Samenvatting door een scholier 1026 woorden 27 juli 2012 2,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Muziek op maat H1 middeleeuwen Nieuwe ontwikkelingen in de middeleeuwen - Muziek werd gespeeld in kerken en kastelen, vooral religieuze muziek. - In de kastelen werden liederen gezongen en gespeeld door troubadours. - Alle muziek in de middeleeuwen was eenstemmig. Pas aan het einde van de middeleeuwen werd het meerstemmig. - De stijl van de muziek was Gregoriaans - Er was vooral dansmuziek van speel lieden. - Er waren vooral volkslieden en kunst lieden. - Troubadour: adellijke dichters, die hun gedichten opvoerden op een melodie. - Speellieden: mensen die rondtrekken, en op straat muziek spelen. - Kunstlied: lied met een poëtische tekst waarbij de melodie de gevoelsinhoud versterkt. - Volkslied: muziek op tekst in de volkstaal met eenvoudige structuur en kleine omvang, vaak mondeling geleverd. doedelzak, kromhoorn, luit, pauken,, psalterium, schalmei, trompet, vedel. Portatief: een soort fluit, klinkt als blokfluit en doedelzak Trompet: ijzeren blaasinstrument Doedelzak: snerperig geluid, blaas instrument Vedel: voorganger van de viool Kromhoorn: blaasinstrument, alleen lange tonen Schalmei: blaasinstrument: klinkt Arabisch, veel toonverschillen Luit: voorganger van gitaar Pauken: trommels - Notennamen H2 renaissance Nieuwe ontwikkelingen in de renaissance - De muziek van de renaissance kwam vooral uit Nederland en België. - De muziek werd niet alleen gemaakt door beroeps muziekkanten, maar ook door amateurs. https://www.scholieren.com/verslag/74321 Pagina 1 van 5
- In de renaissance werden de terts en de sext steeds vaker gebruikt. En werden belangrijker dan de kwint en de kwart. - De renaissance is de bloeitijd van de polyfonie (meerstemmigheid). - Polyfonie: alle stemmen gaan hun eigen weg en zijn melodisch even belangrijk en beïnvloeden elkaar niet. - Meerstemmigheid op basis van een cantus firmus: in één partij zit een bestaande melodie, de cantus firmus. Andere melodieën zijn daar, door de componist, omheen gevlochten. - Imitatie: meerstemmigheid waarin de stemmen na elkaar inzetten met hetzelfde motief. - Homofonie: meerstemmigheid waarin de stemmen gelijktijdig inzetten en zich ongeveer in het zelfde ritme bewegen. - Middeleeuwen belangrijk: kwint, kwart. Eenstemmigheid. - Renaissance belangrijk: terts, sext. Meerstemmigheid. - De belangrijke vormen waren: dansmuziek, cantus firmus, madrigaal en chanson. - De religieuze muziek was: mis, motet en protestants kerklied. Blokfluit, kromhoorn, viola da gamba, trombone Blokfluit: blaas instrument van hout Kromhoorn: blaasinstrument, alleen lange tonen Viola da gamba:? Trombone: blaasinstrument, van ijzer - Maataanding 3/4 6/8 2/4 4/4 Hoofdstuk 3 de barok Nieuwe ontwikkelingen in de Barok: - Een nieuwe ontwikkeling uit de barok is canon: een polyfone compositie. Daarin wordt één melodie achtereenvolgens gezongen of gespeeld. De inzetten overlappen elkaar. - Er ontstond een nieuwe manier van spelen. De monodie: waarin één melodie door akkoorden wordt begeleid. - Er ontstond ook opera. Orgel, klavecimbel, luit, viool, altviool, cello, contrabas, hobo, traverso, trompet, pauken, hoorn. Largo: breed Grave: ernsitg, zwaar Lento: langzaam https://www.scholieren.com/verslag/74321 Pagina 2 van 5
Adagio: langzaam, behoedzaam Slow: langzaam Andanto: gaande Medium: gaande Moderato: matig Allegro: snel Fast: snel Vivace: levendig Presto: zeer snel Accelerando: versnellen Ritenuto: vertragen Ritardando: enigszins vertragen Rallentando: vertragen A tempo: het voorgaande tempo hervatten Tempo primo: het eerste tempo hervatten 4 Classicisme: - De tijd van polyfonie is voorbij. - De monodie is de nieuwe trend. - Het orkest neemt vast vormen aan. - De symfonie komt in ontwikkeling en er gaan solo concerten plaatsvinden. - Kamermuziek: Trio, kwartet, kwintet Sonate - Symfonische muziek: Symfonie en solo concert Opera De instrumenten: Viool, altviool, cello, contrabas, dwarsfluit, hobo, klarinet, fagot, trompet, hoorn, trombone, pauken, grote trom, fortepiano - Dynamiek mf, F, FF, mp, P, PP, sf(sterk inzetten, daarna onmiddellijk zachter worden) sterker worden, zachter worden) 5 Romantiek Ontwikkelingen in de romantiek: - De muziek in de romantiek was met hevige emoties; prachtige melodieën; grote virtuositeit. - Er werd vooral muziek gespeeld voor kleine bezettingen, kamermuziek. https://www.scholieren.com/verslag/74321 Pagina 3 van 5
- Er werd vooral met trio s, kwartetten en kwintetten gespeeld. En niet alleen voor de professionals maar ook door de amateurs. - Solostukken voor de piano waren populair. - Soloconcerten en symfonie groeiden uit tot grote muzikale vormen, die wel een uur konden duren. - Opera s en operettes maakten een bloeitijd door. - Componisten waren niet meer in dienst van de kerk of voor een vorst, het waren kunstenaars. - Symfonieorkest. - Prime, secunde, grote/kleine terts, kwart, kwint. 6 20ste eeuw klassiek Ontwikkelingen van de twintigste eeuw: - Impressionisme: muziek waarin nieuwe klanken en akkoorden werden toegepast. Verschillende kleuren. - Expressionisme: muziek waarin geëxperimenteerd. Er waren veel overdreven emoties in uitgedrukt. - Ritmisch geladen composities. Waarop o.a. ballet gedanst werden. - Neoclassicisme: terug vallen op de stijl van het classicisme in de 20ste eeuw. - Minimal Music: voordurende herhaling van fragmenten. - Klankkleur - Orkest / symfonie orkest - Motief werking - Muzikale zin 7 20ste eeuw licht Nieuwe ontwikkelingen in de 20ste eeuw - Ontstaan van Jazz in Afrika en later ook in de westerse landen. - Ontstaan van Rock N Roll - Voorloper van Jazz (ragtime) - Het kunnen opnemen en afspelen van muziek - Grammofoonplaat - Microfoons, elektrisch gitaar, basgitaar, synthesizer, keyboard. https://www.scholieren.com/verslag/74321 Pagina 4 van 5
Bleus schema voorbeeld I I I I IV IV I I V IV I (V) https://www.scholieren.com/verslag/74321 Pagina 5 van 5