RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - LEPTOSPIROSEN -

Vergelijkbare documenten
RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - LEPTOSPIROSEN -

Leptospirosen Ziekte van Weil, melkerskoorts, modderkoorts

Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE

Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - LEPTOSPIROSEN

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN - LEPTOSPIROSEN

Leptospirose, versie 14 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Clubblad. Jan-maart2015. V.U Nimrodsvrienden vzw

Leptospirose Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep C

Clubblad. April-juni2015. V.U Nimrodsvrienden vzw

LCI-richtlijn Leptospirose

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe!

Clubblad. Okt-nov-dec2015. V.U Nimrodsvrienden vzw

Vaccineren van honden Voorkomen is beter dan genezen!

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës)

Hepatitis A.

Icterus na tropenbezoek. Sophie Willemse Maag-Darm-Leverarts Academisch Medisch Centrum

Dengue A90-91 Knokkelkoorts, dengue hemorragische koorts, dengue shock syndroom

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers

Nieuwsbrief november 2014 Dierenkliniek Goeree Overflakkee. De ziekte van Weil (leptospirose).

Zicht op Q-koorts. Kernboodschap

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost

WAT ZIJN DE VERSCHIJNSELEN VAN HEPATITIS B?

Dengue A90-91 Knokkelkoorts, dengue hemorragische koorts, dengue shock syndroom

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Klik om stijl te bewerken

DENGUE, versie 8 (PDF aangemaakt op: ) Contactpersoon: Brechje de GierBrechje.de

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia: Werken met oppervlakte water 2013 v1.1

Biologische agentia bij waterschappen. Algemene inleiding. Biologische agentia_werken met kadavers & zieke dieren 2013 v1.1

Gastro-enteritis. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Nieuwsbrief juni 2015 Dierenkliniek Goeree Overflakkee

Q-koorts, versie 12 (PDF aangemaakt op: )

Inentingen bij huisdieren deel 2: honden

LCI-richtlijn XXX-ziekte. Synoniemen van de desbetreffende ziekte

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

Bescherming tegen hepatitis B

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Shigellose

Toolbox-meeting Het gevaar van naalden (van junks) in de liftput

direct contact indirect contact

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51)

GEZONDHEIDSINFORMATIE

Frans vd Veen

Samenvatting: In Nederland worden jaarlijks gemiddeld

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49)

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

1. Algemeen. 2. Ziekte 2.1 Pathogenese. 2.2 Incubatieperiode. 2.3 Ziekteverschijnselen. CMV-infectie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Registratie-richtlijnen C002 ZOÖNOSEN

Ziek van water? Verdiepende risico-inventarisatie en -evaluatie biologische agentia bij het werken met proceswater binnen Vlisco Netherlands B.V.

Afdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36)

Legionella. Annemarie Essink Longziekten

Meningokokken. 04 februari 2011

Poliomyelitis. Ziektebeeld

Patiënteninformatie. Groep-B-streptokokken en zwangerschap

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Cytomegalie CMV-infectie

Vaccinatie hepatitis B Geneeskundestudenten

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

RIVM Rattenmonitoring

Samenvatting. Een complex beeld

Groep B Streptokokken en Zwangerschap Gynaecologie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5)

Hepatitis C Acuut, versie 15 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND

Behandeling met infliximab

Groep-B-streptokokken en zwangerschap. Poli Gynaecologie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37)

Spoelwormen leven in de darmen van honden en katten.

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3)

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

Japanse encefalitis A83.0

Zorgprotocol GBS bij de pasgeborene

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33)

Protocol Ebola. Doel Preventie van besmetting met het Ebola virus.

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Groep-B-streptokokken en zwangerschap

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Groep-B-streptokokken en zwangerschap. rkz.nl

De Q koorts epidemie in Nederland

Infecties in de zwangerschap. Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34)

Soort verwekker. Indien relevant plaats in de taxonomie. Bij bijzondere cycli iets over de ontwikkeling.

Infectiepreventie MRSA.

Groep B streptokokken en zwangerschap

E. coli-infecties. Ziektebeeld. Incubatieperiode

Zwangerschap en groep-bstreptokokken

Groep-B streptokokken en zwangerschap

groep-b-streptokokken en zwangerschap

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

Hepatitis A en B. informatie over hepatitis A en B en andere vakantietips. Gezond op reis. Gezond weer thuis.

LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei

informatie om droes onder controle te houden

Dermatologie casus van de maand maart 2010

Transcriptie:

/ richtlijn RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - LEPTOSPIROSEN - Ziekte van Weil, melkerskoorts, modderkoorts Basistekst LCI/Gr 00.12.2000 (laatst gewijzigd november 2007; bijlage VIII toegevoegd 00.11.2007 Vlaamse versie 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 1/10

Inhoudstafel 1 Algemeen 3 2 Ziekte 3 2.1 Pathogenese 3 2.2 Incubatieperiode 3 2.3 Ziekteverschijnselen 3 2.4 Verhoogde kans op ernstig beloop 4 2.5 Immuniteit 4 3 Microbiologie 4 3.1 Verwekker 4 3.2 Diagnostiek 4 4 Besmetting 5 4.1 Reservoir 5 4.2 Besmettingsweg 5 4.3 Besmettelijke periode 6 4.4 Besmettelijkheid 6 5 Desinfectie 6 6 Verspreiding 6 6.1 Risicogroepen 6 6.2 Verspreiding in de wereld 7 6.3 Voorkomen in België 7 7 Behandeling 7 8 Primaire preventie 7 8.1 Immunisatie 7 8.2 Algemene preventieve maatregelen 7 9 Maatregelen naar aanleiding van een geval 8 9.1 Bronopsporing 8 9.2 Contactonderzoek 8 9.3 Maatregelen ten aanzien van patiënt en contacten 8 9.4 Profylaxe 9 9.5 Wering van werk, school of kinderdagverblijf 9 10 Overige activiteiten 9 10.1 Meldingsplicht 9 10.2 Inschakelen van andere instanties 9 10.3 Andere protocollen en richtlijnen 9 10.4 Landelijk beschikbaar voorlichtings- en informatiemateriaal 9 10.5 Literatuur 9 10.5.1 Referenties LCI basistekst Nederland 9 10.5.2 Referenties bij Vlaamse wijzigingen 9 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 2/10

1 Algemeen Leptospirosen zijn zoönosen, die veroorzaakt kunnen worden door meer dan tweehonderd verschillende Serovars leptospiren. Sommige Serovars neigen ertoe ernstige vormen van leptospirose te veroorzaken, andere veroorzaken vooral milde vormen. De ziekte van Weil is een ernstige vorm van leptospirose die veroorzaakt wordt door de nauw aan elkaar verwante Serovars icterohaemorrhagiae en copenhageni, beide uit de serogroep Icterohaemorrhagiae. Modderkoorts wordt veroorzaakt door het Serovar grippotyphosa uit de serogroep Grippotyphosa. Melkerskoorts is een meestal mildere vorm van leptospirose, veroorzaakt door het Serovar hardjo uit de Sejroe serogroep. Met de toename van avontuurlijke vakanties neemt het aantal infecties opgelopen in het buitenland, met vaak exotische Serovars en bijzondere ziektebeelden toe. Vooral jungletochten en rafting blijken een risico voor het oplopen van een leptospireninfectie te zijn. 2 Ziekte 2.1 PATHOGENESE Leptospiren treden via wondjes, de gemacereerde huid of slijmvliezen het lichaam binnen. Daar verspreiden ze zich onmiddellijk in het bloed en de organen. Nadat het aantal leptospiren in bloed en weefsels een kritische waarde heeft bereikt, ontstaan beschadigingen van weefsels, merendeels op basis van vasculitis (beginnend met schade aan het endotheel van kleine bloedvaten met als gevolg o.a. nier- en levercelbeschadigingen, meningitis, myositis), evenals de daarmee gepaard gaande symptomen (zoals bloedingen, geelzucht en geen of weinig urineproductie, spierpijn, hoofdpijn). Na ongeveer de zevende tot tiende ziektedag verdwijnen de leptospiren uit de bloedbaan en de weefsels maar zij blijven nog eni ge tijd aanwezig in de nieren. Er bestaat geen documentatie over blijvende orgaanbeschadiging. Ook bij ernstige beschadiging van weefsels treedt waarschijnlijk volledig herstel op. 2.2 INCUBATIEPERIODE De incubatieperiode duurt 2 tot 30 dagen, meestal 7 tot 12 dagen. 2.3 ZIEKTEVERSCHIJNSELEN Asymptomatische infecties komen zeker voor maar kwantitatieve gegevens ontbreken. Het merendeel van de infecties verloopt mild tot matig. Milde vormen van leptospirose worden vaak niet herkend. Ziekte kan zich openbaren in een spectrum gaande van een milde griepachtige tot een dodelijke vorm. De verschijnselen zijn uiterst variabel en het ziektebeeld kan overeenkomen met die van een groot aantal andere ziekten zoals influenza, hepatitis, gele koorts, (virale) hemorragische koortsen zoals dengue en hantavirusinfectie, meningitis, pneumonie, malaria en nog andere. Ongeveer 10% van de leptospirosen heeft een ernstig beloop waarbij elke combinatie van nierinsufficiëntie, icterus en hemorragische diathese kan optreden. Soms treden hartritmestoornissen of een cardiovasculaire collaps op. In geïndustrialiseerde landen heeft ongeveer 5% van alle gerapporteerde gevallen een dodelijke afloop. Zowel bij een ernstig als bij een mild beloop kan zich in de immuunfase een aseptische meningitis ontwikkelen. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 3/10

Ziekte van Weil Allereerst is er een plotselinge koorts van 39-40 C, koude rillingen, buikpijn, braken en spierpijn, vooral in de kuitspieren. Conjunctivale vaatinjectie komt regelmatig voor. Tevens is er vaak een ernstige hoofdpijn. Soms is de lever vergroot en bij ongeveer de helft van de ziektegevallen treedt na enkele dagen geelzucht op, vaak samen met nierfunctiestoornissen al dan niet met oligurie of zelfs anurie. Huidbloedingen, meningeale prikkeling en huidafwijkingen kunnen eveneens optreden. Cardiovasculaire problemen (onder andere myocarditis en shock) en nierinsufficiëntie zijn beruchte complicaties die tot de dood kunnen leiden. Geleidelijk herstel begint na enkele weken op te treden. Melkerskoorts en modderkoorts Het beloop van melkers- en modderkoorts is nogal wisselend, maar meestal is het verloop milder dan dat van de ziekte van Weil. De koorts kan hoog tot zeer hoog zijn met pieken, maar ook subfebriele temperaturen komen voor. De ziekteverschijnselen kunnen van karakter verschillen. Subklinisch verloop is mogelijk, maar ook een ernstig, acuut ontstaand griepachtig beeld met spierpijnen, buikpijn, hoofdpijn, meningisme, lever - of nierfunctiestoornissen, lichtschuwheid en conjunctivale vaatinjectie zijn vaak voorkomende verschijnselen. De reconvalescentieperiode met vooral lichamelijke en geestelijke vermoeidheid kan lang duren, van enkele maanden tot meer dan een jaar. 2.4 VERHOOGDE KANS OP ERNSTIG BELOOP Zwangerschap: abortus, intra-uteriene vruchtdood en congenitale leptospirose zijn beschreven. Oorzaken zijn beschadiging van de maternale circulatie en placenta door vasculitis en/of infectie in utero. Kennis hierover is beperkt door de geringe aantallen. 2.5 IMMUNITEIT Waarschijnlijk biedt natuurlijke infectie jarenlange bescherming. Bescherming door antistoffen is Serovarspecifiek; er is geen kruisimmuniteit met andere leptospiren. Aangezien er vele verschillende Serovars voorkomen, is de immuniteit dus beperkt. 3 Microbiologie 3.1 VERWEKKER Leptospiren zijn spirocheten uit het genus Leptospira van de familie Leptospiraceae. Leptospiraceae behoort samen met de familie Spirochaetaceae (waarin de genera Borrelia (o.a. Lyme-ziekte, febris recurrens) en Treponema (syphilis door T. pallidum)) tot de orde Spirochaetales. 3.2 DIAGNOSTIEK Leptospiren kunnen de eerste 7 ziektedagen uit het bloed gekweekt worden, van dag 4 tot dag 10 uit de liquor en vanaf de tiende ziektedag tot een maand uit de urine. Omdat leptospiren langzaam groeien, kan het weken tot maanden duren voor de uitslag van de kweek bekend is. Specifieke antistoffen zijn vanaf ongeveer de vijfde tot zevende ziektedag aantoonbaar met behulp van serologische testen. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 4/10

De standaard serologische test om leptospirose te detecteren is de microscopische agglutinatie test (MAT), die sensitief en specifiek is, en een eerste identificatie op serogroep niveau mogelijk maakt. Deze test vraagt echter het onderhouden van een referentie paneel van stammen, zodat alleen een beperkt aantal laboratoria in staat zijn dit assay uit te voeren. De MAT kan na 2 uur afgelezen worden. Een titer in de MAT wijst op besmetting met leptospiren en kan een aanwijzing geven over de infecterende serogroep. Seroconversie of een (ten minste viervoudige) titerstijging in gepaarde serummonsters in MAT of een hoge titer in de MAT ( 1:160) betekent een positief serologisch resultaat. Interpretatie van de diagnostiek Kweken van pathogene leptospiren uit bloed, urine of liquor is bewijzend voor leptospirose. Een titer in de MAT wijst op besmetting met leptospiren en kan een aanwijzing geven over de infecterende serogroep. Seroconversie of een (ten minste viervoudige) titerstijging in gepaarde serummonsters in MAT en/of ELISA of een hoge titer in de MAT ( 1:160) OF ELISA ( 1:160) dan wel een MAT titer 1:160 EN ELISA titer 1:80 in geval van een enkel serummonster betekent een positief serologisch resultaat. Wat de serologie aangaat bestaan er op elke regel uitzonderingen en men doet er verstandig aan de resultaten van serologisch onderzoek, vooral wanneer het om lage titers gaat, omzichtig en in samenhang met de klinische en epidemiologische gegevens te interpreteren.. Het nationaal referentielaboratorium voor leptospirose is het Instituut voor Tropische Geneeskunde - Klinische Biologie Kronenburgstraat 43/3 2000 Antwerpen Dr. M. Van Esbroeck, T 03-247.64.44 4 Besmetting 4.1 RESERVOIR Ratten, vooral de bruine rat (Rattus norvegicus), zijn het reservoir voor de Serovars icterohaemorrhagiae en copenhageni, runderen het belangrijkste reservoir voor Serovar hardjo en veldmuizen (Microtus arvalis) en muskusratten (Ondatra zibethicus) het belangrijkste reservoir van Serovar grippotyphosa. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de huisspitsmuis (Crocidura russula) een reservoir voor het Serovar mozdok (type 3) kan vormen. In principe kan bijna elk zoogdier een infectiebron of reservoir vormen, maar vooral knaagdieren en insecteneters. 4.2 BESMETTINGSWEG Leptospiren leven in de nieren van hun natuurlijke gastheren en worden uitgescheiden met de urine. Ze kunnen geruime tijd buiten het lichaam van hun gastheer overleven, vooral als de condities gunstig zijn (warme en vochtige omgeving). Besmetting van de mens vindt plaats door direct contact met de (levende of dode) gastheer of zijn urine of indirect via de met urine gecontamineerde omgeving, vooral 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 5/10

oppervlaktewater, vochtige planten en modder. Voor infectie is overdracht via wonden of slijmvliezen of misschien ook via de weke huid of door inademing van aërosolen van urine noodzakelijk. Intensief contact met dieren vormt een potentieel risico tot besmetting. Directe overdracht van mens op mens is zelden beschreven. Mogelijkheden zijn seksueel contact, transplacentair of via moedermelk. Infectie via urine van leptospirosepatiënten kan optreden. Intensieve behandeling van patiënten met leptospirose vormt dus een risico. 4.3 BESMETTELIJKE PERIODE Zolang leptospiren uitgescheiden worden in de urine (weken tot maanden). 4.4 BESMETTELIJKHEID Het aantal uitgescheiden leptospiren per patiënt per dag is onbekend maar hangt af van een aantal factoren zoals de patiënt, het Serovar en het aantal ziektedagen. Mogelijk bestaat er een relatie tussen de kans op ziekte en de grootte van het inoculum. Leptospiren kunnen weken tot maanden in het milieu overleven als de condities gunstig zijn (nat/vochtig, optimale in vitro temperatuur 28-30 C, neutrale tot licht alkalische ph 7,0-7,2). Leptospiren zijn zeer gevoelig voor droogte, hoge temperaturen (>42 o C) en een zuur (ph<6,8) of alkalisch (ph>8,5) milieu. 5 Desinfectie Te desinfecteren onderdeel Standaardmethode Oppervlakken (bloed en excreta, m.n. urine): standaardmethode 2.1.2 Instrumenten (niet huid- of slijmvliesdoorborend, wel bloed standaardmethode 2.2.2 en excreta): Instrumenten (wel huid- of slijmvliesdoorborend): standaardmethode 3.1 Textiel: standaardmethode 2.3.2 Intacte huid: standaardmethode 2.4.3 Niet-intacte huid (wond): standaardmethode 2.4.2 Handen: standaardmethode 2.4.3 6 Verspreiding 6.1 RISICOGROEPEN Risicogroepen zijn waterrecreanten, veeboeren, land- en tuinbouwers, dierenartsen, ongediertebestrijders (zoals muskusrattenvangers), rioolwerkers, slagers, jagers, boswachters en anderen die in het kader van beroep of hobby veelvuldig met (wilde) dieren en/of oppervlaktewater of modder in aanraking komen. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 6/10

6.2 VERSPREIDING IN DE WERELD Leptospirose komt wereldwijd voor, is vaak hoog endemisch en soms epidemisch, bijvoorbeeld tijdens regenperiodes, in vochtige (sub)tropische landen. In Europa is de ziekte zeldzaam. In 2012 hebben 27 Europese landen in totaal 489 bevestigde gevallen van leptospirose gemeld, waarvan 10 sterfgevallen. (2) Het merendeel van de gevallen waren volwassen mannen (24 tot 64 jaar), die vaker worden blootgesteld aan de bacterie tijdens beroeps- en recreatieve activiteiten. De hoogste incidentie werd gerapporteerd in Malta (0.70 gevallen/100 000 inwoners) en in Litouwen (0.65/100 000). 6.3 VOORKOMEN IN BELGIË Jaarlijks worden er door het referentielaboratorium 5 tot 16 gevallen van leptospirose in België gediagnosticeerd. (3) Ongeveer de helft van de gevallen worden opgelopen in het buitenland (Azië, Zuid - Amerika, Afrika). In 2012 werd een lokale haard vastgesteld bij scoutsleden die tijdens een kamp in de Ardennen in contact kwamen met een dode muskusrat. In totaal vertoonden 10 kinderen ziektetekens van leptospirose, waarbij de infectie werd bevestigd bij vier van hen. (4) In 2014 was het aantal gediagnosticeerde gevallen hoger dan de voorgaande jaren, met een totaal van 29 gevallen. (5) Dit kan te maken hebben met klimaatsveranderingen, of een hoger aantal knaagdieren. Ook bij runderen in Wallonië werd dat jaar een epidemie van leptospirose gedetecteerd. (6) Verder onderzoek is lopende. 7 Behandeling Men dient leptospirose zo spoedig mogelijk te behandelen. Op grond van huidige informatie is het echter aan te raden om altijd te behandelen, ongeacht het tijdstip van diagnose. Bij ernstige ziekte is penicilline G het middel van eerste keus. (7) Dit antibioticum doet de koortsperiode verkorten en de complicaties van nieren, lever, meningitisachtige verschijnselen en hemorragieën verminderen. Een alternatief is ceftriaxone. Tevens is gericht ondersteunende therapie noodzakelijk bij nierinsufficiëntie, hypotensie en ernstige hemorragie. In ernstige gevallen is ziekenhuisopname geïndiceerd. Bij lichte gevallen kan amoxycilline of doxycycline gegeven worden. 8 Primaire preventie 8.1 IMMUNISATIE Vaccinaties, al dan niet specifiek voor bevolkings-/beroepsgroepen met een verhoogd risico, worden of werden toegediend in China, Cuba, Japan, Vietnam, Spanje, Italië en Frankrijk. Er is in België geen vaccin voor mensen beschikbaar. Het lage aantal gevallen vormt geen aanleiding tot het laten registreren van een vaccin voor de Belgische markt. 8.2 ALGEMENE PREVENTIEVE MAATREGELEN Gerichte preventieve maatregelen zijn afhankelijk van de aard van de dragers of uitscheiders in een bepaald gebied en de besmettingsweg. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 7/10

In endemische gebieden vormt effectieve ongediertebestrijding (ratten, muizen, muskusratten) een belangrijke maatregel. Preventie bij de mens is vooral gericht op het voorkómen van contact met besmette dieren en de besmette omgeving, bijvoorbeeld door het dragen van rubberlaarzen en handschoenen door werkers in besmette terreinen. Voorlichting, bijvoorbeeld aan risicogroepen en huisartsen, over het voorkomen en verspreiden van de ziekte en het belang van vroege behandeling, de wijze van besmetting en persoonlijke hygiëne kan preventief werken. In geval van melkerskoorts: Zwangere vrouwen moet ontraden worden in de stal te komen. De veestapel onderzoeken bij verschijnselen van abortus, mastitis en verminderde melkproductie. Melkattributen desinfecteren en geen rauwe melk drinken. In het algemeen dient men contact met urine van besmette koeien te vermijden, bijvoorbeeld door het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen als bril, mondmasker, laarzen, melkschort en/of handschoenen. Dit laatste geldt ook bij het schoonmaken van de melkstal met een hogedrukspuit in verband met de vorming van aërosolen. Dode foetussen niet met de blote handen aanraken. Behandeling van vee met antibiotica (dihydrostreptomycine) vermindert wel de uitscheiding van leptospiren, maar doodt niet alle leptospiren in de nieren. Bouwtechnische aanpassingen zoals de breedte van de open goot in de stal en de aard van de loopstal kunnen besmettingen beperken. Uitbreiding van de overdracht van leptospiren tussen vee onderling kan tegengegaan worden door het streng gescheiden houden van besmet en onbesmet vee en ook van de betreffende watervoorzieningen. Het vaccineren van runderen wordt in België niet toegepast. Bij honden wordt jaarlijks vaccinatie aanbevolen. Bij het niet consequent toepassen van vaccinatie kunnen honden echter wel geïnfecteerd raken en vervolgens leptospirosen met de urine gaan uitscheiden. Voor alle vormen van leptospirose geldt dat urine in principe als besmettelijk beschouwd dient te worden en dat verder ten aanzien van de patiënt geen speciale maatregelen getroffen hoeven te worden. 9 Maatregelen naar aanleiding van een geval 9.1 BRONOPSPORING? 9.2 CONTACTONDERZOEK Niet nodig. 9.3 MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN PATIËNT EN CONTACTEN De algemene (hand)hygiëne dient in acht te worden genomen. Er dient extra voorzichtig met urine te worden omgegaan. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 8/10

9.4 PROFYLAXE Doxycycline schijnt een zekere bescherming te bieden tegen sommige vormen van leptospirose. Een wekelijkse toediening van 200 mg po 1x voor een korte periode kan aangewezen zijn als er een grote kans is dat iemand besmet wordt of is (avontuurlijke reis met contact met zoet water, blootgesteld labopersoneel, na een overstroming of orkaan). (7) 9.5 WERING VAN WERK, SCHOOL OF KINDERDAGVERBLIJF Directe overdracht van mens op mens is zelden beschreven. Wering is niet van toepassing. 10 Overige activiteiten 10.1 MELDINGSPLICHT Leptospirose is geen meldingsplichtige infectieziekte. 10.2 INSCHAKELEN VAN ANDERE INSTANTIES 10.3 ANDERE PROTOCOLLEN EN RICHTLIJNEN 10.4 LANDELIJK BESCHIKBAAR VOORLICHTINGS- EN INFORMATIEMATERIAAL 10.5 LITERATUUR 10.5.1 Referenties LCI basistekst Nederland Gussinklo JTA te, Venker R, Bode AD, Schuurman JL, Werf D van der, Kuijk SJTh van, Wensveen PJ, Terpstra WJ, Hartskeerl RA, Kemp H van der. Leptospirose veroorzaakt door Pomona. Inf Bull 1998, 7, 165-168. Olszyna DP, Jaspars R, Speelman P, Elzakker E van, Korver H, Hartskeerl RA. Leptospirose in Nederland 1991-1995. Ned.Tijdschr Geneeskd 1998, 142, 1270-1273. 10.5.2 Referenties bij Vlaamse wijzigingen 1 http://www.afsca.be/thematischepublicaties/_documents/2012-12-06_ts_2010_2011_s.pdf verkregen op 28/01/2015. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 9/10

2 European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). Surveillance report. Annual epidemiological report food- and waterborne diseases and zoonoses in 2012. 2014. http://ecdc.europa.eu/en/publications/publications/food-waterborne-diseases-annualepidemiological-report-2014.pdf 3 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV-ISP). Zoönosen en vector-overdraagbare ziekten. 2011-2012, https://epidemio.wivisp.be/id/reports/jaarrapport_zoönosen%20en%20vectoroverdraagbare%20ziekten_201 2.pdf. 4 Mori M, Van Esbroeck M, Depoorter S, Decaluwe W, Vandecasteele SJ, Reynders M. Outbreak of leptospirosis during a scout camp in the Luxembourg Belgian province, Belgium, summer 2012. Epidemiol Infect 2015 Jun;143(8):1761-6. 5 Van Esbroeck M. Referentielaboratorium leptospirose. Persoonlijke communicatie. 6 Arsia. La leptospirose responsable des veaux ictériques. Publicatie 01/01/2015. http://www.arsia.be/?p=6270 7 The Sanford Guide to Antimicrobial Therapy 2012-2013 Belgian Luxembourg edition, p128. 17.04.2014 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEN VLAANDEREN - leptospirosen - 10/10