De leugendetector. Jacco Dekkers. April 11, 2007



Vergelijkbare documenten
Sensoren Introductie Weerstandtechniek Brug van Wheatstone Basis Opamp schakelingen Opampschakelingen voor gevorderden

Deel 1 De Operationele versterker

Operationele versterkers

Klasse B versterkers

GESTABILISEERDE VOEDING

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

Sensoren Introductie Weerstandtechniek Brug van Wheatstone Basis Opamp schakelingen Opampschakelingen voor gevorderden

Hoofdstuk 1: De OPAMP

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek

Hoofdstuk 1: De OPAMP

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

Elektrische Netwerken 27

Blackman: de impact van terugkoppeling op nodeimpedanties

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven verdeeld over drie bladzijden. U heeft drie uur de tijd.

Hoofdstuk 3: Praktische opampschakelingen 2

Mini Handleiding over Elektronica-onderdelen

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

Bijlage 2: Eerste orde systemen

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

Repetitie Elektronica (versie A)

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Aan de totstandkoming van dit boekje hebben meegewerkt: HET ELEKTROCARDIOGRAM (ECG).

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Elektrische stroomnetwerken

Hoofdstuk 2: Praktische opampschakelingen 1

Inleiding Vermogenversterkers en de Klasse A versterker

7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron?

Elektronicapracticum. een toepassing van complexe getallen. Lesbrief

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Hoofdstuk 5: Signaalverwerking

Hoofdstuk 4: Gestabiliseerde voedingen

Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (6)

Elektronische Schakelingen. Opgave 1. (4 punten) Naam: Studienummer: Kwartaaltentamen 4 e kwartaal, 12 juni 2001, 14:00 16:00.

Elektrische Netwerken

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Algemene Breadboard tips

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

7,6. Samenvatting door A woorden 12 april keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde Systemen. Systemen

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

De overgang van een gelineariseerde schakeling naar signaalverwerkingsblok

TENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 3 juli 2013, 9:00u 12:00u

PROEF 1. FILTERS EN IMPEDANTIES. Naam: Stud. Nr.: Doos:

Hoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling

Elektronische basisschakelingen Oefenzitting 3.

Condensatoren kunnen een lading opslaan indien er een stroom door vloeit.

STROOMSENSOR BT21i Gebruikershandleiding

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Klasse B output buffer voor een Flat Panel Display Kolom aansturing

Inleiding elektronica Presentatie 1

Practica bij het vak. Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Universiteit Twente EWI. Practicum ElBas. Klasse AB Versterker

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur.

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

2 Elementaire bewerkingen

Versterking Principe van de versterking

Zelf een simpele ionisatiekamer bouwen

Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1

Oefeningen Digitale Elektronica (I), deel 4

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Beschrijving. Meting van de baanresultante met de elektronische versterker CV 0203

AT-142 EPD Basis 1. Zelfstudie en huiswerk 10-08

Module 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen.

HAM - FLYER tussendoortje van het HAM-Nieuws. Mededelingen van de VERON afd. Alkmaar A01

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

Weerstand. Bron: Cursus Radiozendamateur 1

Digitaal is een magisch woord

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

Gestabiliseerde netvoeding

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

Fig. 2. Fig ,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 U (V) 0, temperatuur ( C)

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

Aurix bovenop de Octave MKII. " Hoofdtelefoonversterker. "AuriX. Gebruiksaanwijzing. Bijgewerkt per Made by ALL Engineering

BEVEILIGING VAN HET STUURSTROOMCIRCUIT

BATTERIJ LAAG? Deze schakeling is uiterst eenvoudig. Op een gaatjesprint is ze in een-twee-drie klaar.

Hydrofoon versterker. Een versterker voor de Aquarian H2a. Betreft: Hydrofoon versterker. Door: David Boelee,

Oplossing examenoefening 2 :

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Van Dijk Educatie Parallelschakeling 2063NGQ0571. Kenteq Leermiddelen. copyright Kenteq

HERTENTAMEN MEETTECHNIEK (EE1320) Woensdag 24 augustus 2011, 9:00u 12:00u

Labo digitale technieken

Elektronica monteur, Technicus Elektronica

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

Circuits and Signal Processing ET2405-d2

Deel I De basis. De plaats van Elektrische Netwerken binnen de elektrotechniek. ALGEMENE ELEKTROTECHNIEK / ELEKTRONICA ELEKTRISCHE VELDEN

Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen

Meten met de multimeter Auteur: Wouter (Flush) [ ]

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

Ultrasone snelheidsmeting. Technischverslag Versterker

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)

Vak: Labo elektro Pagina 1 / /

Poortschakelingen - 1

Transcriptie:

Jacco Dekkers April 11, 2007 1 De elektronische componenten In dit hoofdstuk beschrijven we de toepassing van een populaire bouwblok: de operationele versterker (opamp). Het elektrische symbool van de operationele versterker is gegeven in figuur 1. U U OA Figure 1: Elektrisch symbool voor de operationele versterker met een aarde aansluiting. Zoals je ziet heeft de opamp twee ingangen: U en U, en een uitgang:. Verder heeft de opamp ook altijd een verbinding met de aarde, maar die wordt meestal niet getekend. De werking van de opamp kan beschreven worden door in een grafiek het verschil tussen de twee ingangsspanningen uit te zetten tegen de waarde van de uitgangsspanning. Dat ziet er uit als in figuur 2: batterij batterij 0 U in = U U Figure 2: Uitgangs versus ingangsspanning van een operationele versterker. 1

De opamp heeft twee belangrijke toepassingen: de eerste toepassing is het gebruik als comparator en de tweede toepassing is het gebruik als signaalversterker. Een kenmerkende grootheid van een signaalversterker is de spanningsversterking A u. Dat is de ratio tussen uitgangsspanning en ingangsspanning, of in formulevorm: A u = U in (1) Hierbij kan een signaalversterker beschouwd worden als bouwblok met een ingang en een uitgang. 1.1 De comparator In het kort komt de werking van de comparator er op neer dat de schakeling de twee ingangen vergelijkt met elkaar en aan de hand daarvan een groot uitgangssignaal of een klein uitgangssignaal afgeeft. Vaak wordt er bijvoorbeeld een referentiespanning aangeboden op de negatieve ingang en als het te vergelijken signaal groter in amplitude is dan de referentie, geeft de comparator een hoog uitgangssignaalniveau. Als het te vergelijken signaal kleiner is, is het niveau van het uitgangssignaal laag. Voor de comparator functie strekt het werkgebied van de opamp zich dus uit van linksonder tot rechtsboven in de grafiek van figuur 2, maar beperkt zich tot de twee vlakke gebieden links en rechts. Voor de duidelijkheid is in figuur 3 in rood dit comparator werkgebied aangegeven. batterij Hier clipt de opamp: de uitgang kan niet groter worden dan batterij. Comparatorbedrijf. batterij Hier clipt de opamp: de uitgang kan niet lager worden dan batterij. Comparatorbedrijf. 0 U = U U in Figure 3: Uitgangs versus ingangsspanning van een operationele versterker. JetNet 2 NXP Semiconductors

1.1.1 Een praktische implementatie van een comparator Eigenlijk is een transistor al een soort comparator: als de basisemitter spanning boven de 0,6 V stijgt, verandert de weerstand opeens enorm. Een klein probleem bij het gebruik van een enkele transistor als comparator is dat we de drempelwaarde niet vrij kunnen kiezen. We zitten namelijk vast aan het kleine gebiedje rond de 0,6 V basisemitter spanning waarin de transistor steeds beter gaat geleiden. Het liefst wil je de drempelwaarde wel zelf kunnen kiezen, net zoals je bijvoorbeeld wilt dat temperatuur van je douchewater niet alleen goed geregeld is, je wilt ook nog zelf kunnen bepalen wat de waarde van die temperatuur is. Met de verbeterde comparator uit de figuur hieronder kan de drempelwaarde wel zelf ingesteld worden. batterij = R5 R 2 = R4 R << R 3 4 R 2 R 4 k 5 k 4 k 3 k T 1 T 2 2 k U 1 U R 5 R 3 Figure 4: Schema van een praktische implementatie van een verbeterde comparator. Stel, we beginnen met een toestand waarin de spanning op de ingang ongeveer de helft van de voedingsspanning is, en de spanning op de ingang bijna gelijk is aan nul Volt. Aangenomen dat er stroom I loopt door een van beide transistoren, zal op knooppunt k 1 een spanning staan gelijk aan I R 3. Omdat de ingang bijna nul is, kan T 2 nooit de benodigde basisemitter spanning van 0,6 Volt hebben om stroom te geleiden: de basisemitter spanning is juist negatief. Daarom spert T 2. Transistor T 1 kan juist goed geleiden. Omdat de basisstroom maar heel klein is, staat er nauwelijks spanning over weerstand, zodat de spanning op de basis van T 1 nagenoeg gelijk is aan de spanning op de ingang. Er loopt nu precies zoveel stroom door T 1 dat I R 3 gelijk is aan de spanning op de basis van T 1 min de basisemitter spanning van 0,6 Volt. (Want de basis moet altijd 0,6 V hoger zijn dan de emitterspanning als de transistor geleidt.) De uitgang van onze comparator zal nu gelijk zijn aan de voedingsspanning omdat T 2 spert, en er dus geen stroom door weerstand R 4 kan lopen (want dan staat er ook geen spanning over: I R = 0). Met andere woorden: als de ingang hoog is en de ingang is laag, dan is de uitgangsspanning gelijk aan de voedingsspanning. JetNet 3 NXP Semiconductors

Stel nu dat we de spanning op de ingang langzaam gaan verhogen. Eerst zal er niets gebeuren, totdat de spanning op de basis van T 2 hoger wordt dan 0,6 V plus de emitterspanning van T 2, want dan komt transistor T 2 in geleiding. Maar op het moment dat de basisemitter spanning van T 2 gelijk is aan 0,6 Volt, is spanning op de ingang precies gelijk aan de spanning op de ingang omdat over de basisemitter junctie van T 1 ook 0,6 Volt staat. Als op de twee ingangen dezelfde spanning staat, dan zullen beide transistoren geleiden. De spanning op de uitgang van de comparator zal hierdoor dalen omdat de stroom door T 2 voor een spanning over R 4 zorgt. Bij verdere toename van de spanning op de ingang zal bovendien de emitterspanning van T 2 mee omhoog getrokken worden, want de basisemitter spanning kan nooit veel groter zijn dan 0,6 Volt. De stroom door R 3 neemt dan ook toe; er staat immers meer spanning over. Wat gebeurt er dan met transistor T 1? Aangezien de spanning op de ingang niet verandert, moet de basisemitter spanning van T 1 wel afnemen, en daardoor zal de stroom door T 1 instorten: T 1 gaat sperren. Samenvattend: De uitgangsspanning van de comparator is gelijk aan de voedingsspanning als de ingang duidelijk groter is dan de ingang, en is gelijk aan nul als de ingang duidelijk groter is dan de ingang. Als op beide ingangen ongeveer dezelfde spanning staat, dan verschijnt dat (kleine) spanningsverschil flink versterkt aan de uitgang. 1.2 De signaalversterker We hebben nu twee van de drie werkgebieden uit figuur 3 gehad: de te vergelijken ingangsspanning is groter in amplitude dan de referentiespanning de te vergelijken ingangsspanning is kleiner in amplitude dan de referentiespanning En deze twee situaties zijn dus van toepassing als de operationele versterker als comparator gebruikt wordt. De derde mogelijkheid is dat de ingangsspanning precies gelijk is aan de referentiespanning. Dan en slechts dan kunnen we de schakeling gebruiken als signaalversterker. Figuur 5 laat de drie werkgebieden zien. In rood is het reeds behandelde comparator werkgebied aangegeven en in groen het signaalversterker werkgebied. JetNet 4 NXP Semiconductors

batterij dx dy A OA Hier clipt de opamp: de uitgang kan niet groter worden dan batterij. Comparatorbedrijf. batterij Signaalversterkerbedrijf. Werkgebied signaalversterker. Hier clipt de opamp: de uitgang kan niet lager worden dan batterij. Comparatorbedrijf. 0 U = U U in Figure 5: Uitgangs versus ingangsspanning van een operationele versterker. We spreken van een goede opamp als het werkgebied van het signaalversterkingsbedrijf klein tot zeer klein is. De richtingscoefficient ( dx ) is dan heel groot. dy Om eenvoudig aan de versterkerschakelingen te kunnen rekenen, stellen we dat deze richtingscoefficient oneindig is. In de praktijk betekent dit dat de spanningsversterking van de operationele versterker oneindig hoog wordt. Met het heel groot zijn van deze spanningsversterking uit figuur 5 kunnen we een belangrijke voorwaarde aflezen op de xas: U U = 0 (stelling 1) (2) Ofwel, de spanning die staat tussen de en de ingang is altijd nul. Stelling 1 impliceert tevens dat de stroom die loopt tussen deze twee nodes door de opamp ook nul moet zijn, er is immers geen potentiaalverschil. We vereenvoudigen dit verder tot de tweede stelling I = I = 0 (stelling 2) (3) Verrassend is dat genoeg om de werking van de als signaalversterker geschakelde opamp te beschrijven: er loopt nooit stroom door de ingang, en de als signaalversterker geschakelde opamp zorgt er altijd voor dat de spanning op de uitgang zo aangepast wordt dat de spanning op de ingang gelijk is aan de spanning op de ingang. Door deze twee regeltjes samen met de wet van Ohm toe te passen kunnen we heel gemakkelijk rekenen aan de signaalversterker. Voor het bewijs dat de 2 stellingen toegepast mogen worden, verwijzen we naar bijlage A: vergelijkingen (22) en (24). JetNet 5 NXP Semiconductors

1.2.1 Enkele rekenvoorbeelden van signaalversterkers met een opamp als implementatie We zullen aan de hand van de stellingen (vergelijking 2 en 3) nagaan wat de spanningsversterking is van enkele veel voorkomende schakelingen. Als eerste de spanningsvolger, zie figuur 6. U U in U OA Figure 6: Een operationele versterker gebruikt als signaalversterker. Dit circuit heet de spanningsvolger. We zien hier dat U in = U. Als stelling 1 wordt toegepast, dan volgt daar direct uit dat U = U in (4) JetNet 6 NXP Semiconductors

De spanning op deze node is gelijk aan de uitgangsspanning, ofwel = U (5) En daar volgt dan weer uit dat we voor de spanningsversterking kunnen schrijven (zie vergelijking 1) A u = U in = U in U in = 1 (6) Waardoor de naam spanningsvolger verklaard is: de uitgangsspanning volgt precies de ingangsspanning. Een andere veel voorkomende configuratie is de nietinverterende versterker, zie figuur 7. U OA U in U R 2 Figure 7: Een operationele versterker gebruikt als nietinverterende versterker. Net als bij de spanningsvolger is het zo dat U in = U en dat houdt tevens in dat U = U in, (7) omdat stelling 1 ook hier van toepassing is. De schakeling kan sterk vereenvoudigd worden tot het schema van figuur 8. JetNet 7 NXP Semiconductors

U in R 2 Figure 8: Vereenvoudiging nietinverterende versterker. Door toepassing van de wet van Ohm kunnen we een stroom I door weerstand berekenen, I = U in = U in = I (8) Door toepassing van stelling 2 moeten we concluderen dat de stroom I niet door de opamp kan gaan en dus door weerstand R 2 moet gaan. De uitgangsspanning kunnen we als volgt schrijven, waardoor de spanningsversterking te schrijven is als = U in IR 2 = I IR 2 (9) A u = U in = I IR 2 I = 1 R 2 (10) De spanning U in wordt dus versterkt met de factor R 2, en verschijnt aan de uitgang. Tevens staat daarbij opgeteld U in onversterkt op de uitgang. Ten slotte kijken we naar de schakeling zoals deze gebruikt is in de leugendetector. Figuur 9 geeft deze schakeling weer. U x U y U U OA 1 R 2 Figure 9: De signaalversterker zoals hij gebruikt is in de leugendetector. JetNet 8 NXP Semiconductors

Dit is een nietinverterende versterker zoals in figuur 7, waarbij de batterij aansluiting van is komen te vervallen. Hiervoor in de plaats bieden wij spanning U y aan. Bij deze schakeling hangt de uitgangsspanning af van twee ingangsspanningen, U x en U y. Door toepassing van stelling 1 kunnen we schrijven voor de spanning op de ingang van de opamp U = U x, (11) Door toepassing van de wet van Ohm kunnen we de stroom door weerstand schrijven als I = U x U y (12) Dankzij stelling 2 moeten we concluderen dat deze stroom I door weerstand R 2 loopt. De spanningsval over deze weerstand is gelijk aan De uitgangsspanning kunnen we schrijven als IR 2 = U x U y R 2 (13) = U y I IR 2 = U y U x U y U x U y R 2 (14) Na herschikking van de termen kunnen we de uitgangsspanning schrijven als = U x R 2 (U x U y ) (15) De verschilspanning U x U y wordt dus versterkt met de factor R 2 en verschijnt aan de uitgang. Tevens staat daarbij opgeteld de ingangsspanning U x op de uitgang. De schakeling bij figuur 9 is bij lange na niet het enige bruikbare circuit met een opamp en een paar weerstanden. Kijk bijvoorbeeld eens in Wikipedia naar de opamp. Daar staan allerlei basiscircuits met een opamp en enkele weerstanden. 1.2.2 Geïntegreerde circuits De opamp met de twee toepassingen als comparator en signaalversterker zijn veel gebruikte schakelingen in de elektronica. Om die reden zijn er geïntegreerde circuits (IC s) gemaakt, die een comparatorfunctie en/of een versterkerfunctie realiseren. Dit type IC s werd al in de jaren 70 van de vorige eeuw geïntroduceerd. Voor onze leugendetector gaan we onder andere gebruik maken van de LM324. Dit is een IC dat maar liefst 4 opamps bevat. JetNet 9 NXP Semiconductors

Output Bias Circuitry Q16 Q15 Q14 Q22 Q13 Q19 40 k 5.0 pf Q12 Q24 25 Q23 Q18 Q20 Inputs Q17 Q2 Q3 Q21 Q5 Q4 Q6 Q7 Q8 Q26 Q9 Q11 Q10 Q1 2.0 k Q25 2.4 k Amerikaans symbool voor een weerstand. Figure 10: Chip layout en schema van een van de vier opamps van een LM324. Je zult herkennen dat het linker deel van het IC heel erg lijkt op de comparator met twee transistoren die we eerder besproken hebben. Het belangrijkste verschil is dat in het IC PNPtransistoren gebruikt worden in plaats van NPNtransistoren, waardoor het hele schema op z n kop staat. Als je de plus en minvoedingen verwisselt, krijg je bijna onze comparator (zie figuur 4): R 3 = R5 R 2 = R4 R << R 3 4 k 3 k 5 R 2 R 4 R 3 batterij k T 1 T 2 2 k U 1 U k 4 R 5 Q19 Q18 Inputs Q17 Q2 Q3 Q15 Q16 5.0 pf Q20 Q9 Q21 Q6 Q7 Q5 Q8 Q4 Q26 Q14 Q12 40 k Q13 25 Q11 Q10 Output Bias Circuitry Q22 Q24 Q23 Q25 Q1 2.4 k 2.0 k T 1 en T R en R 2 2 4 Figure 11: Ons schema van de comparator naast het schema van een LM324. 1.3 Vragen en opdrachten 1. Bekijk de comparator uit figuur 4. Beschrijf in je eigen woorden wat er gebeurt als de spanning op de ingang zakt. 2. Maak zelf een schema met een transistor en een paar weerstanden waarmee je een soort comparator maakt. 3. Zoek het schema op van een sommator zoals die met een opamp gemaakt kan worden. Laat zien dat je met de twee stellingen van een als signaalversterker geschakelde opamp JetNet 10 NXP Semiconductors

De leugendetector de formule zoals die op Wikipedia gegeven wordt, kunt berekenen. Waar zou je een sommator voor kunnen gebruiken? 2 Aanvulling voor het practicum In dit hoofdstuk beschrijven we puntsgewijs een viertal onderwerpen die extra aandacht verdienen. Op bladzijde 29 van de lesbrief, hoofdstuk 5, staat in figuur 29 een fout. Het middelste plaatje is foutief en moet vervangen worden door onderstaande figuur. Het is gebruikelijk om de batterij in schema s te vervangen door het symbool voor Ground (GND). In werkelijkheid is deze node dus de batterij aansluiting. Ofwel, = batterij Figure 12: Het symbool voor Ground of GND staat voor de batterij aansluiting. We hebben ons gehouden aan de nu geldende tekenafspraken bij het publiceren van de schema s. Hierbij is het zo dat elkaar kruisende lijnen geen verbinding vormen. Ze gaan als het ware over elkaar heen en maken geen contact. In het schema van de leugendetector zijn er 5 van die "flyovers" en die zijn rood omcirkeld in figuur 13. JetNet 11 NXP Semiconductors

De leugendetector R 7 Comp 1 2 R 8 LED 1 R 3 R 5 batterij Comp 2 3 OA 1 R 9 Comp 3 4 LED 2 R 4 R 6 R 2 0 LED 3 Comp 4 5 Geen verbinding! 1 LED 4 Figure 13: Het schema van de leugendetector met in rood aangegeven waar verbindingslijnen elkaar kruisen en derhalve geen contact maken. Last but not least: de voedingsspanning voor de twee IC s. Dit zijn OA1 en Comp 1 t/m 4. In het schema van de leugendetector zijn deze niet expliciet aangegeven, het is slechts in woord vermeld onder de afbeeldingen van de IC s in de lesbrief. Voor de volledigheid is in figuur 14 aangegeven hoe de batterij spanningen aangesloten moeten worden. LM324 ua741 1 14 U U batterij 1 2 3 4 8 7 6 5 batterij batterij 2 3 4 5 6 1 2 3 4 13 12 11 10 9 batterij 7 8 Figure 14: Bovenaanzicht van de twee IC s met de aansluitingen voor de batterij. JetNet 12 NXP Semiconductors

A Terugkoppeling Aan het eind van de jaren twintig van de vorige eeuw ontdekte men het principe van terugkoppeling of feedback. Dit bestaat hieruit, dat bij een versterker een deel van het uitgangssignaal wordt teruggevoerd naar de ingang en bij het ingangssignaal wordt opgeteld of ervan wordt afgetrokken. De meeste eigenschappen van de versterker worden door toepassing van dit principe ingrijpend gewijzigd. Een van die veranderingen is een grotere constantheid van de versterking. Bovendien wordt de versterking eenvoudig voorspelbaar. Om het gedrag van een teruggekoppelde versterker nader te onderzoeken gaan we uit van het model van figuur 15. Dit bestaat uit een lineaire versterker A waarvan het uitgangssignaal y wordt teruggevoerd naar een terugkoppelnetwerk waarvan de overdracht met β wordt aangegeven. Ook zien we nog een overdracht q van ingang naar uitgang aangegeven. Dit is een ongewenste directe overdracht via het tegenkoppelnetwerk, maar gelukkig is deze invloed meestal verwaarloosbaar. x z A q Figure 15: Algemeen model van terugkoppeling. In rood is de rechtstreekse overdracht aangegeven. y Uit figuur 15 volgen de vergelijkingen: { z = x βy y = Az qx (16) De overdracht nadat terugkoppeling is aangebracht wordt A t genoemd, de zogenaamde geslotenlusversterking (Engels: closed loop gain). Deze grootheid stelt het verband voor tussen x en y en is te vinden door vergelijking (16) te herschrijven tot: A t = y x = A q 1 Aβ = A 1 Aβ q 1 Aβ Hierin is A de versterking zonder terugkoppeling of openlusversterking (Engels: open loop gain). De grootheid Aβ = A r wordt de rondgaande versterking of lusversterking genoemd (Engels: loop gain). Uit vergelijking (17) blijkt dat de overdracht A t van een teruggekoppelde versterker een eindige waarde zal aannemen als de openlusversterking A naar oneindig nadert. Bovendien ontstaat (17) JetNet 13 NXP Semiconductors

een eenvoudige overdracht en deze wordt aangeduid met A t,. De versterking simplificeert dan naar: A t, = lim A t A = 1 β (18) Bij een als signaalversterker geschakelde operationele versterker is dit de overdracht als de 2 stellingen worden toegepast (U U = 0 en I = I = 0). Daar was immers ook de versterking A heel groot gesteld (zie figuur 5) De versterking nadat terugkoppeling is toegepast wordt vaak opgesplitst in 2 factoren: de overdracht in het ideale geval en een factor die aangeeft hoe ver de praktijk van die ideale situatie af is. In formulevorm is dat: Aβ A t = A t, 1 Aβ q 1 Aβ A r = A t, q 1 A r 1 A r Waarbij het gewenst is dat de lusversterking A r 1 om de ideale overdracht te benaderen. (19) A.1 Rekenvoorbeeld met een spanningsvolger We hebben kennis gemaakt met de spanningsvolger waarbij de stellingen zonder meer werden gesteld. Aan de hand van die schakeling zal nu het bewijs geleverd worden. Ter herinnering nog even de schakeling: U U in U OA Figure 16: Een operationele versterker gebruikt als signaalversterker. Om het gedrag te analyseren wordt de opamp vervangen door een spanningsgestuurde spanningsbron. Deze schakeling is gegeven in figuur 17. JetNet 14 NXP Semiconductors

R UIT U U U in i A R IN A U U i B R belasting Figure 17: De spanningsvolger met een opamp gemodelleerd als een spanningsgestuurde spanningsbron. Deze spanningsbron heeft bovendien een ingangs en een uitgangsweerstand. De stromen i A en i B zijn willekeurig aangenomen en dienen voor een systematische oplosmethode. Door gebruik te maken van een systematische oplosmethode 1 kunnen we schrijven: 0 = R IN i A R UIT (i A i B ) A (U U ) U IN 0 = R UIT (i B i A ) A (U U ) R belasting i B (20) Waarbij de stromen i A en i B de kringstromen zijn. Bovendien geldt dat Het stelsel (20) kan worden opgelost naar i A : U U = R IN i A (21) en naar i B : i A = U IN R belasting R UIT R IN {(A 1) R belasting R UIT } R belasting R UIT (22) i B = U IN A R IN R UIT R IN {(A 1) R belasting R UIT } R belasting R UIT (23) Wanneer de versterkingsfactor van de opamp naar oneindig nadert, dan volgt direct uit (22) dat lim i A A = 0 (24), en daarmee is stelling 2 bewezen. Voor de verschilspanning geldt dat deze eveneens nul wordt, immers U U = R IN i A. Hiermee is ook stelling 1 aangetoond. De geslotenlusversterking A t of spanningsversterking is te schrijven als: A t = U UIT U IN = i B R belasting U IN = R belasting (A R IN R UIT ) R IN {(A 1) R belasting R UIT } R belasting R UIT (25) 1 Hierbij wordt een van de wetten van Kirchhoff toegepast die zegt dat alle spanningen in een kring opgeteld nul oplevert. JetNet 15 NXP Semiconductors

Als de versterking A maar groot genoeg wordt, zal de geslotenlusversterking naar 1 naderen. De A t, is dus 1. Voor de berekening van de lusversterking A r moeten we in de lus gaan staan en een rondje maken langs de lus om uiteindelijk weer op het beginpunt uit te komen. Voor het gemak beginnen we met de stroom die door het tegenkoppelnetwerk loopt en we noemen deze stroom i 1. Zie figuur 18. U OA U in U A U U R belasting i 1 Figure 18: De spanningsvolger met interne weerstanden en spanningsgestuurde spanningsbron om de lusversterking te bepalen. De spanning over de interne weerstand R IN is de verschilspanning U U en is gegeven door i 1 R IN. Dus om van i 1 naar U U te komen, moeten we met een factor R IN vermenigvuldigen. Om van de verschilspanning naar de waarde van de spanningsgestuurde spanningsbron te gaan, moeten we vermenigvuldigen met A. We moeten vervolgens naar een stroom, naar i 1 om precies te zijn. De totaalstroom die uit de opamp gaat lopen is i opamp = U opamp R V (26), waarbij U opamp de spanning is die we net hebben uitgerekend en R V een vervangingsweerstand. Deze vervangingsweerstand is gegeven door R V = R UIT R belasting R IN R belasting R IN (27) Ten slotte is er een stroomdeling tussen de belastings en de ingangsweerstand van de opamp. R belasting Deze deling is gegeven door en nu zijn we weer bij de stroom i A. De lusversterking is dan alle overdrachten met elkaar vermenigvuldigd en ziet er dan als volgt R belasting R IN uit: A r = A R IN R ( ) belasting = R UIT R belasting R IN R belasting R IN (R belasting R IN ) A R belasting R IN R IN R UIT R belasting (R IN R UIT ) (28) JetNet 16 NXP Semiconductors

De ua741 opamp heeft de volgende eigenschappen: A = 200.000; R IN = 2 MOhm en R UIT = 75 Ohm. Een veel voorkomende waar voor R belasting is 2 kohm. De lusversterking wordt dan 192764. De afwijking van de ideaal veronderstelde spanningsvolger is dan A r 1 A r 0, 999995 (29) De rechtstreekse overdracht q is zeer gering en is te berekenen door de versterking A nul te maken. De overdracht is dan A t q = lim A 0 = R belasting R UIT R belasting R UIT R IN (R belasting R UIT ) R UIT R IN (30) En dat blijkt ongeveer 38 10 6 te zijn. De ongewenste overdracht is dus q 38 10 6 1 A r 1 192764 197 10 12 en dat is te verwaarlozen ten opzichte van 0,999995. JetNet 17 NXP Semiconductors