Concept d.d. 21 januari 2019

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

'Voer belasting op CO₂-uitstoot stapsgewijs in'

Een eerlijk en effectief Klimaatakkoord: Koers op CO2-taks

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Miljoenennota in begrijpelijke taal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grote vervuilers kregen opnieuw onterecht miljoenensubsidie

Onze koning zou op Prinsjesdag een klimaatbegroting moeten voorlezen

Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft op de business case voor het plaatsen van zonnepanelen door een onderneming.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk;

Sharon A.M. Dijksma Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

Lusten en lasten eerlijk verdelen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Geachte mevrouw Schippers,

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Wijziging van het Belastingplan 2016 VOORSTEL VAN WET

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

KLIMAATBEGROTING INITIATIEFVOORSTEL 040

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

BuildDesk kennisdocument

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

30 juni Onderzoek: De Klimaatwet

Voorontwerp voor een Klimaatwet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

a. De in onderdeel B opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Emissiehandel in Europa

34302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016)

Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wet tijdelijk verlaagd tarief laadpalen met een zelfstandige aansluiting)

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de Voorzitter Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag Datum 19 oktober 2015 Betreft Energiebelasting grootverbruikers

Op veel gebieden staat Nederland er goed voor

Initiatiefvoorstel Eindhovense Klimaatbegroting

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aanleiding en context. Aan de minister van Financiën De heer mr. W.B. Hoekstra Postbus EE DEN HAAG. Geachte heer Hoekstra,

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2.

Eindexamen economie 1 vwo 2005-II

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het verlichten van een ruimte is mogelijk dankzij elektriciteit. Wanneer die elektriciteit komt van een fossiele energiebron, zoals een

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Minister van Economische Zaken en Klimaat De heer E. Wiebes. De voorzitter van het klimaatberaad De heer E. Nijpels

Internetconsultatie belasting op luchtvaart

29 januari 2019 Auteur: Rozemarijn Lubbe HET KLIMAATAKKOORD

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

28 november Onderzoek: Klimaattop Parijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

35029 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Emissiehandel in Europa

De Omgevingswet als (aanvulling op) de Klimaatwet

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De rol van biomassa in de energietransitie.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

No.W /III 's-gravenhage, 12 september 2016

In artikel 1.1, tweede lid, worden het volgende begrip en de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:

Onderwerp Regionale Energiestrategie (RES) regio Noordoost-Brabant. Geachte bestuursleden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Duurzaamheid van biomassa voor haarden en kachels voor huishoudelijk gebruik.

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

Gelet op de artikelen 1.8, eerste lid en 1.9, eerste lid, van de Wet kinderopvang 1 ;

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

20 juni Onderzoek: Klimaat en formatie

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Lijst Lammers. Papendrecht 21 januari 2013

Eindexamen vwo economie I

Lijst Lammers. KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari Persbericht. Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas?

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

Examen HAVO. Economie 1

MEDEDELING AAN DE LEDEN

No.W /III 's-gravenhage, 9 april 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Samenvatting Miljoenennota Hoofdpunten beleid mln. 100 mln. 92 mln. 63 mln. 1,9 mld. 1,2 mld. 1,0 mld. 0,5 mld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Startnotitie Energietransitie. November 2018

Erdi Holding B.V. Voortgangsrapportage 2017

Duurzame Industrie. De overgang naar een circulaire en een CO2-vrije industrie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Concept d.d. 21 januari 2019 [Kamerstuknummer] [evt. Rijksnummer tussen haakjes] Voorstel van wet van de leden Klaver en Van der Lee tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een belasting op de uitstoot van CO2 (Wet CO2-belasting) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN De klimaatverandering voltrekt zich nog sneller dan verwacht en kan zonder tegenmaatregelen tot zeer ingrijpende gevolgen leiden, die de toekomst van vele generaties na ons ernstig kan schaden. Erkenning van dit partij-overstijgende belang heeft tot een brede parlementaire steun voor de Klimaatwet geleid. De Klimaatwet stelt duidelijke doelen: in 2030 moet de Nederlandse CO2-uitstoot met 49% zijn gedaald en in 2050 met maar liefst 95% ten opzichte van het niveau in 1990. Ook het Klimaatverdrag van Parijs verplicht Nederland om de maatregelen te nemen die de temperatuurstijging beperken tot ruim onder de twee graden Celsius of bij voorkeur zelfs tot anderhalve graad. Dat is niet niks. Het behalen van deze doelen is de grootste opgave voor Nederland sinds de wederopbouw. Onze energie moet voortaan 100% schoon worden opgewekt en er zijn tal van aanpassingen nodig in de wijze waarop wij producten produceren, verplaatsen en consumeren. Zeker de industrie dient haar productiemethoden ingrijpend te veranderen, omdat deze relatief een zeer groot aandeel heeft in de uitstoot van de broeikasgassen die opwarming veroorzaken. Deze ingrijpende transitie is niet alleen nodig om klimaatverandering tegen te gaan, maar ook om nieuwe én duurzame werkgelegenheid te creëren en zal tevens bijdragen aan de noodzakelijke verbetering van de luchtkwaliteit. De opgave is niet alleen zeer omvangrijk, er is ook grote haast geboden. Het Urgenda-vonnis is de juridisch bindende uitspraak die ons verplicht op korte termijn en op grootschalige wijze de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen te verlagen. Tegelijkertijd dient deze transitie op eerlijke wijze gefinancierd worden: de vervuiler moet betalen. Een CO2-belasting is hét middel om de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen op eerlijke wijze te realiseren. In het rapport De prijs van transitie pleit ook De Nederlandsche Bank (DNB) voor een nationale CO2-belasting. Nederlandse bedrijven stoten zoals gezegd veel CO2 uit in vergelijking met de bedrijven in de landen om ons heen en uit dezelfde vergelijking blijkt dat deze bedrijven hier echter relatief weinig voor betalen. De introductie van een Nederlandse CO2-belasting schept daarmee ook een gelijk speelveld, dat de aanpak van klimaatverandering zowel in Nederland als in onze buurlanden versterkt. De industrietafel heeft in het ontwerp-klimaatakkoord echter een aanpak voor de industrie voorgesteld die geen belasting op CO2 kent. In plaats van een simpele, eerlijke en effectieve CO2-belasting wordt een ingewikkeld bonus-malus systeem opgetuigd met maatwerk voor 300 afzonderlijke grootverbruikers van energie. Dat zal leiden tot een complexe, arbeidsintensieve uitvoering, met ingewikkelde juridische en uitvoeringsvragen, waardoor het zeer onzeker is of dit systeem in de buurt kan komen van de effectiviteit van een CO2- belasting en tot voldoende CO2-reductie leidt. Wij kunnen ons de tijd niet meer veroorloven 1

om zo n risicovol experiment aan te gaan. Het is cruciaal dat de energietransitie in de industrie voortvarend wordt ingezet en snel tot onomkeerbare stappen leidt; daar biedt een CO2-belasting - die meerjarig en met vooraf bekende stappen in de tijd oploopt - uitzicht op. Dit wetsvoorstel kan dus tevens worden gezien als alternatief voor de CO2-malus uit het ontwerp-klimaatakkoord. Dit wetsvoorstel regelt dat er over de uitstoot van bedrijven die deelnemen aan het Europese Emissiehandelssysteem (EU-ETS) belasting wordt betaald, met uitzondering van bedrijven die elektriciteit opwekken. Dit zorgt voor een directe prikkel voor de industrie om door voortvarende innovatie de CO2-uitstoot te beperken. Hiermee wordt beter verzekerd dat de klimaatdoelen van Nederland, zoals opgenomen in de Klimaatwet, kunnen worden gehaald. Tegelijkertijd wordt met de opbrengsten van de CO2-belasting de energierekening van huishoudens verlaagd door de zogenaamde teruggave energiebelasting aanzienlijk te verhogen. Ook wordt met de opbrengsten een tegemoetkoming voor de bedrijven ten gunste van de energietransitie gefinancierd. Eerlijk, efficiënt en effectief De CO2-belasting is een eerlijke, efficiënte en effectieve aanpak om de Nederlandse CO2- uitstoot te beperken. Een CO2-belasting is eerlijk omdat het direct de rekening legt bij diegenen - de vervuiler - die maatschappelijke kosten veroorzaken. De uitstoot van broeikasgassen door de industrie draagt in belangrijke mate bij aan klimaatverandering. Ongeveer 80% van de Nederlandse CO2-uitstoot komt van bedrijven en wereldwijd wordt 71% van de uitstoot door slechts honderd bedrijven veroorzaakt. Een groot deel van de kosten als gevolg van klimaatverandering (kosten door extreem weer, de zeespiegelstijging, droogte, verzilting, de verspreiding van ziektes, enzovoorts) worden dus veroorzaakt door de industrie. Deze maatschappelijke kosten worden momenteel nog nauwelijks betaald door degenen die de broeikasgassen uitstoot. Een CO2-belasting dwingt de vervuiler wél te betalen én zich aan te passen. De CO2-belasting is efficiënt omdat de belasting relatief eenvoudig uit te voeren is en weinig extra operationele kosten kent. In het voorliggend wetsvoorstel wordt de CO2-belasting binnen een bestaande wet geregeld met informatie die al beschikbaar is. Dit is daarmee een hele efficiënte manier om de CO2-uitstoot direct te beprijzen. Tot slot is een CO2-belasting effectief omdat dankzij de juiste prijsstelling voor CO2, de maatschappelijke kosten van CO2-uitstoot worden doorberekend; dan loont het ook om maatregelen te nemen om die kosten te vermijden. Het Europese emissiehandelssysteem (EU- ETS) is een bestaand instrument, dat enig effect heeft, maar bij lange na nog niet toereikend is. Ook wijst niets er op dat dit op korte termijn zal verbeteren. De invoering van een Nederlandse CO2-belasting is hier een oplossing voor. Wellicht inspireert dit buurlanden of de EU om vergelijkbare stappen te zetten, als zij dat al niet gedaan hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk. Gelijk speelveld Op dit moment is er in de EU geen sprake van een gelijk speelveld. Vergeleken met andere Europese landen (Duitsland en Frankijk bijvoorbeeld) is elektriciteit en aardgas voor grote Nederlandse bedrijven relatief goedkoop. Ook is de belastingdruk voor grootverbruikers veel lager dan voor huishoudens. Nederland is uitzonderlijk in de mate waarin de grootste verbruikers van energie zeer vergaand vrijgesteld kunnen worden van energiebelastingen, 2

dankzij lage tarieven en teruggaafregelingen. Het invoeren van een CO2-belasting draagt bij aan het gelijk maken van het speelveld, waardoor de aanpak van klimaatverandering zowel in Nederland als in onze buurlanden versterkt wordt. In het rapport De prijs van transitie van DNB wordt uitgebreid ingegaan op de gevolgen van een CO2-belasting op de internationale concurrentiepositie van Nederland. DNB stelt dat zonder overheidsingrijpen de maatschappelijke kosten van de uitstoot van broeikasgassen niet voldoende worden verwerkt en dat dit een marktfalen is dat opgelost kan worden met een CO2-belasting. Doordat de CO2-belasting uiteindelijk weer terechtkomt bij de huishoudens (in het DNB-rapport gaat men uit van een verlaging van de inkomstenbelasting) heeft een nationale CO2-belasting veel positieve effecten. De werkloosheid daalt, het bruto binnenlands product gaat omhoog en ook het reële beschikbare huishoudinkomen gaat omhoog. Bij een belasting van 50 per ton broeikasgas, kan volgens de centrale bank de concurrentiepositie in de ETS-sectoren met 0,8% verslechteren. Dit is een overzichtelijk en voor onze economie te hanteren effect. In sommige bedrijfstakken, zoals delfstoffenwinning en chemie, verslechtert de concurrentiepositie iets meer. Door een deel van de opbrengsten van de CO2-belasting ter beschikking te stellen aan energie-intensieve bedrijven om hun energietransitie te versnellen, wordt de concurrentiepositie van energie-intensieve bedrijven weer verbeterd. Ook het Centraal Planbureau (CPB) heeft in haar notitie De productiviteitseffecten van (milieu-) regelgeving de effecten onderzocht van nationale milieumaatregelen op de productiviteit van het bedrijfsleven. Het CPB concludeert dat bij unilaterale milieuregelgeving de productiviteit vaak in het begin wat terugvalt, maar later stabiliseert en relatief vaak naar het basispad terug beweegt, omdat het door innovatie in relatief korte tijd mogelijk is de uitstoot substantieel te reduceren. Ook acht het CPB het aannemelijk dat de brede welvaart groeit door unilaterale milieuregelgeving. EU-ETS is niet voldoende Op dit moment bestaat er al een systeem voor CO2-beprijzing in de Europese Unie: EU-ETS. Dit emissiehandelssysteem schiet echter tekort. Zo komt de prijs per ton CO2 niet overeen met de daadwerkelijke maatschappelijke kosten. Dit wordt veroorzaakt doordat er teveel emissierechten in het systeem zitten. Ook worden veel emissierechten nog gratis weggegeven aan bepaalde sectoren. Bedrijven hebben dankzij het gratis weggeven van emissierechten flink verdiend aan de emissiehandel. Tussen 2008 en 2014 is hier maar liefst 8 miljard mee verdiend. Dit wetsvoorstel vangt de tekortkomingen van het Europese emissiehandelssysteem op door een hogere CO2-prijs in te voeren, die beter overeenkomt met de maatschappelijke kosten van de uitstoot van broeikasgassen. Wet belastingen op milieugrondslag De CO2- belasting past prima in de Wet belastingen op milieugrondslag. Het gaat hier immers om een belasting die wordt opgelegd om milieuredenen. Een extra hoofdstuk in deze wet is een relatief simpele manier om de CO2-belasting te bewerkstelligen. Betreffende bedrijven 3

De CO2-belasting heeft betrekking op bedrijven die vallen onder de EU-ETS sectoren, met uitzondering van bedrijven die elektriciteit produceren. De bedrijven die onder de EU-ETS vallen zijn grote industriële bedrijven; denk aan olieraffinaderijen, de chemiesector en metaalproducenten. Ook vliegtuigexploitanten vallen onder de EU-ETS. Energiebedrijven zijn uitgezonderd, omdat voor bedrijven die elektriciteit produceren al een minimum CO2- prijs is opgenomen in het regeerakkoord en dit een meer gedetailleerde uitwerking heeft gekregen in het ontwerp-klimaatakkoord. Vooralsnog wordt er in dit wetsvoorstel van uitgegaan dat deze afspraken tot stand komen, waardoor de CO2-beprijzing voor bedrijven die elektriciteit produceren niet in dit wetsvoorstel geregeld hoeft te worden. De transportsector en de landbouwsector zijn zogenaamde non-ets sectoren: sectoren die niet onder EU-ETS vallen. Uiteindelijk moet in deze sectoren ook de uitstoot op een rechtvaardige wijze in de prijs van hun producten worden opgenomen. Dit is echter niet onmiddellijk uitvoerbaar omdat noodzakelijke voorwaarden nog ontbreken. Omdat er sprake is van een hoge urgentie om de energie-intensieve industrie eerlijk te laten betalen voor haar vervuiling is door de initiatiefnemers ervoor gekozen om de CO2-belasting voor non-ets bedrijven nog niet in deze wet te regelen. Er moet nog worden bezien op welke manier dit het beste kan worden gedaan en welke bedrijven dit exact betreft. Zo is het mogelijk om slechts bedrijven die boven een bepaalde grens uitkomen met hun CO2-uitstoot te belasten zodat het kleinere MKB wordt ontzien. Bovendien bestaat er voor non-ets bedrijven nog geen nauwkeurig centraal systeem voor registratie van de uitstoot van broeikasgas. Het invoeren van een CO2-belasting op non-ets bedrijven zal daarom pas op een later tijdstip mogelijk worden dan de invoering van deze belasting voor ETS-sectoren. Financiële gevolgen Tarief DNB stelt in haar rapport De prijs van transitie dat een CO2-prijs van 50 bovenop de EU- ETS en bestaande belastingen wenselijk is. DNB ziet dit als startpunt van een oplopende prijs. De gevolgen voor de economie als geheel zijn beperkt. Om een schok te voorkomen zal het tarief in 2020 starten met 25. In 2021 geldt het tarief van 50 per ton CO2. Vervolgens zal de CO2-prijs jaarlijks stijgen met 5 per jaar. In 2031 is de prijs dan opgelopen tot 100 en in 2051 is de CO2-prijs 200. In het vijfjaarlijkse klimaatplan, onderdeel van de Klimaatwet, zal worden geëvalueerd of de hoogte van de CO2- prijs effectief is en of de hoogte wellicht moet worden aangepast. Mocht de EU-ETS in de toekomst wel toereikend zijn, dan kan de hoogte van de CO2-belasting worden bijgesteld en op termijn mogelijk zelfs worden afgeschaft. Bestemming inkomsten uit CO2-belasting Het geld dat wordt geïnd via de CO2-belasting vloeit terug naar de algemene middelen. Hierdoor kan de belastingvermindering voor huishoudens op de energiebelasting omhoog zodat de energierekening van huishoudens omlaag gaat. In het Belastingplan voor 2020 kan dit al geregeld worden. Deze verlaging van de energierekening kan worden bekostigd met de belasting van 25 per ton CO2 die middels deze wet wordt ingevoerd. Deze wet heeft dan ook een hefboomeffect: door de industrie en dus de vervuiler te laten betalen kan de energierekening van huishoudens omlaag en zal het draagvlak voor het bredere klimaatbeleid stijgen. Ter illustratie is het zinvol om te vermelden dat het verhogen van de teruggave energiebelasting met 50, 100 of 150 per jaar momenteel 400, 800 of 1.200 miljoen zou kosten. 4

Daarnaast gaat ook een deel van de inkomsten naar een tegemoetkoming voor bedrijven ten gunste van de energietransitie. Bij een prijs van 50 per ton wordt ruim 2 miljard geïnd bij de huidige uitstoot van energie-intensieve bedrijven. Inwerkingtreding Getracht wordt het voorliggende wetsvoorstel in te laten treden op 1 januari 2020. Verhouding met nationaal klimaatakkoord en andere wetgeving Klimaatwet Een CO2-belasting is cruciaal voor de doelen die zijn opgenomen in de Klimaatwet. Het voorliggende wetsvoorstel kan dan ook een belangrijk middel zijn voor het behalen van de doelen die in de Klimaatwet zijn opgenomen. In het wetsvoorstel staat opgenomen dat er in de vijfjaarlijkse klimaatplannen een evaluatie dient plaats te vinden rondom de CO2-belasting. Via die weg kan bijvoorbeeld het tarief voor de uitstoot van broeikasgassen bijgesteld worden. Klimaatverdrag van Parijs Dit wetsvoorstel sluit goed aan bij het Klimaatverdrag van Parijs waarin is afgesproken om de temperatuurstijging te beperken tot ruim onder de twee graden Celsius en bij voorkeur tot anderhalve graad. Ook kan de invoering van een nationale CO2-belasting in Nederland ertoe leiden dat andere landen dit voorbeeld volgen en vergelijkbare stappen zetten. EU-ETS en belastingwetgeving De CO2-belasting van dit wetsvoorstel komt bovenop de bestaande EU-ETS en andere belastingen, zoals de energiebelasting. Dit wetsvoorstel wijzigt dus niets aan de EU-ETS of andere belastingen en hebben in die zin geen invloed op elkaar. Met de opbrengst van de CO2-belasting beoogt dit wetsvoorstel de belastingvermindering op de energiebelasting te verhogen. In die zin heeft dit wetsvoorstel wel invloed op het Belastingplan voor 2020. Klimaatakkoord In het ontwerp-klimaatakkoord wordt een nationale CO2-belasting niet genoemd. Dit wetsvoorstel beoogt deze tekortkoming te repareren. Wanneer deze wet wordt aangenomen kan ook het bonus-malus systeem, oftewel de bedrijfsspecifieke CO2-reductieplannen en targets, van het ontwerp-klimaatakkoord geschrapt worden. De CO2-belasting is een eenvoudiger en effectiever instrument. II. ARTIKELSGEWIJS Artikel I Onderdeel A 5

In dit onderdeel wordt een artikel toegevoegd aan de Wet belastingen op milieugrondslag waarmee de CO2-belasting onderdeel wordt van deze wet. Onderdeel B In dit onderdeel wordt een hoofdstuk ingevoegd aan de Wet belastingen op milieugrondslag met daarin de begripsbepaling, de tariefbepaling en de tijdsplanning. In artikel 72 wordt voor het begrip broeikasgassen dezelfde definitie gebruikt als in de Klimaatwet zodat de CO2-belasting hierbij goed aansluit. Het begrip ETS-deelnemer komt voort uit het Europese Emissiehandelssysteem en bestaat uit verschillende categorieën bedrijven die verplicht zijn om deel te nemen aan EU-ETS. Het betreft grote, energieintensieve bedrijven, zoals staalproducenten en chemieproducenten. Ook vliegtuigexploitanten vallen hier onder. Een energiebedrijf wordt gedefinieerd als elektriciteitsproducent. In artikel 74 wordt vastgelegd van wie de CO2-belasting wordt geheven. Het betreft ETSdeelnemers, met uitzondering van bedrijven die elektriciteit produceren. Zoals eerder in deze memorie van toelichting genoemd worden deze bedrijven uitgesloten van de CO2-belasting omdat hierover afspraken staan opgenomen in het ontwerp-klimaatakkoord. In artikel 75 wordt vastgelegd dat de belasting wordt berekend per ton koolstofdioxideequivalent. Het is internationaal gebruikelijk om hiermee te rekenen: elk broeikasgas heeft een andere invloed op het broeikaseffect. Door dit om te rekenen naar de sterkte van CO2 kan eenvoudig worden bepaald wat de te heffen CO2-belasting bedraagt. In artikel 76 wordt bepaald dat op 1 mei de CO2-belasting verschuldigd is. Dit geeft alle betrokkenen de tijd om exact te berekenen wat de hoeveelheid broeikasgasemissie was van het voorgaande jaar. Bovendien sluit deze termijn aan bij de termijn uit de ETS; op 1 mei moeten de emissierechten over de uitstoot van het voorgaande kalenderjaar zijn ingeleverd. Het tarief voor de CO2-belasting in 2021 is gebaseerd op het advies van DNB, die adviseert om te beginnen met een belasting van 50 per ton CO2. Om de overgang minder abrupt te maken wordt in 2020 een tussentarief van 25 gehanteerd. Na 2020 wordt elke tien jaar het tarief verdubbeld tot 200 in 2050. Dit wordt in artikel 77 geregeld. Artikel II geeft aan dat de belasting voor het eerst verschuldigd is over uitstoot van CO2 die een bedrijf heeft uitgestoten in het jaar 2020. In de artikelen III en IV wordt geregeld welke tarieven van toepassing zijn. Vanaf 2021 geldt een tarief van 50 dat in de jaren daarna elk jaar met 5,56 wordt verhoogd. Vanaf 2030 geldt dan een tarief van 100 per ton dat vervolgens elk jaar met 5 wordt verhoogd, zodat in 2050 de prijs op 200 per ton ligt. In artikel V wordt de Klimaatwet gewijzigd, indien deze tot wet wordt verheven. In de Klimaatwet wordt geregeld dat de CO2-belasting wordt geëvalueerd in het vijfjaarlijkse Klimaatplan. 6