Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Vergelijkbare documenten
Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie. Eindrapportage

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie. Eindrapportage

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2013

Verslagjaar Forensische geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en zorg voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking. Versie 1.

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie. Eindrapportage

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

ACCCOUNTANTSPROTOCOL GENORMEERDE PRESTATIE- INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE 2017

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

ACCCOUNTANTSPROTOCOL GENORMEERDE PRESTATIE- INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE 2018

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

Kernset prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie Verslagjaar Forensische geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Versie 1.

Rapport evaluatie prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie

Verslagjaar Forensische geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Versie 1.1

Subset prestatieindicatoren. Verslagjaar 2012

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie forensische zorg 8 juni 2017

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, december 2013

CQi Kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg (Verkort)

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, december 2014

Eindrapportage Gehandicaptenzorg. Verslagjaar Eindrapportage Gehandicaptenzorg

CQi Klinische geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Utrecht, november 2013

CQi Kortdurende ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg

De forensische zorgketen

Transparante kwaliteitsinformatie: de eerste drie jaar van het Zorginstituut

Macroanalyse beleidsinformatie 2015

Eenheid waarvoor meetgegevens aangeleverd worden

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke Gezondheidszorg en verslavingszorg. Utrecht, juni 2013

Risico-indicatoren. Basisset Geestelijke gezondheidszorg, Verslavingszorg en Forensische zorg. Utrecht, november 2015

Nieuwsbrief forensische zorg

Cliëntenthermometer cliënten vanaf 12 jaar at.groep Zorg

Veiligheidsindicatoren Basisset Geestelijke gezondheidszorg

Productievoorstel justitiële FPC s 2018

Instructie Outcome-indicatoren

Veiligheidsindicatoren Basisset Geestelijke gezondheidszorg

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Cliëntenthermometer begeleiding kind at.groep Zorg

Onderzoeksrapportage. Drieluik rapportages continuïteit van zorg. Achtergrondrapportage omvang doelgroep. Advies

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorenset Prostaatcarcinoom

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Kraamzorg

BIJLAGE E Definitielijst

Kernset prestatie- indicatoren Geestelijke Gezondheidszorg & Verslavingszorg

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis. Informatie voor familie. Ouderen. Mondriaan. voor geestelijke gezondheid

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorenset kraamzorg verslagjaar 2015

3. Wat is het moment waarop een herziene versie van het meetinstrument wordt aangeboden aan het Register?

Rapportage in- en uitstroomgegevens forensische zorg (herhaalde uitvraag over 2015) Programma Continuïteit van zorg

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2018 juli 2018

Productievoorstel PPC 2018

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ

Cliëntenthermometer begeleiding kind

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Geestelijke Gezondheidszorg en Verslavingszorg (GGZ)

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorset Blaascarcinoom

nhouds pgave 1. Inleiding

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Handreiking Gebruik zorgvraagzwaarte-indicator GGZ Voor GGZ-instellingen en zorgverzekeraars

Kernset prestatieindicatoren 2012

Aanlever- en validatiespecificaties CQIbestanden

Indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorgids Cataract verslagjaar 2015 ZIN besluit

E A A D I C - - T N N T I S I R E G - D N A G E I V G. Parnassusplein VX Den Haag. Postbus BC Den Haag (070) (070)

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Verpleging en Verzorging (WLZ)

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Aanvraag Productievoorstel PPC 2019

Versie SBG T-score Formules

Cijfers & bijzonderheden 2018

Aanbiedingsformulier. Algemene informatie

Handboek voor zorgaanbieders van wijkverpleging. Toelichting op de kwaliteitsindicatoren en meetinstructie meetjaar 2017 april 2017

Indicatoren Zichtbare Mondzorg Tandprothetici. Inleiding. Terugkoppeling praktijkgegevens zorginhoudelijke indicatoren

Vers van de pers: recidive na forensische zorg

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Factsheet gemeenten

Een niet vrijwillige opname in het verpleeghuis

Outcome in Zicht via CBS. Startpakket

Indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland. Indicator nummer Indicatornaam

P4P indicatorenset 2019

Aanmeldformulier Regionale Toegang voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Heupprothese

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Rapportage datakwaliteit aanlevering kwaliteitsgegevens medisch specialistische zorg (MSZ) mei 2016

Procedure Samenwerkingsafspraken indicatie en plaatsing, tussen

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Hof en Hiem totaalrapportage alle locaties. PG-vertegenwoordigers Verslagjaar 2014

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Zorgbureau Endless Almere. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Comfortzorg Heerenveen. Zorg Thuis Verslagjaar Uitgevoerd door Bureau De Bok, Franeker

P4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.

Welkom op de informatiebijeenkomst over ROM ggz

Aan de directie/raad van bestuur van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en Revalidatie Nederland. Geachte heer, mevrouw,

Transcriptie:

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie Eindrapportage Verslagjaar 2016 versie 1.1 (defintief)

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 1.1 Doelstelling... 3 1.2 Eindrapportage... 3 1.3 Aanlevering data verslagjaar 2016... 3 1.4 Welke indicatoren voor wie?... 3 1.5 Leeswijzer... 6 Kenmerken van instellingen... 7 Indicator 1: Systematisch meten van de ernst van de problematiek... 8 1.1. Beginmeting... 8 1.2 Vervolgmeting... 10 1.3. Eindmeting... 11 Indicator 2: Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel... 12 2.1 Vervolgzorg... 12 2.2 Vervolgzorg met verwijsbrief, CIZ-indicatie of RM danwel IBS... 13 2.3 Nazorg... 14 Indicator 3: Het op systematische wijze meten van het recidiverisico... 15 3.1 Beginmeting... 15 3.2 Systematisch meten... 17 3.3 Eindmeting... 19 Deel 4: Het meten van de verandering van het recidiverisico... 20 4.1 Patiënten in behandeling... 20 4.2. Patiënten langer dan 1 jaar opgenomen... 22 Indicator 6: Voortijdige beëindiging overeenkomst... 23 Indicator 7: Geweldsincidenten... 24 7.1 Het aantal geweldsincidenten dat heeft geleid tot sanctie en/of aangifte: FPC,... 24 7.2 Het aantal gemelde geweldsincidenten door patiënten: klinische Overig... 24 7.3 Aantal Patiënten dat geweldsincidenten heeft veroorzaakt... 25 2

1. Inleiding De Divisie Forensische Zorg en Justitiële Jeugd Inrichtingen (ForZo/JJI) biedt u de eindrapportage van de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2016 aan. De uitvraag van de prestatie-indicatoren verslagjaar 2016 heeft in februari tot en met mei 2017 plaatsgevonden in een speciaal voor dat doel ontwikkelde dataportaal. De Kernset 2014 betrof de eerste set die tot stand is gekomen na beëindiging van het Programma Zichtbare Zorg (ZiZo) en die (evenals de set voor 2015 en 2016) tot stand is gekomen in nauw overleg tussen forzo/jji en de belanghebbenden in het forensische zorgveld. Het doel van forzo/jji is om de set zoveel als mogelijk te ontwikkelen in uitkomstindicatoren en aan de hand van de indicatoren de kwaliteit van zorg door de forensische zorgaanbieders te beoordelen, mede ten behoeve van het zorginkoopproces. De (door-)ontwikkeling van de prestatie-indicatoren vindt plaats in een voorbereidingsgroep onder projectleiding van het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie. In de voorbereidingsgroep zijn de brancheorganisaties, verschillende typen van forensische zorgaanbieders en relevante beroepsverenigingen vertegenwoordigd. 1.1 Doelstelling Met de uitvraag en doorontwikkeling van de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie wil ForZo/JJI de kwaliteit van de zorg inzichtelijk maken. ForZo/JJI wil dit bewerkstelligen aan de hand van een beperkte set aan prestatie-indicatoren. De informatie over de geleverde kwaliteit kan zowel door zorginstellingen zelf ten behoeve van het interne kwaliteitsbeleid, als ook door bijvoorbeeld patiëntenverenigingen worden gebruikt. Voor ForZo/JJI is zicht op de kwaliteit van belang omdat zij de zorginkoop mede wil baseren op kwaliteit. 1.2 Eindrapportage In de voorliggende rapportage worden de resultaten op de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2016 per zorginstelling (per setting) weergegeven. De indicatorenset forensische psychiatrie bestaan voor verslagjaar 2016 uit onderstaande indicatoren: Het totaal aantal patiënten met een forensische zorgtitel dat in het verslagjaar bij de organisatie in behandeling/begeleiding is of is geweest in de setting waarover gerapporteerd wordt. Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel Het op systematische wijze meten van het recidiverisico Het meten van de verandering van het recidiverisico Voortijdige beëindiging van de behandel- of begeleidingsovereenkomst Geweldsincidenten Indicator 5 uit de vragenlijst van verslagjaar 2015 over recidive tijdens en na afloop van de strafrechtelijke titel is tijdelijk komen te vervallen, indicator 8 over patiëntervaring over de (voortgang van de) behandeling/begeleiding wordt om het jaar uitgevraagd. 1.3 Aanlevering data verslagjaar 2016 In totaal hebben 64 verschillende zorgconcerns de prestatie-indicatoren forensische psychiatrie aangeleverd en geaccordeerd over verslagjaar 2016. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen zorg geleverd door een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC), Penitentiair Psychiatrisch Centrum 3

(), klinische zorg, ambulante behandeling en als laatste categorie beschermd wonen en ambulante begeleiding. Indien zorgconcerns meerdere typen van zorg leverden met voldoende instroom, is hen gevraagd om voor twee zorgsettingen prestatie-indicatoren aan te leveren. Omdat een aantal zorgconcerns over twee typen van zorg verantwoording aflegt wordt in deze rapportage over de verschillende zorgsettingen samen 93 keer verantwoording afgelegd. Er zijn twee zorgconcens die over drie zorgsettingen verantwoording hebben afgelegd waarbij de derde zorgsetting Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) betrof. De uitkomsten van de twee PIJ instellingen zijn niet meegenomen in deze rapportage, maar zijn wel opgenomen in de tabellen in de bijlagen. 1.4 Welke indicatoren voor wie? Ten behoeve van de verantwoording aan de hand van de prestatie-indicatoren wordt een onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende zorgsettingen. Niet voor alle zorgsettingen gelden dezelfde indicatoren. Hieronder is te vinden welke indicatoren voor welk setting gelden. FPC Verplichte indicatoren: Indicator 1. Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten Indicator 3. Het op systematische wijze meten van het recidiverisico Indicator 4. Het meten van de verandering van het recidiverisico Indicator 7. Geweldsincidenten Voorgeschreven instrumenten: Indicator 1. HoNOS, DROS, Mate7, combinatie van MANSA en STABLE-2007 Indicator 3. HCR-20 V3 of HKT-R Indicator 4. K-factoren van de HKT-R Normering: Indicator 1.1 Beginmeting: 35% Indicator 3.1 Beginmeting: 70% Verplichte indicatoren: Indicator 1. Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten Indicator 2. Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel Indicator 3. Het op systematische wijze meten van het recidiverisico Indicator 4. Het meten van de verandering van het recidiverisico Indicator 7. Geweldsincidenten 4

Voorgeschreven instrumenten: Indicator 1. Met de s is afwijkend instrumentarium afgesproken. Tot 1 januari 2018 kunnen zij gebruik maken van BPRS. Indicator 3. HCR-20V3 of HKT-R Indicator 4. K-factoren van de HKT-R Normering: Indicator 1.1 Beginmeting: 35% Indicator 3.1 Beginmeting: 45% Klinisch Overig Verplichte indicatoren: Indicator 1. Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten Indicator 2. Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel Indicator 3. Het op systematische wijze meten van het recidiverisico Indicator 4. Het meten van de verandering van het recidiverisico Indicator 6. Voortijdige beëindiging van de behandel- of begeleidingsovereenkomst Indicator 7. Geweldsincidenten Voorgeschreven instrumenten: Indicator 1. HoNOS, DROS, Mate7, combinatie van MANSA en STABLE-2007 Indicator 3. HCR-20V3 of HKT-R Indicator 4. K-factoren van de HKT-R Normering: Indicator 1.1 Beginmeting: 35% Indicator 3.1 Beginmeting: 45% Ambulante behandeling Verplichte indicatoren: Indicator 1. Het op systematische wijze meten van de verandering van de ernst van de problematiek bij patiënten Indicator 2. Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel Indicator 3. Het op systematische wijze meten van het recidiverisico Indicator 6. Voortijdige beëindiging van de behandel- of begeleidingsovereenkomst Voorgeschreven instrumenten: Indicator 1. HoNOS, DROS, Mate7, combinatie van MANSA en STABLE-2007 Indicator 3. Risicotaxatie-instrument naar keuze 5

Normering: Indicator 1.1 Beginmeting: 35% Indicator 3.1 Beginmeting: 45% Beschermd wonen & ambulante begeleiding Verplichte indicatoren: Indicator 2. Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel Indicator 6. Voortijdige beëindiging van de behandel- of begeleidingsovereenkomst Voorgeschreven instrumenten: n.v.t. Normering: n.v.t. 1.5 Leeswijzer In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe de grafieken op de volgende pagina s gelezen moeten worden. Voor zover het een indicator betreft die een aandeel of percentage weergeeft, worden de volgende zaken getoond: Beschrijving van de indicator; Een grafiek met de gemiddelde indicatorwaarden per setting; In de bijlagen is een tabel te vinden met de teller, de noemer en indicatorwaarden per instelling per setting, de totalen per type instellingen en voor alle instellingen gezamenlijk. De beschrijving van de indicator betreft: De naam van de indicator; De indicator waarde (omschrijving). Grafiek met uitkomsten De scores op de betreffende indicator worden weergegeven in een grafiek met daarin de gemiddelde indicatorwaarde voor de betreffende zorgsetting. Onder de grafiek wordt het aantal zorginstellingen binnen de zorgsettting(s)weergegeven. Tabel met uitkomsten per instelling De tabellen met de uitkomsten voor alle instellingen zijn in de bijlage opgenomen. De tabellen bevatten de volgende informatie: De namen van de zorginstellingen die gegevens hebben aangeleverd. De zorginstellingen staan gerangschikt naar setting en daar binnen op behaalde indicatorwaarde (%) van hoog naar laag. Op deze manier kan iedere zorginstelling goed zien hoe deze scoort ten opzichte van andere zorginstellingen. Van elk setting staat vetgedrukt in de tabel het gemiddelde aangegeven. Dit getal is het gemiddelde van de indicatorscore van alle zorginstellingen in de betreffende setting. Vervolgens staat er per zorginstelling een indicatorwaarde weergegeven die het resultaat is van de berekening met behulp van de teller en de noemer. 6

Kenmerken van instellingen In dit deel wordt een aantal algemene kenmerken getoond. Deze algemene kenmerken betreffen het type(n) zorg geleverd door een zorginstelling en het aandeel patiënten per setting. Figuur 1 Instellingen naar setting 4,3% Ambulante behandeling 26,9% 26,9% Beschermd wonen & ambulante begeleiding FPC 11,8% 30,1% Klinisch overig Figuur 2 Patiënten naar setting 8,1% Ambulante behandeling 10,7% Beschermd wonen & ambulante begeleiding 8,0% FPC 16,6% 56,5% Klinisch overig 7

Indicator 1: Systematisch meten van de ernst van de problematiek 1.1. Beginmeting Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie binnen één week na start behandeling aantoonbaar een beginmeting is gedaan van de ernst van de aandoening met de BPRS van alle patiënten die in het verslagjaar zijn opgenomen. Dit betreft dus alle patiënten die gestart zijn met behandeling tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2017. Deze indicator is genormeerd op 35% Figuur 3 Indicator 1.1 Aantal instellingen: 4 Indicatorwaarde Ambulante Behandeling en Klinisch Overig: Het percentage patiënten bij wie binnen drie maanden na start behandeling aantoonbaar een beginmeting is gedaan van de ernst van de problematiek met de HoNOS of de Mate7 of de DROS of een combinatie van MANSA en STABLE-2007 van alle patiënten die in het verslagjaar minimaal drie maanden en 1 dag in behandeling zijn. Dit betreft patiënten die gestart zijn met behandeling tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016. Deze indicator is genormeerd op 35% Figuur 4 Indicator 1.1 Ambulante Behandeling en Klinisch Overig Ambulante behandeling Klinisch overig Totale aantal instellingen: 50 8

Indicatorwaarde FPC: Het percentage patiënten bij wie binnen drie maanden na start behandeling aantoonbaar een beginmeting is gedaan van de ernst van de problematiek met de HoNOS of de Mate7 of de DROS of een combinatie van MANSA en STABLE-2007 van alle patiënten die in het verslagjaar minimaal drie maanden en 1 dag in behandeling zijn. Dit betreft patiënten die gestart zijn met behandeling tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016. Deze indicator is genormeerd op 35% Figuur 5 Indicator 1.1 FPC FPC Aantal instellingen: 11 9

1.2 Vervolgmeting Indicatorwaarde : Het percentage patiënten dat langer dan een jaar in behandeling is (geweest) en bij wie jaarlijks aantoonbaar de ernst van de problematiek is gemeten met hetzelfde meetinstrument als de beginmeting. Figuur 6 Indicator 1.2 Aantal instellingen: 4 Indicatorwaarde Ambulante Behandeling en Klinisch Overig: Het percentage patiënten dat langer dan een jaar in behandeling is (geweest) en bij wie jaarlijks aantoonbaar de ernst van de problematiek is gemeten met hetzelfde meetinstrument als de beginmeting. Figuur 7 Indicator 1.2 Ambulante Behandeling en Klinisch Overig Ambulante behandeling Klinisch overig Totale aantal instellingen: 50 Indicatorwaarde FPC: Het percentage patiënten dat langer dan 8 weken in behandeling is (geweest) en bij wie aantoonbaar binnen 8 weken na start behandeling de ernst van de problematiek is gemeten met hetzelfde meetinstrument als de beginmeting. Figuur 8 Indicator 1.2 FPC FPC Aantal instellingen: 11 10

1.3. Eindmeting Indicatorwaarde : Het percentage patiënten dat langer dan twee weken in behandeling is (geweest) en bij wie uiterlijk binnen 1 week voor ontslag aantoonbaar een eindmeting is gedaan met hetzelfde instrument als de beginmeting. Indien de ontslagdatum onbekend is en er sprake is van plotselinge invrijheidstelling wordt de nameting, indien mogelijk, op de dag van de invrijheidsstelling gedaan. Figuur 9 Indicator 1.3 Aantal instellingen: 4 Indicatorwaarde Ambulante Behandeling, FPC en Klinisch Overig: Het percentage patiënten dat langer dan 6 maanden in behandeling is (geweest) en bij wie uiterlijk binnen 3 maanden voor ontslag een eindmeting is gedaan met hetzelfde meetinstrument als de beginmeting. Figuur 10 Indicator 1.3 Ambulante Behandeling, FPC en Klinisch Overig Ambulante behandeling FPC Klinisch overig Totale aantal instellingen: 61 11

Indicator 2: Continuïteit van zorg na afloop van de strafrechtelijke titel 2.1 Vervolgzorg Indicatorwaarde: Het percentage patiënten dat (vervolg)zorg nodig heeft na afloop van hun strafrechtelijke titel. Figuur 11 Indicator 2.1 Ambulante behandeling Beschermd wonen & ambulante begeleiding Klinisch overig Totale aantal instellingen: 82 12

2.2 Vervolgzorg met verwijsbrief, CIZ-indicatie of RM danwel IBS Indicatorwaarde Ambulante Behandeling: Het percentage patiënten van alle patiënten dat (vervolg)zorg nodig heeft na afloop van hun strafrechtelijke titel en waarvoor op de datum van afloop van de strafrechtelijke titel het juiste verwijstype is geregeld (zie tabel onder definities) en/of een civielrechtelijke Rechterlijke Machtiging (RM) dan wel een In Bewaring Stelling (IBS) is afgegeven. Figuur 12 Indicator 2.2 Ambulante Behandeling Ambulante behandeling Aantal instellingen: 25 Indicatorwaarde Beschermd Wonen & Ambulante Begeleiding, Klinisch Overig, : Het percentage patiënten van alle patiënten dat (vervolg)zorg nodig heeft na afloop van hun strafrechtelijke titel en waarvoor op de datum van afloop van de strafrechtelijke titel het juiste verwijstype is geregeld (zie tabel onder definities) en/of een civielrechtelijke Rechterlijke Machtiging (RM) dan wel een In Bewaring Stelling (IBS) is afgegeven. Figuur 13 Indicator 2.2 Beschermd Wonen & Ambulante Begeleiding, Klinisch Overig, Beschermd wonen & ambulante begeleiding Klinisch overig Totale aantal instellingen: 57 13

2.3 Nazorg Indicatorwaarde : Het percentage patiënten voor wie tijdens de strafrechtelijke titel nazorg is gerealiseerd. Figuur 14 Indicator 2.3 Aantal instellingen: 4 14

Indicator 3: Het op systematische wijze meten van het recidiverisico 3.1 Beginmeting Indicatorwaarde FPC: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 6 maanden na in behandeling te zijn genomen een beginmeting is gedaan met de HCR-20V3 of de HKT-R van alle patiënten die tussen 1 juli 2015 en 1 juli 2016 in behandeling zijn genomen en waarvan de verblijfsduur/behandelduur langer dan 6 maanden is. Deze indicator is genormeerd op 70% Figuur 15 Indicator 3.1 FPC FPC Aantal instellingen: 11 Indicatorwaarde Klinisch Overig: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 3 maanden na start behandeling een beginmeting is gedaan met de HCR-20V3 of de HKT-R van alle patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016 en waarvan de verblijfsduur/behandelduur langer dan 3 maanden is. Deze indicator is genormeerd op 45% Figuur 16 Indicator 3.1 Klinisch Overig Klinisch overig Aantal instellingen: 25 Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 8 weken na opname de H-items en de K- items van de HKTR zijn afgenomen van alle patiënten die tussen 1 januari 2016 tot 1 januari 2017 in behandeling zijn genomen. Deze indicator is genormeerd op 45% 15

Figuur 17 Indicator 3.1 Aantal instellingen: 4 Indicatorwaarde Ambulante Behandeling: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 3 maanden na start behandeling een beginmeting is gedaan met een risicotaxatie-instrument van alle patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016 en waarvan de verblijfsduur/behandelduur langer dan 3 maanden is. Deze indicator is genormeerd op 45% Figuur 18 Indicator 3.1 Ambulante Behandeling Ambulante behandeling Aantal instellingen: 25 16

3.2 Systematisch meten Indicatorwaarde FPC: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar periodiek het recidiverisico is gemeten met de HCR- 20V3 of de HKT-R. Figuur 19 Indicator 3.2 FPC FPC Aantal instellingen: 11 Indicatorwaarde Klinisch Overig: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar periodiek het recidiverisico is gemeten met de HCR 20V3 of de HKT-R. Figuur 20 Indicator 3.2 Klinisch Overig Klinisch overig Aantal instellingen: 25 Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 1 jaar na opname de H-items en de K-items van de HKT-R zijn afgenomen. Figuur 21 Indicator 3.2 Aantal instellingen: 4 17

Indicatorwaarde Ambulante Behandeling: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar periodiek het recidiverisico is gemeten met een risicotaxatie-instrument. Figuur 22 Indicator 3.2 Ambulante Behandeling Ambulante behandeling Aantal instellingen: 25 18

3.3 Eindmeting Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen een week voor ontslag de T-items van de HKT-R zijn afgenomen. Figuur 23 Indicator 3.3 Aantal instellingen: 4 19

Deel 4: Het meten van de verandering van het recidiverisico 4.1 Patiënten in behandeling Indicatorwaarde FPC: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 6 maanden na in behandeling te zijn genomen een beginmeting is gedaan van de K-factoren van de HKT-R van alle patiënten die tussen 1 juli 2015 en 1 juli 2016 in behandeling zijn genomen en waarvan de verblijfsduur/behandelduur langer dan 6 maanden is. Figuur 24 Indicator 4.1 FPC FPC Aantal instellingen: 11 Indicatorwaarde Klinisch Overig: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 3 maanden na start behandeling een beginmeting is gedaan van de K-factoren van de HKT-R van alle patiënten die in behandeling zijn genomen tussen 1 oktober 2015 en 1 oktober 2016 en waarvan de verblijfsduur/behandelduur langer dan 3 maanden is. Figuur 25 Indicator 4.1 Klinisch Overig Klinisch overig Aantal instellingen: 25 20

Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 8 weken na opname de K-factoren van de HKT-R zijn afgenomen. Figuur 26 Indicator 4.1 Aantal instellingen: 4 21

4.2. Patiënten langer dan 1 jaar opgenomen Indicatorwaarde : Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar binnen 8 weken na opname de K-factoren van de HKTR zijn afgenomen. Figuur 27 Indicator 4.2 Aantal instellingen: 4 Indicatorwaarde FPC en Klinisch Overig: Het percentage patiënten bij wie aantoonbaar periodiek een meting is gedaan van de K-factoren van de HKT-R. Figuur 28 Indicator 4.2 FPC Klinisch overig Totale aantal instellingen: 36 22

Indicator 6: Voortijdige beëindiging overeenkomst Indicatorwaarde Ambulante Behandeling: Het percentage patiënten dat voor het einde van de strafrechtelijke titel eenzijdig (tegen het advies van de behandelaar of begeleider) zijn behandeling of begeleiding beëindigd heeft gedurende het verslagjaar en/of waarvan de behandelaar/begeleider voor het einde van de strafrechtelijke titel heeft besloten de behandeling of begeleiding te beëindigen omdat de patiënt zich niet heeft gehouden aan de gestelde voorwaarden. Figuur 29 Indicator 6.1 Ambulante Behandeling Ambulante behandeling Aantal instellingen: 25 Indicatorwaarde Klinisch Overig en Beschermd Wonen & Ambulante Begeleiding: Het percentage patiënten dat voor het einde van de strafrechtelijke titel eenzijdig (tegen het advies van de behandelaar of begeleider) zijn behandeling of begeleiding beëindigd heeft gedurende het verslagjaar en/of waarvan de behandelaar/begeleider voor het einde van de strafrechtelijke titel heeft besloten de behandeling of begeleiding te beëindigen omdat de patiënt zich niet heeft gehouden aan de gestelde voorwaarden. Figuur 30 Indicator 6.1 Klinisch Overig en Beschermd Wonen & Ambulante Begeleiding Beschermd wonen & ambulante begeleiding Klinisch overig Totale aantal instellingen: 53 23

Indicator 7: Geweldsincidenten 7.1 Het aantal geweldsincidenten dat heeft geleid tot sanctie en/of aangifte: FPC, Indicatorwaarde: Het aantal geweldsincidenten door patiënten tegen een andere patiënt en/of tegen zijn naastbetrokkenen (bezoekende familie/vrienden) en/of personeel binnen de klinische setting dat heeft geleid tot een beklagwaardige sanctie en/of aangifte bij de politie. Tabel 1. Indicator 7.1 en FPC Aantal geweldsincidenten Clienten 167 2.029 FPC 101 1.999 Totale aantal instellingen: 15 7.2 Het aantal gemelde geweldsincidenten door patiënten: klinische Overig Indicatorwaarde: Het aantal gemelde geweldsincidenten door patiënten binnen de klinische setting. Tabel 2. Indicator 7.2 Klinisch Overig Aantal geweldsincidenten Clienten Klinische behandeling 633 2.603 Aantal instellingen: 24 24

7.3 Aantal Patiënten dat geweldsincidenten heeft veroorzaakt Indicatorwaarde Klinisch Overig: Het percentage patiënten van het totaal aantal patiënten dat in het verslagjaar een geweldsincident heeft veroorzaakt. Figuur 31 Indicator 7.3 Klinisch Overig Klinisch overig Aantal instellingen: 23 Indicatorwaarde FPC, : Het percentage patiënten dat in het verslagjaar een geweldsincident heeft veroorzaakt. Figuur 32 Indicator 7.3 FPC, FPC Aantal instellingen: 15 25

Colofon De gegevensuitvraag, databewerking, schoning en rapportage is uitgevoerd door APE onderzoek en advies en Enigmatry 26