DE NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE HERZIEN Utrecht, stad aan de Waterlinie



Vergelijkbare documenten
De Nieuwe Hollandse Waterlinie herzien

Nieuwe Hollandse Waterlinie

VERBODEN KRINGEN. Docentenhandleiding

Zelfstandig werkkaart 1 ~ Wereldoriëntatie

Ooit geweten dat Nederland zoveel forten* had? We zullen op onze tocht er bijna 20 tegenkomen, al dan niet verdekt opgesteld.

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

De Vecht fortenfietsroute

Stelling van Amsterdam

Kastelen in Nederland

Vind de mooiste fietsroutes op Fietsroute Culemborg, Nieuwegein en Everdingen

VERBODEN. KRINGEN Opdrachtbladen

Rondje Plofsluis. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Praktische opdracht Aardrijkskunde Arnhem en Nijmegen

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Het verhaal van de 80 jarige oorlog!

Nieuwe Hollandse Waterlinie. Streekcommissie Rivierengebied West. Bas Nijenhuis, 13 jan 2011, KvK, Tiel. Wat was de Nieuwe Hollandse Waterlinie?

Naam: EEN BRUG TE VER De Slag om Arnhem

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

Benutten en beschermen van een uniek historisch landschap

Stofomschrijving Deze opdracht hoort bij en 3.2 van De Republiek in tijd van Vorsten (Geschiedenis Werkplaats).

BRANDBOOK Oude Hollandse Waterlinie versie

LANG LEVE RO DE LINIE? ME. Docentenhandleiding VERBODEN KRINGEN

BRANDBOOK Oude Hollandse Waterlinie versie

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

Opdracht Tentoonstelling

Omschrijving. Informatie Kunstwerk. Titel: Kazemat Peel-Raamstelling. De Peel-Raamstelling

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Lesbrief Stevig Sterk Zaltbommel

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land.

Tastbaar verleden. De Nieuwe Hollandse Waterlinie

Deel 1 Toen en nu 13

Hoe werkt waterbergings-/inundatiegebied Blokhoven?

B1 Hoofddorp pagina 1

Tijd van regenten en vorsten Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Dagboek Sebastiaan Matte

Eindexamen geschiedenis vwo II

Drie mobilisaties. NIMH Ben Schoenmaker. Ministerie van Defensie. Drie mobilisaties

Liniepad Abcoude. Liniepad Abcoude / wandelroute (10 km) Wandelen langs de Stelling van Amsterdam. Horeca Forten in de omgeving.

Route.nl - Meer dan 1900 gratis fietsroutes

4 Groenstructuur 4 GROENSTRUCTUUR

REDUIT FORT BIJ VECHTEN (FOTO LUUC JONKER).

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Werkbladen voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Liniepad Abcoude. Liniepad Abcoude / wandelroute (10 km) Wandelen langs de Stelling van Amsterdam. Horeca Forten in de omgeving.

Valkenburg Ruud van Capelleveen Nummer: 2 kijk op voor meer gratis downloads

Verder met de Vesting Muiden. Thema-uur 1 juni 2016

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

met historische gegevens. Nog meer gegevens kunt u vinden op: en dan klikken op Drenthe 3 t/m 7

Overal in ons land is water. Het water

Stelling van Amsterdam

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Waterlinieroute fietsroute van 30 of 40 km.

Nieuwsbrief Diefdijklinie

GPS wandeling over landgoed Rhijnauwen, lengte ongeveer 4 kilometer.

Waterlinies in Nederland

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat)


Parapluplan Nieuwe Hollandse Waterlinie

wiskunde CSE GL en TL

Complexnummer:

HET WATERSCHILD. De geschiedenis van het Muiderslot en het water

Complexnummer:

Locatie objecten (ETRS89: grad/min) Onbekend type object Westfalenwall

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Inleiding. Figuur 1 UNESCO Werelderfgoed

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

DE WATERSTAAT IN DE 19E EEUW IN RELATIE TOT DE WATERLINIES

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Te koop wegens vrede

Chr. Oranjevereniging Marken en Oranje Herdenking 4 mei 2017 Thema: Verhalen van de oorlog

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan.

Route.nl - Meer dan 1900 gratis fietsroutes

IZEGEM TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Artikel: De verborgen Kadesj-scenes in de tempel van Karnak. Patrick van Gils

VOORBLAD STEUNBETUIGING. De tekst van de steunbetuiging bestaat uit:

Geschiedenis Ommerschans weer zichtbaar gemaakt Tekst en foto's: Harry Woertink

DE HOLLANDSE WATERLINIE door C.G. Scheltema

De Peel-Raamstelling in stelling

Historie van de Oude Hollandse Waterlinie

DE NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE: EEN ECOLOGISCH CONCEPT

De ondergang van de Spaanse Armada een spannend verhaal

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

INLEIDING VAN DE LES. Spion in de Stelling

Waterlinie in Utrecht Programmamanager Maryann Glorie

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

FORT KIJKUIT. Een nieuwe blik op de toekomst van het fort. Plan: Tony de Haan Natuurmonumenten juli 2009

Philips van Kleefbolwerck

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Transcriptie:

DE NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE HERZIEN Utrecht, stad aan de Waterlinie Verslag afstudeerproject Stedebouw en Volkshuisvesting Mechteld Oosterholt Studienummer: 9624241 Maart 2004 foto: provincie Utrecht RRE flitsteam 1999

Voorwoord Dit verslag gaat over hoe een fascinatie voor forten en landschappen kan leiden tot een afstudeeronderwerp. De Nieuwe Hollandse Waterlinie herzien. Ik moet eerlijk toegeven dat ik twee jaar geleden ook nog niet wist wat de Waterlinie eigenlijk is. Op zich is dat ook niet zo vreemd wanneer je beseft dat de kracht van de Waterlinie lag in de onzichtbaarheid ervan. De inundatievelden zijn alleen zichtbaar bij oorlogsdreiging, wanneer men de velden onder liet lopen en de forten liggen verscholen in het landschap. Dan zie je opeens de Nieuwe Hollandse Waterlinie liggen op een kaart, bijna uit het niets verschijnt een enorme hoeveelheid water op de kaart van Nederland. Toch kende ik bij nader onderzoek ook iets van de Waterlinie, zoals het Muiderslot, Naarden Vesting en Slot Loevestein. Ook over de Ankeveense en Kortenhoefse plassen heb ik wel eens geschaatst, heel mooi. Al mocht dat ten tijde van oorlog dus absoluut niet gebeuren. Een inundatie staat of valt bij vorst. In de rampzalige winter van 1672-73 werden de Nederlanden aangevallen door de Fransen. De vijand stuitte op de (oude) Hollandse Waterlinie, waarvan de Hollanders met veel moeite de onder water gezette velden openhielden. Het bezorgde hen uiteindelijk wel de overwinning. Eigenlijk gaat mijn afstuderen niet alleen over de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het gaat over een volk, een eigenaardig volk met enkele heldere kaaskoppen. Deze heldere kaaskoppen hebben Holland de Gouden Eeuw bezorgd en onder vele anderen de Spanjaarden en Fransen weten te verjagen uit dit vlakke land. De overblijfselen van dit soort heldendaden zijn nog overal terug te vinden, in vestingsteden, in kastelen en ook in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De huidige samenleving heeft echter niets meer met oude overblijfselen van een krijgslustig volkje. Tegenwoordig draait alles om vrede, iets wat juist nu heel moeilijk lijkt te verkrijgen. De militaire overblijfselen zijn in een ver hoekje verdwenen. Terugkomst naar het heden lijkt moeilijk, wie wacht er nu nog op forten als we F16 s hebben? Deze overblijfselen, onder andere in de vorm van forten, kunnen niet meer voldoen aan de militaire eisen van nu, maar dat wil niet zeggen dat je er niets meer mee kunt. De kracht van de Waterlinie moet getransformeerd worden van onzichtbaar tot een zichtbare lijn in het landschap. De verdedigingswerken lijken hiervoor de meest voor de hand liggende elementen. Enkele forten worden al hergebruikt en in een aantal gevallen zelfs lucratief. Zo zijn er natuurlijk de beroemde slotten van Muiden en Loevestein, maar ook in het jongere fort Asperen gebeurt van alles en in fort Voordorp. Onder delen van de bevolking begint toch het besef te groeien dat deze overblijfselen ook een erfenis zijn van onze geschiedenis. Zij vertellen over dappere mannen en enkele heldere kaaskoppen. Zo komt het dat de Stelling van Amsterdam tegenwoordig op de Werelderfgoedlijst prijkt, netjes naast de molens van Kinderdijk. Ook voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie liggen dergelijke plannen op de plank, maar bestuurlijk is hier lastiger overeenkomst te bereiken aangezien vijf provincies en zo n 30 gemeentes het met elkaar eens moeten worden. Toch wordt er al aardig wat ondernomen op beleidsgebied. Momenteel wordt er gewerkt aan een ontwerp voor de hele linie in Panorama Krayenhoff en ook gemeentes ondernemen actie voor de forten. Er ligt al een landelijke route voor voetgangers en fietsers door het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en er wordt gewerkt aan het opnieuw onder water zetten van delen van de Waterlinie. Toch kan er veel meer gebeuren; locale initiatieven zijn zeker aan te raden, maar wel wanneer zij in dienst staan van de Waterlinie; ook ingrepen in de Waterlinie kunnen meer rekening houden met het liggende landschap van de Waterlinie. Vaak heeft men niet op dit soort dingen gelet, wat de eenheid van het gebied niet ten goede is gekomen. Ik stel geen afbraak van ingrepen voor, maar een integratie van toen en nu zodat beide hier beter van kunnen worden. Mechteld Oosterholt

Inhoud Voorwoord... 1 Inhoud... 2 Samenvatting Analyseverslag... 4 Centrale doelstelling... 4 Geschiedenis Waterlinies... 4 Utrecht... 5 Ontwerpvoorstellen... 5 1. Probleemstelling... 7 1.1 Doelstelling en vraagstelling... 7 1.2 Aandachtspunten... 7 1.3 Samenvatting... 8 A. HISTORISCH OVERZICHT... 9 2. Waterlinies... 10 2.1 Inleiding... 10 2.2 De ontdekking van inundatie... 10 2.3 De Utrechtse Waterlinie... 10 2.4 De Oude Hollandse Waterlinie... 11 2.5 De Nieuwe Hollandse Waterlinie... 11 2.5.1 Inleiding... 11 2.5.2 De Eerste Bouwperiode... 12 2.5.3 De Tweede Bouwperiode... 13 2.5.4 De Derde Bouwperiode... 13 2.5.5 Latere Toevoegingen aan de Waterlinie... 15 2.6 De Nadagen... 16 2.7 Samenvatting en conclusie... 17 3. Wetgeving voor Waterlinies... 19 3.1 Inleiding... 19 3.2 De Kringenwet van 1853... 19 3.3 De Vestingwet van 1874... 20 3.4 De Inundatiewet van 1896... 20 3.5 Ruimtelijke gevolgen... 21 3.6 Samenvatting en conclusie... 22 4. De Nieuwe Hollandse Waterlinie nu... 23 4.1 Inleiding... 23 4.2 Conservatie van de Waterlinie... 23 4.3 Huidig beleid omtrent de Nieuwe Hollandse Waterlinie... 24 4.4 Projectgroep Nieuwe Hollandse Waterlinie26 4.5 Samenvatting en conclusie... 29 B. KENMERKEN VAN DE WATERLINIE... 30 5. De werking van de Waterlinie... 31 5.1 Inleiding... 31 5.2 Inundaties... 31 5.3 Inundatiekommen... 33 5.4 De Verdedigingswerken... 36 5.4.1 Vestingsteden... 36 5.4.2 Kastelen... 37 5.4.3 Verdediging wegacces... 37 5.4.4 Verdediging rivieracces... 38 5.4.5 Verdediging droogvallend land... 40 5.4.6 Veldverdediging... 41 5.5 Samenvatting en conclusie... 42 6. Landschappen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie... 43 6.1 Inleiding... 43 6.2 Het Veenplassengebied... 44 6.3 Verstedelijkt Utrecht... 45 6.4 Rivierengebied... 46 6.5 Samenvatting... 49 C. UTRECHT... 51 7. De geschiedenis van Utrecht... 52 7.1 Inleiding... 52 7.2 Ontstaansgeschiedenis van de stad... 52 7.3 De Nieuwe Hollandse Waterlinie te Utrecht... 53 7.3.1 Utrecht in de Eerste Bouwperiode... 53 7.3.2 Utrecht in de Tweede Bouwperiode... 54 7.3.3 Utrecht in de Derde Bouwperiode... 54 7.3.4 Latere toevoegingen bij Utrecht. 55 7.4 Utrecht na de Tweede Wereldoorlog. 56 7.5 Samenvatting en conclusie... 57 8. Woningmarkt te Utrecht... 59 8.1 Inleiding... 59 8.2 Het huisvestingsprobleem... 59 8.3 Leidsche Rijn... 61 8.4 Huidige woningbehoefte... 62 8.5 Doelgroepen... 64 8.6 Visie op wonen in het groen... 66 8.7 Voorbeeldprojecten... 67 8.7.1 Landmarks... 68 8.7.2 Gesloten blokken... 69 8.7.3 Woonblokjes... 71 8.7.4 Losse woningen... 73 8.8 Samenvatting en conclusie... 74 D. RUIMTELIJKE VERKENNINGEN... 76 9. Analyse van plangebied en ontwerpvoorwaarden... 77 9.1 Inleiding... 77 9.2 Plangebied... 77 9.2.1 Introductie plangebied... 77 2

9.2.2 Infrastructuur... 79 9.2.3 Grondgebruik... 80 9.2.3 Grondgebruik... 81 9.2.4 Ondergrond... 81 9.2.5 Kromme Rijn... 82 9.2.6 Verdeling gebieden... 83 9.2.7 Verboden Kringen en Schootsvelden... 84 9.2.8 Samenvatting... 84 9.3 Voorwaarden ontwerp... 85 9.3.1 Nieuwe Hollandse Waterlinie... 85 9.3.2 Landschapstypen en gebruik... 86 9.3.3 Bebouwing en infrastructuur... 87 9.4 Samenvatting en conclusie... 88 E. ONTWERP... 89 10. Uitgangspunten en randvoorwaarden ontwerp... 90 10.1 Gebruikte elementen uit analyseverslag... 90 Geografische elementen... 90 Functionele elementen... 92 10.2 Weging uitgangspunten... 93 11. Eindontwerp... 94 11.1 Vlekkenplan voor Utrecht... 94 11.2 Ontwerp Rijnsweerd... 95 11.3 Uitgangspunten in ontwerp... 95 Geografische elementen... 96 Functionele elementen... 98 11.4 Visualisatie Ontwerp... 99 Deelvragen... 106 1. Samenvatting van de verschillende beleidsstukken... 106 2. Bevolkingsgegevens Utrecht en regio. 112 3. Woningtypologie... 114 3.1 Landmarks... 114 3.2 Gesloten blokken... 117 3.3 Woonblokjes... 120 3.4 Losse woningen... 125 4. Tekeningen Ontwerp... 128 5. Overzicht van de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie... 130 6. Huidig gebruik verschillende forten rond Utrecht... 132 7. Gebruikte termen... 132 8. Literatuurlijst... 133 Gebruikte internetadressen... 134 12. Reflectie... 103 F. BIJLAGEN... 105 3

Samenvatting Analyseverslag Centrale doelstelling De eenheid van de Waterlinie en het landschap bij Utrecht herstellen in een studie naar een landschapsplan dat ook woningen bergt. Geschiedenis Waterlinies Prins Maurits, een militair strateeg uit de 16 e eeuw, kwam op het idee om inundaties ter verdediging van het land te gebruiken. Hij zette hierbij het poldersysteem omgekeerd in en liet aaneengeschakelde polders onder lopen met een laag water. Het waterpeil werd op ongeveer 50 cm gehouden want dan staat het water te laag voor boten en is de structuur van de ondergrond, zoals sloten, greppels en wegen, niet zichtbaar. Het vijandige leger werd gedwongen door het water te ploeteren onder het toeziend oog van het hierachter opgestelde Nederlandse leger. Prins Frederik Hendrik, broer en opvolger van Maurits, werkte de plannen van Maurits uit tot een Hollandse Waterlinie die slechts de provincie Holland verdedigde. Utrecht lag bij deze Waterlinie in vijandig gebied vanwege politieke onenigheid. In de winter van 1794 lukt het Napoleon door deze Waterlinie te breken en het gezag over te nemen. Napoleon ziet het nut in van een Waterlinie die ook Utrecht verdedigt en laat zijn minister van Oorlog, Krayenhoff, plannen maken voor een nieuwe Waterlinie die Utrecht meeneemt in de verdediging. Na het vertrek van de Fransen in 1814 wordt deze Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd. De kracht van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zit in de onzichtbaarheid ervan. De akkers en weiden worden slechts bij oorlogsdreiging onder water gezet om te dienen als inundatievelden. Op zwakke punten worden aanvullende verdedigingswerken gebouwd die zorgvuldig in het landschap verstopt worden. In de Linie zijn zes soorten verdedigingswerken te onderscheiden: vestingsteden, kastelen, verdediging van wegacces, rivieracces en droogvallend land en tot slot veldverdediging. De Waterlinie wordt ook in een drietal wetten opgenomen om haar te beschermen; dit zijn de Kringenwet, de Inundatiewet en de Vestingwet. Deze wetten bepaalden voor grote delen van Nederland hoe het landschap eruit zag en waar wel en niet gebouwd mocht worden. De Kringenwet hield bijvoorbeeld de Verboden Kringen in een straal van 1000m rond de forten vrij van visuele belemmeringen. Gedurende de periode dat de Waterlinie dienst doet als verdedigingslinie voor Nederland, zijn verschillende bouwperiodes te onderscheiden waarbij telkens vernieuwingen en uitbreidingen aan de Waterlinie worden gepleegd. Vooral rond Utrecht wordt veel aan de Waterlinie gebouwd. In de Eerste Bouwperiode (1815-1824) wordt rond Utrecht een ring van forten aangelegd. In de Derde Bouwperiode (1870-1885) wordt hier een tweede ring, verder naar het oosten aan toegevoegd. In de eerste helft van de twintigste eeuw (tot 1940) worden nog vele betonnen werken toegevoegd om de stad bestand te maken tegen aanvallen. In de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) wordt ons pijnlijk duidelijk gemaakt, dat de tijd van inundatiestellingen over is; vliegtuigen komen met gemak over de zorgvuldig geïnundeerde velden en droppen manschappen achter de Waterlinie. De Waterlinie heeft hiermee haar verdedigende waarde verloren en wordt in 1953 buiten werking gezet. In 1963 wordt de Waterlinie officieel van haar militaire functies ontheven en worden de wetten met betrekking tot de Waterlinie buiten werking gesteld. De Waterlinie raakt hierna in vergetelheid en wordt op diverse punten aangetast door infrastructuur en bebouwing. Bij Utrecht zijn de aantastingen zo groot dat hier sprake is van een breuk in de Waterlinie. De kracht van de Waterlinie om onzichtbaar in het landschap te liggen heeft geleid tot het bijna vergeten van deze enorme barrière van water op afroep. Gelukkig is inmiddels de aandacht voor de Hollandse Waterlinie weer opgeleefd en zijn er initiatieven genomen om de Nieuwe Hollandse Waterlinie te bewaren voor toekomstige generaties. Zo is de Waterlinie genomineerd voor de UNESCO Wereld Erfgoedlijst en is zij opgenomen in verschillende beleidsstukken. De Waterlinie maakt namelijk gebruik van een oer-hollandse verdedigingstactiek die hier tot volle wasdom is gekomen. De landschappelijke eenheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is qua grote schaal uniek voor het versnipperde Nederland en dient voor toekomstige generaties bewaard te worden. Om dit te kunnen waarborgen is het van belang dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie uit haar strategisch onzichtbare ligging wordt getrokken opdat functioneren en 4

relaties duidelijk worden. Het toepassen van regelgeving uit die tijd, zoals de Kringenwet, in de huidige context kan helpen bij het maken van een eenduidig herontwerp. Vanuit de verdedigingswerken kan met behulp van de Kringenwet het omringende landschap herontwikkeld worden. De verdedigingswerken vormen zo herkenbare elementen van de Waterlinie die de verschillende landschappen met elkaar verbinden, zelfs in het beschadigde gebied rond Utrecht. Waar mogelijk kunnen de voormalige inundatievelden (deels) weer onder water gezet worden om de sfeer van de Waterlinie in werking weer in leven te roepen en om het gebied open te houden. Utrecht Utrecht vormt in de Waterlinie een bijzonder punt; hier komen drie door de Waterlinie verbonden landschappen samen (het veengebied in het noorden, het rivierengebied in het zuiden en de glaciale opstuwingen van de Utrechtse Heuvelrug in het oosten). Utrecht vormde de centrale spil in de Waterlinie en er zijn dan ook kosten noch moeite gespaard om de stad te verdedigen. Inundatie was bij Utrecht lastig, aangezien de gronden naar het oosten toe oplopen naar de Utrechtse Heuvelrug. Om de stad alsnog te verdedigen zijn vele verdedigingswerken aangelegd. Na de opheffing van de Waterlinie als verdedigingslinie is zij vooral bij Utrecht aangetast. De onderlinge relaties tussen de verdedigingswerken zijn vaak verdwenen door de uitbreidende stad, maar de forten staan nog immer autonoom in het landschap. Utrecht ligt centraal in Nederland en heeft zich als infrastructuurknooppunt en aangename woonstad ontwikkeld. De A27 wordt in de jaren 80 aan de oostzijde van Utrecht aangelegd tussen de twee ringen van forten. Door deze A27 ontstaat een nieuwe barrière die de stad weerhoudt van verdere uitbreidingen naar het oosten. In de jaren '90 wordt besloten tot bouw van Leidsche Rijn, een VINEX locatie ten westen van de stad; de Waterlinie blijft voorlopig behouden. Utrecht is een aangename woonstad, maar heeft door de beperkte mogelijkheden tot uitbreiding al jarenlang last van woningnood. Deze spitst zich de laatste jaren toe op de bereikbare huursector. De vraag in Utrecht is met 23.500 woningen op ongeveer 250.000 inwoners groot. Ondanks de ambitieuze plannen om de woningnood tot 2020 terug te brengen tot 7.500 woningen, blijft de druk - vooral op de huursector - hoog. Ontwerpvoorstellen - Waterlinie Door alle infrastructuur is het gebied ten oosten van Utrecht, waar de Waterlinie loopt, versnipperd geraakt en chaotisch ingericht. De Waterlinie biedt een handvat om het verdeelde gebied ten zuidoosten van Utrecht weer te ordenen. Het hoofdwapen van de Waterlinie is inundatie. Water maakt niet alleen de contouren van de Waterlinie zichtbaar, maar is ook een goede manier om een gebied open te houden. De Verboden Kringen rond de forten zet ik in om de oorspronkelijk bijna onzichtbare forten een landschappelijke aankondiging te geven. Door het open landschap worden de forten zichtbaar vanwege hun wallen en grachten. Het herstellen van verbindingen tussen de forten kan de Waterlinie een duidelijker gezicht geven en de eenheid in het landschap (gedeeltelijk) herstellen. - Kromme Rijn De Kromme Rijn domineert het gebied omdat zij de scheiding vormt tussen gebieden met verschillend landgebruik; buitenplaatsen ten noorden en landbouw ten zuiden. In het plan worden beide landschapsgebruiken op twee manieren met elkaar verbonden. De verkaveling gericht op de Kromme Rijn wordt geaccentueerd door hierlangs bomenrijen te plaatsen en in beide gebieden wordt meer water ingebracht. Ten noorden van de rivier gebeurt dit in de vorm van sloten die de woningen ontsluiten en ten zuiden in de vorm van plassen waar inundaties van de Waterlinie waren. Daarnaast zullen beide gebieden strategische nieuwbouw op moeten nemen die aansluit op de Waterlinie. - Recreatie De verschillende landschappen van de Waterlinie bij Utrecht breng ik met elkaar in verbinding door hierdoor een wandelroute aan te leggen. Wanneer er een bijzonder uitzicht is, kan dit benadrukt worden door een bankje en kijkraam naar de bijzondere elementen. Met de kano kan men ook het gebied in. Het landschap wordt zo vanuit een ander oogpunt ervaren en men kan hierin diep doordringen. Het aanleggen van een jachthaven in Utrecht is interessant omdat de stad momenteel geen haven rijk is. - Woningen Utrecht heeft als stad al jarenlang last van woningnood, in mijn ontwerp breng ik daar enige verlichting in door gespreid tot 2020 5000 woningen in verschillende types te 5

realiseren. Ik heb daarbij een volgende verdeling gebruikt, die met veranderingen van de vraag naar woningen in de tijd bijgesteld kan worden: Huurwoningen: 55% 2750 starters, doorstromers en studentenkamers van bereikbaar tot dure huur Koopwoningen: 45% 2250 Van premiewoning tot vrije sector Deze woningen worden in woongebouwen in het kwetsbare landschap ten oosten van Utrecht geplaatst waar de Waterlinie om strategische ingrepen vraagt. De breuk in de Waterlinie kan met de bouw van strategische woningclusters en de versterking van de Kromme Rijn in het landschap teniet gedaan worden. 6

1. Probleemstelling 1.1 Doelstelling en vraagstelling De Nieuwe Hollandse Waterlinie, een verdedigingslinie uit de 19 e eeuw, vormt een belangrijk onderdeel in mijn afstuderen. Het doel van de Waterlinie was de vijand uit Holland te weren middels het onder water zetten van grote stukken land op de grens van Holland en Utrecht. Op de plekken waar het water niet kon komen werden als aanvullende versterking forten gebouwd. Met name rond Utrecht zijn veel forten te vinden die de stad moesten verdedigen tegen de vijand. Ik wil mijn afstudeeronderwerp echter niet alleen richten op de Waterlinie, ik wil meerdere invalshoeken verenigingen. Zo wil ik ook woningen realiseren, om de druk op de woningmarkt in Utrecht te verlichten. Daarnaast wil ik een eenheid brengen in een deel van de Waterlinie dat gekenmerkt wordt door versnippering en kleinschaligheid: Utrecht. Om mijn onderzoek een duidelijke richting te geven heb ik een centrale doel- en vraagstelling opgesteld, onderverdeeld voor verschillende aspecten van mijn plannen. Centrale doelstelling De Nieuwe Hollandse Waterlinie ter hoogte van Utrecht zichtbaar maken in het landschap opdat eenheid zij brengt in het landschap en de gelegenheid biedt woningen in bepaalde types te plaatsen die de woningnood in Utrecht kunnen verlichten. Centrale Vraagstelling Hoe kan ik in het kwetsbare landschap ten zuidoosten van Utrecht middelen aanwenden om eenheid te krijgen en de woningnood in Utrecht verlichten? Uit deze centrale doelstelling blijkt al dat mijn afstuderen meerdere richtingen heeft. Ik studeer af in twee richtingen, te weten stedebouw en volkshuisvesting. Hieronder geef ik voor beide richtingen mijn doelstelling. Doelstelling Stedebouw Het ontwikkelen van een landschapsplan voor zuidoost Utrecht dat middels de NHW meer eenheid brengt in het landschap en deze verder versterkt met ingrepen in de vorm van strategisch geplaatste nieuwbouw en permanente/tijdelijke opslag van water. Doelstelling Volkshuisvesting Het ontwikkelen van strategische nieuwbouw in het gebied ten zuidoosten van Utrecht die de samenhang van de NHW met het landschap en de vernieuwde waterpartijen zal vergroten. De woningtypes van deze nieuwbouw worden uitgekozen op basis van de mogelijkheden vanuit het landschap en de woningvraag vanuit Utrecht. 1.2 Aandachtspunten Naast deze doelstelling heb ik een aantal aandachtspunten opgesteld die volgens mij extra waarde kunnen geven aan het ontwerp. Met deze aandachtspunten wil ik alle aspecten van het plangebied tot hun recht laten komen in mijn uiteindelijke ontwerp. Een belangrijk aspect van mijn afstuderen is hoe ik de Nieuwe Hollandse Waterlinie zichtbaar kan maken in het landschap. De kracht van de waterlinie was dat deze linie een (nagenoeg) onzichtbare hindernis in het landschap vormde. Door deze onzichtbaarheid is de Waterlinie bijna vergeten. Om de Waterlinie een nieuw leven te geven is het dus van groot belang dat zij een nieuw gezicht krijgt. De Nieuwe Hollandse Waterlinie zal een zichtbaar cultureel erfgoed van Nederland worden waar men zich kan verwonderen over de schoonheid van een militair historisch verleden. 1. Water - het ontwikkelen van een recreatief netwerk, gekoppeld aan bestaand water en de NHW - het creëren van mogelijkheden voor wonen aan/op water - het introduceren van mogelijkheden voor waterzuivering (in inundatievelden?) - het toepassen van waterberging in inundatievelden, calamiteitenpolders 2. Woningen - het wonen in groene omgeving mogelijk maken - het creëren van verschillende doelgroepen en woningtypes in een groene woonomgeving - een maximalisatie van het aantal woningen in het groene gebied maken zonder afbraak van de openheid hiervan - het relateren van woningen aan elementen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie 7

3. Groen/openbare ruimte - het zichtbaar maken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in het landschap - het ontwikkelen van een recreatief netwerk gekoppeld aan Utrecht, Kromme Rijn, NHW - de verschillende landschapstypes tot hun recht laten komen binnen de Waterlinie. 4. Versnippering - de doorsnijdingen van gebied door A12, A27 en spoor naar Arnhem, Den Bosch teniet doen - de rafelige stadsrand afmaken - de NHW in een nieuwe relatie brengen met stad Utrecht (hoofdweerstandstrook, forten, inundatiewerken) Om deze aandachtspunten goed in een ontwerp te plaatsen is het van belang dat ik meer te weten kom over een aantal zaken. Zo zal ik mij moeten gaan verdiepen in de geschiedenis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ne Utrecht, maar ook in de huidige ontwikkelingen omtrent de Waterlinie. Ik zal me moeten verdiepen de werking van de Hollandse Waterlinie, de situatie te Utrecht en wat er van de Waterlinie over is gebleven. Dit alles zal ik doen middels een literatuuronderzoek en het maken van een analyse van de Waterlinie als geheel en specifiek ter hoogte van Utrecht. Naast een literatuuronderzoek zal ik ook een ontwerp maken voor het gebied. Ik wil eerst een globaal programma van eisen (PvE) voor mijn ontwerp opstellen en daarmee varianten gaan zoeken. Ik krijg in mijn ontwerp ook met verschillende schaalniveaus te maken. Dit komt door de omvang van de Waterlinie en het deel dat in mijn plangebied valt, maar ook door verschillende schaalniveaus in mijn plangebied zelf. Hieronder heb ik globaal de verschillende schaalniveaus opgeschreven die ik in mijn ontwerpproces tegenkom. Schaalniveaus Landelijk: Nieuwe Hollandse Waterlinie - stedebouw Regionaal: landschapsplan zuidoost Utrecht - stedebouw Lokaal: nieuwbouw en ontsluiting - stedebouw en volkshuisvesting Plaatselijk: nieuwbouw en forten - volkshuisvesting Het verslag dat nu voor u ligt is het resultaat van mijn literatuuronderzoek en de analyze van de Waterlinie met name ter hoogte van Utrecht. Het verslag is vooral bedoeld als naslagwerk bij mijn ontwerp De Nieuwe Hollandse Waterlinie Herzien. Het gebied waarvoor dit ontwerp wordt gemaakt is zuidoost Utrecht. Ik heb dit verslag opgedeeld in vier onderdelen. Allereerst de Historische Achtergronden van de Waterlinie, vervolgens een blik op het systeem van de Waterlinie, dan de Huidige Ontwikkelingen omtrent de Waterlinie, maar ook in mijn plangebied. Het vierde onderdeel bevat Ruimtelijke Verkenningen, hierin komen de gestelde eisen en aandachtspunten bijeen om tot een ontwerp te komen. 1.3 Samenvatting Ik wil een plan ontwikkelen voor het landschap ten zuidoosten van Utrecht. Hierin wil ik in het landschap de Waterlinie duidelijk naar voren brengen om eenheid te scheppen. Daarnaast wil ik in dit kwetsbare landschap woningen opnemen die de woningnood in Utrecht kunnen verminderen. Ik heb daarvoor de volgende probleemstelling opgesteld: Centrale doelstelling De Nieuwe Hollandse Waterlinie ter hoogte van Utrecht zichtbaar maken in het landschap opdat eenheid zij brengt in het landschap en de gelegenheid biedt woningen in bepaalde types te plaatsen die de woningnood in Utrecht kunnen verlichten. Centrale Vraagstelling Hoe kan ik in het kwetsbare landschap ten zuidoosten van Utrecht middelen aanwenden om eenheid te krijgen en de woningnood in Utrecht verlichten? Naast deze centrale probleemstelling heb ik een aantal deelvragen en voorwaarden opgesteld die mij in mijn verdere proces helpen. Allereerst een historisch verslag dat met de huidige ontwikkelingen leidt tot de ruimtelijke verkenningen en mijn ontwerp. 8

A. HISTORISCH OVERZICHT 9

2. Waterlinies 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal ik ingaan op het begrip Waterlinie, een lijn van water die ingezet wordt om het land te verdedigen tegen optrekkende vijanden. Het idee om water te gebruiken bij de verdediging van het land is afkomstig van Prins Maurits. Met water aan zijn zijde wist hij verschillende steden te ontzetten. Het idee om grote stroken water in te zetten tegen vijandelijke troepen, ook wel inundaties genoemd, was geboren. Dit leidde tot de Hollandse Waterlinie die na de Franse Tijd werd opgevolgd door de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De ontwikkeling van vliegtuigen betekende de doodslag voor Waterlinies. Vliegtuigen vliegen met het grootste gemak over de zorgvuldig geïnundeerde landen en brengen daarmee een eind aan dit oer-hollandse verdedigingsmiddel. Hieronder een uitgebreider verslag van militaire ontwikkelingen vanaf Maurits. 2.2 De ontdekking van inundatie Prins Maurits heeft een grote rol gespeeld in het verloop van de Tachtig Jarige Oorlog (1568-1648). Deze oorlog werd gevoerd om de Nederlandse provincies te bevrijden van de Spaanse koning Philips II en het katholieke geloof. Gedurende de Tachtig Jarige Oorlog tegen Spanje werden naar idee van Maurits de eerste onderwaterzettingen, ofwel inundaties, ingezet om vijandelijke troepen te weren. De zompige bodem bleek door onderwaterzetting onbegaanbaar. In 1573 werden de Spanjaarden zo gedwongen hun beleg voor Alkmaar op te breken toen het land onderwater werd gezet. Ook het ontzet van Leiden in 1574 behaalde grote faam en wordt nu nog jaarlijks gevierd op 3 oktober. 2.3 De Utrechtse Waterlinie In 1589 kreeg Prins Maurits opdracht van de Republiek om te onderzoeken of en hoe de geografische omstandigheden zich zouden lenen voor een verdedigingslinie. In het verslag Tot defentie van het Neder-Sticht ende Hollandt werkt Maurits plannen uit voor versterkingen langs de Vecht, rondom de stad Utrecht en langs de Vaartse Rijn. Door deze versterkingen en mogelijkheden tot inundatie kon een verdedigingslinie, de Utrechtse Waterlinie, ontstaan. Maurits schijnt gezegd te hebben dat hij zo n linie met 10.000 man tegen de gansche werelt zou kunnen verdedigen. Frederik Hendrik, opvolger en broer van Maurits, laat in 1629 deze Utrechtse Waterlinie aanleggen. De vestingwerken van Muiden en Vreeswijk worden verbeterd en er wordt een aantal versterkte posten (eenvoudige verdedigingswerken) aangelegd in de Vecht bij Hinderdam (zie figuur 1), te Nieuwersluis, ten noorden van Utrecht bij de Klop en ten zuiden van Utrecht bij Jutphaas. Deze posten worden in de Nieuwe Hollandse Waterlinie ook gebruikt, zij het met enige aanpassingen. Figuur 1: Fort Hinderdam in de Vecht omstreeks 1637. Bron: De Hollandse Waterlinie (1986) De posten zijn bestemd voor de afsluiting en beveiliging van rivieren, wegen, dijken en droogblijvende terreinstroken die de linie doorsnijden en voor de bewaking van de inundatiesluizen. De forten bestaan uit een eenvoudige omwalling met een diepe gracht en houten staketsels als extra hindernis en liggen in het hart van de te verdedigen weg of dijk. De verdedigingswerken rond Utrecht, een liniewal met gracht om de stad, werden wegens geldgebrek niet voltooid. Door voortdurende politieke strijd tussen de provincies Holland en Utrecht raakte deze linie echter al snel in verval. Stadhouder Frederik Hendrik liet daarom plannen maken voor een tweede Waterlinie, de Hollandse Waterlinie. 10

2.4 De Oude Hollandse Waterlinie In 1672 vielen de legers van de Franse koning Lodewijk XIV het land binnen en veroverden in rap tempo de steden langs de IJssel. Terwijl de Fransen al voor de poorten van Utrecht stonden, werd meer naar het westen snel een Waterlinie in stelling gebracht die van Gorinchem, Oudewater, Woerden naar Muiden liep (zie figuur 2). Utrecht werd opgeofferd aan de Fransen om Holland te kunnen verdedigen. De aanvallen gingen ook door in de strenge winter van 1672/73. Dankzij het constant open hakken van het ijs was men in staat de aanvallen te weerstaan en kon men later langzaam het land terug winnen, wat tot een overwinning voor de Nederlanden leidde in 1676. Toen de Fransen vertrokken waren, besloten de Staten van Holland om de succesvolle Oude Hollandse Waterlinie uit te bouwen tot een echte verdedigingslinie. Deze Oude Hollandse Waterlinie liep van Muiden en Naarden langs de oude provinciegrens van Holland over een aantal vestingsteden, zoals Schoonhoven en Nieuwpoort naar Gorinchem. In de winter van 1794/95 viel het Franse leger, ditmaal onder leiding van Napoleon Bonaparte, wederom ons land binnen. Prompt werden inundaties gesteld om de vijand te weren. In het zuidelijke deel van de Waterlinie werd bovendien een nieuw stuk land onder water gezet; de Vijf Heren Landen (in figuur 3 de dikke horizontale streep). De winter van 1794/95 was echter zo streng dat zelfs de grote rivieren dichtvroren. De Fransen trokken over de ijsvlaktes en vielen Holland met succes aan. De Fransen namen de macht over, deze situatie duurde tot 1814. Figuur 3: De Oude Hollandse Waterlinie door de tijd. De dikke horizontale streep ten oosten is later toegevoegd. Noorden Bron: De Hollandse Waterlinie (1986) 2.5 De Nieuwe Hollandse Waterlinie 2.5.1 Inleiding Figuur 2: De Oude Hollandse Waterlinie Noorden in ongeveer 1676. Bron: www.stelling-amsterdam-forten.org Prins Maurits kwam in de 16 e eeuw al met het idee van een Waterlinie die ook Utrecht meenam in haar verdediging, maar deze Linie werd uiteindelijk pas na de Franse Tijd aangelegd. Napoleon zag, mede door de moeizame overwinning op de Oude Hollandse 11

Waterlinie, het nut in van een Linie die Utrecht meenam en liet hiervoor plannen maken door zijn luitenant-kolonel C.R.T. Krayenhoff. Met de bouw van deze linie begon men echter pas nadat Napoleon uit de Nederlanden was verdreven. In Nederland werden na het vertrek van de Fransen verscheidene maatregelen ondernomen om een dergelijke inval niet meer mee te hoeven maken. Onder leiding van Koning Willem I besloot men tot de aanleg van een nieuwe Waterlinie die Utrecht ook mee zou nemen in haar verdediging. Krayenhoff werd door Willem ingeschakeld om deze plannen met enige aanpassingen uit te voeren. De Nieuwe Hollandse Waterlinie liep vanaf de Zuiderzee langs de dijken van de Vecht, de Vaartse Rijn, de Diefdijk en de Zuider- Lingedijk naar de Biesbosch (zie figuur 4 voor de kaart). De inundatie vlaktes strekten zich over de lager gelegen delen uit tot de hogere zandgronden van het Gooi, de Utrechtse Heuvelrug en de oeverwallen van de Kromme Rijn, de Lek, de Linge en de Waal. Niet te inunderen gebieden, accessen en inlaatpunten moesten met extra versterkingen worden verdedigd. Natuurlijk werden de inundaties alleen in tijden van oorlogsdreiging gesteld, buiten deze tijden vormden de inundatievelden weides en open velden. Zo was in vredestijd niet zichtbaar waar de Waterlinie liep. Alleen de goed verborgen forten boden een houvast voor de ligging van de linie, als men tenminste in de buurt van de beveiligde forten kon komen. Figuur 4: De Nieuwe Hollandse Waterlinie rond 1830. Bron: Over de gehele Linie genomen, denklijn in beelden (2001) Noorden Gedurende het functioneren van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn er globaal gezien vier bouwperiodes te onderscheiden. 2.5.2 De Eerste Bouwperiode De eerste bouwperiode loopt van 1816 tot 1824. In deze periode werden vooral veel inlaatwerken en waterkeringen gebouwd om het inundatiesysteem functioneel te krijgen. Forten en batterijen moesten de waterkeringen, inlaatpunten, wegen en niet te inunderen gebieden beschermen. De forten bestonden in deze eerste bouwperiode slechts uit een aarden omwalling in een diepe gracht. Het binnenterrein van de forten kon met tenten worden ingericht en op de wallen werden geschutsopstellingen ingericht. De forten werden in het hart van de te verdedigen weg of kade gebouwd, waaromheen de weg werd geleid. Bij fort De Bilt is de weg zuidelijk om het fort heen geleid, zichtbaar in figuur 5. Men had zo vanuit het fort goed zicht en een goed schot op de weg. Fort De Bilt maakte tevens onderdeel uit van de binnenring die inde eerste bouwperiode rond Utrecht werd aangelegd vanwege de beperkte inundatiemogelijkheden rond de stad. Figuur 5: Luchtfoto van Fort de Bilt voor 1930. Bron: De forten rond Utrecht (1983). Noorden 12

Tussen 1825 en 1840 lagen de werken aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie geheel stil vanwege de Belgische Opstand. Pas toen Nederland België als een onafhankelijke staat erkende, ging men weer werken aan de vernieuwing van het inmiddels verouderde verdedigingsstelsel. bescherming tegen het zware geschut. In figuur 7 is wederom fort Honswijk zichtbaar, ditmaal van boven. De bovenste verdieping is vervangen door een aarden dekking en de halve ring rond de toren is de contrescarpgalerij. 2.5.3 De Tweede Bouwperiode De tweede bouwperiode begon in 1840 en liep tot 1860. De Tweede bouwperiode wordt gekenmerkt door de bouw van de Torenforten. Torenforten zijn ronde torens van zwaar metselwerk met een doorsnede van ongeveer 35 meter met twee tot drie verdiepingen. De onderste verdieping diende als bomvrije kazerne en de bovenste diende als opstelplaats voor het geschut. Door de hoogte van de toren domineerde het fort bovendien het omliggende terrein. De torens werden in de bestaande forten gebouwd of verrezen zelfstandig in het landschap, vaak aan rivierdijken. In figuur 6 is een van de beroemdste torenforten afgebeeld, Fort Honswijk. Het fort ligt aan de Noorder Lekdijk en is aangelegd om de doorgang via de Lek te belemmeren. Figuur 6: Fort Honswijk aan de Lek Bron: De Hollandse Waterlinie (1986) De uitvinding van de getrokken loop in 1860 maakte van de Torenforten echter kwetsbare doelwitten. Met de getrokken loop bleek men in staat om veel preciezer te schieten over een grotere afstand. Verbouwingen aan de net nieuwe Torenforten bleken hierdoor noodzakelijk. 2.5.4 De Derde Bouwperiode Men begon in 1860 aan een derde bouwperiode die liep tot 1885. De hoge torenforten werden van de bovenste verdieping ontdaan en bedekt met een aarden wal, waardoor de forten beter beschermd waren tegen granaatinslagen en minder goed zichtbaar werden. Aan de vijandelijke zijde werd bovendien een contrescarpgalerij, een half ringvormig gebouw van zwaar metselwerk met stevige gronddekking, toegevoegd ter Figuur 7: Het Torenfort van Fort Honswijk van bovenaf. Bron: De Nieuwe Hollandse Waterlinie (2001) De contrescarpgalerij bood bovendien mogelijkheid om extra onderkomens voor manschappen aan te leggen. Deze galerij is daarom voorzien van ruimtes die als onderkomens voor soldaten werden gebruikt. In figuur 8 is te zien hoe in Fort Vuren de contrescarpgalerij is aangebouwd. 13

Figuur 8: Contrescarpgalerij van Fort Vuren. Bron: eigen foto. Tijdens de Frans-Duitse oorlog (1870) werd het Nederlandse leger gemobiliseerd en werden voorbereidingen getroffen voor inundaties. Bij deze mobilisatie kwamen vele tekortkomingen aan het licht. Niet zo zeer de inundaties, maar vooral de bouwwerken die aangelegd waren op zwakke punten in de Waterlinie liepen achter de ontwikkelingen aan. Granaten bleken een veel grotere reikwijdte en ontploffingskracht hebben, dan waarop de verdedigingswerken gebouwd waren. Rond Utrecht werd daarom een nieuwe fortengordel aangelegd op 3 km afstand van de toenmalige stadsrand om deze tegen granaten te kunnen beschermen. Fort Rijnauwen (zie figuur 9) uit deze ring is het grootste en modernste fort van de Waterlinie. Figuur 9: Bomvrije kazerne van Fort Rijnauwen Bron: eigen foto Hoewel de forten van de Waterlinie door plaatselijke omstandigheden onderling in grootte en vorm verschillen, werden bij de bouw en bewapening dezelfde principes toegepast. Ze bestonden uit een 8 tot 10 meter hoge hoofdwal met een minimale kruinbreedte van 8 meter, berekend op de zwaarste te verwachten projectielen. De hoofdwal werd omgeven door een brede, diepe gracht die met kruisvuur kon worden bestreken. Deze moeilijk uit te schakelen schietplekken van zware, gemetselde gewelven werden onderaan de wal aangebracht met schietgaten op slechts 1 m boven de waterspiegel (zie ook figuur 10). Figuur 10: Schootsveld vanuit Schietgat op fort Rijnauwen Bron: eigen foto. In 1883 waren alle werken gereed en was de Nieuwe Hollandse Waterlinie één van de modernste verdedigingswerken van haar tijd (zie figuur 11 voor kaart). Alle toegangswegen werden bestreken door goed uitgeruste forten en de inundatietijd was van zo n 26 dagen gekort tot een periode van vier tot dertien dagen, afhankelijk van de aanvoer van water door de verschillende rivieren. De uitvinding van de brisantgranaat (1885) echter verouderde de Linie in één keer. De soms net nieuwe forten van de Waterlinie waren niet bestand tegen de verwoestende uitwerking van deze granaat; de explosie van een brisantgranaat is 12 tot 15 maal sterker dan men tot dan toe had. Toch lagen de werken aan de Waterlinie na 1885 niet geheel stil. Er werden nog enkele kleine forten aangelegd, maar in de politiek groeide het commentaar. Het accent kwam 14

steeds meer te liggen op mobiele strijdkrachten in het veld in plaats van op de dode weermiddelen, zoals forten van de Waterlinie genoemd werden. De verdediging verschoof steeds meer naar kazematten, kleine verdedigingswerken met geschut, die aan weerszijden van de forten verschenen. Figuur 11: De Nieuwe Hollandse Waterlinie op haar hoogtepunt in 1890. Bron: Over de gehele Linie genomen, denklijn in beelden (2001) Noorden Hoewel men na 1885 nog steeds een groot verdedigend vermogen aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie toekende, werd vanaf 1883 vooral gewerkt aan de Stelling van Amsterdam. Deze Stelling rond Amsterdam fungeerde als laatste verdedigingsplaats waar het leger en de regering zich in dagen van beleg terug konden trekken. De Stelling werd gebouwd volgens de nieuwste inzichten op militair gebied en daarom gingen na 1887 bijna alle defensiegelden naar de Stelling. In figuur 12 is zichtbaar hoe de verschillende inundatiestellingen ten opzichte van elkaar liggen. Ook de Oude Hollandse Waterlinie ligt in dit gebied, maar deze is dan allang niet meer in functie. Figuur 12: Ligging van de belangrijkste inundatiestellingen in Nederland. Noorden Bron: www.stelling-amsterdam-forten.org 2.5.5 Latere Toevoegingen aan de Waterlinie Bij dreigingen voor de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) wilde men de Nieuwe Hollandse Waterlinie weer inzetten ondanks de beperkte verdedigingsfunctie van de forten. Men besloot daarom tot de bouw van betonnen groepsschuilplaatsen, of bunkers zoals de Duitsers ze noemen. Vooral in 1916 werden vele groepsschuilplaatsen en kazematten op en rond verschillende forten geplaatst. De forten stonden immers nog steeds op zwakke plekken in de Waterlinie. Naast deze betonnen groepsschuilplaatsen legde men ook verschillende loopgraven, tankgrachten, aarden wallen en nadere inundatievoorzieningen aan om van daarachter vijanden te kunnen bestoken. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de Waterlinie in gereedheid gebracht. Ook werden bewoners van huizen in de Verboden Kringen erop voorbereid dat zij hun huizen mogelijk moesten verlaten. In het laatste mobilisatiejaar 1918 werden de belangrijkste toegangswegen voorzien van groepsschuilplaatsen van het zogenaamde type 1918 (zie figuur 13). Nederland bleef in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) echter neutraal en daarmee buiten de gevechten. Wel bleek uit de voorbereidingen voor inundatie dat de tactische waarde van de Waterlinie flink was afgenomen. 15

Figuur 13: Betonnen groepsschuilplaats type 1918 bij Bunnik. Bron: eigen foto Ook toen de spanningen die leidden tot de Tweede Wereld Oorlog (1940-1945) opliepen, wilde men de Waterlinie nogmaals inzetten voor de landsverdediging; al twijfelde men aan de defensieve waarde van de Linie. De Waterlinie was slecht bestand tegen aanvallen vanuit de lucht en men beschikte niet over voldoende afweer voor luchtaanvallen. Daarnaast bleken de vanuit het landschap bijna onzichtbare forten en waterkeringen vanuit de lucht gemakkelijk zichtbaar en te bombarderen. Toch plaatste men in alle haast opnieuw vele betonnen groepsschuilplaatsen en kazematten in het landschap. Zoals het type piramide dat in figuur 14 zichtbaar is, deze groepsschuilplaatsen liggen vlakbij fort Rijnauwen. Figuur 14: Betonnen groepsschuilplaats type piramide bij Rijnauwen. Bron: eigen foto De Duitsers hadden echter totaal geen boodschap aan de zorgvuldig geïnundeerde Waterlinie. Met hun vliegtuigen waren zij in staat over de inundaties te vliegen. De forten bleken vanuit de lucht makkelijke doelen voor bommen. De parachutisten werden vervolgens achter de Waterlinie gedropt om het land voor de Duitsers te veroveren (zie figuur 15). De laatste inundaties zijn door de Duitsers gesteld in 1943/44 tegen oprukkende geallieerde legers. De Waterlinie werd omgekeerd ingezet als extra barrière tegen oprukkende troepen vanuit het westen. Verwacht werd dat de geallieerden vanaf zee aan zouden vallen, daarom werd de hele kust van Frankrijk tot in Nederland voorzien van verdedigingswerken die samen de Atlantikwall vormden. Figuur 15: Duitsers vliegen over de Waterlinie Holland in. Bron: Van nul tot nu deel 3 (2001) 2.6 De Nadagen Na de Tweede Wereldoorlog had de Nieuwe Hollandse Waterlinie afgedaan als defensielinie. Vliegtuigen bleken de doodslag voor de inundatiestellingen. Aanvankelijk werd er aan verschillende forten een nieuwe militaire bestemming gegeven, vaak als opslagplaats voor munitie. De Waterlinie werd echter wel uitgesloten van de bewapeningswedloop. De Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft nooit onder vuur gelegen en nooit zijn vijandelijke legers vastgelopen in de inundaties, want de Waterlinie is nooit aangevallen. De vraag of de Waterlinie dan wel enig nut heeft gehad kan desondanks bevestigend worden beantwoord. Van de Waterlinie is een preventieve werking uitgegaan. Uit diverse 16

buitenlandse bronnen is bekend dat militairen zeer huiverig stonden tegenover operaties in geïnundeerd terrein. Ook de bevolking waande zich veilig achter de Linie. Wellicht heeft de Waterlinie ook bijgedragen aan het slagen van de neutraliteitspolitiek in de periode 1840 1940. In 1963 werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie officieel van haar defensieve functie ontheven als gevolg van veranderde militaire inzichten. Het gebied van de Waterlinie kwam hiermee vrij voor andere ontwikkelingen. De inundatiegebieden verdwenen vaak snel in de uitbreidende Randstad. Ook verkavelingen, gericht op vlotte inundatie, werden aangepast aan de eisen van de agrarische sector. Het verkeer eiste ruimte, er moesten nieuwe, grote infrastructuurlijnen aangelegd worden, die soms dwars door de voormalige inundatiegebieden liepen. Het inundatie systeem werd gedeeltelijk ontmanteld door ruilverkavelingen en aanleg van infrastructuur. Veel lokaal reliëf is hierdoor gesneuveld waardoor inlaatwerken en waterkeringen niet meer kunnen functioneren. Het onderhoud van de meeste bouwwerken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie bleef na het verliezen van de algemene defensiefunctie achterwege. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 viel ook de dreiging vanuit het Oostblok weg wat leidde tot verdere bezuinigingen op de budgetten van Defensie. Dit deed Defensie besluiten om een aantal van de bouwwerken voor verkoop over te dragen aan de Dienst der Domeinen. Deze dienst biedt bouwwerken eerst te koop aan diverse overheden. Wanneer er niet tot koop wordt overgegaan, worden bouwwerken aan particulieren aangeboden. Hiermee verbrokkelde ook het beheer van de gebouwde onderdelen van de Waterlinie. Medio jaren tachtig ontstaat onder de bevolking een opleving van het cultureel erfgoed. De aandacht voor de Waterlinie leeft op. Door Stichting Fort Asperen wordt in de zomer 1986 een tentoonstelling in fort Asperen georganiseerd over de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Men vindt een enorme schat aan informatie en besluit tot bundeling hiervan in het boek De Hollandse Waterlinie, dat onder redactie van Hans en Jan Brand uitgegeven wordt. Het boek blijkt het startsein voor vele initiatieven tot behoud van de Waterlinie. In 1995 wordt de Waterlinie, in navolging van de Stelling van Amsterdam, genomineerd voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. Deze en andere ontwikkelingen op het gebied van de Waterlinie zal ik later in dit verslag behandelen. 2.7 Samenvatting en conclusie Het idee om inundaties te gebruiken voor de verdediging van het land is afkomstig van Prins Maurits, een militair strateeg uit de 16 e eeuw. Maurits werkte dit idee nader uit door in het vlakke landschap bij oorlogsdreiging aaneengeschakelde velden onder te laten lopen met een laag van 50 cm water. Bij een dergelijke waterstand is de ondergrond niet zichtbaar en is het water niet toegankelijk voor boten, de vijand werd gedwongen al struikelend door het inundatieveld te lopen. Het water vormde zo een barrière waar het vijandige leger door moest ploeteren onder het toeziend oog van het hierachter opgestelde Nederlandse leger. Prins Frederik Hendrik, broer en opvolger van Maurits, maakte plannen voor een Hollandse Waterlinie die slechts de provincie Holland verdedigde. Deze Hollandse Waterlinie werd in het rampjaar 1672 met succes tegen de Fransen ingezet. In de winter van 1794 lukte het de Fransen onder leiding van Napoleon wel door de Waterlinie te breken en het gezag over te nemen. Napoleon ziet het nut in van een nieuwe linie die ook Utrecht meeneemt in de verdediging en laat Krayenhoff plannen maken voor een Waterlinie die ook Utrecht verdedigt. Na het vertrek van de Fransen wordt deze Nieuwe Hollandse Waterlinie aangelegd. De kracht van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zit in de onzichtbaarheid van deze linie. De inundatievelden worden slechts bij oorlogsdreiging onder water gezet waarbij de ondergrond onzichtbaar wordt. Op zwakke punten worden aanvullende verdedigingswerken of forten gebouwd die zorgvuldig in het landschap verstopt worden om de vijand in het onzekere te laten waarvandaan de aanval komt. De Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft tijdens de verschillende bouwperiodes telkens achter de militaire ontwikkelingen wordt aangelopen, de ontwikkeling van nieuwe technieken gaat telkens sneller dan men er forten op kan bouwen. De doodsteek voor inundatiestellingen blijkt het vliegtuig, wat ons in de Tweede Wereldoorlog pijnlijk duidelijk wordt gemaakt. De Waterlinie wordt 17

in 1963 van haar militaire functies ontheven zonder glorieuze wapenfeiten te kennen. Wij zijn nu heel gelukkig dat de Waterlinie in tact is gebleven omdat het principe van de Waterlinie een heel Hollands verdedigingsmiddel is dat een grote rol heeft gespeeld in de militaire geschiedenis van ons land. Initiatieven zijn genomen om de Nieuwe Hollandse Waterlinie op te nemen in de UNESCO Werelderfgoedlijst, net als de Stelling van Amsterdam, een waterlinie rond de hoofdstad. De kracht van de Waterlinie om onzichtbaar in het landschap te liggen heeft geleid tot het bijna vergeten van deze enorme barrière van water op afroep. Om de eenheid van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ook voor toekomstige generaties te bewaren is het van het grootste belang dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie uit haar onzichtbare strategische ligging wordt getrokken om zo de werking en relaties duidelijk te maken voor nu en voor toekomstige generaties. 18

3. Wetgeving voor Waterlinies 3.1 Inleiding Na de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) begon men meer aandacht te besteden aan militaire opleidingen. Burgers moesten in tijden van oorlog nog steeds meevechten, maar steeds vaker waren ook mensen met een militaire opleiding aanwezig. Niet alleen oorlogsvoering werd professioneler, er kwam ook meer aandacht voor verdedigingsstelsels. Het beheren en bemannen van verdedigingslinies en stellingen werd steeds meer een zaak van de overheid. Om de zaken beter in de hand te hebben, maakte men wetten om in tijden van oorlog grootschalige ingrepen te doen als het stellen van inundaties. De wetten die hiertoe werden ingesteld zijn de Kringenwet uit 1853, de Vestingwet uit 1874 en de Inundatiewet van 1896. Hieronder enkele kernpunten uit deze wetten. 3.2 De Kringenwet van 1853 De Kringenwet regelde het gebruik van de gronden in de schootsvelden van het verdedigingswerk. Om deze schootsvelden veilig te stellen werden om de bouwwerken drie kringen geprojecteerd. Deze kringen worden ook wel de Verboden Kringen genoemd vanwege de vele beperkingen die binnen deze kringen golden. Er waren tevens drie types Vestingwerken, men had de Eerste Klasse, Tweede Klasse of Derde Klasse. Voor vestingwerken van de Eerste Klasse golden de strengste beperkende regels binnen de Verboden Kringen. Afhankelijk van de klasse van het vestingwerk en de Verboden Kring mochten hierbinnen stenen of houten gebouwen gerealiseerd worden. Het Ministerie van Oorlog mocht bij oorlogsdreiging alle gebouwen en beplantingen binnen de Verboden Kringen verwijderen. Nadien kon men hiervoor een vergoeding ontvangen. De drie Verboden Kringen zijn: Grote kring, 1000 m van vestingwerk Middelbare kring, 600 m van vestingwerk Kleine kring, 300 m van vestingwerk Vestingwerk Binnen de Kleine en Middelbare Kringen van vestingwerken van de Eerste Klasse (0-600m van vestingwerk) en binnen de Kleine Kring van vestingwerken van de Tweede Klasse (0-300m van vestingwerk) mochten alleen bouwwerken opgetrokken uit verbrandbare stoffen gebouwd worden. Voor vestingwerken van de Derde Klasse golden geen bebouwingsbeperkingen. Het was verder verboden binnen de Grote Kringen van vestingwerken van de Eerste, Tweede en Derde klasse, dijken, kaden, wegen, bruggen, sluizen, duikers en dergelijke werken te maken, sloten en kanalen te graven, bestaande werken te veranderen of weg te nemen, en de grond te verhogen, zonder daartoe vergunning van het Ministerie van Oorlog te hebben. De Verboden Kringen van de verschillende forten besloegen over de gehele Waterlinie genomen een behoorlijk stuk land. In de kaart van de Waterlinie, zichtbaar in figuur 17a, zijn de Verboden Kringen weergegeven met rode cirkels. Binnen deze cirkels mocht dus slechts onder strenge voorwaarden gebouwd worden. De met blauw ingevulde delen van de kaart vormen de inundatievelden. Hier was de Inundatiewet van toepassing Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Waterlinie haar waarde verloren en daarom wordt in 1963 de Kringenwet officieel opgeheven. Zij is gedurende haar 110 jaar werking nooit gewijzigd, maar heeft enorme invloed gehad op de ruimtelijke ordening van Nederland. Zo mocht Utrecht tot 1951 niet naar het oosten uitbreiden vanwege de dubbele fortenring en getuigen vele houten huizen (zie figuur 16) van de beperkende bouwvoorschriften binnen de Verboden Kringen. 19