Protocol Inbakeren Protocol Inbakeren. Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 1

Transcriptie

1 Protocol Inbakeren. Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 1

2 Inhoudsopgave - Inleiding - Welke kinderen hebben er baat bij om ingebakerd te worden? - Voorwaarden - Bij welke kinderen wordt niet gestart met inbakeren - Tijdens het inbakeren - Instructies Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 2

3 Inleiding. Kinderen bij ons worden niet op initiatief van het kinderdagverblijf ingebakerd. Dit gebeurt alleen op verzoek van ouders als het consultatiebureau/kinderarts het eens is met het inbakeren van het kind. Ouders hebben de technieken en voorwaarden van het consultatiebureau geleerd. Zij passen dit op de juiste wijze toe en kunnen het overdragen aan het kinderdagverblijf. Wij gaan er vanuit dat ouders ook consequent met inbakeren omgaan. Inbakeren is het van schouders tot en met de voeten inwikkelen van een jonge baby in doeken om zijn eigen bewegingen te beperken zodat hij zich gemakkelijker kan overgeven aan de slaap. Het huidige inbakeren moet gezien worden als een tijdelijk hulpmiddel om te komen tot een patroon van regelmaat. Zo kan het kind weer toekomen aan de slaap, drink en speelbehoeften. Tijdens de inbakerperiode worden rust en regelmaat dan ook gelijktijdig gehanteerd met de doeken. Wanneer het kind helemaal gewend is aan de regelmaat worden de doeken na enkele maanden overbodig, het inbakeren kan dan worden afgebouwd. De regelmaat blijf gehandhaafd. Welke kinderen hebben er baat bij om ingebakerd te worden? - Kinderen die niet op eigen kracht in slaap kunnen vallen. - Kinderen die hazenslaapjes doen; vaak een half uur of korter. Zijn ze wakker, dan gaan ze snel huilen. - Kinderen die onrustig zijn en overactief gedrag vertonen; tevens zichzelf uit hun slaap houden of te vroeg wakker worden door maaiende armpjes. - Kinderen die onregelmatig drinken; vaak geen ritme in hun drinkpatroon hebben; ze drinken onrustig en in kleine beetjes. - Kinderen die veel huilen zonder dat er een aanwijsbare oorzaak is gevonden, zoals onverklaarbare darmkrampjes. - Kinderen waarbij rust en regelmaat na 5 tot 7 dagen geen positief effect hebben op het slaap/waakritme. De leeftijd waarop gestart kan worden met inbakeren is 2 weken tot 4 maanden oud. De duur van het inbakeren is 7 tot 8 weken (waarvan 1 a 2 weken wennen), zodat kinderen uiterlijk tot de 6 de maand worden ingebakerd. Veel kinderen die worden ingebakerd zijn een stuk rustiger en huilen minder. Er is geen oververmoeidheid meer en daardoor geen over prikkeling. Hierdoor kan het kind een passend slaap- waakritme ontwikkelen. Voorwaarden. - Het kind verkeert in goede conditie (zie punten wanneer niet inbakeren) - Het gebeurt op verzoek van de ouders (vastleggen op toestemmingsformulier) - Het inbakeren gebeurt altijd nadat het consultatiebureau/kinderarts dit geadviseerd heeft. - Pedagogisch medewerkers hebben goede instructie gehad van de ouder over hoe in te bakeren. Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 3

4 - Het kind is al (bij voorkeur) thuis één week ingebakerd, zodat het daar de eerste week kan wennen. - Het inbakeren gebeurt met materialen die positief getest zijn en door ouders worden aangeleverd. - Bij kinderen ouder dan 4 maanden wordt niet meer gestart met inbakeren. Als het kind 6 maanden oud is moet het inbakeren volledig zijn afgebouwd. - De duur van het inbakeren is minimaal 6 weken en ouders passen het inbakeren thuis ook consequent toe. Bij welke kinderen wordt niet gestart met inbakeren? Niet voor alle kinderen is inbakeren een geschikt middel. Soms kan het juist averechts werken. Medische redenen om een kind niet in te bakeren: - Als het kind (verhoogde kans op een) displastische heupontwikkeling heeft. - Als het kind koorts heeft. - De eerste 24 uur na DKTP, HIB of andere vaccinaties - Als het kind last heeft van ernstige luchtweginfectie en/of benauwdheid - Als het kind een voorkeurshouding (scoliose) heeft door een afwijking in de wervelkolom. - Als het kind ouder is dan 4 maanden. Wanneer een baby niet in goede conditie is of als je vermoedt dat hij aan het ziek worden is of koorts heeft, mag het nooit ingebakerd worden. Wanneer je de baby te los, te stak, te dik om met verkeerde middelen ingebakerd kan dit extra risico s met zich meebrengen. Zo kan de baby bijvoorbeeld bij te strak inwikkelen om de benen een heupafwijking krijgen. Er bestaat het risico op wiegendood als het kind ingebakerd op de buik draait. Wij stoppen direct met inbakeren en delen de ouders onze bevindingen mee. Zij dienen contact op te nemen met consultatiebureau of kinderarts. Tijdens het inbakeren. Op het moment dat het kind vermoeidheidssignalen geeft (geeuwen, met handjes in ogen wrijven ect.) baker je hem in en leg je hem in bed. Zo voorkom je oververmoeidheid. Ook wordt voor het kind voorspelbaar wanneer hij het bed in wordt gelegd. Dit geeft voor een kind een veilig gevoel, waardoor het zich vanzelf aan de situatie zal overgeven. Door het kind wakker in bed te leggen wordt dat een vertrouwde slaapplek. De cyclus om rust en regelmaat te creëren met behulp van inbakeren is als volgt. - Na het slapen haal je het kind uit bed - Je doet de inbakerdoek gelijk af - Je geeft het kind aansluitend te eten - Na het eten even knuffelen en daarna mag het kind zelf gaan spelen. - Bij de eerste vermoeidheidssignalen het kind inbakeren - Je legt het kind wakker in bed. Deze regelmaat geeft het kind duidelijkheid. Tijdens het inbakeren, met het afbouwen en ook erna is het van belang om en kind rust en regelmaat te bieden. Maak ouders wel duidelijk dat op het kinderdagverblijf meer prikkels kunnen worden afgegeven dan thuis dus Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 4

5 dat na een dag op het kinderdagverblijf het kind toe is aan rust en wellicht voornamelijk wil eten en slapen. Afbouwen inbakeren. Het meest recente advies is om het inbakeren met leeftijd van 4 maanden weer af te bouwen om uiterlijk op de leeftijd van 6 maanden gestopt te zijn. Een oudere ingebakerde baby die zichzelf omrolt komt in een uiterst gevaarlijke situatie terecht gezien het zijn armen niet kan gebruiken wegens het inbakeren. Zorg dat het kind tijdens de afbouwperiode en daarna slaapt met een strak passende babyslaapzak om het begrensde gevoel te behouden en het in beweging komen te beperken. Als een kind van bijna 6 maanden het niet lukt om zonder de doeken te slapen raad ouders dan aan contact op te nemen met consultatiebureau of kinderarts. Mocht een kind jongen dan 6 maanden in de ontwikkeling al toont dat het zich kan omdraaien, wordt al eerder verzocht aan de ouders contact op te nemen met consultatiebureau of kinderarts. Tot die tijd bakeren wij niet in en gebruiken wij een strakkere slaapzak. Voor ons als kinderdagverblijf wordt namelijk het risico op dat moment te groot ten aanzien van wiegendood. Communiceer dit duidelijk naar ouders. Instructies. Ouders zijn in staat om op basis van hun instructies door het consultatiebureau of kinderarts, op hun beurt de pedagogisch medewerkers te instrueren. Dit gebeurt o.a. met behulp van het praktisch oefenen. Hierdoor wordt voldoende tijd voor uitgetrokken. Kinderdagverblijf De Kleine Zeester 5