Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 300 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen!
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften Respecteer bij de werkzaamheden de ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften 2
Inhoudsopgave Gebruik conform de regelgeving... 4 Montagehandleiding Afstandsmaten... 5 Montageverloop CV-ketel plaatsen en uitlijnen... 7 Keteldeuraanslag ombouwen... 8 CV-water aansluiten... 9 Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren... 11 Rookgaszijde aansluiten... 12 Isolatie aanbrengen... 12 Isolatie ketellichaam... 13 Isolatie achteraan... 14 Zijplaten en branderkabels (90 tot 300 kw)... 15 Zijplaten en branderkabels (390 tot 500 kw)... 17 Frontplaten... 19 Regelingsmontage voorbereiden... 20 Achterplaten... 23 Bovenplaten... 24 Regelingsplaat... 25 Brander monteren... 25 Kijkglas van de vuurhaard monteren... 26 Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling... 26 3
Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gegevens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de opwarming van warm water geldt als niet volgens de voorschriften. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met voor het gebruik toegelaten componenten werd uitgevoerd. Ieder ander gebruik is niet reglementair. Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aansprakelijkheid. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Tot het reglementaire gebruik behoort ook de naleving van de onderhouds- en testintervallen. 4
Afstandsmaten 200 (100) b Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden. 500 (50) 400 (300) 500 (50) a A CV-ketel B Brander C Geluidsabsorberende stelpoten (90 tot 500 kw) D Geluidsabsorberende trillingsdempers (235 tot 500 kw) M12 d c 28 20 e D 100 5
Afstandsmaten (vervolg) Nominaal vermogen kw 90 115 140 180 235 300 390 500 a *1 mm 1100 1400 1600 b mm Lengte van de brander respecteren Geluidsabsorberende stelpoten Toegestane belastbaarheid kg 2000 Aantal stuks 4 Geluidsabsorberende trillingsdempers Toegestane belastbaarheid kg 2250 3336 3000 c (voor) / aantal mm/stuks 625/2 500/2 750/2 c (achter) / aantal mm/stuks 500/2 334/2 750/2 d mm 30 100 30 e (onbelast) mm 42 e (belast) mm 37 *1 Deze afstand moet voor de demontage van de binnenbuizen en reiniging van de rookgaspijpen aanwezig zijn vóór de verwarmingsketel. 6
CV-ketel plaatsen en uitlijnen 2. 1. E 1. Stelbouten E in de voetrails schroeven. Stelbouten en kijkbuisafsluiting liggen in de verbrandingskamer. Geluidsabsorberende stelpoten Stelpoten van onderen in de voetrails schroeven. 2. CV-ketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundatie nodig. Wij raden aan de verwarmingsketel op geluidsabsorberende stelpoten C (zie pagina 5) resp. trillingsdempers D (zie pagina 5) te plaatsen. 7
CV-ketel plaatsen en uitlijnen (vervolg) Geluidsabsorberende trillingsdempers Oneffenheden in de vloer mogen niet groter zijn dan 1 mm, zodat de veerelementen gelijkmatig worden belast. Trillingsdempers onder de verwarmingsketel plaatsen; leg deze hierbij in het midden onder de voetrails. Bij het plaatsen van de verwarmingsketel kan één van de trillingsdemper door het kantelen tijdelijk overbelast worden. Dit kan worden voorkomen door er aan het begin, in het midden en aan het einde kanthout ( 35 mm) onder te leggen. Keteldeuraanslag ombouwen A B C A C B D 8
Keteldeuraanslag ombouwen (vervolg) Wanneer u de keteldeuraanslag ombouwt door de bouten A op de rechter zijde te plaatsen, moet u erop letten dat het afdichtframe B bij gesloten keteldeur centraal op de pakking D van de keteldeur drukt (zie detail); eventueel moet u de bevestigingsbeugels C uitlijnen. CV-water aansluiten Gevaar Als de verwarmingsketel onder druk staat, kan het openen van aansluitingen aan verwarmingswaterzijde letsel veroorzaken. Vooraf de verwarmingsketel drukloos maken. Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten. B A CDF G H 90 tot 115 kw A Ketelretour, DN 65 B Sok voor temperatuursensor Therm-Control, R ½ 9
CV-water aansluiten (vervolg) C Sok voor manometer, R ½ D Veiligheidsaansluiting (veiligheidsventiel), zie pagina 11 F Ketelaanvoer, DN 65 G Sok voor keteltemperatuursensor, veiligheidstemperatuurbegrenzer en temperatuurregelaar H Aftap, R 1¼ 140 tot 500 kw A Ketelretour tot 235 kw: DN 65 bij 300 kw: DN 80 vanaf 390 kw: DN 100 B Sok voor temperatuursensor Therm-Control, R ½ C Sok, R ½ tot 235 kw: voor manometer vanaf 300 kw: voor armaturenstang D Veiligheidsaansluiting (veiligheidsventiel), zie pagina 11 E Sok voor veiligheidstemperatuurbegrenzer (vervangende maatregel ontlastpot), R ½ (vanaf 235 kw) F Ketelaanvoer tot 235 kw: DN 65 bij 300 kw: DN 80 vanaf 390 kw: DN 100 G Sok voor keteltemperatuursensor, veiligheidstemperatuurbegrenzer en temperatuurregelaar H Aftap, R 1¼ 10
CV-water aansluiten (vervolg) Bij 300 kw in combinatie met Vitotrans 300 moet u er rekening mee houden dat het gebruik van een maximumdrukbegrenzer en een minimumdrukbegrenzer (aansluiting C, zie pagina 10) vereist is. Hiervoor is de armaturenstang nodig. Bovendien moet er een ontlastpot voor de veiligheidsklep worden geplaatst. Als alternatief kan een tweede maximumdrukbegrenzer en een door de installateur aan te brengen veiligheidstemperatuurbegrenzer worden geplaatst. Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid controleren Montagehandleiding kleine verdeler Veiligheidsleidingen installeren. Veiligheidsaansluiting bij 90 tot 180 kw R 1¼ 235 tot 500 kw R 1½ Toegestane werkdruk Testdruk 4 bar (0,4 MPa) 5,2 bar (0,52 MPa) Laagwaterstandbeveiliging Volgens EN 12828 is bij Vitoplex 300- verwarmingsketels tot 300 kw (behalve bij dakverwarmingscentrales) geen laagwaterstandbeveiliging nodig, omdat een ontoelaatbare verwarming wordt verhinderd door de standaardketelregeling. Opstartschakeling Therm-Control Een bijmengpomp voor de retourtemperatuurverhoging is over het algemeen niet nodig. Alleen tijdens de opstartfase (bijv. bij de inbedrijfstelling, na de nacht- en/of weekenduitschakeling) moet worden gegarandeerd dat het verwarmingswaterdebiet via de verwarmingscircuitregeling of de CV-pompen (toerentalniveaus) tot max. 50 % (bij installaties met meerdere ketels tot max. 50 % van de kleinste verwarmingsketel) wordt verlaagd. De verwarmingscircuitregeling of de CVpompen worden aangestuurd via de in de fabriek vast ingestelde temperatuursensor Therm-Control. Raadpleeg de ontwerphandleiding voor meer informatie over de opstartschakeling Therm-Control. Montage, zie aparte montagehandleiding. 11
Veiligheidsaansluiting maken en dichtheid (vervolg) De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien, die volgens EN 4126 gekeurd en afhankelijk van de uitvoering van de installatie gemarkeerd moet zijn. Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten.! Opgelet Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De verwarmingsketelketel mag alleen met water worden gevuld dat in overeenstemming is met de eisen aan de waterkwaliteit (zie servicehandleiding en richtlijn VDI 2035). Rookgaszijde aansluiten 1. Rookgasaansluiting via de kortste weg en iets oplopend met de schoorsteen verbinden. 2-3 x ØD Buiten-Ø van de rookgasaansluiting bij 90 en 115 kw 178 mm 140 tot 300 kw 198 mm 390 en 500 kw 248 mm ØD Ø10 mm 2. Meetopening maken. 3. Rookgasbuis afdichten en isoleren (aansluitpunten moeten gasdicht zijn). Montagehandleiding Vitoair Isolatie aanbrengen Alle onderdelen die nodig zijn voor het aanbrengen van de isolatie, zitten in de doos van de isolatie. 12
Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatie ketellichaam 4. 2. 1. 3. B A A Zwarte zijde naar buiten Zakje B met typeplaatje eraf nemen en bewaren. Is later nodig. 13
Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatie achteraan 2. 1. Controleren of het serienummer op het typeplaatje overeenkomt met het gestempelde serienummer in de ketelachterwand. 14
Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten en branderkabels (90 tot 300 kw) Branderkabels fa en lö zijn bijgevoegd. 3. 4x M6 4. 1. 2. 4x Onderste rails achter de voetrails van de ketel vastschroeven. 15
Isolatie aanbrengen (vervolg) 5. A 4. 7. 6. 8x 3. 2. 1. A 90 41 A Zijplaten met schroefgaten achteraan Branderkabels fa en lö langs die kant van de verwarmingsketel leggen waar de aanslag van de keteldeur is. 16
Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten en branderkabels (390 tot 500 kw) Branderkabels fa en lö zijn bijgevoegd. 3. 8x 4. M6 1. 2. 4x Onderste rails achter de voetrails van de ketel vastschroeven. 17
Isolatie aanbrengen (vervolg) 5. A 3. 4. 6. 12x 2. 1. A 90 41 A Zijplaten met schroefgaten achteraan Branderkabels fa en lö langs die kant van de verwarmingsketel leggen waar de aanslag van de keteldeur is. 18
Isolatie aanbrengen (vervolg) Frontplaten 3. A 2. 1. 3,9 x 9,5 6. 2 3,9 x 9,5 5. 4. 19
Isolatie aanbrengen (vervolg) Regelingsmontage voorbereiden Aansluitingen op het achterste deel van de regeling: zie montagehandleiding ketelcircuitregeling. De keteltemperatuursensor zit in de verpakking van de regeling. Temperatuursensor Therm-Control aj wordt afzonderlijk meegeleverd. Ketelcodeerstekker en logo zitten in de productbijlage. Voeler, keteltemperatuursensor en temperatuursensor Therm-Control zo ver mogelijk in de dompelhulzen schuiven. Netaansluitstekker fö is bij de regeling inbegrepen. Opgelet! Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire leidingen niet knikken. 2. 1. 6 x 12 20
Isolatie aanbrengen (vervolg) Schroeven (6 x 12) zijn bij de regelingsplaat (afzonderlijk verpakt in de isolatie) bijgevoegd. A 1. 2. A Ketelcodeerstekker 21
Isolatie aanbrengen (vervolg) Temperatuursensor Therm-Control inbouwen 4. 1. 2. 3. 22
Isolatie aanbrengen (vervolg) Achterplaten 1. 2. 5. A B 3,5 x 9,5 4. A Laagspanningskabels (bundelen en bevestigen) Alle externe leidingen door de opening in de achterplaat en in de frontplaat naar voren in de aansluitruimte van de regeling schuiven. B Isolatiemat rookgaskast Montagehandleiding ketelcircuitregeling. 23
Isolatie aanbrengen (vervolg) Bovenplaten C D 3,5 x 9,5 4. 3. 3,5 x 30 1. 2. B 5. A A Typeplaat verwarmingsketel B Logo (zit in de productbijlage) C Bij 140, 180, 390 en 500 kw: uitsparing bij de retouraansluiting losbreken. D Bij 235 en 300 kw: uitsparing bij de retouraansluiting losbreken. 24
Isolatie aanbrengen (vervolg) Regelingsplaat 1. Brander monteren Afzonderlijke documentatie van de brander. Steekmaat van de bevestigingsgaten voor de brander, bevestigingsgaten voor de brander en vlambekeropening voldoen aan het gegevensblad. De isolatiemat in de keteldeur overeenkomstig de diameter van de vlambeker uitsnijden. De brander kan direct op de draaibare keteldeur worden gemonteerd. Als de montage-afmetingen van de brander afwijken van de afmetingen van het gegevensblad, moet de meegeleverde branderplaat worden gemonteerd. 25
Brander monteren (vervolg) De vlambeker moet uit de isolatie van de keteldeur steken. Als de brander is gemonteerd, de ringspleet tussen vlambeker en isolatieblok met de meegeleverde vlambekerafdichting dichtstoppen. Als dit niet in acht wordt genomen, kan de keteldeur door de te hoge temperaturen beschadigd raken. Keteldeur sluiten. Schroeven kruislings aantrekken (aanhaalmoment 25 Nm). Gevaar Lekkages kunnen leiden tot vergiftigingsgevaar door ontsnappend gas. Controleer de afdichtingen zorgvuldig. Kijkglas van de vuurhaard monteren Het kijkglasmontuur met toebehoren ligt in de vuurhaard. Met de meegeleverde kunststofslang de nippel van het kijkglasmontuur met de nippel van de brander (meetopening voor statische druk op de brander ) verbinden. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling Servicehandleiding voor verwarmingsketel, brander en ketelcircuitregeling 26
27
28 Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail : info-nl@viessmann.com www.viessmann.com Technische wijzigingen voorbehouden.