Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter

Vergelijkbare documenten
Formuleblad Wisselstromen

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

Impedantie V I V R R Z R

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Uitwerkingen 1. Opgave 2 a. Ueff. 2 b. Opgave 3

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos:

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2015 PRACTICUMTOETS

Practicum Zuil van Volta

Practicum complexe stromen

Repetitie Elektronica (versie A)

Wisselstromen. Benodigde voorkennis Elektriciteit (deel 2) Paragraaf 1 t/m 8 Elektronica Paragraaf 4 t/m 6

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

havo practicumboek natuurkunde

Werkstuk Natuurkunde Schakeling

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

1) Neem een blokje en meet met een krachtmeter hoeveel kracht er nodig is om een blokje op te tillen.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Uitwerking LES 10 N CURSSUS

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

PRACTICUM TRILLINGSKRINGEN onderdeel van het vak Trillingen en Golven

Benodigdheden Lichtkastje met één smalle spleet, half cirkelvormige schijf van perspex, blad met gradenverdeling

De transferfunctie of de versterkingsfactor van een schakeling is gelijk aan de verhouding van de uitgangsspanning op de ingangsspanning.

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A)

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

Practicum elektriciteit VMBO-t, Havo & Atheneum

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Wisselstromen. Benodigde voorkennis Elektriciteit (deel 2) Paragraaf 1 t/m 8 Elektronica Paragraaf 4 t/m 6

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Een mogelijke oplossing verkrijgen we door het gebruik van gyratoren. In de volgende figuur zien we het basisschema van een gyrator.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

Uitwerking LES 5 N CURSSUS

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

FORMULE BLAD - VERON ZENDCURSUS

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte:

Bijlage 2: Eerste orde systemen

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur.

Proefexamen N najaar 2001

In deze proevenserie gaan we kijken wat elektriciteit is en wat je er mee kunt doen.

1. Langere vraag over de theorie

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Docentenhandleiding

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Stroom uit batterijen

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven verdeeld over drie bladzijden. U heeft drie uur de tijd.

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Uitwerking LES 22 N CURSSUS

Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de transformator.

De 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011

Elektrische Netwerken 27

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

12 Elektrische schakelingen

Uitwerking 2010-A practicum gat geleidingsband en valentieband in halfgeleider

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

Practicum magneten. Naam: Klas:

A-examen radioamateur : Zitting van 11 oktober Reglementering

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE LEICESTER, GROOT BRITANNIË PRACTICUM-TOETS

Parametervariatie bij het Chua circuit. J.A.G. Wouters DCT nr.:

Lessen in Elektriciteit

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)


LABO. Elektriciteit OPGAVE: Reactief vermogen in een driegeleidernet. Sub Totaal :.../80 Totaal :.../20

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

Meten aan RC-netwerken

Teslaspoel. Teslaspoel maken, Magnetisme,

Meetverslag. Opdracht meetpracticum verbreding Elektrotechniek WINDESHEIM

3.2 Instapprobleem met demonstratie Schakelingen van drie lampjes

Naam: Klas: Practicum: de maximale snelheid bij rennen en de maximale versnelling bij fietsen

Verslag proef 3: Wisselstroombruggen. door Willem van Engen februari 2003, id#471917

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Geluidsnelheid. 1 Inleiding. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

VWO-gymnasium. VWO gymnasium practicumboek. natuurkunde

Labo. Elektriciteit OPGAVE: Metingen op driefasige gelijkrichters. Sub Totaal :.../70 Totaal :.../20

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Leereenheid 4. Diagnostische toets: Serieschakeling. Let op!

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

LABO 5 / 6 : De tijdbasis 2

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

I A (papier in) 10cm 10 cm X

Transcriptie:

Naam: Klas: Practicum: Kantelfrequentie en resonantiefrequentie Benodigdheden Gloeilampje, spoel, condensator, signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter Eventueel kan het gloeilampje vervangen worden door een combinatie van twee (rode) leds en twee weerstanden volgens het onderstaande schema. Hierbij zijn de twee weerstanden bijvoorbeeld 22 Ω. Opdracht 0 Bepaal met de LCR-meter de weerstand R van het gloeilampje. Bepaal met de LCR-meter de zelfinductie L van de spoel. Bepaal met de LCR-meter de capaciteit C van de condensator. Practicum Wisselstromen, Kantelfrequentie en resonantiefrequentie, www.roelhendriks.eu 1

In de volgende twee opdrachten staat de onderstaande schakeling centraal. Opdracht 1 Bereken met de meetwaarden uit opdracht 0 de kantelfrequentie in de schakeling. Bij deze frequentie is de impedantie van het gloeilampje gelijk aan de impedantie van de spoel. Opdracht 2 Bouw de schakeling en zorg ervoor dat de spanning van de signaalgenerator niet te hoog is (het lampje mag niet fel branden!). Ga na dat het lampje bij lage frequenties wel brandt en bij hoge frequenties niet. Bepaal globaal de overgangsfrequentie tussen beide frequentiegebieden. Ga na of de berekende kantelfrequentie overeenkomt met de experimenteel bepaalde overgangsfrequentie. Verklaar eventuele verschillen. Practicum Wisselstromen, Kantelfrequentie en resonantiefrequentie, www.roelhendriks.eu 2

In de volgende twee opdrachten staat de onderstaande schakeling centraal. Opdracht 3 Bereken met de meetwaarden uit opdracht 0 de kantelfrequentie in de schakeling. Bij deze frequentie is de impedantie van het gloeilampje gelijk aan de impedantie van de condensator. Opdracht 4 Bouw de schakeling en zorg ervoor dat de spanning van de signaalgenerator niet te hoog is (het lampje mag niet fel branden!). Ga na dat het lampje bij lage frequenties niet brandt en bij hoge frequenties wel. Bepaal globaal de overgangsfrequentie tussen beide frequentiegebieden. Ga na of de berekende kantelfrequentie overeenkomt met de experimenteel bepaalde overgangsfrequentie. Verklaar eventuele verschillen. Practicum Wisselstromen, Kantelfrequentie en resonantiefrequentie, www.roelhendriks.eu 3

In de volgende twee opdrachten staat de onderstaande schakeling centraal. Opdracht 5 Bereken met de meetwaarden uit opdracht 0 de resonantiefrequentie in de schakeling. Bij deze frequentie is de impedantie van de spoel gelijk aan de impedantie van de condensator. Opdracht 6 Bouw de schakeling en zorg ervoor dat de spanning van de signaalgenerator niet te hoog is (het lampje mag niet fel branden!). Ga na dat het lampje rond één frequentie fel brandt en verder niet. Bepaal globaal deze frequentie. Ga na of de berekende resonantiefrequentie overeenkomt met de experimenteel bepaalde frequentie. Verklaar eventuele verschillen. Laat het bovenstaande controleren. Practicum Wisselstromen, Kantelfrequentie en resonantiefrequentie, www.roelhendriks.eu 4

Naam: Klas: Practicum: serieresonantie Benodigdheden Signaalgenerator die een sinusvormige wisselspanning levert, aansluitdraden, LCR-meter, gloeilampje, spoel (van tussen de 10 en 100 μh), een aantal condensatoren (niet elektrolytisch) van tussen de 10 nf en 10 μf. Beschrijving van de proef In de proef wordt gewerkt met de hiernaast afgebeelde schakeling. Bij elke beschikbare condensator C wordt in combinatie met de (vaste) spoel L de resonantiefrequentie bepaald (serieresonantie). Dit wordt gedaan door de frequentie van de signaalgenerator te variëren en te zoeken naar die frequentie waarbij het gloeilampje R oplicht. Na verwerking van alle meetgegevens wordt nagegaan of het gevonden verband tussen de resonantiefrequentie en de capaciteit van de condensator in overeenstemming is met het theoretische verband. Opdracht 1: meten van de zelfinductie en de capaciteiten Stap 1: Bepaal de zelfinductie van de spoel met de LCR-meter. Stap 2: Bepaal van elke condensator de capaciteit met de LCR-meter. Practicum Wisselstromen, Serieresonantie, www.roelhendriks.eu 1

Opdracht 2: BEREKEN bij de grootste capaciteit de resonantiefrequentie Bereken bij de condensator met de grootste capaciteit de frequentie (resonantiefrequentie) waarbij het lampje oplicht. Leg uit of bij kleinere capaciteiten de resonantiefrequentie hoger of lager ligt dan de frequentie die hierboven berekend is. Opdracht 3: MEET bij elke condensator de resonantiefrequentie Bepaal bij elke condensator de frequentie (resonantiefrequentie) waarbij het lampje oplicht. Tip: begin bij de grootste capaciteit en eindig bij de kleinste. Practicum Wisselstromen, Serieresonantie, www.roelhendriks.eu 2

Opdracht 4: diagram maken Teken in het onderstaande diagram de hiervoor gevonden meetwaarden. Teken ook de trendlijn die zo goed mogelijk bij de meetpunten past. Practicum Wisselstromen, Serieresonantie, www.roelhendriks.eu 3

Toelichting op het gebruik van dubbellogaritmisch grafiekenpapier De functie y = a x b wordt op dubbellogaritmisch papier een rechte lijn. Er geldt immers log(y) = log(a) + b log(x). Als log(y) tegen log(x) wordt uitgezet, is de lijn recht met als steilheid (richtingscoëfficiënt of hellingsgetal) b. Opdracht 5: de steilheid van de trendlijn In theorie heeft de steilheid van de trendlijn in het diagram in theorie de waarde -1/2 decade per decade heeft. Een decade is een bereik van de waarden waarbij de onderen bovengrens een factor 10 verschillen. Dat de steilheid -1/2 decade per decade is, volgt uit: log(f) = log(a) - (1/2)log(C). Hierin is f de resonantiefrequentie, a een constante en C de capaciteit. Bewijs deze formule. Ga op een eenvoudige manier na of de steilheid van de trendlijn in het diagram inderdaad gelijk is aan -1/2 decade per decade. Laat het bovenstaande controleren. Practicum Wisselstromen, Serieresonantie, www.roelhendriks.eu 4

Naam: Klas: Practicum: Invloed van het aantal windingen op de zelfinductie van een spoel Doel van de proef Volgens de theorie is de zelfinductie van een spoel evenredig met het kwadraat van het aantal windingen. In dit practicum gaan we na of dat in de praktijk klopt. Benodigdheden Signaalgenerator, spoel om een ringkern, condensator van 10 μf, weerstand van 100 Ω, voltmeter (= multimeter die is ingesteld op wisselspanning), LCRmeter, 6 aansluitdraden De spoel in dit practicum bestaat uit een ringkern die in totaal 60 windingen in gelijke wikkelrichting bevat. Om het aantal windingen te kunnen variëren, bevat de spoel aftakkingen bij de 15-de, de 30-ste en de 45-ste winding. Zie de aansluitpunten A tot en met E in de figuur hiernaast. Bepaling van de zelfinductie In het practicum wordt de zelfinductie van de spoel op twee manieren bepaald. Bij de eerste manier wordt de zelfinductie rechtstreeks met een LCR-meter gemeten. Bij de tweede manier wordt een condensator met een bekende capaciteit in serie met de spoel geplaatst en wordt van de serieschakeling de resonantiefrequentie bepaald. Uit de resonantiefrequentie en de capaciteit van de condensator kan de zelfinductie van de spoel berekend worden. Opdrachten Opdracht 1 Meet met een LCR-meter de zelfinductie van de spoel bij 15 windingen (gebruik bijvoorbeeld de aansluitpunten A en B), 30 windingen (gebruik bijvoorbeeld A en C), 45 windingen en 60 windingen (gebruik A en E). Schrijf hieronder je metingen op. Practicum Wisselstromen, Invloed van het aantal windingen op de zelfinductie van een spoel, www.roelhendriks.eu 1

Maak een diagram waarin de zelfinductie L tegen het kwadraat van het aantal windingen (n 2 ) uitstaat. Ga na of L evenredig is met n 2. Leg uit hoe je dat in het diagram kunt zien. Opdracht 2 Meet met de LCR-meter de precieze capaciteit C van de condensator (nominaal 10 μf) in de hierna te bouwen schakeling. C = Bouw de onderstaande schakeling waarbij de spoel 15 windingen bevat. De weerstand R (= 100 Ω) dient ter bescherming van de signaalgenerator. Opdracht 3 In de bovenstaande schakeling is de gezamenlijke spanning over de condensator en de spoel bij één frequentie nul. Voor deze zogenoemde resonantiefrequentie f geldt: 1 f =. 2π LC Bepaal de resonantiefrequentie bij 15, 30, 45 en 60 windingen door de frequentie van de signaalgenerator zodanig te variëren, dat de aanwijzing van de voltmeter (die uiteraard op wisselspanning is ingesteld) 0 V is. Schrijf je metingen hieronder op. Practicum Wisselstromen, Invloed van het aantal windingen op de zelfinductie van een spoel, www.roelhendriks.eu 2

Bereken vervolgens bij elk aantal windingen de zelfinductie L uit de waarden van f en C. Ga na of deze waarden kloppen met de in opdracht 1 gemeten waarden van de zelfinductie. Schrijf je berekeningen hieronder op. Opdracht 4 Bereken bij elk aantal windingen het product van de gemeten resonantiefrequentie en het aantal windingen. Wat valt je op? Kun je dit verklaren? Laat het bovenstaande controleren. Practicum Wisselstromen, Invloed van het aantal windingen op de zelfinductie van een spoel, www.roelhendriks.eu 3

Naam: Klas: Practicum: Bepaling van de overdracht van een laagdoorlaatfilter en hoogdoorlaatfilter Doel van de proef In dit practicum wordt de overdracht van een laag- en een hoogdoorlaatfilter bepaald. Deze filters bevatten slechts één weerstand en één condensator. Vervolgens wordt nagegaan of de metingen overeenkomen met de theorie. Benodigdheden Functiegenerator, weerstand van 3,3 kω, condensator van 100 nf, 2 voltmeters (= multimeters die zijn ingesteld op wisselspanning), 7 aansluitdraden Uitvoering van de proef Bouw de opstelling zoals die in de onderstaande linker figuur is weergegeven. Dit is een laagdoorlaatfilter. De spanningsbron is een functiegenerator die een sinusvormige wisselspanning levert en waarvan de frequentie gevarieerd kan worden. De twee voltmeters moeten uiteraard op wisselspanning ingesteld zijn. Meet gelijktijdig de ingangsspanning en de uitgangsspanning bij een frequentie van 20 Hz, 50 Hz, 100 Hz, 200 Hz, 500 Hz, 1,0 khz, 2,0 khz, 5,0 khz en 10 khz. Noteer alle waarnemingen in een tabel. Herhaal de meetserie voor de rechter schakeling die een hoogdoorlaatfilter is. Practicum Wisselstromen, Bepaling van de overdracht van een laagdoorlaatfilter en hoogdoorlaatfilter, www.roelhendriks.eu 1

Uitwerking van de meetresultaten Bereken voor zowel het laagdoorlaatfilter als voor het hoogdoorlaatfilter bij elke frequentie de overdracht H. Teken de meetwaarden en de trendlijn vervolgens in de onderstaande diagrammen die zowel langs de horizontale as als langs de verticale as een logaritmische schaal hebben. Kantelfrequentie Bereken met behulp van de schakelschema s de kantelfrequentie. Ga na of deze klopt met de meetresultaten. Laat het bovenstaande controleren. Practicum Wisselstromen, Bepaling van de overdracht van een laagdoorlaatfilter en hoogdoorlaatfilter, www.roelhendriks.eu 2