Het troostprogramma Zo troost je je baby op de juiste manier Het troostprogramma, dat op onderlinge band en lichamelijkheid gericht is, is bedoeld voor kinderen vanaf ongeveer een half jaar. Daarbij realiseren de ouders de verandering volgens hun eigen behoeftes en in hun tempo. Deze weg naar een ontspannen omgang met het kind is een heel vriendelijke en kan daarom een tijdje in beslag nemen. Waarom baby s s avonds meer huilen s Avonds heeft een baby er een hele dag vol nieuwe indrukken op zitten en deze indrukken moeten verwerkt worden. Bovendien is uitputting en slaperigheid een merkwaardige toestand. Geen wonder, dat op dat ogenblik enkele traantjes worden geplengd om het allemaal te verwerken. Tenslotte werkt huilen in zekere zin absoluut bevrijdend. Maar er zijn eigenlijk geen ouders, die hun kind graag horen krijsen of huilen. De meeste vaders en moeders willen hun lieveling zo snel mogelijk troosten, vooral s avonds en met alle middelen en zo maken ze de situatie vaak nog erger. Als het teveel van het goede is Bij het naar bed brengen doen veel ouders alles om hun jengelende baby maar te kalmeren. Voeden, wiegen, voorlezen, urenlang aan het kinderbad de handjes vasthouden enz. Meestal volgt het één op het andere, als het truukje voor die tijd niet heeft gewerkt - en dat is vaak teveel van het goede. Door de voortdurend wisselende kalmeringspogingen krijgt het kind veel te veel prikkels. Dan slaapt het nog slechter en de oververmoeide ouders raken psychisch uitgeput. Vanzelfsprekend willen vader en moeder zorgzame ouders zijn en uit de ogen van hun kroost het liefst elke wens aflezen en in geen
geval iets fout doen! Daarom laten veel ouders hun kind ook zelf bepalen, wanneer het wil eten, slapen en spelen in de hoop, dat het kind zelf vroeg of laat wel een eigen ritme zal ontwikkelen. Hoe vrijheid teveel van kleintjes eist Wat kinderen echter nodig hebben is het gevoel van geborgenheid, zodat ze zich veilig en lekker in hun vel voelen. En dat gevoel krijgen ze alleen bij iemand, die groter en sterker is en meer weet dan zij zelf. Als ouders een vast en betrouwbaar kader scheppen geven ze daarmee hun baby vastigheid. Alles zelf bepalen is een vrijheid, die teveel van kleintjes eist. Ze hebben ouders nodig, die hen de weg naar de wereld laten zien. Door teveel bescherming en eisen zal zo eerder een tegengestelde negatieve spiraal ontstaan en om hieruit weer te ontsnappen, moeten de ouders hun gedrag naar hun baby toe voor een lange periode veranderen. Dat wil zeggen, dat het afgelopen moet zijn met alle 'truukjes', die tot dan toe voor het in slaap vallen werden gebruikt. In principe moet het kind alleen nog maar heel rustig in de armen genomen worden en moet het ondersteund worden, totdat het alle leed en verdriet eruit gehuild heeft, rustig kan worden en in slaap kan vallen. Zo kan het kind tenslotte ontspannen met een kort welterustenritueel in zijn bedje gelegd worden. Waarom structuur overdag zo belangrijk is Als een baby het gevoel heeft, dat elke dag voor hem uit volledig overzienbare, voorspelbare en zichzelf steeds herhalende programmapunten bestaat, horen het naar bed gaan en de nachtelijke slaap vanzelfsprekend daarbij. Ouders moeten dus altijd een vast en betrouwbaar 'kader' voor hun kindmaken, voor een duidelijk gestructureerd verloop van de dag met een gering programma en regelmatige tijden voor het eten,
naar buiten gaan, de slaapjes en het spelen. Een overzichtelijke selectie van speelgoed is eveneens aan te raden. Bovendien zouden ouders hun kind overdag genoeg liefde in de vorm van periodes van ongedeelde aandacht moeten geven. Het gaat er daarbij niet om, hoe lang deze periodes zijn, maar wel om helemaal bij het kind én er helemaal voor het kleintje te zijn, ook al is het maar voor korte tijd. Afgeraden moet worden om het kind overal mee naar toe te slepen en het voortdurend bloot te stellen aan beeld en geluid van TV en de radio. Waarom een kind relaxte, maar consequente ouders nodig heeft Elke baby zal door het nieuwe, resp. andere gedrag van de ouders aanvankelijk wel geïrriteerd raken en in het begin meer huilen, maar dat is normaal in een fase van een andere gewenning. Voor ouders is het essentieel, dat ze rustig reageren, als de baby luidkeels tranen vergiet, want zolang dat op de arm gebeurt, is huilen helemaal niet erg. En meestal treedt al na een paar dagen een verbetering op Belangrijk is, dat de ouders hun rol als autoriteit serieus nemen en accepteren en deze vooral als iets positiefs zien. Het is een leidende rol, die voor structuur zorgt. En voor deze structuur is elk kind dankbaar. Voor de ouders wordt de omgang met hun kind eveneens veel makkelijker, want het kind kent de regels en de procedures en zal die zelfs graag eisen of zich eraan houden. Welk effect de nieuwe rolverdeling heeft Nadat het kind heeft geleerd, dat het vaste dagelijkse structuren én gedecideerde maar relaxte ouders heeft, kunnen de veranderingen ook op de nachtelijke situatie worden toegepast. Het kind zal begrijpen, dat de aanwezigheid van één van de ouders voortaan kalmerende invloed heeft en andere afleidingen zoals voeden, fopspenen etc. niet. Het erbij-blijven schenkt troost en papa/mama wordt als sterke,
houvast biedende en leidinggevende persoon gezien, op wie het kind vertrouwt. Zo went het kind er ook snel aan om in zijn eigen bed in slaap te vallen en om ook s nachts daar te blijven, met uitzondering van een voedingsmoment. Om de andere gewenning voor het kind in een paar dagen makkelijker te maken helpt het om zijn schouders, handjes of zijn hoofdje rustig en met voelbare druk aan te raken. Hoe het kind tenslotte tevreden alleen in slaap valt Heeft het kind eenmaal de stap van meerdere kalmeringspogingen naar het aan-het- bed- blijven geaccepteerd, dan komt de volgende fase: niet meer met aanrakingen, maar met duidelijke woorden troosten. Daarop volgt de stap, waarbij langzamerhand de afstand tot het bed van de baby wordt vergroot, maar het kind wel steeds in het gezichtsveld blijft. De aankondiging, dat u even iets uit de badkamer of uit de keuken gaat halen, maar daarna weer terugkomt om naar het kind te kijken, staat een korte afwezigheid toe, die steeds verder uitgebouwd kan worden. Tenslotte is op een bepaald moment alles zo vertrouwd en gewoon geworden, dat u het kind na een welterusten-ritueel van hooguit een half uur moe, maar nog wakker in zijn bedje kunt leggen en het kind helemaal zelfstandig en happy in slaap valt. Bewust troosten en houvast geven Vijf handvatten c.q. houdgrepen, die op elkaar aansluiten 1. Kalmeringen waarnemen Wat doet je baby zelf om rustig te worden? Raakt het zijn gezicht aan, trekt het zijn benen op of steekt het een handje in de mond? Steun je baby, door zachtjes en in simpele woorden met hem te praten. Wordt je baby niet binnen 2 tot 3 minuten rustig, ga dan over naar stap 2. 2. Hand opleggen Je onrustige baby produceert kleine hoeveelheden van het stresshormoon adrenaline. Oefen daarom met de vlakke hand een
lichte, maar duidelijk voelbare druk uit op de borst van je baby. Zo kan het lichaam het kalmerend werkende contra-hormoon oxytocin produceren. Laat weer 2 tot 3 minuten voorbij gaan. Als er geen verandering te constateren is, ga dan naar stap 3. 3. Pakje maken Door de baby d.m.v. een soort paketje steun te geven, komt het tot rust. Breng daarvoor met je handen de handen van je baby in het midden van zijn lichaam samen en wieg het zachtjes heen en weer. Heb je met een lastige draaikont te maken, houd dan met één hand de handjes vast en pak met de andere hand de voeten erbij. Door deze positie voorkom je hectische bewegingen en geef je je baby de kans om langzamerhand net zo rustig te worden als jijzelf. Maar daarbij is het wel belangrijk, dat je zelf ontspannen bent! 4. Liggende armgreep Als de voorgaande 3 handelingen niet geholpen hebben, neem je je baby op de arm, en liggend met zijn gezicht naar jou toe. Daarmee kun je de omgeving uit zijn gezichtsveld bannen. Geef je baby gerust een grote portie liefdevolle intimiteit en een vaste steun, dichtbij mama s borst en buik. Niets brengt meer rust dan jouw hartslag en jouw vertrouwde lichaamsgeur! Als je echter zelf innerlijk niet rustig bent, laat dan liever iemand anders je baby vasthouden. 5.Verticale armgreep Als je baby gewoonweg niet rustig te krijgen is, gebruikt je tenslotte de zogenaamde ressource -greep. Hou daarvoor je baby loodrecht voor je bovenlichaam, dicht tegen jou aan. Ondersteun hem met een hand onder zijn billetjes, houd met de andere hand zijn hoofdje vast, dat tegen jouw schouder rust. Dat moet allemaal heel rustig gebeuren, zonder op en neer te bewegen of te schommelen, want dat zou je baby alleen maar onrustiger maken. Belangrijk! Oefen de handgrepen eerst overdag, als jij en je baby nog uitgerust zijn. Want het devies luidt: Overdag leer je, wat je s nachts nodig hebt!
*Tip* Hou een slaapprotocol bij Ieder kind is anders en zo zijn er individuele oorzaken, waarom jouw kind niet kan slapen. Een slaapprotocol laat je zien, wat de behoeften van je kind en dus de beste maatregelen zijn. Schrijf twee weken lang precies op - wanneer je kind wakker is en wanneer het slaapt - wanneer, het hoeveel gegeten heeft - of de slaap verstoord was (bijvoorbeeld: heeft je baby gekrijst, gehuild, gespeeld of is het bij jou in bed beland) Maak daarvoor een tabel met 24 uur-kolommen naast elkaar en vul links steeds de datum van de dag in, waarop het protocol betrekking heeft. Tel tenslotte op, hoe lang je kind slaapt. Misschien heeft het minder tijd om te slapen nodig dan andere kinderen van zijn leeftijd. De totale hoeveelheid slaap min de tijd voor de middagslaap geeft je de informatie die je nodig hebt. Tot hun tweede levensjaar geven kinderen de voorkeur aan een middagslaap om in balans en vrolijk te zijn. De siësta-tijd tussen 13.00 en 14.00 uur is ideaal en er blijft tot aan de nachtrust nog genoeg tijd over om weer moe te worden, namelijk minstens 5 uur. Bedenk, hoeveel uren er voor de nachtelijke slaap overblijven en wanneer je kind s morgens op zijn vroegst moet opstaan daaruit kun je de nieuwe, verplichte slaaptijden opmaken. Neem echter genoeg tijd voor deze omschakeling. Elke twee dagen een kwartier later naar bed is voldoende. Een baby heeft ongeveer twee weken nodig, voordat het aan het nieuwe ritme gewend is.