Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker en de houding ten opzichte van residuen
RESIDUEN Resten van een (gebruikt) gewasbeschermingsmiddel (= actieve stof) die achterblijven in de bodem, in het water en in/op planten na oogst of na bewaring. Vooraleer een gewasbeschermingsmiddel kan toegelaten worden, dient er veilig gebruik aangetoond in de verschillende facetten van de risicobeoordeling bvb. In de omgeving (grondwater, vogels, vissen etc ), voor de consument (voeding) en voor de toepasser/werker. In het kader van deze presentatie, zal de nadruk gelegd worden op de veiligheid voor de consument zowel als op de veiligheid van de toepasser/werkers Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding
Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker Toepasser: persoon die de verschillende stappen van de toepassing uitvoert: bespuiting, reiniging van de tank etc Werker: persoon die na de bespuiting het behandelde perceel dient te betreden voor gewasinspectie/oogst Uniform model ( EFSA model ) om de blootstelling van de toepasser en de werker te berekenen voor verschillende crop scenarios. Parameters die de blootstelling kunnen beïnvloeden: Dosis (g a.i./ha) en aantal toepassingen (werker) Hoe meer toepassing, hoe hoger het riscio! Afbreeksnelheid van de actieve stof op het blad (werker) Huidpenetratie potentieel van de actieve stof in de formulering Blootstellingstijd van de werker: 2h (crop inspectie) of 8h (oogst)
Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker Om veilig gebruik aan te tonen moet de blootstelling lager zijn dan het vooropgestelde toxicologisch veiligheidsniveau AOEL waarde ( Acceptable Operator Exposure Level ). AOEL is gebaseerd op een no-effect level komende van een korte termijn tox studie (bvb. 90 dagen rat) gecorrigeerd met een factor 100 als veiligheidsfactor. Doel is dat de blootstelling uiteindelijk lager is dan het toxicologisch veiligheidsniveau. Opties om de blootstelling te verlagen: Gebruik van beschermende maatregelen bvb. handschoenen / veiligheidsbril; Re-entry periode voor de werkers. Deze maatregelen worden vastgesteld gedurende de beoordeling van een product en worden per definitie vermeld op het gebruiksetiket.
Resten van een (gebruikt) gewasbeschermingsmiddel (= actieve stof) die achterblijven in/op het voortgebrachte product na oogst die potentieel kunnen geconsumeerd worden. De residuen aanwezig op de meeste producten vormen geen gezondheidsrisico! Nochtans worden de eisen van de markt steeds strenger. Veel belangengroepen (o.a. Greenpeace) en consumenten willen dat voeding geen residuen bevat. De analyses worden steeds nauwkeuriger: vb: detectie residu = 0,01 mg a.s./kg product = 0,01 ppm vergelijk: 1 sec per 3 jaar, 1 persoon in een bevolking van 100 miljoen, 1 korrel zout in een Olympisch zwembad
Residunormen: MRL Wettelijke normen voor resten van bestrijdingsmiddelen die nog op een product aanwezig mogen zijn. MRL = Maximum Residu Limiet (ppm of mg/kg product) MRL is geen norm voor de volksgezondheid, eerder een handelsstandaard! Indien de GAP (dosis, toepassingsmethode, aantal toepassingen, veiligheidstermijn, ) gevolgd werd, zou de MRL niet overschreden mogen worden. Een overschrijding van de MRL betekent niet noodzakelijk een gevaar voor de consument, maar wijst op een verkeerd gebruik van het bestrijdingsmiddel (niet naleven GAP). Er bestaat een MRL per gewas voor elk gewasbeschermingsmiddel dat op dat gewas kan worden toegepast (nu > 300.000 MRLs). Let wel: MRL s bestaan enkel voor consumptiegewassen en dus niet voor sierteelten
Volksgezondheidsnormen: ADI / ARfD Om te bepalen of een residu schadelijk kan zijn voor de consument, worden berekeningen uitgevoerd: chronische (op lange termijn) werking = ADI (aanvaardbare dagelijkse inname) (mg/kg lichaamsgewicht/dag) mogelijke acute (op korte termijn) werking = ARfD (acute referentiedosis) (mg/kg lichaamsgewicht) Beide waarden zijn afkomstig van toxicologische studies en zijn gecorrigeerd met een veiligheidsfactor van 100. Resultaat analyse < MRL Geen probleem (een MRL is afgetoetst met voedselveiligheidsnormen) Resultaat analyse > MRL Berekening kan opnieuw uitgevoerd worden a.d.h.v. de consumptiegegevens en de teruggevonden waarde
Europese harmonisatie van MRL s Sinds 1 september 2008: verordening 396/2005/EG geharmoniseerde residunormen die op Europees niveau zijn vastgelegd MRL s gepubliceerd als bijlagen II (bestaande EU MRL s), III (tijdelijke MRL s), IV (stoffen waarvoor geen MRL s nodig zijn) zie EU Pesticides Database, website Productschap Tuinbouw en EWRS middelen zonder toelating in EU: ondergrens van 0,01 mg/kg
Welke factoren spelen een rol in het residugehalte
Houding inzake residuen Extra eisen van de handel al dan niet onder druk van de publieke opinie en/of milieuorganisaties bvb. Facebook actie Greenpeace België
Houding inzake residuen Met betrekking tot de consumentenveiligheid zijn de eisen van de handel zijn vaak strenger dan de wettelijke vereisten of dan de MRL en dit ongeacht het feit dat de MRL op zich geen norm is voor de volksgezondheid Sommige supermarkten stellen hun eigen maatstaven, de zogenaamde supermarkt MRL s die een stuk lager liggen dan de eigenlijke EU MRL s Deze extra eisen hebben geen extra bijdrage tot de voedselveiligheid. Supermarkten dagen elkaar uit om zo weinig mogelijk residu's op hun groenten en fruit te hebben concurrentieargument, negatieve publiciteit vermijden emotie van het residu
Houding inzake residuen * Extract uit het duurzaamheidsmanifest van 2014 van supermarktketen Lidl Code of Conduct * Samenwerkingscontract vraagt de teler om te voldoen aan 1/3 van de MRL * Wat in extreme gevallen zoals plaag?