehelerijn (Lauterborn,97 en 98). Isonychia ignota -Dezesoortleeftin ~;rote rivieren,ooplaatsenmeteen snellestroming (Schoenemund, 90).DevorigeeeuwookinNederland verzameld (Albarda, 889). PLECOPTERA Isogenus nubecula - Eensoortvangroterivieren (lilies, 955).InNederland voorhetlaatstgevangenin96 (Claessens, 98).Dezesoortheeftdegehele RijnbewoonttotBasel (Lauterborn,97en 98). Isoperla grammatica -kwaminnederland vooringrotereenkleinererivieren (Geijskes, 940).Na954isgeenexemplaarmeergevangen (Claessens, 98). TRICHOPTERA Rhyacophilidae - Defamilie (metééngeslachtineuropa) is, behoudensenige soorten,inhaarverspreiding beperkttotbekenenbronneninhetmiddengebergte (Botosaneanu.& Malicky, 978).InNederland slechtsbekenduitz.limburg (de Vos, 90enSmissaert, 959). Glossosoma sp -Hetgeslachtkomtvoorinbergbekenmeteensnellestroming, innederland slechtsaangetroffeninz.limburg (de Vos, 90). Cheumatopsyche lepida - DezesoortiszeeralgemeengeweestindeNederlandse rivieren (Albarda, 889)Dezeeeuwisechtergeenvindplaatsmeervermeld (Fischer, 94).LauterbornmeldthetvoorkomenindeRijntot Basel. Hydropsyche angustipennis -komtnogvoorinnederland,zijhetuitsluitendin snelstromendebekenenkleinererivieren.vermoedelijk is H. angustipennis de meestbovenstroomsgerichtesoortvande Hydropsychidaedietijdensditonderzoekzijnverzameld. n.ij derecenteinventarisatievanklinkenhollerpillot
5 (98)isdezesoortnietaangetroffen inderijnof Maas. Hydropsyche contubernalis - Enigeverwarringontstaatbijhetraadplegenvan rivierliteratuue.zowelinoudereliteratuurvanderijnenmaas,alsdie betrekking heeftoprussischeriverenendedonau, wordt H. contubernalis nietvermeld.alsmeestabundantesoortwordt H. ornatula genoemd. Botosaneanu &Malicky (978) stellenvastdat H. ornatula weliswaareengroot verspreidingsgebied heeftmaar,näarhetlijkt,overalzeerzeldzaam is. Mischienisdesoort H. ornatula uitdegeraadpleegde literatuurdezelfde als, dedoor mij, in recentezowelalshistorischemonstersverzamelde H. contubernalis. Temeerdaardelaatstenergenswordtgenoemdwaar H. ornatula abundantin benedenlopenvanrivierenis aangetroffen. DedoorAlbarda (989) genoemdesoort H. orantula iszeeralgemeenlangsde rivieren (dezeopgavenhebbenbetrekkingopimagines).vanurk(98) steltvast datinhetafgelopendecennium H. contubernalis zichindeidsselheeftgevestigd enermomenteeleengroeiendepopulatieaanwezig is. Hydropsyche pellucidula -iseveneenseentypischerivierbewoner.lauterborn(98) noemthetmassalevoorkomenvandezesoortinde "Mittelrhein".OokinNederland is H. pellucidula beslistnietzeldzaamgeweestindegroterivieren (Albarda, 889). Ecnomus tenellus - isookhedetendageaanalgemenesoortvanstilstaandenlangzaamstromendewateren.indemaasabundanteninderijnschaarsvertegenwoordigd (KlinkenMollerPillot, 98). Cyrnus spp. -ZowelC. flavidus alsc. trimàculatus zijnalgemeenin Nederland. C. trimàculatus isvooralindemaasregelmatigaangetroffen.inderijnis dit inveelminderematehetgeval (KlinkenMollerPillot, 98). Polycentropus flavomaculatu - Desoortkomtinallerleistromendeenstilstaande waterenvoor (Botosaneanu& Malicky, 978).Inveelrivierinventarisatieswordt P. flavomaculatus vermeld.indehuidigerivierenisdesoortnietverzameld (KlinkenMollerPillot, 98). Psychomyia pusilla -bewoontbij voorkeurgroterivieren, maarookbekenen merenvormeneengeschiktebiotoop (Botosaneanu & Malicky, 978).Desoortis vanafbaselalgemeengeweestinderijn (Lauterborn,97en98, Albarda, 889). DelaatsteNederlandsevondstdateertuit9 (Fischer,94-). Brachycentrus subnubilus -iseveneenseensoortvangroterivieren.lauterborn (97) geeftdesoortopvoorde "Oberrhein".Mauch (96) verzamelde B. subnubilus indemoeselbijdemondingvandesaarendesureondergrotestenenin matigetotsterkestroming.eveneenswerddesoortgevangenopdeeigenlijke rivierbodem.innederland zijngeenopgaven bekend uitdegroteriveren, welis
ló desoortgevangenindeswalm (90) enindeaabijberlicum (99)(Fischer,94), Micrasema spp. - Ditgeslachtbevathoofdzakelijkbewonersvanhetmiddengebergte alwaarzetevindenzijninbeken.slechts M. setiferurn wordtdoorbotosaneanu &Malicky (978)ookalsrivierbewonergekarakteriseerd.UitNederland isslechts M. minimum bekendvanz.limburg (de Vos, 90). Lepidostoma hirtum -leeft bijvoorkeur ingroterivieren.indevorigeeeuw verzameld bij VenloenArnhem (Albarda, 889) enindezeeeuwindeswalm (de Vos, 90). Ceraclea spp. -Vanditgeslachtwordteenaantalsoortenopgegevenvoorgrote rivieren,zoalsc. alboguttata, C. annulicornis, C. aurea, C. dissimilis en C. nigronervosa (Botosaneanu&Malicky, 978).Tijdensderecenteinventarisatie doorklinkenhollerpillot (98) zijn,inzeerkleineaantallen, C. dissimilis en C. senilis verzameld indemaasenc. fulva inderijn. C. annulicornis is bekenduitde "Mittelrhein"(Lauterborn, 98) eninnederland uitdemaas,de Z. WillemsvaartendeSwalm (Fischer, 94). Mystacides longicornis en Triaenodes bicolor -komenooktegenwoordigvoorin allerleistilstaandewateren.volgensbotosaneanu &Malicky (978) komendeze soortenookvaakvoorinlangzaamstromendewaterenmeteenrijke vegetatie. SIMULIDAE Prosimulium spp. -Hetgeslachtisvooralaantetreffeninsnelstromendebeken (Zwick, 978) enkanzekernietkarakteristiek wordengenoemdvoorgroterivieren. Byssodon/Parabyssodon -Beidegeslachtenzijntypischebewonersvangroterivieren meteenmatigetotsterkestroming. Byssodon maculatum en Parabyssodon transiens kwamenvolgensrubsow (964) massaalvoorindegroterivierenvanwestenoost Europa.VolgensvanderWulp (877)is Byssodon maculatum eenzeergewoonesoort ingelderland.ookeensterotterdamgevangen. CHIR0H0MIDAE Buchonomyia thienemanni -Brundin & Saether (978)hebbendezesoortgeplaatstin eennieuwesubfamilie.delarveis onbekend.deverspreidingvolgens Fittkau & Reiss (978) beperktzichinhoofdzaaktotrivieren.de exuviae, behoudensde tergietenverzameld tijdensditonderzoek,zijndoor mijaangetroffenindesûre (Luxemburg,8-8-98). DeSureiseenriviermeteenafwisselend eroderenden sedimenterendkarakter. Diamesa gr. carpatica -DelarveisbekendvandebenedenloopvandeDonau(Cure, 964)enwordtdoorCandea-Cure (97)ingedeeld bijdepsammorheofiele biocoenose. Monodiamesa bathyphila - KomtvoorinoligotrofemerenenriviereninRusland (Tshernovski, 96).Inde "Bodensee"isdesoortdoorReiss(968) verzameld inhet sublittoraal.
7 Prodiamesa olivacea - Eenalgemenesoortvanallerleistromendewateren.Ook tegenwoordig indegroterivierenaanwezig. Brillia spp. - eidesoortenkomeninmederland voorinbekenenrivieren. Doorgebrekaanreferentiemateriaal ishethelaasnietmogelijkom Brillia longifurca teonderscheidenvanderivierbewonende Eurycnemus crassipes die indevorigeeeuwisgevangenbijheelsumenarnhem (v. d. Wulp,977sub E. elegans). Orthocladius (Euorthocladius) rivulorum - Dit is een rheobionte soort van beken enrivieren (Lauterborn, 97, Thienemann,95enCranston, 98 a ). Paracladius conversus - TegenwoordigeenzeldzamesoortindeMaasenniet aangetroffeninderijn (KlinkenMollerPillot, 98). P. conversus bewoontmeren enlangzaamstromenderivieren (Hirvenoja, 97).InMederland isdesoortverder bekendvanbekenmeteenbeddingvanzanden detritus. Symposiocladius lignicola - Eenhoutmineerderwaarvandeimaginesin W.Europa zijnverzameld inengelanden W.Duitsland (Cranston,98). Eenbiocoenose,beschreveninhetzelfdeartikelomvatnaastdeze,nogdevolgende soorten: Brillia longifurca Polypedilum pédestre B " modesta P " spec. Metriocnemus gr. hygropetricus Stenochironomus spec. Thienemannimyia spec. Micropsectra notescens Hiervanis Stenochironomus eveneenseenhoutminerendgeslacht, datechterookin waterplantenaangetroffenkanworden (MollerPillot, 97Sff.) Chironomus spec. - Eenalgemeengeslachtindetritusrijkwater.Evenals Glyptotendipes spec. Polypedilum gr. nubeculosum Parachironomus gr. arcuatus Cladotanytarsus spec. Phaenopsectra spec. behorend totdepelofielerivierfaunaindezinvanklinkenmollerpillot (98). Cryptochironomus spec. - behoortmet Cryptocladopelmagr. laccophila, Harnischia spec., Microchironomus tener (alletegenwoordig aanwezig), Microtendipes spec. en Paratendipes gr. albimanus (niet(meer) aanwezig)totdepsammopelofiele faunavandegroterivieren (KlinkenMollerPillot, 98). Lipiniella arenicola - Eenbewonervanrivierzand indestroming,ofinhet zandigelittoraalvangrotemeren (Tshernovski, 96).In0.Europabekenduiteen aantalgroteriviereninrusland (Shilova,96enPankratova, 964).in W.Europa slechtsgevondeninhetamstelmeer (N. Holland). Microchironomus tener - Zie Cryptochironomus. Parachironomus gr. arcuatus -Zie Chironomus.
8 Parachironomus longiforceps - Abundantin de huidige rivierenen levendin Bryozoën-kolonies. Paracladopelma spec. - Metgeslacht bestaatuit zandbewonende soorten van stilstaand en stromend water. Dit taxonis door Klinken Holler Pillot (98) ingedeeld bij de psammofielefaunadie nietin Nederland,maarwel in de Donau ende Russische rivierenis verzameld.hetzelfde geldtvoor Stictochironomus en Lipiniella arenicola. Paratendipes gr. albimanus -Zie Cryptochironomus. Polypedilum gr. laetum - Een algemeen taxonin merenen stromend water (Holler Pillot, 978ff). Polypedilum gr. nubeculosum -Zie Chironomus. P " gr. pédestre - De larven levenin merenen stromend water.in Nederland zijnslechtsweinig vindplaatsen bekend (Nolier Pillot, 978ff). Enkele exuviae zijnvorig voorjaarin de Rijnverzameld (Klink en Moller Pillot, 98). Zievoorts Symposiocladius llgnicola. Polypedilum gr. sordens - In Nederland op veel plaatsen verzameld in stilstaand eutroof water.de larven leven in- en op plantenstengels (Moller Pillot, 978ff). Stenochironomus spec. - Slechtsweinig vindplaatsenin Nederland.In Rusland levendin de littoraal zonevan meren met een abundante vegetatie, alsmede langs deoevers van rivierenwaarze in oude takken en Carex-bladerenboren (Tshernovski, 96).In de Donaudeltais het geslacht gevondenin slib met houtresten (Cure, 964)zievoorts Symposiocladius lignicola. Stictochironomus spec. -Zie Paracladopelma spec. Xenochironomus xenolabis - leeftin sponskoloniesdie zichop de stenenhebben vastgezet. In de huidige rivierenalgemeen. BRYOZOA Cristatella mucedo - Een algemene soortvoorouderivierarmen. C. mucedo neemt snelaf bij toenemende stroomsnelheid waarvoorplumatella-soortenmeerde voorkeur hebben (Lauterborn (97). THALLOPHYTA Characea - Ten aanzienvan kranswieren merkt Lauterborn (97) op dat in bijna afgesloten rivierarmenwaar slechtsnog af en toe stroming optreedt, vaak aaneengesloten veldenvan Characea aanwezig zijnop een dieptevan -,5 m.
9 7.Evaluatievandeverzameldegegevens Inhetvorigehoofdstuk isgeblekendandesedimentrestengrotendeelshebben behoordaanorganismendievroegerentegenwoordig indenederlandserijnzijn aangetroffen. HetmerendeelvandetaxaheeftdegeheleRijnbewoontenslechtseenklein gedeelte isgebondenaandebenedenloop.hiernaastzijnookenigeresten verzameld vantaxadie,inhunhuidigeverspreiding,bekenenkleinerivierenbewonen. Teneindehetgedragvandesedimentrestenenigzinstekunnenbegrijpen,wilik devolgendedenklijnintroduceren: Hetkaderwaarindesedimentresten zich,insterkvereenvoudigde vorm,kunnen gedragenligttussendevolgendegrensvoorwaarden..allerestenwordenmeegevoerd metdestroom. Ditheefttotgevolgdatinhetestuarium,inchronologische volgorde,defaunarestenuithetgehelestroomgebiedwordenafgezet, metuitzondering vanderesten dieonderwegpermanentaanhetwaterwordenonttrokken.inkonkretozijndit dichtslibbendemeandersenandereplaatsenmeteenzodanigestroomsnelheiddat hetslibbezinktenookbezonkenblijft.bijvoorbeeld de "Bodensee" entrajekten diegebaggerd moetenwordenomderivierbevaarbaartehouden. Bij dezehypothese zalstroomafwaartsgaande, eensteedskleinerehoeveelheid restenindestroming aanwezig zijn,afkomstiguitdebodenloop.dezehoeveelheid isafhankelijkvan deplaatsenhetaantalvandezezg. "restenvangers".defaunasamenstellingin demonsterszaleenreflektiezijnvanbewoners, afkomstiguitallehabitatsdie inderivieraanwezigzijn..allerestenblijvenachterinhet sediment. Dithoudtindatdestrominggeenrestenmeevoerdenderestendieindemonsters wordenaangetroffen,afkomstigzijnvanorganismendieterplaatsehebbengeleefd. Zodoendezal,inditgeval, eenmonsterbestaanuitfaunarestendieafkomstigzijn vanéén habitat. Uitdeverzameldegegevenszaldeaktuelesituatiewordeningeschattussen dezeuitersten. Demonsters-7bevatteneenzeeruiteenlopendekorrelgrootte-verdeling.Desondanksvertoontdefaunaeenopmerkelijkgroteovereenkomst.Bovendienkan uitdefaunasamenstelling indemonsterswordenafgeleiddathettotalerivierbeeldhierinisvertegenwoordigd.naaststroomminnendesoortenzijnookbewoners vanslibenblad/houtmineerdersaangetroffeninéénzelfdemonster. Beidekonstatereringentenderennaargrensvoorwaarde. Vervolgenszijndedichthedenbepaaldvan derestenpervolume-eenheid sediment.
0 Hierbijisgeenrekeninggehoudenmethetindebodemaanwezigewater. Bijmonster9ishetsedimentvolume bepaald aandehandvandehoeveelheidzwevendestof (40 mg/l,naarr.i.z.a. (980)),metdeaannamedatdezestofvan mineraleoorsprongis (soortelijkemassa,7 gr/ml). Monster Bodemsoort Volume lemigzand 0,ltr lemigzand 0,8 5 grofzand 6, 6 grof/fijnzandmetleem,6 7 fijnlemigzand 0, 9 zwevendestof 0,4 Aantalresten Dichtheid/ltr 87 870 4 540 408 55 4 86 788 66 08 707 Ondanksdezeerglobalekarakterisering vandesedimenten (defraktiekleiner dan0,00mmisnietbepaald),blijktgroversedimentzeerweinigrestente bevatten.tevensisdedichtheid vanrestenindestromingzeerhoog (monster 9). Ookhieruitmoetwordengekonkludeerd danderestenzich, minof meer, gedragen alsingrensvoorwaarde geschetst.de "restenvangerszijndelemigezandenin hetzomerbedendekleieninhetwinterbed. Inhetvoorafgaandebenikuitgegaanvaneenrivierdierestenmeevoerten deze, tendele,opbepaaldeplaatsenlaatbezinken.inhetnuvolgendezalaandachtworden besteedaanerosie, eenbelangrijk procesindebenedenloopvaneengenormaliseerde rivier.vantil (979) geeftindeonderstaandetabeleenoverzichtvandedaling ingemiddeldezomerstandvandewaaloverdeperiode87-880tot 95-960. Hierbijvaltdeeersteperiodesamenmetdeuitgebreideaanlegvankribbentijdens detweedenormalisatie (zieookbijlageniven V) Waal Dalingindm Keulen 9 Lobith 0 Nijmegen 8 Tiel MV (Bij m,5me (bij middelbareeb) Zaltbommel 0 MV 5 ME Gorinchem minderdan MV meerdan ME
DeLekendeIsselvertoneneenovereenkomstig beeld.indeduitse "Niederrhein" is,indeafgelopen80jaar,bijna mverlaging opgetredenindelaagwaterstanden (v. Til, 979). Inhetbeginvandithoofdstuk iseenhypothesegeformuleerd, waarbijdesedimentrestenvoorhetmerendeelafkomstig zijnuithetdirektbovenstroomsgelegen trajekt.hieropmoetdeinvloed vanerosiewordeningeschat. Immers,indiendoorerosieoudesedimentenwordenmeegevoerd,dankunnendeze bijgemengd zijnin het,recentafgezette, sediment. Ditaspektkanwordenbelichtdoordefaunavanmonster9te evalueren. Hetmonsterwijktindevolgendeopzichtenafvandeoverige monsters:.hetprocentueleaandeelvan Ephemeroptera + Plecoptera isveellager.. De verhouding Hydropsyche contubernalis/cheumatopsyche lepida, inde overige monstersschommelend tussen en8,isvolledigverschovennaar H. contubernalis..deaandelenvan Dicrotendipes en Glyptotendipes zijn, bijdechironomidae sterktoegenomen,terwijl Xenochironomus xenolabis slechtsaanwezigisin monster 9. A-. Dediversiteitisveellager (zieonderstaande figuur). Aantal taxa 00 H 80. 7 5 60. 4 40. 6 9 0. ""T 00 400 600 800 000 Aantalindividuen
Dezeverschillenzijnteverklarenuitdetoenemendebeïnvloeding gedurende deafgelopeneeuw(en).deinvloed vanerosieisechtertochmerkbaar.uithet voorkomenvan Ephoron virgo, Psychomyia pusilla, Polycentropus flavomaculatus en Microtendipes blijktdatookfaunarestenuithetverledenindehuidigerivier wordenmeegevoerd.opgrondvandetotalefaunasamenstelling inmonster9blijkt dat dezeinvloedweliswaargering is, maardatterdegerekeningmoetwordengehouden methetfeitdatdateringvaneensedimentwelmogelijk isvoordeplaats waar hetsedimentvoorhetlaatstis afgezet,maardatdefaunaresteneenhogereleeftijdkunnenhebben. Derhalvekanslechtsdeminimaleouderdomvaneensedimentenhaarresten worden vastgesteld. Samenvattend kandevolgendewerkhypothesewordengeformuleerd: Derestenzijnvoorhetmerendeelafkomstiguithet, direkt, bovenstroomsgelegen trajekt.eenklein,nietkwantificeerbaar,gedeeltevanderestenkanafkomstigzijn vanverderstroomopwaarts.doorerosieisookhetverledeninhuidigeresten gereflekteerd. Hierbij moetwordenopgemerktdathet, metdebeschikbaregegevens,nietmogelijk isomdeinvloedvanafvoerverschilleninteschattenopdeze hypothese. Terafsluitingvandithoofdstuknogenigeopmerkingenvanhydrobiologischeaard: -Inditonderzoek isgeblekendatallegroepenvaninsektenmeteenaquatische levenswijze,restenachterlatendieslechtsmechanischeschadeondervinden. -Indelijstvenaangetroffentaxazijndekeversnietopgenomen,aangezien ikaanderestennietkanzienwaarhetaquatische-enwaarhetterrestrischekevers betreft.dezeresten (overigenszeerkleinin aantal)zijnonderbehandelingvan Drs.. Cuppen (mijndank hiervoor).voortszijnrestenaangetroffenvan Cladocera, Diatomeeën,gepanserdemijten (Oribatidae),zadenenandereplantenresten, waaraan indezestudiegeenaandachtis besteed. -Aangezieneenbiologischebeoordelinghaarfundamentheeftinorganismen,of restenervan,ishetvangrootbelangdatzoveelmogelijkrestentotsoortsniveau wordengedetermineerd.ineenaantalgevallenlevertditweinigproblemen op. BijEphemeroptera,PlecopteraenSimulidaeechterzijndeoverblijfselenvaak nietdiegenewaaraaneengrotetaxonomischewaardeistoegekend.derhalvewil ikeropaandringendateenvervolgvanditonderzoekwordtgekombineerdmeteen taxonomischestudieaandezegroepen.
8. Konklusies.Restenvandefaunadieheeftgeleefd vóór745 (monsters5-7) envóór 880 (monstersena-) zijnovereenkomstig oudere literatuuropgaven uitnederland enmeerrecenteopgavenuitdedonauenenigerussische rivieren..deherkomstvanderestenisnietzondermeerduidelijk.demeest aannemelijkewerkhypothese,diemetdebeschikbaregegevens kanwordengeformuleerd,isdatderestenvoorhetovergrotedeelafkomstigzijnuiteen trajekt,direktbovenstroomshetmonsterpunt. Hierbijkaneenfraktie afkomstigzijnvanmeerbovenstroomsgelegentrajekten,terwijlbovendien bijmengingaanwezigisvanouderefaunaresten. Hetgeenveroorzaaktwordt door erosie..dateringvande monsters,opgrond vanhistorischegegevens,is mogelijk, zijhetdatslechtsdeminimaleouderdomkanwordenbepaald. A-. VandeEphemeroptera,PlecopteraenTrichoptera is, indehuidige Rijn, slechtsdekokerjuffer Hydropsyche contubernalis vertegenwoordigd inredelijk aantal. 5.Metpalaeolimnologischonderzoekinriviersedimentenachtikhetmogelijk omveranderingenindefaunainrelatietebrengenmetdechemische veranderingvanwaterenbodem.eveneensverwachtikdefysischeveranderingen vanhetrivierbed terugtevindenindefaunasamenstelling vandesedimenten.
k 9. Samenvatting OptweeplaatsennaastdeRijn is, metbehulpvanhistorischegegevens, een boringuitgevoerd insedimentendaterend vanvóór74-5 en 880. IndeWaalis, meteenfijnmazigdriftnet,eenmonstergenomenindestroomgeul. Tesamenheeftditgeleidtotdeanalysevanresten,verdeeld over9 taxa, waarvan8behorend totdefaunaen tothetplantenrijk. Hierbijisaanenige taxaeenecologischetyperinggegeven. Voortswordtingegaanopenigefysischeaspektenvandesedimentresten,inrelatie totdeherkomstendeleeftijd.hieruitwordeneenaantalkonklusiesgeformuleerd diezijngerichtopdemogelijkhedenvanpalaeolimnologischeonderzoek bij de biologischebeoordeling van rivieren.
5 0.Literatuur Albarda,H.,889.CataloqueraisonnéetsynonymiquederNéuroptèresobservés danslespayslimitrophes -Tijdschr. Ent. : -75. Bendegom,L.van, 96. HydrografievanhetRijnbekken.in: Dertiendevakantiekursusindrinkwatervoorziening -Moormans per. Pers p: 5-45. Botosaneanu,L. &Malicky, H.,978. Trichoptera.in: lilies,.. (ed.)- Limnofauna Europaea Stuttgart p: -59. Brundin, L. &Saether, O.A.,978. Buchonomyiaburmanica sp. n.and Buchonomyiinae, anewsubfamilyamongthechironomidae (Diptera)- Zool. Scripta 7: 69-75. Candea-Cure, V., 97. Contributions àlaconnaissancedelafaunedechironomidés (larves) dubassindelarivièrebistritadanslazonedulacde barragebicazavant, audébutetsixansaprèslamiseeneau - Can. Ent. 0: 44-4. Carter, CE.,977.TherecenthistoryofthechironomidfaunaofLoughNeagh fromanalysisofremainsinsedimentcores - Freshw. Biol. 7: 45-4. Ciaessens,E.E.C.M., 98.Thestoneflies (Plecoptera)oftheNetherlands- Nieuwsbrief Eur. Inv. Survey 0: 7-77. Cranston,P.S.,98. AkeytothelarvaeoftheBritishOrthocladiinae (Chironomidae)- F. B. A. sc. Publ. 45: -5. Cranston,P.S.,98. ThemetamorphosisofSymposiocladiuslignicola (Kieffer) n. gen.,n. comb., awood-miningchironomidae (Diptera)- Ent. scand. : 49-49. Cure,V.,964. BeiträgezurKenntnisderTendipediden (Larven)imrumänischen Donaugebiet - Arch. Hydrobiol. Suppl. 7: 48-44. Fischer, F.CO.,94. VerzeichnisderindenNiederlandenunddem NachbargebietevorkommendenTrichoptera - Tijdschr. Ent. 77: 77-0. Fittkau, E.. & Reiss,F.,978. Chironomidae.in: lilies,.. (ed.)- Limnofauna Europaea Stuttgart p: 404-440. Geijskes, D.C, 940. VerzeichnisderindenNiederlandenvorkommendenPlecoptera miteinigegeschichtlichen,ökologischenundsystematischen Bemerkungen - Tijdschr. Ent. 8: -6. Ilenrikson, L.e.a., 98. TheimpactofacidificationonChironomidae (Diptera) asindicated bysubfossilstratification - Hydrobiologia 86: -9. Hirvenoja, H.,97. RevisionderGattungCricotopusvander Wulpundihrer Verwandten (Diptera, Chironomidae) - Ann. zool. fenn. 0: -6.
6 Hofmann,W.,97.DiepostglacialeEntwicklung derchironomiden-undchaoborus- FaunadesSchösees - Arch. Hydrobiol. Suppl. 40:-74-. lilies,., 955. SteinfliegenoderPlecoptera - Tierweld deutschl. A-: -50. Klink,A.G.,98.Eenoriënterend onderzoekaandesedimentenvanhetgroot Huisven - Hydrobiol. Advb. Klink Rapp. Med. 4: -5. Klink,A.G. &MollerPillot,H.K.M., 98. Onderzoekaande makro-evertebraten indegrotenederlandse rivieren - Hydrobiol. Advb. Klink Rapp. Med. : -57. Lauterborn,R.,97.Diegeografischeund biologischegliederung desrheistroms - Sber. heidelb. Akad. Wiss. Math. Nat. Klasse Abt. B Abh. 5: -70. Lauterborn,R.,98.DiegeografischeundbiologischeGliederung desrheistroms - Sber. heidelb. Akad. Wiss. Math. Nat. Klasse Abt. B Abh. : -80. Mauch,E., 96. Untersuchungen überdasbenthosderdeutschenmoselunter besondererberücksichtigung derwassergüte - Mitt. zool. Mus. Berlin 9: -7. Mol,A.W.M.,98.Somepreliminary notesonthedistribution patternsof EphemeropteraintheNetherlands -Nieuwsbrief Eur. Inv. Survey 0: 67-7. MollerPillot,H.K.M.,978ff.DelarvenderNederlandseChironomidae (Diptera) Ned. faun. Med.. Pankratova,V.Ya.,970. Diptera,Chironomidae =Tendipedidae. (larvaeandpupae ofthesubfamily Orthocladiinae oftheu.s.s.r.fauna) - Izd. nauk Leningrad p:-44 (Russisch). Pons,L.., 957.Degeologie,debodemvorming endewaterstaatkundige ontwikkeling vanhetlandvanmaasenwaaleneengedeeltevanhetrijkvannijmegen - Ver si. lanbk. Onderzoekingen :-56 + Bijl. Reiss,F., 968. Ökologischeund systematischeuntersuchungen anchironomidendes Bodensees - Arch. Hydrobiol. 64: 76-. R.I.Z.A., 980.Dewaterkwaliteit vanderijninnederland indeperiode97-979 - Notanr. 80-0: -7. Rubsow,I.A., 964. 4. Simulidae (Melisinidae)in:Lindner, E. (ed.)- Die Fliegen der Paläarktischen Region Bd. III : -689. Schoenemund,E., 90. Eintagsfliegen oderephemeroptera - Tierwelt deutschl. und angrenzenden Meeresteile 9: -06. Shilova, A.I., 96. (ThemetamorphosisofLipiniellaarenicolaShilova (Diptera, Chironomidae)) - Trudy Inst. biol. Vodokhran. 5:7-80 (Russisch). Smissaert,H.R., 959.Limburgse beken - R.I.V.O.N. med. 5: 7-78. Thienemann,A.,95. Chironomiden-Metamorphosen X.Orthocladius-Dactylocladius (Dipt.)- Stettiner ent. Zeit. 96: 0-4.
7 Til,K. van, 979.DeRijntakkenvandebowenrivierensedert600 - Rijkswaterstaat Bovenrivieren Arnhem p: -6 + 0 Bijl. Tshernovski, A.A.,96. IdentificationoflarvaeofthemidgefamilyTendipedidae. (Transi.Lees,E.&Marshall, K.E.) -Nat. lending Libr. Sc. Techn. Boston Spa p: -00. Urk,G. van, 98. Veranderingen indemacro-invertebraten-faunavandeiossel - HO : 4-94-499. Velsen, C, 768. Rivierkundigeverhandelingen.Afgeleid uitwaterwigt-en waterbeweegkundigegrondbeginselen.entoepasselijkgemaaktopden Rhyn,de Maas,de Waal,deMerwedeendeLek - Harlingen p:-. Ven,G.P.van de, 976. Aandewiegvnarijkswaterstaat (wordingsgeschiedenisvan hetpannerdenskanaal) - Walburg Pers Zutphen p: -47. Vos, A.P.C., 90. ÜberdieVerbreitungderaguatilesInsektenlarvenindenNiederlanden -Int. Rev. ges. Hydrobiol/Hydrograph. 4: 485-506. Warwick, W.F., 975.TheimpactofmanintheBayofQuinte,LakeOntario, as shownbythesubfossilchironomidsuccesion (Chiornomidae, Diptera) - Verh. int. Ver. Limnol. 9: 4-4. Weast,R.C. (ed.),978. CRChandbookofchemistryandphysics, 58 edition - CRC Press Cleveland. Westhoff, V.e.a., 97. Wildeplantendeel:dehogeregronden - Ver. Behoud Natuurmonumenten p: -59. Wilkinson, B., 98. Quarternarysub-fossilTrichopteralarvaefrom asiteinthe EnglishLakeDistrict - Proc. int. Symp. Trich. 409-48. Wulp,F.M.vander, 877. Dipteraneerlandica - Martinus Nijhoff 's Gravenhage p:-497 +0 PI. Zwick, H., 978. Simulidae. in: lilies,.. (ed.)- Limnofauna Europaea Stuttgart p: 96-40.
BijlageI: Dewaterstaatkundige toestand inhetlandvanmaasen WaaleneengedeeltevanhetRijkvanNijmegen (Pons, 957)? <?? ä ;?ï<ör» S! 5
Bijlage II: DeRijnbijRhenenin68 (uitvandeven, 976) tfaart van Gerard Passavant: De Nederrijn met zijn kribben beneden Rhenen in 68 (Rijksarchief Gelderland). Het Noorden is naar beneden gericht. De kaart toont aan hoe moeilijk de situatie voor de scheepvaart is. De twee lange kribben liggen aan het benedeneinde onder water. De vaargeul is met de lijn GG aangeduid.
Bijlage III: RijnbijOpheusden (88),* tfrflj.«" /f // A T T r ir E
// /tone n ü che, e ' </ f ITS till*' Bijlage IV: Rijn bij Opheusden (879) v ^Oph en s Je7&Sj Jï:é h -****J Onnêüst /; 7? # ' I ' i " ' ; ;! ' ; i i i i! ' ' '. ' ' ' :»! ' ' ' ; i i! i i : *! j :!! i j ; i! i!! ' i! i s ;. i, i ' ;, - ; > ' f! Mi'! i ; i! ; i [ i ' ' i i '. i ' ; i : '. ' i., L» iliiiiii iilmlili lliiiill', llllliil.;ii.; imm
- \ V H* X \ % Bijlage V: Rijn bij Opheusden (98) // i.. II II' U ";i~j/i <'; / A,- /, - "_//,. ^... IX M ii ^ rttttm^stt r.vaw // /<' / / f' // II-,/ // / * i / * /y \*' V //i' // < i/r'/y.v I* '' /' o/t/l' / \l,/ä,,,,r IU '', M/.Aui./'/.'.'''.»/,< Vi, -V- ' 't. -y*e.vtfrvl/mrvw.- *'* ' ïjt C^> E- ^ ; '" ft'.h f' ''<*?' ' " ' ' l '-'' '' " 'X.vm K!( I' ^?**--' iim'*"" - ' vl s «"«i r MK-I; ijm«s..w '^ViJoi-i-iNVN - I*4L' ^T^***^*. «'? ^ ~- "*"** - "*.." h i *- ail"** '"''»" j&rx IJ IJl ^. ^**»i" - -. I' ^"-"«i H]*.~JBa.b-».-. Si.» ^ *--~ -S^* / n -. v, -- -< : C)eiYi-\.,.... '" N90". '"'' "-;.,-f?.7/,. //.v,/, /y. -. A, ^.^C^^^f^^çv /\ $*&<:' /OF*»«- ' V«-.» T / * 7./a-
Bijlage VI: Splitsing bijschenkenschans (595-68) (v. Til, 979) 64 68
Bijlage VIII: Splitsing bij Schenkenschans (75-980) (van de Ven, 976 en ANWB Waterkaart, 980) 75 S P IJ K 745 Jy-'-r MILLINGE S ^SsÉ ÖIMMEft yw KEEPCEN-4! KEEKEN-4»» «Os^. ' l i,, fiovè^r-' DfiflTSBJOOUANÉ iffs -..v ^ -«_»_ j. J. (ALLEEN VOOR CHENKEN SCHANZ üf DUFFELWARC MOTOR^Sfe»-.'. D A/ D
Bijlage VII: Splitsing bij Schenkenschans (699-7) (v. Til,979envandeVen, 976) 7
BijlageIX: Geleding vanderijn (Wilson & Wilson,inprep.) VerhangvandeRijn ( v.bendekom,96) BODENSEE CHU&
Bijlage X: Resten zoals die in de sedimenten zijn aangetroffen P\. Ephoron virgo 7 V cf. Isonychia ignota cf. Isogenus nubecula Polycentropus flavomaculatus Cheumatopsyche lepida Simulidae gen? Diamesa gr.carpatica Chironomini Lipiniella arenicola
Bijlage XI: PublikatiestebestellenbijhethydrobiologischAdviesburo. RapportenenMededelingen:.Klink, A.G., 980.DeSprengvanGeurts (Apeldoorn),eenhydrobiologische verkenningalsachtergrond voorhettevoerenbeheerp:-8 + Bijl.fl.5,. " 98. Determinatie-tabelvoordepoppen enlarvendernederlandse Tanytarsini p:- +Fig. fl. 5,. Klink, A.G.enMollerPillot, H.K.M., 98. Onderzoekaande makro-evertebraten indegrotenederlnadserivieren,p:-57. fl. 0,-- -a 4.Klink, A.G.,98. Eenoriënterend onderzoekaandesedimentenvanhetgroot Huisven. p:-5. fl.,50. 5. " 98. Hydrochemische inventarisatievanhetoppervlaktewater in gebiedenlangsdezuidwillemsvaart, p:-4.fl. 6,-- 6. " 98. Makro-evertebraten inenlangs zandputteninderandmeren (Gooimeer, HuizenenVeluwemeer, Harderwijk) p:-6.fl.,-- 7. " 98. Studieoverdetoepasbaarheid vanpalaeolimnologisch onderzoekinriviersedimenten.eenmiddelombiologischebeoordelingvan rivierenteonderbouwen?p:-7 +XIBijl. fl. 7,50. "Medeklinkers".Klink, A.G., 98. HetgenusMicropsectraKieffer (Diptera: Chironomidae). Eentaxonomische-oecologischestudie, p:-59 +Fig. fl. 0,. " 98.KeytotheDutchlarvaeofParatanytarsusThienemann &Bause Overdrukken: with anoteontheecologyandthephylogeneticrelations, p:-6.fl. 5,. Klink, A.G., 98z.Rheopelopiaornata (Meigen):Descriptionofthe metamorphosisandecologyof ariverinhabitingtanypodinae-larva,newtothe Dutchfauna (Diptera: Chironomidae) - Ent. Ber. A'dam 4:78-80.. " 98. DescriptionofMochlonyxtriangularisn. sp.and akey tothelarvae, pupaeandimaginesofthepalaearcticspeciesof MochlonyxLoew (Diptera: Chaoboridae) - Ent. Ber.A'dam 4: 50-55.. " 98. Rheotanytarsusrhenanusn. sp. Acommonmidgeofthelithorheophilicfaunainthelargelowland rivers (Diptera: Chironomidae) - Ent. Ber. A'dam 4: 6-8. it- " inprep.descriptionofthelarvaofparapsectrastyriaca (Reiss) (Diptera:Chironmidae) - Ent. Ber.A'dam (accepted).