VERSLAG YPENBURG 2010



Vergelijkbare documenten
Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

Oeverplanten in Lelystad

EENDENKOOI SCHIPLUIDEN

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Bijlage 2 Streefbeeldvegetatie van natuurvriendelijke oevers

Rotterdamseweg 223. KNNV afdeling Delfland. Cor Nonhof

Zeven Gaten. KNNV afdeling Delfland. Margreet Hogeweg Jeannette van Zeijl Cor Nonhof

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

PWG-excursie naar de Rhoonse Grienden op 6 mei 2015

Verslag van de excursie naar Hitland-Noord 3 juni 2015

Wetenschappelijke naam: Bellis Perennis. Compositae

6,5. Werkstuk door Z woorden 11 maart keer beoordeeld. Schermbloemenfamilie. Datum gevonden:

Opnames van P.Q,s op de Golfbaan Cromstrijen volgens Tansley

De vegetatieontwikkeling in de vijvers Zandhorst III, te Heerhugowaard in 2004, 2005 en 2006.

Zuidrand Quick Scan 2011

ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE. 1 Tekenblad bij Opdracht 1. Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen:

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

De herontdekking van de Waterleliegracht. Samenvatting. Ankie Dols, Iris Al, Stefanie van der Kaaij, Maxime Kole, Bram Omon en Evelien Keuzenkamp

Waterplanten- en vissenonderzoek in waterlichamen van Waterschap Rijn en IJssel in 2012

Opdracht Biologie Informatie planten voor herbarium

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Onkruid in kassen Westland

Poelzone C.J. Nonhof. KNNV afdeling Delfland

Begrazing in het Zwanenbroekje

Elodea densa waterpest Kan los in de vijver, maar doet het beter indien opgepot. Direct oppotten en in de vijver zetten. Waterdiepte cm.

Opnames van P.Q,s op de Golfbaan Cromstrijen volgens Tansley 2014

Bermen rond de Haagse Beek

Nul-monitoring Drijvende waterweegbree en kranswieren in de deelgebieden Vlijmens ven en De Maij

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Natuurtoets ten behoeve van het nieuwbouwproject De nieuwe Landen 2 te Lemelerveld

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg8

Berminventarisatie 2013

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

Water- en oeverplanten in de zandwinplas in de Hiensche Uiterwaarden bij Dodewaard

SLOBKOUSNIEUWS 29 jrg7

PWG-excursie naar de Broekpolder op 20 april 2016

Onderstaande wilde planten waren op de wilde bloemententoonstelling IT HEIDENSKIP BLOEIT, 23 en 24 mei 2009 in It Heidenskip te zien.

In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn.

Aanleiding. Economische impuls regio Waterberging Natuurontwikkeling Recreatie

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Duiken naar waterplanten in de Zevenhuizerplas

Bekenwerkgroep Nederland Een groep vrijwilligers en de wat vergeten beekplanten- Dronten 4 februari 2006

'rodelijst' Aegopodium podagraria. Artemisia vulgaris. Bolboschoenus maritimus

PWG-excursie naar Hitland op 17 juli 2013

De mogelijke rol van de zaadvoorraad in het herstel van een waterplantenvegetatie in oeverstroken na baggeren

Tijdelijke droogval van onderwaterbodems als maatregel ter verbetering van de waterkwaliteit? Microcosmos- en Mesocosmosstudies

Verslag Eindejaars Plantenjacht 2015 Natuurgroep Kockengen

Bepaling van de biotische index van zoetwater

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

Bepaling van de biotische index van zoetwater

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

klimaatstad water leeft 1 Bio

Bijlage 9 Veldformulieren 1 Algemeen. 2 Onderdelen, eisen en aanbevelingen. Handboek Hydrobiologie. 9: Veldformulieren - 1

Flora en fauna Midden-IJsselmonde N. Godijn

18:30 uur. SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7. Volgende woensdag 16 augustus is de afspraak om

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

LPW. Datum excursie: 6/05/2013 Hokcode: D Plaats: Opoeteren Gids: Robert Delbroek

Natuurtoets ten behoeve van de wijziging van het bestemmingsplan van enkele percelen langs de Hoenderweg en de Vilstersedijk te Lemelerveld

Ecologisch herstelplan De Vinkenslag

Datum excursie: 26/04/2010 Hokcode: D Plaats: Zutendaal Gids: Bert Berten. Theo Nulens LPW

Zwethzone; nieuw recreatiegebied in het Westland

Programma van eisen Bergingsgebied Vlietzone (Molenvlietpark)

Datum excursie: 2013/29/ Hokcode: D Plaats: Loksbergen Gids: Bert Berten Deelnemers: Georges Peters

Oever en moerasplanten

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

Een beken-landschap in ontwikkeling Laaglandbeken vanuit een ecologen-blik

ONDERZOEKSBLAD WATER LEEFT GROEP 7-8

PWG-excursie naar riviereiland De Zaag op 25 april 2018

Bermflora-onderzoek Aartselaar 2005

Carex pendula Hangende zegge GE

HYPERICUM 2, december 2003

Praktijkopdrachten groep 7/8.

Kennisdag 8 juni B Connect: meer biodiversiteit op bedrijventerreinen

Streefbeelden natte ruigten. Natte ruigten. Soorten. Riet Grote lisdodde. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging

Rapportage Thijssevaart uitgebracht aan de Arbo- en milieudienst van de TU Delft

Vegetatieonderzoek proefvlakken in het SES-gebied Boterdiepstrook te Groningen

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Alkmaar - Den Helder

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg7

Bermen in het Westland

Groot hoefblad langs De Loet

Veldwerkkist Water. docentenhandleiding

Bekenwerkgroep Nederland Een groepje vrijwilligers en de wat vergeten echte beekplanten- Zuidlaren 23 februari 2013

KM-hok Westerpark-Rokkeveen ; Ax = 90 Ay = 451; 1989 tm 2015 ; 187 taxa

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Inventarisatie planten op muren van (monumentale) bruggen en sluizen

PWG-excursie naar Tiengemeten op 6 augustus 2014

PWG-excursie naar de Overschiese plasjes op 1 juli 2015

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg8

Flora- en Faunatoets voor uitbreidingsplan bedrijfsterrein Gebroeders Olieman, Tempeldijk 40

Put van Schoonhoven (Amerongse Bovenpolder)

Inventarisatie oever- en waterplanten van waterlopen in de wijk Spierveen in Eelde-Paterswolde

De KNNV Veldgids Rompgemeenschappen en enkele kanttekeningen daarbij

WATER LEEFT Biologisch wateronderzoek

Leucojum aestivum L. indigeen

Trends in kritische soorten. Artikel in H2O Februari 2007 Hans van der Goes Bart Specken

Waterplanten in Loenderveen-Oost: ontwikkelingen

Transcriptie:

VERSLAG YPENBURG 2010 KNNV afdeling Delfland

Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland Inhoudsopgave Inleiding... 3 Vegetatie... 4 Waterdieren...17 Acceptatie Wilde natuur...25 Conclusies...29 Bibliografie...30 Deelnemers...30 Bijlage Soortenlijst...31 Bijlage Opnamen lokatie V1...35 Bijlage Opname lokatie V2...37 Bijlage Opnamen lokatie V3...38 Bijlage Opnamen lokatie W1...40 Bijlage Opnamen lokatie W2...41 Bijlage Opnamen lokatie W3...42 Bijlage Indeling van Water- en Verlandingsvegetaties...43 Bijlage Analysemethoden Turboveg en SynBioSys...45 Bijlage Inventarisatieformulier waterdieren...47 Copyright: KNNV afdeling Delfland, 2010 Referentie: Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 Overname van delen van de tekst is toegestaan onder bronvermelding. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 2

Inleiding Aanleiding en opzet onderzoek Bij de aanleg van Ypenburg is rekening gehouden met veel open water. Daarmee liep de wijk vooruit op de nieuwe richtlijnen van het Hoogheemraadschap van Delfland voor de verhouding van land ten opzicht van water. Er is daarbij ook sterk ingezet op natuurvriendelijke oevers en wateren. De plannen stammen uit de periode 1999 2001 voor zover de KNNV afdeling Delfland die in haar bezit heeft. Het leek de afdeling leuk om tien jaar later eens te kijken wat ervan geworden is. Samen met het Hoogheemraadschap van Delfland is een projectplan geschreven en in uitvoering genomen. Het behelst een onderzoek naar alles wat met de voeten in het water staat. Daarna is met de gemeente Den Haag contact opgenomen, omdat de verlandingsvegetaties ook de oever opkruipen. Den Haag en het hoogheemraadschap voeren ook gezamenlijk het onderhoud aan de vegetaties uit. Wie wat doet staat in het Oeveronderhoudsplan dat beide partijen hebben opgesteld. De verwachting bij de start van het onderzoek is dat de vegetaties nog niet goed ontwikkeld zullen zijn. Aan de hand van de gevonden waarden zal worden geprobeerd om de zelfstandige ontwikkeling van de vegetaties te schetsen of aanbevelingen te doen voor aanpassingen in inrichting of beheer. Onze ervaring leert dat bewoners natuurwaarden in de woonomgeving slecht herkennen of waarderen. Rondom dit project en ook bij oplevering van de rapportage zal natuureducatie voor de bewoners van Ypenburg een rol spelen. Waterkwaliteit Na een groot onderzoek heeft Alterra (Alterra-rapport 688) geconstateerd dat niet goed bekend is hoe een goede watergang eruit zou moeten zien. Dat soort wateren bestaan eigenlijk niet in Nederland. Ook laten de auteurs zien dat voor flora en fauna waterkwaliteit anders uitpakt: ***Voor de macrofauna cenotypen zijn de belangrijkste gradiënten: zoutgehalte, dimensies [afmetingen biotoop, red.], droogval, natuurfunctie, nutriëntengehalte, organische belasting en de aanwezigheid van submerse vegetatie. Voor vegetatie zijn zoutgehalte, EGV, ph, dimensies, de aanwezigheid van kwelwater en nutriëntengehalte van belang. (p121)*** Het zuurstofgehalte komt niet aan bod in deze opsomming van Alterra, maar is wel het onderwerp van onderzoek bij onze meetmethode voor de waterkwaliteit volgens de waterdieren. In de onderzoeken als basis voor de analyse van Alterra zijn het zuurstofgehalte en verzadigingspercentage wel chemisch gemeten, maar zeggen zij: ***Beide factoren zijn niet beschreven, omdat de gevonden mediane waarden niet overeenkomen met de verwachte waarden die horen bij de soortensamenstellingen van de clusters. Dit kan verklaard worden doordat sprake is van momentopnamen, vaak overdag gemeten. Het minimum zuurstofgehalte dat s nachts optreed is echter van belang voor het voorkomen van bepaalde soorten. Dit minimum is niet bekend. (p82)*** Bovenstaande houdt in dat een belangrijke gradiënt, zuurstof, in de analyse van Alterra ontbreekt! Wij vragen de waterdieren rechtstreeks naar hun mening en die meten de zuurstofwaarden 24 uur per dag. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 3

Figuur 1: Zuurstofproductie door vegetatie onder invloed van zonlicht. Planten en dieren vinden dus deels andere kwaliteiten van het water belangrijk. Dat houdt in dat hun waardering niet met elkaar hoeft te stroken. Vooruitlopend op de beschrijving hieronder, is dat het geval op lokatie W3. Vegetatie Figuur 2: Vegetatieopname aan de Rijswijkse waterweg. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 4

Lokatie V1 Figuur 3: Lokatie V1a/v Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 V1a/o X X X X X V1a/v 8Bb3c 8Bb4c X X X V1b/o X X X X X V1b/v 8RG4 8Bb4b X 8Bb4c X V1c/o X X X X X V1c/v X X X X X 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 V1a/o 31Cab1 29Aa1 32Ba2a 32RG5 32RG2 V1a/v 8Bb4c 8Bb3c 8Bb1b 8Bb4a 32RG4 V1b/o 8Bb4c 32Ba2a 8Bc1 8Bb4b 32RG4 V1b/v 8RG4 8Bb4c 8Bb4b 5RG3 X V1c/o 32Aa1c 32Aa1a 32RG2 32RG3 8Bc1 V1c/v 8Bb4a 8Ba2b 8Ab2 8Ba2a 5Ba2 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen /o: oevervegetatie boven de waterlijn /v: verlandingsvegetatie met de voeten in het water Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 5

De bedoeling van het onderzoek was de verlandingsvegetaties in beeld te brengen. In de praktijk lopen de begroeiingen door op de oever. In bovenstaande duo s hebben we de scheiding gelegd waar die hoort: wel of niet met de voeten in het water. Op de oever vinden we aanwijzingen voor de Klasse der natte strooisel-ruigten (32). In het water duiden de opnamen op de Riet-assciatie (8Bb4). De Riet-assciatie (8Bb4) komt voor in voedselrijk tot matig voedselrijk water van 0,5m tot maximaal 3 m diep. De vegetatie wortelt in minerale of venige bodem die meestal is bedekt met een dikke modderlaag. In Ypenburg is de bodem mineraal zonder modderlaag. Gezien de bodemprofielen in het water zou ook hier een bredere gordel Riet te verwachten zijn. Er lijkt iets te zijn dat de uitbreiding tegenhoudt. De ontwikkelingen van en naar de Rietasscociatie (8Bb4) wordt weergegeven in onderstaand schema. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 6

Lokatie V2 Figuur 4: Moeraswederik, waarschijnlijk aangeplant Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 V2a X X X X X 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 V2a 32Aa1c 16Ab5 38Aa2a 32Ba2a 32RG2 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 7

Figuur 5: Dwarsdoorsnede lokatie V2a. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 8

Lokatie V3 Figuur 6: Lokatie V3a Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 V3a X X X X X V3b X X X X X V3c X X X X X 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 V3a 32Aa1c 38Aa2a 32RG5 32Ba2a 8Bd2 V3b 32Aa1c 32Aa1b 33Aa5b 32Ba2a 32RG3 V3c 8Bd2 8RG8 8Ba2a 32RG2 8Bb4c 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen V3a en -b lopen ver door op de oever. Het opnamevak is te heterogeen om een toeschrijving mogelijk te maken. V3c staat wel geheel met de voeten in het water. We komen niet verder dan de Riet-orde (8B). Deze omvat gemeenschappen van stilstaand of zeer weinig bewegend, matig voedselrijk tot voedselrijk water. Het betreft veelal door één of slechts enkele soorten gedomineerde, hoog opschietende begroeiingen, waarvan de standplaatseisen veelal sterk overeenkomen met die van de dominante soort of soorten. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 9

Lokatie W1 Figuur 7: Tenger fonteinkruid en Smalle waterpest Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 W1#? 1Aa1a X X 1Aa2a X W1#09 5RG5 X X X 4Bb1 W1#12 5RG4 5RG5 X X X W1#19 5RG5 X 5Bc3 5Bc1 X W1#31 5RG5 5Ba4 X 4Bb1 5Bc3 W1#42 5RG5 5Ba4 X 5Bc3 4Bb1 W1#58 5RG5 X 5Bc1 4Bb1 X W1#71 5RG5 4RG1 X 5Bc3 X W1#86 4Bb1 5RG5 X X X W1#97 5RG5 X X 4Bb1 X a Geen waterplanten; helder water, maar niet tot op de bodem Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 10

b 5RG6 6Aa1a 5Ca4 5Ba1 1Aa1a 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 W1#? 1Aa1a 1Aa2a 5RG3 X X W1#09 5RG5 4Bb1 5Ba1 5Bb2 4RG1 W1#12 5RG5 5RG4 4Bb1 5Bc1 5Ba1 W1#19 5RG5 5Bc3 5Bc1 5RG3 5Ba1 W1#31 5RG5 4Bb1 5Ba4 5Bc3 5Ba2 W1#42 5RG5 5Ba4 4Bb1 5Bc3 5Ba2 W1#58 5RG5 4Bb1 5Bc1 5Ba1 5Ca4 W1#71 5Bc3 5RG5 4RG1 1Aa1a 5Ba1 W1#86 5RG5 4Bb1 5Ba1 5RG3 X W1#97 5RG5 4Bb1 5Ba2 1Aa2a 5Ba1 a Geen waterplanten; helder water, maar niet tot op de bodem b 5RG6 5Ca4 5Ba1 1Aa1a 6Aa1a 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen De nummering is die van de lantarenpalen. De opnamen aan de ondiepe kant in juni (W1#) duiden op de Rompgemeenschap van Tenger fonteinkruid en Smalle waterpest [Verbond der kleine fonteinkruiden] (= 5RG5). Het is een zeer soortenarme gemeenschap van fosfaat- en stikstofrijk water. Er kan een min of meer matig voedselrijke variant onderscheiden worden met de kranswieren Gewoon en Breekbaar kransblad. Gewoon kransblad is inderdaad gevonden. De opname aan de diepe kant in oktober (b) duidt op de Romgemeenschap van Brede waterpest [Verbond der kleine fonteinkruiden] (= 5RG6). Ook voor deze gemeenschap geldt dat de waterkwaliteit niet al te voedselrijk mag zijn. Van de associaties van het Verbond der kleine fonteinkruiden (5Bc) is in Delfland de Associatie van Stijve waterranonkel (5Bc3) te verwachten. De ontwikkelingen van en naar deze associatie worden in onderstaand schema beschreven. (5RG5 is RG Potamogeton Pussilus en Elodea nuttallii [Parvopotamion], eerste regel in het schema.) Van de Rompgemeenschap van Brede waterpest [Verbond der kleine fonteinkruiden] is zo te zien de successie niet bekend. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 11

Lokatie W2 Figuur 8: Groot blaasjeskruid op lokatie W2B Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 12

Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 W2A Geen waterplanten; troebel water W2B1 X X X X X W2B2 5Ba1 5Ba3 5Bc1 X 5Bb2 W2B3 X X 5Bb2 X 4Bb1 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 W2A Geen waterplanten; troebel water W2B1 4Bb1 5Bc1 5Ba3 5Ba1 5Ca4 W2B2 5Bb2 5Ba3 5Ba1 5Bc1 1Aa1b W2B3 5Bb2 4Bb1 5Ba2 5Ba3 5Ba1 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen De opnamen duiden op een niet goed ontwikkelde vegetatie. We komen niet verder dan de Orde der Fonteinkruiden en Waterlelies (5B). De orde omvat gemeenschappen van zoet, matig tot goed gebufferd, (matig-)voedselrijk, stilstaand tot zwak stromend water. Meestal is carbonaat het dominante anion. De variatie binnen de orde wordt in eerste instantie bepaald door de oppervlakte en diepte van het water, en de daarmee samenhangende golfslag en deining. Het Waterlelie-verbond (5Ba) is hier te verwachten met begroeiingen van ondergedoken waterplanten in grote diepe wateren met veel waterbeweging of stroming, en begroeiing van waterplanten met grote drijvende bladen, in matig beschut en weinig bewegend, diep tot ondiep water. Er zijn nog geen kensoorten van dit verbond aangetroffen. Een particulier was bezig om Witte waterlelie aan te planten. Dat lijkt op zich een goede keuze, maar het is te hopen dat het een inheemse varieteit was. Van het Waterlelie-verbond (5Ba) zijn meerdere associaties in Delfland te verwachten. Het meest waarschijnlijk is daarbij is de Associatie van Waterlelie en Gele plomp (5Ba3). De ontwikkelingen van en naar deze associatie wordt in onderstaand schema beschreven. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 13

Lokatie W3 Figuur 9: Grof hoornblad Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 14

Verlandingvegetaties Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 W3b X X X 32RG5 X W3c 32RG3 32Ba2b 5RG3 4Ca1 1Aa1a W3d 5Ba3 5RG4 4Bb1 X X W3e 8RG8 X 8Ba2a X X 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 W3b 32RG5 8Bb4b 8BB4c 8Bc1 8Bb2 W3c 1Aa1a 4Ca1 32Ba2b 5RG3 32RG3 W3d 4Bb1 5Ba3 5RG4 5Bb2 5Aa3b W3e 8Ba2a 8RG8 32RG2 8Bb4b 8Bc1 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen Er valt nog weinig te herkennen aan deze vier verlandingvegetaties. In zijn algemeenheid is de strook te smal om een goede verlandingsvegetatie toe te staan. Watervegetaties De opnamen duiden op de Rompgemeenschap van Grof hoornblad [Orde der Fonteinkruiden en Waterlelies] (5RG4). Het zijn beschutte, veelal vervuilde wateren met gesloten begroeiingen. Vaak is de bodem van de ondiepe wateren zuurstofloos en gereduceerd. De nitraatbelastingvan het water kan door organische vervuiling hoog zijn. Begroeiingen waarin Grof hoornblad dominant is, zijn bij vervuilingsbronnen (bijvoorbeeld lozingspunten van riolen) al een oud verschijnsel. Waar hier de vervuiling vandaan zou moeten komen is niet duidelijk. De bodem is ook zeker niet met een baggerlaag bedekt. Bij vermindering van de vervuiling kan een ontwikkeling naar de Associatie van Waterlelie en Gele Plomp inzetten, zie het schema onder het kopje Lokatie W2. (5RG4 is RG Ceratophyllum demersum [Nupharo-Potametalia] in het schema.) Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 15

Analyse met SynBioSys op basis van drie en twee parameters Lok. 3 par 1 3 par 2 3 par 3 3 par 4 3 par 5 W3a Geen waterplanten; troebel water W3b 5RG4 1Aa1a 1Aa1b 4RG1 5BA1 W3c 5RG4 1Aa1a 1Aa1b 5Ba3 X W3d 5Ba3 5RG4 4Bb1 X X W3e 5RG4 1Aa1a 1Aa1b 1Aa2a 5Ba3 W3f 5RG4 5Ba1 5Bc1 5RG3 4Ba1 W3g 5RG4 X X X X W3h Geen waterplanten; helder water 2 par 1 2 par 2 2 par 3 2 par 4 2 par 5 W3a Geen waterplanten; troebel water W3b 5RG4 4RG1 5Ba1 1Aa1a 1Aa1b W3c 5RG4 1Aa1a 5Ba3 1RG2 1Aa1b W3d 4Bb1 5Ba3 5RG4 5Bb2 5Aa3b W3e 1Aa1a 5RG4 1Aa2a 5Ba3 1Aa1b W3f X 5RG4 5Ba1 X 5Bc1 W3g 5RG4 5Ba3 5Ba1 5Bb2 1Aa1b W3h Geen waterplanten; helder water 3 par 1, 2, 3, 4 & 5: Eerste vijf namen van de drie-parametertest voor zover er minimaal twee waarden kleiner dan nul zijn (Zie de bijlage voor een beschrijving van de tests.) 2 par 1, 2, 3, 4 & 5: Vijf namen van de twee-parametertest voor zover zij boven de streep staan en dus minder dan 10% verschillen Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 16

Waterdieren Eind september, begin oktober is op vier lokaties de waterkwaliteit volgens de macrofauna bepaald, zie de tabel met resultaten. De Biotische index hangt van twee componenten af. De genummerde categorieën geven een indicatie van het zuurstofgehalte in het water. Het totaal aantal soorten geeft een indicatie van de biodiversiteit. Voor drie lokaties lijken beide onderdelen op orde. Daarbij moet gezegd worden dat er doelbewust tussen de vegetatie gezocht is. Met name op lokatie W2B is die maar beperkt aanwezig. Het grootste deel van het water en de oevers is onbegroeid. Op lokatie W2A was het kleine beetje oevervegetatie gemaaid, zie figuur 10. De chemische waterkwaliteit was vast op orde, maar het aantal soorten waterdieren is ver onder de maat. Het doorzicht op lokatie W2B is sterk teruggelopen ten opzichte van de toestand bij de eerdere vegetatieopnamen, van meer dan 80 cm in juni naar slechts 25 cm in oktober. De vegetatie in het water is volledig verdwenen. De voedingstoffen die bij het vergaan van de planten vrijkomen hebben geleid tot bloei van phytoplankton die als kleine deeltjes in het water zweven en daardoor verminderd zicht geven. De monsterpunten tussen de verlandingsvegetatie laten nog steeds een goede waterkwaliteit zien. Lokatie W3 liet in de vegetatieopnamen Grof hoornblad zien als indicatie van een zeer voedselrijk tot vervuild water. De waterdieren hebben daar zo te zien geen last van. Voor hen scoort het water een 8. Lokatie V1 heeft een uitbundige Riet-vegetatie en de waterdieren voelen zich er thuis. Figuur10: Lokatie W2A; de enige strook die natuurvriendelijk is ingericht, is begin oktober gemaaid. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 17

W3: 8 W2A: 4 V1: 7 W2B: 8 Overzicht waterkwaliteit op de vier onderzochte lokaties Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 18

Figuur 11: Aan de slag op lokatie W2B. Figuur 12. De dieren worden gesorteerd op soortgroep. Hier wachten de wantsen tot ze geteld worden. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 19

Figuur 13a en b: Spitse moerasslak Figuur 14: Gewone of Grote poelslak; Figuur 15: Onechte paardenbloedzuiger Figuur 16: Waterschorpioen; Figuur 17: Libellelarve Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 20

Figuur 18a en b:uitgeslopen Libellelarve Figuur 19 en b. Lokatie W1. Eitjes zijn opgekweekt tot kokerjuffers vergroting 7x; lengte maatbalkje 10 mm. Figuur 20a en b: Watermijt; links in looppas op de plaats en rechts in rust. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 21

Figuur 21: Tiendoornige stekelbaars Figuur 22: Driedoornige stekelbaars Figuur 22: Niet zelf gezien, maar van bewoners wel veel over gehoord: Amerikaanse rivierkreeft. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 22

Tabel: Aantallen gevonden diersoorten op vier lokaties in Ypenburg Groepen van Macro-invertebraten (met enkele voorbeelden) V1 W2A W2B W3 1a. Larven van Steenvliegen (Gewone steenvlieg) 1b. Larven van Platte Eendagsvliegen / Haften (Heptagenia) 2. Larven van Kokerjuffers met koker (Limnophilus, Triaenodes) 1 1 3a Kaphorenslakken (Kapslakje, Frygische muts) 3b Larven van ronde Eendagsvliegen / Haften (Cloëon, Baetis, Caenis) 2 1 1 4a. Mosselwantsen (Mosselwants) 4b. Larven van Libellen (Beekjuffer, Glazenmaker) 4c. Vlokreeften (Zoetwatervlokreeftje) 4d. Weekdieren (Slakken en Tweekleppigen) (Schijfhorenslak, Poelslak, Blaashoornslak, Diepslak) 5a. Zoetwaterpissebedden (Zoetwaterpissebed) 5b. Bloedzuigers (Tweeogige en zesogige Clepsine, Eendebloedzuiger) 5c. Waterwantsen (Hemiptera) (Niet Mosselwants. Wel Bootsmannetje, Duikerwants, Zwemwants, Schaatsenrijder) 6a. Slingerwormen (Slingerworm=Tubifex, Broze slibworm) 6b. Rode larven van Dans / Vedermug (Dans of Vedermug) 4 3 4 1 1 1 2 6 7 8 1 1 1 2 7 3 4 1 1 1 1 1 7. Larven van Moddervlieglarven (Rattestaart) Platwormen (Lugubere glijer, melkwitte platworm, spitse platworm) 1 Borstelarme ringwormen (Nais, Snuitdragend waterslangetje; niet Tubifex) Larven van Slijkvliegen (Watergaasvlieg) Larven van Tweevleugelige insekten (Niet: Dans/vedermug en Rattestaart. Wel Steekmug, Knijt=Knaasje, Pluimmug, Wapenvlieg) 1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 23

Waterkevers en larven van Waterkevers (Geelgerande waterkever, Gegroefde watertor, watertreder) Schaaldieren (Niet: Vlokreeftje en Zoetwaterpissebed. Wel: Watervlo, Roeipootkreeftje, Mosselkreeftje) Watermijten (Hydrachna, Limnesia) 2 1 3 2 2 4 3 1 3 Nog andere: 2 1 Totaal aantal 'soorten' 27 4 29 34 Biotische index 7 4 8 8 Zicht (cm; b = tot op de bodem) b 20 25 b Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 24

Acceptatie Wilde natuur Op veel plaatsen is er een conflict geconstateerd tussen de natuur en de cultuur, zowel bij de overheden die Ypenburg hebben ingericht en onderhouden als bij de burgers. Figuur 23: Natuurvriendelijke oever en wekelijks gemaaide berm aan de Poortweg Figuur 24: Natuurvriendelijke oeverbeschoeiing. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 25

Figuur 25: Rijswijkse waterweg Figuur 26: Oeverbeschoeiing Landingsbaan. Figuur 27: Sperwersingel Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 26

Figuur 28: Kunstgras, volgens de overbuurman die Witte waterlelie aan het poten was Figuur 29: Veenpluis Figuur 30: Middelweg Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 27

Figuur 31: In De Mok gooit iemand zijn oude keukenkastje in de rietkraag. In zijn algemeenheid heeft de Nederlandse mens een idee over natuur en over de eigen leefomgeving. Dat is er een over scheiding. Natuur is verder weg van de eigen tuin. In de eigen woonomgeving wordt gewied en getuinierd. Dat beperkt zich niet tot de eigen tuin. De burger verwacht dat ook van de overheid. Verder weg is de tolerantie voor exoten klein. Planten die men in de eigen tuin zonder na te denken aanplant, kunnen gevoelsmatig op een kilometer van de bebouwde kom niet meer. Dan moeten ze worden uitgeroeid en spreekt men over floravervalsing. De planning van natuur naast de voordeur in Ypenburg is daarom een planning die om problemen vraagt. Als je rondkijkt in de deelgebieden, zie je de spanningsvelden ook. Het is nog een geluk dat de natuur in het water gelegen is. Dat is een plek waar de mensen niet komen. Den Haag heeft bij de natuur op het land overal voor architectonisch groen gekozen. Zelfs op plaatsen, waar dat wel anders zou kunnen, vinden we nog gazon in een wekelijks maaibeheer (M22). Zo lijkt ons de strook gazon tussen Poortweg, Singel en Ypenburgse boslaan en het water mogelijkheden te bieden voor een hooilandbeheer van tweemaal per jaar maaien en afvoeren (M2). Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 28

Conclusies Natuurwaarden Het onderzoek maakt duidelijk dat het gebied nog jong is en volop in ontwikkeling. De indicaties voor de waterkwaliteit zijn zeer wisselend. Het doorzicht varieert van 25 cm tot meer dan een meter. De verschillen zijn plaats-, maar ook tijdgebonden. De wateren variëren op basis van de vegetatie van vervuild tot matig voedselarm. De oorzaak van de vervuiling in de Singel is niet gevonden. Een baggerlaag is nergens prominent aanwezig. De invloeden van het beplantingschema zijn nog duidelijk te zien. Op de grote open wateren ontbreken planten met grote drijvende bladeren. Te denken valt daarbij aan Witte waterlelie en Gele plomp, maar ook aan een aantal fonteinkruiden. Aanplant daarvan valt zeker te overwegen. Een van de bewoners is er al mee aan de slag gegaan. De verschillen in helderheid van de wateren is opmerkelijk. Het is bekend dat dit niet op een glijdende schaal gaat, maar dat er een omslagpunt is. Het is òf helder òf troebel, een tussenweg is er niet. In het voorjaar grijpen als eerste de algen hun kans. Zij zweven als kleine deeltjes in het water en maken het troebel. Op ondiepe plaatsen komt er nog voldoende licht op de bodem om hogere planten een kans te geven. Deze filteren het voedsel voor de alg uit het water en het water wordt weer helder. Aan het eind van het seizoen sterven de planten af en door afbraakprocessen komt het voedsel uit de planten weer vrij. De algen krijgen dan een tweede kans om het water troebel te maken. Deze cyclus is op verschillende plaatsen in Ypenburg anders. Op sommige plaatsen blijft het water troebel (W2A) door gebrek aan ondiep water. Op lokatie W2B sterft de watervegetatie al vroeg en is het water eind september, begin oktober al troebel. Op lokatie W1 blijft het water helder, waarbij in eerste instantie begroeiing in het ondiepe deel aanwezig is en later in het diepe deel. De waterkwaliteit volgens de waterdieren is een weerspiegeling van het zuurstofgehalte en de watervegetatie. Het zuurstofgehalte lijkt geen probleem op de vier onderzochte lokaties. Op lokatie W2A is maar zeer beperkt een verlandingsvegetatie aanwezig en dat zorgt voor een geringe biodiversiteit. Acceptatie wilde natuur Ypenburg valt op door de tweedeling natuur en cultuur zonder overgangen. Het water is er voor de natuur en het land voor de cultuur. Die tweedeling wordt door veel bewoners zo beleefd, maar ook door de gemeente. De KNNV zou op meer plaatsen de strijd tegen de natuur minder fel gevoerd willen zien. Zo lijkt ons de strook gazon tussen Poortweg, Singel en Ypenburgse boslaan en het water mogelijkheden te bieden voor een hooilandbeheer van tweemaal per jaar maaien en afvoeren (M2). Dat geeft ook een mooiere overgang op de verlandings- en oevervegetatie. Voor de bewoners is dat geen bedreiging voor hun hondenuitlaatterrein aan de andere kant van het water. Het lijkt ons voor de overheden (hoogheemraadschap en gemeente) lastig om in de wirwar van meningen en opinies een stabiele koers te varen. Een keuze voor een meer op de natuur gerichte inrichting en beheer heeft alleen kans van slagen bij voldoende afstand van de huizen en bij een inspanning op het gebied van natuureducatie. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 29

Bibliografie - Oeveronderhoudsplan, Hoogheemraadschap van Delfland & Dienst Stadsbeheer gemeente Den Haag, zonder datum - Inrichting natuurvriendelijke oevers De Bras (deelplan 14 Ypenburg), De Groene Ruimte, maart 1999 - Ontwikkeling Rietvegetaties De Bras, De Groene Ruimte, juni 2001 - Natuurvriendelijke oevers deelgebied 9, Waterwijk, Ypenburg, De Groene Ruimte, maart 1999 - De Vegetatie van Nederland Deel 2, wateren; moerassen en natte heiden, J.H.J. Schaminée, E.J. Weeda en V. Westhoff, Opulus Press, 1996 - Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland Deel 1; moerassen en natte heiden, E.J. Weeda, J.H.J. Schaminée en L. van Duuren, KNNV Uitgeverij, 2000 - Turboveg, Computerprogramma van Alterra om opnamen in te voeren - SynBioSys, freeware van Alterra om opnamen te analyseren volgens de systematiek van de Plantengemeenschappen in Nederland - Natuurvriendelijke oevers; water- en oeverplanten, CUR-205, 2000 - Natuurvriendelijke oevers; fauna, CUR-203, 1999 - Macro-invertebraten en waterkwaliteit, N. De Pauw en R. Vannevel, Stichting Leefmilieu, 1990 - Plantenvademecum voor tuin, park en landschap, A. Koster, Fontaine uitgevers, 2007 - Macrofauna en vegetatie van de Nederlandse sloten, R.C. Nijboer, P.F.M. Verdonschot en M.W. van den Hoorn, Alterra-rapport 688, 2003 Deelnemers Dit project is in de vorm van een cursus uitgevoerd. De begeleiders waren: Marijke Heijne, Ferry Severijn, Ernst Raaphorst en Cor Nonhof (projectleider) De cursisten waren: Annie Delsman, Ben van Schie, Bert van der Meijden, Carola van der Muren, Carolien van der Graaf, Corry van Leeuwen, Dan van der Lingen, Eric Schulten, Erwin Kerp, Evert Dolman, Heleen van Hagen, Helga Kliffen, Hans Zoet, Marion Zondervan, Marjan van Galen, Michel Hogervorst, Rob Timmerman, Rob van der Drift, Rob van Es, Vera van den Broek en Yvonne Vermazen. Bij de start van het project is gesproken met Ap Olierook van de gemeente Den Haag en Jorg Willems en Ernst Raaphorst van het Hoogheemraadschap van Delfland. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 30

Bijlage Soortenlijst CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1 V2 V3 W1 W2 W3 VegSchW RL FF BB 165 IJle dravik Anisantha sterilis X 70 Fluitenkruid Anthriscus sylvestris X X 1804 Raapzaad Brassica rapa X X 187 Gewone dotterbloem Caltha palustris subsp. X X X 1 palustris 202 Bosveldkers Cardamine flexuosa X 212 Moeraszegge Carex acutiformis X X X X X 299 Grof hoornblad Ceratophyllum demersum X X 331 Akkerdistel Cirsium arvense X X 358 Kleine varkenskers Coronopus didymus X 446 Kweek Elytrigia repens X 607 Gewone berenklauw Heracleum sphondylium X X 700 Witte dovenetel Lamium album X 706 Paarse dovenetel s.s. Lamium purpureum X 5362 Knopkroos Lemna turionifera X X X 785 Grote kattenstaart Lythrum salicaria X X X 813 Watermunt Mentha aquatica X X X X 967 Veenwortel Persicaria amphibia X X X 946 Smalle weegbree Plantago lanceolata X 959 Ruw beemdgras Poa trivialis X X X 980 Witte abeel Populus alba X 998 Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus X X X 1056 Kruipende boterbloem Ranunculus repens X 1101 Ridderzuring Rumex obtusifolius X X X 2290 Jakobskruiskruid Senecio jacobaea X 1218 Bitterzoet Solanum dulcamara X 1316 Klein hoefblad Tussilago farfara X X 1347 Veldereprijs Veronica arvensis X 1960 Smalle wikke s.l. Vicia sativa X 723 Klein kroos Lemna minor X X X X 01A

CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1 V2 V3 W1 W2 W3 VegSchW RL FF BB 724 Puntkroos Lemna trisulca X 01A 1241 Veelwortelig kroos Spirodela polyrhiza X X 01A 722 Bultkroos Lemna gibba X X 01Aa1 1002 Tenger fonteinkruid Potamogeton pusillus X X 05 441 Brede waterpest Elodea canadensis X 05B GE 442 Smalle waterpest Elodea nuttallii X X X 05B 1046 Stijve waterranonkel Ranunculus circinatus X X 05B 1327 Groot blaasjeskruid Utricularia vulgaris X X 05B 867 Watergentiaan Nymphoides peltata X 05Ba4 1396 Zittende zannichellia Zannichellia palustris subsp. X X 05Bc palustris 184 Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa X X X X 05Ca 7 Kalmoes Acorus calamus X X X X X 08 1215 Kleine watereppe Berula erecta 08 585 Liesgras Glyceria maxima X X 08 665 Gele lis Iris pseudacorus X X X X X 08 780 Wolfspoot Lycopus europaeus X X 08 844 Moerasvergeet-mijnietje Myosotis scorpioides X X X 08 930 Rietgras Phalaris arundinacea X 08 933 Riet Phragmites australis X X X X 08 859 Slanke waterkers Rorippa microphylla X X 08 1318 Grote lisdodde Typha latifolia X 08 584 Mannagras Glyceria fluitans X 08A 1349 Beekpunge Veronica beccabunga X 08Aa 1350 Rode waterereprijs Veronica catenata X X X 08Aa 1346 Blauwe waterereprijs Veronica anagallis-aquatica X X X 08Aa2 171 Zwanenbloem Butomus umbellatus X X X X 08Ab2 1 B 783 Moeraswederik Lysimachia thyrsiflora X X 08B 1317 Kleine lisdodde Typha angustifolia X X X X X 08B 1156 Heen Bolboschoenus maritimus X X X 08Bb 1155 Mattenbies Schoenoplectus lacustris X X X 08Bb1 1161 Ruwe bies Schoenoplectus X X 08Bb2 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 32

CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1 V2 V3 W1 W2 W3 VegSchW RL FF BB tabernaemontani 1006 Zilverschoon Potentilla anserina X 12 18 Fioringras Agrostis stolonifera X X 12Ba 1098 Krulzuring Rumex crispus X X X 12Ba 841 Zompvergeet-mij-nietje Myosotis laxa (subsp. X X 12Ba2 cespitosa) 205 Pinksterbloem Cardamine pratensis X X 16 296 Gewone hoornbloem Cerastium fontanum subsp. X X X 16 vulgare 631 Gestreepte witbol Holcus lanatus X X 16 1040 Scherpe boterbloem Ranunculus acris X X 16 1093 Veldzuring Rumex acetosa X 16 1369 Vogelwikke Vicia cracca X 16 1160 Bosbies Scirpus sylvaticus X X 16Ab 651 Gevleugeld hertshooi Hypericum tetrapterum X 16Ab3 135 Madeliefje Bellis perennis X 16B 2430 Paardenbloem Taraxacum officinale X X 16B 42 Grote vossestaart Alopecurus pratensis X 16Ba 96 Glanshaver Arrhenatherum elatius X 16Bb1 144 Veerdelig tandzaad Bidens tripartita X X X 29Aa 1058 Blaartrekkende Ranunculus sceleratus X X X 29Aa boterbloem 462 Heermoes Equisetum arvense X X X 30 1192 Klein kruiskruid Senecio vulgaris X 30 1250 Vogelmuur Stellaria media X 30 570 Slipbladige Geranium dissectum X 30A ooievaarsbek 1225 Gewone melkdistel Sonchus oleraceus X 30A 1358 Grote ereprijs Veronica persica X 30A 699 Kompassla Lactuca serriola X 31Aa2 188 Haagwinde Calystegia sepium X X X 32 451 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum X X X X X 32 1259 Gewone smeerwortel Symphytum officinale X X 32 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 33

CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1 V2 V3 W1 W2 W3 VegSchW RL FF BB 526 Moerasspirea Filipendula ulmaria X X X 32Aa1 1226 Moerasmelkdistel Sonchus palustris X 32Ba2 29 Look-zonder-look Alliaria petiolata X 33Aa 546 Kleefkruid Galium aparine X X X 33Aa 582 Hondsdraf Glechoma hederacea X X X 33Aa 1321 Grote brandnetel Urtica dioica X X X 33Aa VegSchW: (transgrediërende) kensoorten volgens De Vegetatie van Nederland en Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. RL: Rode lijst FF: Tabelnummer volgens de Flora en faunawat BB: Beschermde soorten Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 34

Bijlage Opnamen lokatie V1 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1a/o V1a/v V1b/o V1b/v V1c/o V1c/v 7 Kalmoes Acorus calamus a m 4 p 18 Fioringras Agrostis stolonifera p 70 Fluitenkruid Anthriscus sylvestris r 135 Madeliefje Bellis perennis r 171 Zwanenbloem Butomus umbellatus p 184 Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa p 188 Haagwinde Calystegia sepium p 205 Pinksterbloem Cardamine pratensis p 212 Moeraszegge Carex acutiformis r m 219 Zompzegge Carex curta 3 259 Oeverzegge Carex riparia p 442 Smalle waterpest Elodea nuttallii r 446 Kweek Elytrigia repens p 451 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum 2 m p 462 Heermoes Equisetum arvense m 546 Kleefkruid Galium aparine a 665 Gele lis Iris pseudacorus 2 a p p 699 Kompassla Lactuca serriola a 723 Klein kroos Lemna minor p 780 Wolfspoot Lycopus europaeus r p 813 Watermunt Mentha aquatica r m r 841 Zompvergeet-mij-nietje Myosotis laxa (subsp. cespitosa) r a 933 Riet Phragmites australis 2 6 6 2 2 959 Ruw beemdgras Poa trivialis 3 5 2 967 Veenwortel Persicaria amphibia a 1040 Scherpe boterbloem Ranunculus acris p 1058 Blaartrekkende boterbloem Ranunculus sceleratus r 1098 Krulzuring Rumex crispus r 1101 Ridderzuring Rumex obtusifolius r 1155 Mattenbies Schoenoplectus lacustris p a 1156 Heen Bolboschoenus maritimus a 3 m a Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 35

CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V1a/o V1a/v V1b/o V1b/v V1c/o V1c/v 1192 Klein kruiskruid Senecio vulgaris a 1225 Gewone melkdistel Sonchus oleraceus p 1226 Moerasmelkdistel Sonchus palustris p 1259 Gewone smeerwortel Symphytum officinale a 1316 Klein hoefblad Tussilago farfara r 1317 Kleine lisdodde Typha angustifolia p a 1318 Grote lisdodde Typha latifolia m 4 1321 Grote brandnetel Urtica dioica m p p 1804 Raapzaad Brassica rapa p 2430 Paardenbloem Taraxacum officinale r r Bedekkingschaal B Bedekking R Zeldzaam (1-3); < 5% P Weinig (4-10) ; < 5% A Meerdere (11-25) ; < 5% M Veel (>25) ; < 5% 2 5 10 % 3 10 25 % 4 25 50 % 5 50 75% 6 75 100% Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 36

Bijlage Opname lokatie V2 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V2a 7 Kalmoes Acorus calamus p 296 Gewone hoornbloem Cerastium fontanum subsp. vulgare m 451 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum m 526 Moerasspirea Filipendula ulmaria p 546 Kleefkruid Galium aparine p 582 Hondsdraf Glechoma hederacea p 665 Gele lis Iris pseudacorus a 783 Moeraswederik Lysimachia thyrsiflora r 785 Grote kattenstaart Lythrum salicaria r 813 Watermunt Mentha aquatica p 933 Riet Phragmites australis 3 959 Ruw beemdgras Poa trivialis 3 967 Veenwortel Persicaria amphibia p 1101 Ridderzuring Rumex obtusifolius r 1155 Mattenbies Schoenoplectus lacustris p 1160 Bosbies Scirpus sylvaticus 5 1317 Kleine lisdodde Typha angustifolia p 1318 Grote lisdodde Typha latifolia a 1321 Grote brandnetel Urtica dioica p 1350 Rode waterereprijs Veronica catenata r Voor bedekkingschaal zie Bijlage Opnamen lokatie V1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 37

Bijlage Opnamen lokatie V3 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V3a V3b V3c 7 Kalmoes Acorus calamus m r 70 Fluitenkruid Anthriscus sylvestris r 144 Veerdelig tandzaad Bidens tripartita r 188 Haagwinde Calystegia sepium p 212 Moeraszegge Carex acutiformis 3 6 296 Gewone hoornbloem Cerastium fontanum subsp. vulgare r 299 Grof hoornblad Ceratophyllum demersum p 331 Akkerdistel Cirsium arvense r 442 Smalle waterpest Elodea nuttallii p 451 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum p p m 526 Moerasspirea Filipendula ulmaria p 546 Kleefkruid Galium aparine r p 582 Hondsdraf Glechoma hederacea m 607 Gewone berenklauw Heracleum sphondylium r 665 Gele lis Iris pseudacorus m a m 700 Witte dovenetel Lamium album r 723 Klein kroos Lemna minor m 785 Grote kattenstaart Lythrum salicaria r 813 Watermunt Mentha aquatica 2 859 Slanke waterkers Rorippa microphylla r 933 Riet Phragmites australis 6 959 Ruw beemdgras Poa trivialis 2 967 Veenwortel Persicaria amphibia p p 980 Witte abeel Populus alba p 1002 Tenger fonteinkruid Potamogeton pusillus p 1006 Zilverschoon Potentilla anserina r 1056 Kruipende boterbloem Ranunculus repens p 1078 Akkerkers Rorippa sylvestris r 1093 Veldzuring Rumex acetosa p 1098 Krulzuring Rumex crispus r p 1101 Ridderzuring Rumex obtusifolius p r Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 38

CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam V3a V3b V3c 1155 Mattenbies Schoenoplectus lacustris p a 1156 Heen Bolboschoenus maritimus m 1160 Bosbies Scirpus sylvaticus 3 m 1218 Bitterzoet Solanum dulcamara r 1250 Vogelmuur Stellaria media p 1259 Gewone smeerwortel Symphytum officinale r p 1317 Kleine lisdodde Typha angustifolia m m 1321 Grote brandnetel Urtica dioica m m 1369 Vogelwikke Vicia cracca p 1804 Raapzaad Brassica rapa p 2430 Paardenbloem Taraxacum officinale p 5362 Knopkroos Lemna turionifera m Voor bedekkingschaal zie Bijlage Opnamen lokatie V1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 39

Bijlage Opnamen lokatie W1 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam #? #9 #12 #19 #31 #42 #58 #71 #86 #97 b 171 Zwanenbloem Butomus umbellatus r 184 Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa r m p m m r m 299 Grof hoornblad Ceratophyllum demersum p 441 Brede waterpest Èlodea canadensis 6 442 Smalle waterpest Elodea nuttallii r p r 2 2 m m 5 r m 585 Liesgras Glyceria maxima m 722 Bultkroos Lemna gibba m m 723 Klein kroos Lemna minor m 724 Puntkroos Lemna trisulca m m m m m m r r 867 Watergentiaan Nymphoides peltata r r 998 Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus r m p 1002 Tenger fonteinkruid Potamogeton pusillus 2 3 2 6 6 6 6 2 3 6 1046 Stijve waterranonkel Ranunculus circinatus m 1241 Veelwortelig kroos Spirodela polyrhiza m m m m m m m m 1396 Zittende zannichellia Zannichellia palustris subsp. palustris r m 2 m 2147 Gewoon kransblad Chara vulgaris p 6 p 5362 Knopkroos Lemna turionifera m m m m m m m Voor bedekkingschaal zie Bijlage Opnamen lokatie V1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 40

Bijlage Opnamen lokatie W2 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam 320 321 322 184 Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa 4 3 2 998 Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus 2 6 4 1327 Groot blaasjeskruid Utricularia vulgaris p m 2 1350 Rode waterereprijs Veronica catenata r r 1396 Zittende zannichellia Zannichellia palustris subsp. palustris 2 Voor bedekkingschaal zie Bijlage Opnamen lokatie V1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 41

Bijlage Opnamen lokatie W3 CBS Nederlandse naam Wetenschappelijke naam 323 324 325 326 327 328 329 330 331 18 Fioringras Agrostis stolonifera m 144 Veerdelig tandzaad Bidens tripartita r 184 Gewoon sterrenkroos Callitriche platycarpa p 188 Haagwinde Calystegia sepium p 212 Moeraszegge Carex acutiformis 6 299 Grof hoornblad Ceratophyllum demersum 5 6 5 6 3 3 442 Smalle waterpest Elodea nuttallii 2 2 2 2 2 451 Harig wilgenroosje Epilobium hirsutum p r 665 Gele lis Iris pseudacorus r 722 Bultkroos Lemna gibba m m m m m 724 Puntkroos Lemna trisulca m 780 Wolfspoot Lycopus europaeus r 785 Grote kattenstaart Lythrum salicaria p 813 Watermunt Mentha aquatica r 859 Slanke waterkers Rorippa microphylla p 933 Riet Phragmites australis 6 4 967 Veenwortel Persicaria amphibia p 998 Schedefonteinkruid Potamogeton pectinatus 2 1215 Kleine watereppe Berula erecta a 1241 Veelwortelig kroos Spirodela polyrhiza m m 1317 Kleine lisdodde Typha angustifolia 2 2 1349 Beekpunge Veronica beccabunga p 1396 Zittende zannichellia Zannichellia palustris subsp. palustris 2 p 5362 Knopkroos Lemna turionifera m 2 m m 4 3 m m Voor bedekkingschaal zie Bijlage Opnamen lokatie V1 Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 42

Bijlage Indeling van Water- en Verlandingsvegetaties Plantensociologie van de Eendenkroos-klasse en Fonteinkruiden-klasse Klasse Orde Verbond Associatie 1 Eendenkroos-klasse 1A Eendenkroos-orde 1Aa Bultkroos-verbond 1Aa1 Ass. van Bultkroos en Wortelloos kroos 1Aa2 Ass. van Veelwortelig kroos 5 Fonteinkruiden-klasse 5A Orde van Gesteelde zannichellia 5B Orde der Fonteinkruiden en Waterlelies 5C Orde van Haaksterrenkroos en Grote waterranonkel 1Ab Puntkroos-verbond 5Aa Verbond van Gesteelde zannichellia 5Ba Waterlelie-verbond 5Bb Kikkerbeet-verbond 5Bc Verbond der kleine fonteinkruiden 5Ca Verbond van Grote waterranonkel 1Ab1 Watervorkjes-ass. 5Aa1 Ass. van Fijn hoornblad 5Aa2 Ass. van Zilte waterranonkel 5Aa3 Ass. van Groot nimfkruid 5Ba1 Ass. van Doorgroeid fonteinkruid 5Ba2 Ass van Glanzig fonteinkruid 5Ba3 Ass. van Witte waterlelie en Gele plomp 5Ba4 Watergentiaan-ass. 5Bb1 Krabbenscheer-ass. 5Bb2 Ass. van Groot blaasjeskruid 5Bc1 Ass. van Klein fonteinkruid 5Bc2 Ass. van Paarbladig fonteinkruid 5Bc3 Ass. van Stijve waterranonkel 5Bc4 Ass. van Stomp fonteinkruid 5Bc5 Ass. van Waterviolier en Kransvederkruid 5Ca1 Ass. van Waterviolier en Sterrenkroos 5Ca2 Ass. van Klimopwaterranonkel 5Ca3 Ass. van Teer vederkruid 5Ca4 Ass. van Vlottende waterranonkel Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 43

Plantensociologie van de Riet-klasse Klasse Orde Verbond Associatie 8 Riet-klasse 8A Vlotgras-orde 8Aa Vlotgras-verbond 8Aa1 Lidsteng-ass. 8Aa2 Ass. van Blauwe waterereprijs en Waterpeper 8Aa3 Ass. van Groot moerasscherm 8Aa4 Ass. van Stomp vlotgras 8Ab Watertorkruid-verbond 8Ab1 Watertorkruid-ass. 8Ab2 Ass. van Egelskop en Pijlkruid 8B Riet-orde 8Ba Waterscheerling-verbond 8Ba1 Ass. van Slangewortel en Waterscheerling 8Ba2 Ass van Waterscheerling en Hoge cyperzegge 8Bb Riet-verbond 8Bb1 Mattenbies-ass. 8Bb2 Ass. van Ruwe bies 8Bb3 Ass. van Heen en Grote waterweegbree 8Bb4 Riet-ass. 8Bc Verbond van Scherpe zegge 8Bc1 Oeverzegge-ass. 8Bc2 Ass. van Scherpe zegge 8Bc3 Blaaszegge-ass. 8Bc4 Ass. van Noordse zegge 8Bd Verbond van Stijve zegge 8Bd1 Galigaan-ass. 8Bd2 Pluimzegge-ass. 8Bd3 Ass. van Stijve zegge Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 44

Bijlage Analysemethoden Turboveg en SynBioSys Het gaat erom de gevonden situatie in het veld te kunnen relateren met beschreven situaties in de literatuur. SynBioSys geeft voor een groot aantal goed beschreven associaties volgens de Vegetatie van Nederland de successie als gevolg van gewijzigd beheer, zie de voorbeelden in dit verslag. Volgens de Help-functie Per geïdentificeerde opname geeft Associa een of enkele mogelijke plantengemeenschappen op waartoe ze kan worden gerekend. Het aantal mogelijkheden wordt mede bepaald door het in te stellen verschil in indexwaarde van de Gecombineerde index tussen het eerste en laatste alternatief. In het analyseresultaat geeft Associa in de onderste helft van het scherm vier indexwaarden, waarbij de eerste waarde (de Gecombineerde index) een combinatie is van de overige drie indexwaarden. Voor alle vier de indexen geldt dat hoe kleiner de waarde is hoe beter de matching van de opname met de betreffende plantengemeenschap is. Met uitzondering van de Gecombineerde index geldt dat er een breekpunt bij 0 ligt. Met andere woorden, een indexwaarde groter dan 0 impliceert een slechte matching, en een waarde onder de 0 een goede matching. Een vergelijking van waarden tussen verschillende opnamen heeft nauwelijks zin omdat aan de absolute indexwaarde geen betekenis kan worden gehecht. Genorm. waarschijnlijkheid: de genormaliseerde waarschijnlijkheid geeft aan hoe waarschijnlijk het is dat de opname lijkt op de synoptische opname die de plantengemeenschap vertegenwoordigd. Volledigheid: met deze waarde wordt aangegeven in welke mate de floristische samenstelling van de opname volledig is ten aanzien van het plantengemeenschap waarmee het wordt vergeleken. Vreemde soorten: deze indexwaarde geeft aan in welke mate soorten die niet typerend zijn voor de betreffende plantengemeenschap voorkomen in de opname. Bij het beoordelen van de indexwaarden, en het trachten te komen tot een eindconclusie, moet voor ogen worden gehouden dat een opname niet altijd tot maar één vegetatietype kan worden gerekend. Bijvoorbeeld in het geval van een heterogene opname, waarbij de typen A en B goed vertegenwoordigd zijn, zal de 'Volledigheids'-index voor zowel type A als B een negatieve waarde laten zien, hetgeen dus betekend dat er een goede matching is met type A én B. De 'Vreemde soorten'-index daarentegen laat in beide gevallen een positieve waard zien, hetgeen betekend dat de opname in het ene geval vreemde soorten van type B bevat en in het andere geval vreemde soorten van type A. In de bovenste helft van het scherm is via een eenvoudige berekening getracht een zinvolle ordening van de verschillende alternatieven aan te geven, waarbij de plantengemeenschappen die boven de stippellijn staan vermeld verondersteld worden de opname het best te vertegenwoordigen. De berekening is als volgt: ((100 + 'Volligheid'-index) * (100 + 'Vreemde soorten'-index)) / 10.000 Een alternatief wordt boven de stippellijn geplaatst als de waarde niet meer dan 10% verschilt ten opzichte van de eerste waarde.

Verdere overwegingen Bij het definitief op naam brengen zijn nog twee overwegingen van belang. SynBioSys geeft een numerieke beste oplossing, maar de onderzoeker heeft het laatste woord. Het blijkt dat de volledigheid vaak niet goed scoort. Het past dan om met name eventuele romp- en derivaatgemeenschappen aan te wijzen als match en niet een associatie waarvan geen van de kensoorten aanwezig is. Ten tweede is het goed te weten hoe de indeling in associaties tot stand is gekomen. Men heeft eerst de onderliggende opnamen uit de nationale databank verdeeld over de klassen en pas daarna is men per klasse gaan analyseren. Bij de interpretatie van de analyse van SynBioSys moet men dan ook in eerste instantie uitgaan van de klasse die in het veld is vastgesteld en aanwijzingen van andere klassen door het computerprogramma kritisch bekijken. Verslag Ypenburg 2010, KNNV afdeling Delfland, 2010 46