Signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de rebound

Vergelijkbare documenten
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Gespreksvoering - 1 -

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

SOVOR. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling cent per minuut

dat MENS De Bilt in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten en vrijwilligers bij deze stappen ondersteunt;

stelt de volgende Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, uitgewerkt in een stappenplan en geldend voor alle agogische medewerkers, vast:

Meldcode kindermishandeling stichting Kolom

Meldcode protocol huiselijk geweld en kindermishandeling

Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Intentieverklaring: regionaal handelingsprotocol/digitale routekaart INTENTIEVERKLARING

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

De combinatie huiselijk geweld en kinderen betekent altijd kindermishandeling!

Meldcode huiselijk geweld & kindermishandeling Kindcheck

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

NB: Uit deze omschrijving kan worden afgeleid dat onder kindermishandeling ook ernstige verwaarlozing valt.

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

-dat de Pionier in deze code ook vastlegt op welke wijze zij de beroepskrachten bij deze stappen ondersteunt;

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Protocol bij vermoeden van: huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik

Aanpak Eergerelateerd Geweld. Jenny Van Eyma. 1. Eer

Programma Advies & Meldpunt kindermishandeling. Hoe Wie Tijd. Gevolgen van kindermishandeling Power point Anne 20 min

De vijf stappen van de meldcode worden ook beschreven op de website van ZorgOog-jeugd en gezin Achterhoek:

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, Atlas College, versie maart 2014

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

Presentatie Huiselijk Geweld

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Logopedie en Kindermishandeling. Toelichting op de Meldcode en het Stappenplan

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Huiselijk Geweld & Kindermishandeling. Daniëlle Kerkhof & José Huis in t Veld

Protocol Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Protocol voor het handelen bij (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling Christelijke Scholengemeenschap Walcheren

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Protocol Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de zorgstructuur van het Karel de Grote College Nijmegen.

Cijfers huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling SNRC

Kindermishandeling. voor minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard,

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

SKIPOV stappenplan kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode Cibap Vakschool

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. CSG Het Streek

Meldcode huiselijk geweld en (kinder-)mishandeling Groenhorst. Aantal bijlagen: 2 Vastgesteld:

MELDCODE BIJ SIGNALEN VAN HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Gemeente Weert

Handelingsprotocol Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Basisschool Meander

Basisschool de Bukehof, Oudenbosch

Notitie. Onderwerp. Van: Diana Piek Aan: College van B&W Datum: Doorkiesnummer: (0411)

Meldcode Huiselijk geweld en ouderenmishandeling

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Stroomschema s drie routes

MELDCODE HUISELIJK GEWELD

IV.Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Protocol Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode kindermishandeling voor beroepskrachten

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Het Stappenplan

SKOEM e.o. Stichting Katholiek Onderwijs Echt-Maasbracht e.o.

Het bevoegd gezag van de stichting Onderwijsgroep Amersfoort Overwegende

Meldcode huiselijk geweld. en kindermishandeling

Meldcode Huiselijk geweld & Kindermishandeling Gastvrij

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING. Gastouderbureau Maatwerk Bemiddeling

DE 20 MEEST GESTELDE VRAGEN OVER KINDERMISHANDELING

Onderwerp: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

MELDCODE HUISELIJK GEWELD ZORGT IN ZORG BV

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Huiselijk en seksueel geweld & Veiligheid

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

secundaire preventie kindermishandeling

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Protocol Meldcode. hoe te handelen bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Orthopedagogisch Gastouderbureau Groningen

HANDELEN: Quiz werken met de meldcode

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en Kindermishandeling

Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldprotocol kindermishandeling en huiselijk geweld

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Wat te doen bij kindermishandeling en/of huiselijk geweld

Transcriptie:

Signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld binnen de rebound Chaja Deen NJI en Meriem Lakhdar, Altra College. De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt eind 2010 wettelijk verplicht gesteld. Wat betekent deze meldcode voor uw school en voor uw rol als zorgcoördinator? Welke soorten geweld onderscheiden we? Wat zijn signalen? Hoe kunnen de docenten deze signalen herkennen? Wat zijn de juiste stappen in een protocol? Wat zijn de juiste vragen; wanneer moet je ouders nu juist wel en wanneer niet betrekken? In deze workshop is ingegaan op huiselijk geweld, waaronder kindermishandeling en eergerelateerd geweld, en op seksueel geweld. Centraal staat met name de rol van de zorgcoördinator in de school, die de juiste route van signalering tot interventie kan borgen. De ondersteunende rol van het ZAT in deze route is daarbij punt van aandacht. Inhoud presentatie Meldcode Soorten geweld Stappenplan Plan van aanpak en verantwoordelijkheden Tips en achtergrondgegevens Feiten omtrent mishandeling (kindermishandeling, huiselijk geweld, eergerelateerd geweld, seksueel geweld) Signalen: hoe te herkennen in een school setting Routing na signaal in de school (zorgcoördinator / aandachtsfunctionaris / ZAT / protocolinbedding in school) Gesprekstips. Ad 1: Over de meldcode: In de loop van 2011 verplicht Rol ZAT in regulier VO, dus ook in overdracht naar rebound. Verantwoordelijkheden binnen rebound Basismodel ter aanvulling Geweld stoppen door signalering en melding Meldrecht en privacy. Het kabinet wil het gebruik van een meldcode verplicht stellen. Eind 2010 moeten alle beroepskrachten van onderwijs- en zorginstellingen met een meldcode werken. Het kabinet wil de meldcode meenemen in de ontwikkeling van de ZAT's. Het wettelijk vastleggen van een verplichte meldcode moet de professional meer houvast geven bij het signaleren en het (zo nodig) melden van problemen, opdat het geweld stopt. De meldcode kindermishandeling: - Beschrijft hoe beroepskrachten horen te handelen bij onder meer (vermoedens van) kindermishandeling. - Biedt houvast bij de stappen die de professional kan zetten, zoals bijvoorbeeld het voorleggen van zorgen aan de ouders. - Biedt houvast in het omgaan met dossiervorming en het uitwisselen van gegevens. - Geeft richtlijnen voor het vragen van advies aan en het doen van een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Meldrecht Eén van de stappen van de meldcode is het afwegen óf er sprake is van kindermishandeling en of dat gemeld moet worden bij het AMK. Beroepskrachten hebben een wettelijk meldrecht: zij kunnen een melding doen bij het AMK en daarbij alle relevante gegevens overdragen aan het AMK. Het belang van het kind gaat hierbij vóór het belang van de privacy van het gezin. Veel beroepskrachten hebben een geheimhoudingsplicht of een beroepsgeheim ten opzichte van hun cliënten. De Wet op de jeugdzorg (www.jeugdzorg.nl) voorziet in geval van een vermoeden van kindermishandeling echter in een meldrecht. Dit meldrecht betekent dat (ook) alle beroepskrachten met een geheimhoudingsplicht (zoals een arts, een hulpverlener, een geestelijke of politiefunctionaris) het recht hebben om een vermoeden van kindermishandeling bij het AMK te melden. Voor deze melding hebben zij geen toestemming nodig van de ouders of het kind. Artsen doen er goed aan ook de meldcode voor medici inzake kindermishandeling van de KNMG te raadplegen (www.knmg.artsennet.nl). Wetgeving 1

Het wetboek van strafrecht kent geen apart artikel kindermishandeling. Wel staan in het Wetboek van Strafrecht enkele artikelen over mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Op www.kindermishandeling.info onder achtergronden/wetsartikelen staat een overzicht van wetten die van toepassing kunnen zijn. Daarnaast is een aantal verplichtingen vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Meldplicht De beroepskracht die werkzaam is in een instelling en die over aanwijzingen beschikt dat een werknemer zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan kindermishandeling is verplicht het bestuur daarvan onverwijld in kennis te stellen. Het bestuur is verplicht het AMK onverwijld in kennis te stellen (Baeten, 2002; www.kindermishandeling.info Voor een aantal sectoren is specifiek vastgesteld welke verplichtingen het bestuur heeft. Het bevoegd gezag binnen de jeugdzorginstelling moet op haar beurt contact opnemen met het AMK om gemelde signalen te bespreken. In overleg met het AMK wordt besloten of het AMK een onderzoek zal instellen en of de politie/justitie ingeschakeld worden. (Zie art. 21 Wet op de Jeugdzorg, 2004; www.jeugdzorg.nl) Het bestuur van de school heeft bij een vermoeden van seksuele intimidatie of seksueel misbruik een meldplicht bij de Onderwijsinspectie. Deelt de inspectie het vermoeden van het bestuur, dan is het bestuur verplicht om aangifte te doen bij de politie. (zie folder op www.minocw.nl/veiligeschool/misbruik/). Meldcode Kindermishandeling In opdracht van het Ministerie van VWS heeft het NIZW Jeugd/ Expertisecentrum Kindermishandeling een meldcode (Baeten, 2002. www.kindermishandeling.info) ontwikkeld voor beroepskrachten. Dit Amsterdamse protocol kindermishandeling onderschrijft de uitgangspunten van de meldcode. Vooralsnog ligt de nadruk bij de invoering van de meldcode op peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, onderwijs en jeugdgezondheidszorg. Voor de Jeugdgezondheidszorg is een specifieke standaard kindermishandeling ontwikkeld. Ad 2: Soorten geweld Huiselijk geweld Kindermishandeling Seksueel geweld Eergerelateerd geweld 100.000 personen 30-40%, 50 doden Minder dan 20.000 cases worden bij het AMK gemeld. Theoretisch kader/verantwoording (te vinden op www.nji.nl) Per jaar zijn meer dan 100.000 kinderen getuige van huiselijk geweld. Kinderen die thuis getuige zijn van geweld lopen ernstige psychische schade op: 40% tot 60% raakt getraumatiseerd. Tussen de 30% en 40% van deze kinderen is naar schatting ook zelf slachtoffer, omdat zij ook mishandeld worden of omdat zij tussenbeide springen. 80.000 kinderen worden daarnaast slachtoffer van andere vormen van kindermishandeling, waarvan er nog geen 20.000 worden gemeld bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Jaarlijks overlijden tenminste 50 kinderen aan kindermishandeling. Extra aandacht voor verkeringsgeweld of het slachtoffer worden van loverboys is bij deze leeftijdsgroep bovendien noodzakelijk. Scholen zijn bij uitstek plaatsen waar (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling gesignaleerd kan worden. Docenten/mentoren kunnen een vertrouwensrelatie met leerlingen opbouwen en daarmee een belangrijke signaalfunctie vervullen. In de praktijk blijkt dat het omgaan met signalen die wijzen op huiselijk geweld onzekerheid teweeg kunnen brengen. Het protocol biedt een structuur en geeft handvatten hoe gehandeld kan worden bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling (JSO, 2004). 2.1 Huiselijk geweld Definitie Prevalentie / voorkomen - Machtsverschil - Relati0neel - Stelselmatig - Hoog recidive risico - Vaak andere problematiek (MPG) 2

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Er is altijd sprake van een machtsverschil tussen dader en slachtoffer. Uit onderzoek blijkt dat plegers de meest kwetsbare personen kiezen. Een ander kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader en slachtoffer (waaronder ook minderjarige slachtoffers) desondanks ( soms noodgedwongen) blijvend deel uitmaken van elkaar s leef- en woonomgeving. Hiermee hangt samen dat huiselijk geweld vaak een stelselmatig karakter heeft en er een hoog recidiverisico is. Geweld in het gezin gaat vaak met andere problematiek gepaard, zoals spanningen tussen echtgenoten, werkloosheid of verslaving. Voor meer informatie over huiselijk geweld: www.huiselijkgeweld.nl 2.2 Kindermishandeling Definitie: Elke vorm van voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel Het gaat om: - bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard - door ouders of andere personen in relatie van afhankelijkheid of onvrijheid - actief of passief opdringen - ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend in vorm van fysiek of psychisch letsel Concrete voorbeelden: De definitie omvat verschillende vormen van kindermishandeling, die gelijktijdig voor kunnen komen: Lichamelijke mishandeling: Het toebrengen van verwondingen zoals kneuzingen, blauwe plekken, snij-, brand-, of schaafwonden, botbreuken, hersenletsel. Deze verwondingen kunnen ontstaan door slaan, schoppen, knijpen, door elkaar schudden, branden, snijden, krabben, verstikking, vergiftiging. Bijzondere vormen van lichamelijke mishandeling: Meisjesbesnijdenis: een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen van een meisje. De Nederlandse overheid heeft alle vormen van meisjesbesnijdenis verboden. Shaken Baby Syndroom: verzameling van signalen en symptomen die het gevolg zijn van het heftig door elkaar schudden van een baby. Syndroom van Münchhausen by Proxy: Een volwassene die bij een kind ziekteverschijnselen nabootst, oproept, verergert en/of verzint. Lichamelijke verwaarlozing: Het kind onthouden wat het voor zijn lichamelijke gezondheid en ontwikkeling nodig heeft, zoals onderdak, goede voeding, een veilige en gezonde woon- en speelomgeving, voldoende kleding, voldoende slaap, goede hygiëne en benodigde medische, tandheelkundige of geestelijke gezondheidszorg; gebrek aan toezicht op fysieke veiligheid van het kind. Psychische of emotionele mishandeling: Het toebrengen van schade aan de emotionele- en/of persoonlijkheidsontwikkeling van het kind, bijvoorbeeld het kind stelselmatig vernederen, belachelijk maken, kleineren, pesten, bang maken, bedreigen met geweld, achterstellen, eisen stellen waaraan het kind niet kan voldoen, het kind belasten met een te grote verantwoordelijkheid, het kind kleinhouden, het kind betrekken bij illegale of anti-sociale handelingen, het kind getuige laten zijn van huiselijk geweld, het kind blootstellen aan extreem, onberekenbaar of ongepast gedrag. Het kind onthouden wat het voor zijn geestelijke gezondheid en ontwikkeling nodig heeft: zoals aandacht, respect, veiligheid, (geschikte) scholing, contact, warmte, liefde, genegenheid, bevestiging, leiding, grenzen, ruimte voor toenemende autonomie. Seksueel misbruik/ geweld: Seksuele handelingen bij of met het kind, die niet passen bij leeftijd of ontwikkeling, òf waaraan het kind zich niet kan onttrekken. Bijvoorbeeld het seksueel aanraken van het lichaam, manueel-genitaal contact, oraalgenitaal contact, genitaal-genitaal contact, anaal-genitaal contact, stoppen van voorwerpen in geslachtsdelen of anus, het tonen van pornografisch materiaal aan een kind, het dwingen tot seksuele handelingen met derden. Seksueel misbruik komt voor bij kinderen van alle leeftijden. 3

2.3 Seksueel geweld - Definitie - Prevalentie / voorkomen - Strafbaar delict - Afhankelijkheidsrelatie - Dwang Bericht uit de landelijke jeugdmonitor, 2009: Kwart van meisjes komt in aanraking met seksueel geweld. Bijna een kwart van de meisjes en vrouwen tussen de 15 en 25 jaar heeft ooit te maken gehad met seksueel geweld. Bij jongens geldt dat voor 4 procent. Dit staat in de jaarlijkse jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het ministerie voor Jeugd en Gezin dat een overzicht geeft van hoe Nederlandse jongeren van 0 tot 25 jaar leven. De meeste daders waren bekenden van het slachtoffer zoals (ex-)partners, buurtgenoten, medeleerlingen, collega's of kennissen. Van de meisjes is 7 procent ooit verkracht, van de jongens 3 procent. Een op de tien meisjes heeft zich wel eens gedwongen moeten uitkleden, een op de vijf meisjes is tegen haar zin betast onder haar kleren. Seksueel geweld of ook wel seksueel misbruik is een strafbaar delict. We spreken van seksueel misbruik als seksuele handelingen binnen een afhankelijkheidsrelatie plaatsvinden. Met een afhankelijkheidsrelatie bedoelen we een opvoedingsrelatie, een hulpverlener-cliëntrelatie, de relatie tussen een trainer en een pupil of bijvoorbeeld de relatie tussen een geestelijke en een lid van de religieuze gemeenschap. Hierbij hoeft niet per sé sprake te zijn van fysieke dwang tot seks. Immers: alleen al door de afhankelijkheidsrelatie is er een vorm van dwang in het spel. Seksuele contacten tussen een ouder en zijn/haar kind, of tussen een volwassene en een minderjarige, gelden daarom per definitie als seksueel misbruik. Ook als er naast de afhankelijkheidsrelatie geen sprake is van andere soorten van dwang. Voor meer informatie over seksueel geweld www.seksueelgeweld.info. Voor seksueel misbruik in (partner)relaties www.huiselijkgeweld.nl 2.4 Eergerelateerd geweld - Definitie - Prevalentie / voorkomen Eergerelateerd geweld: elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken (Bureau Beke). Eerwraak: doden om de (familie) eer te zuiveren. (* A.Nauta) Schending van de seksuele familie-eer - Buitenechtelijke seksuele relatie van vrouw - Homoseksualiteit, ook lesbische relatie - Verlies maagdelijkheid vóór het huwelijk - Verkrachting - Schaking - Verlaten echtgenoot/familie - Verzet tegen gearrangeerd huwelijk - Hertrouwen De familie-eer is geschonden wanneer één van de genoemde misstappen plaatsvindt. Het is vooral een probleem op het moment als de gemeenschap ervan op de hoogte is, maar ook wanneer mensen roddelen over het meisje, zelfs als ze feitelijk geen misstap heeft begaan. Dit geldt onder meer voor Turken, Koerden en Marokkanen. Misschien vindt men haar te sexy gekleed, of dat ze niet alleen over straat hoort te gaan. Bij bijv. Iraniërs of Afghanen wordt soms al eergeweld gepleegd tegen een meisje als zij geen maagd meer is, zonder dat de gemeenschap hier kennis van heeft. In principe wordt de eerschender aangepakt. Wanneer een vrouw of meisje gedwongen seks heeft en wordt verkracht, dan zullen bijv. Turkse en Koerdische families (ook) de verkrachter aanpakken. Omdat zij is bezoedeld kan een vrouw soms toch eergeweld van de familie verwachten, dit geldt zeker in Arabische gemeenschappen. Een meisje kan gedwongen worden met de verkrachter te trouwen om daarmee te eer te herstellen. Door een meisje te schaken brengt een man haar zedelijke eer in het geding en dwingt hij op die manier haar vader om toestemming te geven voor een huwelijk. Waarmee de familie-eer weer hersteld is. Weigert de vader, dan moet de familie een andere oplossing vinden om de eer te herstellen, bijv. uithuwelijking aan een andere (misschien al eerder toegewezen) kandidaat. Verliefde stelletjes zetten soms een schaking in scene om zo te vader te dwingen tot toestemming voor een huwelijk 4

Wanneer een vrouw haar echtgenoot verlaat, onttrekt ze zich aan zijn controle en kan de familie-eer in het geding komen. Ook als zij na een scheiding opnieuw een vriend krijgt en hertrouwt, kan de (ex-schoon) familie dit als een eerschending zien, misschien heeft zij seks buiten het huwelijk, misschien is er een huwbare dochter in huis. Jongens als slachtoffer - Verliefd op het verkeerde meisje - Seks met meisje of getrouwde vrouw - Gedwongen of gearrangeerd huwelijk - Homoseksualiteit - Na ernstige belediging ( je moeder is een hoer! ) - Gedwongen tot controle op zus - Gedwongen tot geweldpleger of moordenaar indien hij dit weigert uit te voeren Het aantal mannen en jongens dat slachtoffer wordt van eergeweld schijnt nagenoeg even groot te zijn als onder vrouwen en meisjes. Ook Nederlandse jongens en mannen kunnen slachtoffer worden, als zij bijv. een relatie krijgen met een Iraakse vrouw, van wie de familie dit niet tolereert. In Nederland zijn inmiddels 4 opvanghuizen voor mannen. Er maken nog maar weinig eergeweld slachtoffers gebruik van. Zij treden niet gauw naar buiten met hun probleem en veel mannen zoeken onderdak via vrienden en kennissen. De jongen krijgt van jongs af aan de boodschap mee dat hij de eer van zijn zussen en zijn moeder moet bewaken, hem moet controleren en desnoods met geweld tot de orde roepen. Jongens die dit weigeren zijn geen echte man, en kunnen psychisch en vaak ook lichamelijk geweld verwachten. Soms zijn plegers van geweld tegen hun zusjes daar dus toe gedwongen en eigenlijk ook zelf slachtoffer. Cijfers over eergerelateerd geweld 2006: naar schatting 158 eergerelateerd geweldzaken bij Politie Amsterdam-Amstelland Politie Haaglanden: vergelijkbare cijfers Jaarlijks schatting ongeveer 11 moorden Meidenopvang EG (16 plaatsen) in 2 jaar: ongeveer 180 aanmeldingen Suïcidepogingen (soms n.a.v. EG): Rotterdam: - 8.8 % de Nederlandse meisjes - 14,6 % van de Turkse meisjes - 19, 2 % Hindoestaanse meisjes Cijfers zijn moeilijk boven tafel te krijgen en deze cijfers geven dan ook slechts een indicatie. Een tweetal politieregio s heeft dossieronderzoek uitgevoerd en kwam tot deze aantallen. Dit zijn dus alleen zaken die bij de politie zijn terecht gekomen. Veel eergerelateerd geweld speelt zich af in de verborgenheid van gezinnen en families. Eergeweld bestaat dikwijls (ook) uit psychisch geweld: vernedering, kleineren, opsluiten, vrijheidsbeperking, geen vrije keuze in opleiding of werk; geen vrije partnerkeuze, gedwongen huwelijken. Dit zijn vaak redenen om te vluchten naar een speciale opvang voor meisjes en jonge vrouwen, die sinds twee jaar als pilot draaien bij vrouwenopvang Fier Fryslan en De Bocht in Brabant. Suïcidepogingen onder meisjes en jonge vrouwen hebben vaak te maken met familie - eer. Ze zien zelfmoord soms als enige uitweg om onder de druk van de familie uit te komen, of om publiekelijk eerverlies te voorkomen (bijv. omdat ze geen maagd meer is, zwanger is). Soms worden meisjes aangezet tot zelfmoord: Je weet wat je te doen staat en geeft de familie haar soms vergif, een wapen: gedwongen zelfmoord. Plan van aanpak - Eigen meldcode - Juiste route binnen de school - Als zorgcoördinator route bewaken: stappenplan! - WMO: Gemeente regierol o Ketenaanpak o Advies en Steunpunten huiselijk geweld Iedere fase van het stappenplan is uitgewerkt in de vorm van concrete observatiepunten en handelingssuggesties. Iedere fase eindigt met een beslispunt om al dan niet door te gaan naar een volgende fase of stap. De zorgcoördinator dient dit te bewaken. Sluit aan bij regionale afspraken! (bv Raak) Aanpak huiselijk geweld Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld zijn tijdige onderkenning, scherpe risicotaxatie, snelle en doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en corrigerende hulp voor plegers nodig. De aanpak van huiselijk geweld kan alleen effectief zijn als de verschillende organisaties die het aangaat, samenwerken. In 5

sommige regio s bestaan al brede samenwerkingsverbanden, waarbij provinciale of lokale overheden, politie, Openbaar Ministerie en hulpverleningsinstanties zijn betrokken. Bij de uitvoering van het integraal veiligheidsbeleid heeft het lokale bestuur een bijzondere verantwoordelijkheid. Wmo In het kader van de Wmo, waarin de aanpak van huiselijk geweld is opgenomen als prestatieveld, krijgt de gemeente de regierol. Daarnaast is ketenaanpak een sleutelbegrip: politie, Openbaar Ministerie, Reclassering, Kinderbescherming, Vrouwenopvang en andere hulporganisaties moeten samen een voorzieningenstelsel vormen dat voorziet in preventie, tijdige onderkenning, risicotaxatie, doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en corrigerende hulp voor plegers. Sinds 2006 is er een landelijk dekkende structuur van Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld (ASHG). Ook met de Wet tijdelijk huisverbod heeft de gemeente een belangrijk instrument in handen voor een effectieve aanpak. Protocol: stappenplan in de school Fase 1: signaal: de docent heeft een vermoeden Fase 2: overleg: de docent bespreekt dit met de reboundcoördinator (?) (de docent bespreekt zijn onderbouwde vermoeden in een overleggroep en maakt een plan van aanpak. Voorbeelden van stappen die genomen kunnen worden zijn: een advies- of consultvraag bij het AMK; een gesprek met de ouders; de leerling door de JGZ op laten roepen voor onderzoek; inschakelen van een (incest)consultatieteam of het inschakelen van de politie). Fase 3: het uitvoeren plan van aanpak / nader onderzoek Fase 4: beslissing / hulp opstarten Fase 5: evalueren Fase 6: nazorg Het protocol is gericht op vroegsignalering en handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling (met daarbij tevens aandacht voor verkeringsgeweld of loverboys). Het doel van het protocol is een vermoeden van huiselijk geweld bespreekbaar te maken en de signalen door te geven aan verantwoordelijke instanties voor eventuele hulp. Onderdelen van de meldcode De meldcode bestaat uit een aantal basiselementen of fases. Deze fases zijn uitgewerkt in concrete stappen. Ze zijn algemeen geformuleerd zodat ze van toepassing zijn op alle beroepskrachten die direct of indirect werken met kinderen. De zes fases van de meldcode zijn: fase 1: Het ontstaan van een vermoeden fase 2: Overleg fase 3: Nader onderzoek fase 4: Hulp op gang brengen fase 5: Evaluatie fase 6: Nazorg Fase 1: signalen, een vermoeden Benodigd: kennis van signalen. Specifiek en a specifiek: multi interpretabel - zorg - Normen, waarden en dilemma s - Objectief signaleren - Eigen deskundigheid Tijdige onderkenning leren signaleren Conclusie: het vermoeden is onterecht/ongegrond; er is twijfel over/geen bevestiging van het vermoeden; het vermoeden wordt bevestigd of versterkt Hoe signaleer ik kindermishandeling? Zorg over een kind Signalen kunnen wijzen op kindermishandeling, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben. Bij signaleren gaat het in de eerste plaats om zorgen die je hebt over een kind, waarvoor je geen geruststellende verklaring 6

kunt vinden. Kindermishandeling is één van de mogelijke oorzaken. Al bij een eerste vermoeden of nietpluis-gevoel is het belangrijk dat je de routekaart (blz...) van het protocol gaat volgen Normen, waarden en dilemma s Signaleren vraagt om bewustwording van eigen normen en waarden. Signalen worden verschillend geïnterpreteerd. Iedereen kijkt vanuit zijn eigen referentiekader naar het onderwerp kindermishandeling. Wanneer maak jij je zorgen om een kind? Verschilt dat met anderen? Hoe ga je om met verschillen in normen en waarden? Ook kunnen allerlei vragen je tegenhouden verder te kijken en stappen te ondernemen: Heb ik het wel goed? Hoe zullen de ouders reageren? Bij wie kan ik terecht? Het zal toch niet zo erg zijn? Is het mijn taak wat met deze signalen te doen? Signaleren vraagt om kennis, vaardigheden en duidelijkheid over de te volgen stappen. In bijlage..(sociale kaart) staan instellingen waar je voor deskundigheidsbevordering of hulp terecht kan. Objectief signaleren Het is belangrijk dat je onderscheid maakt tussen objectief en subjectief signaleren. Omdat signalen vaak niet eenduidig zijn is het belangrijk niet te snel conclusies te trekken. Dat wil zeggen dat je concrete, feitelijke zorgen beschrijft en dat je niet gaat interpreteren. Bijvoorbeeld: Stefan maakt een bleke indruk, heeft wallen onder de ogen en heeft gespannen gelaatstrekken. in plaats van Stefan ziet er slecht uit. In bijlage II is een lijst met signalen opgenomen die kunnen wijzen op kindermishandeling. Eigen deskundigheid Als beroepskracht heb je kennis van de ontwikkeling van kinderen. Je bent bij uitstek degene die (plotseling) afwijkend gedrag kan signaleren. Vertrouw op je kennis en op je intuïtie. Neem je eigen gevoel over de situatie serieus en deel je zorg met collega s en/of leidinggevende. Maak concreet waar je je feitelijk zorgen over maakt. Wanneer je zorg hebt over een kind is het belangrijk daar iets mee te doen. Daarnaast is het belangrijk te beschikken over kennis over het vóórkomen van mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik. Overweeg deze altijd als mogelijke verklaring voor zorgen. Overweeg ook expliciet de mogelijkheid van seksueel misbruik. De eerste vier fases van het stappenplan worden afgesloten met een beslissing over eventueel te nemen vervolgstappen. Fase 5 en 6 bestaan uit evaluatie en nazorg. Aan het eind van de eerste fase zijn er 3 mogelijkheden: - het vermoeden is onterecht/ongegrond; - er is twijfel over/geen bevestiging van het vermoeden; - het vermoeden wordt bevestigd of versterkt. Benut signaallijsten! Belemmeringen bij leerlingen om hulp te vragen bij eerconflict - Angst voor consequenties - Loyaliteitsconflict naar familie - Schaamte over de eigen misstap - Niet gewend te praten over seksualiteit en problemen (daarmee) - Trots: ik los het zelf wel op! - Met name jongens leren zelfredzaam te zijn Signalen bij het slachtoffer, gedragskenmerken - Schichtig reageren; wantrouwen - Concentratieproblemen; vermoeid - Geringe assertiviteit - Apathie, niet meedoen in de klas, onverschillig - Plotse woede aanval, vechthouding, brutaal - Plotselinge gedragsverandering - Verzuimgedrag, te laat komen - Niet willen presteren of juist over-presteren - Op school hangen na de lessen - Stiekem gedrag (op school omkleden, vriendjes) - Schichtig reageren; wantrouwen - Concentratieproblemen; vermoeid - Geringe assertiviteit - Apathie, niet meedoen in de klas, onverschillig - Plotse woede aanval, vechthouding, brutaal - Plotselinge gedragsverandering - Verzuimgedrag, te laat komen - Niet willen presteren of juist over-presteren 7

- Op school hangen na de lessen - Stiekem gedrag (op school omkleden, vriendjes) Fase 2: bespreken van vermoeden intern / overleg in Intern zorgteam / ZAT/AMK Benut overlegformulier t.b.v. analyse en opstellen 1e aanpak Conclusie: De overleggroep heeft geen bevestiging of er is twijfel of een redelijk vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling / eergerelateerd geweld. Fase 3: uitvoeren plan van aanpak / nader onderzoek Uitzoeken en bespreking Gesprek ouder? Stel belangstellende vragen (bijlage), zoals: - Zorgen delen - Wanneer niet gelijk in gesprek gaan met ouders - Voorbereiding van gesprek met ouders - Tijdens het gesprek met ouders - Vervolg - Afronding Gesprek leerling: gebruik tips uit bijlage Conclusie: Het vermoeden is onterecht, of er bestaat twijfel over (het vermoeden van) huiselijk geweld/ kindermishandeling of er bestaat een gegrond vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling. NB Bij eergerelateerd geweld geen gesprek met ouders, maar wat zijn daar de do s en dont s? Aandachtspunten voor een gesprek met ouders Het contact of een gesprek met ouders is altijd gekopppeld aan een doel. Bijvoorbeeld informatie verzamelen, delen van zorg over het kind, of ouders motiveren voor hulp. Bepaal voor aanvang van het contact wat je doel is. Belangstellende vragen Bij zorg over een kind, kun je een aantal zaken in het gewone contact met ouders navragen. Bijvoorbeeld: Is het kind al naar de dokter geweest? Wat is er gebeurd? Hoe gaat het thuis? Hoe beleeft het kind de geboorte van het broertje? Etc. Dit zijn gewone belangstellende vragen, maar ze kunnen wel extra informatie geven waardoor je zorg blijft, groter wordt of verdwijnt. Let ook op de andere gezinsleden. Welk beeld heb je van de andere kinderen in het gezin, de andere ouder? Zorgen delen Als je zorgen hebt over een kind, bespreek die dan zo snel mogelijk met ouders. Heb je direct contact met ouders, benoem wat je ziet. Voorkom dat er een lijst onbesproken zorgen ligt, waardoor ouders zich afvragen waarom zij niet eerder op de hoogte zijn gesteld. Ouders zijn immers de belangrijkste gesprekspartners en informatiebron. Wanneer je een vermoeden hebt van kindermishandeling kan het heel lastig lijken om met ouders in gesprek te gaan. Toch zal een dergelijk gesprek nodig zijn voor een juiste beeldvorming. In zo'n gesprek kan bijvoorbeeld blijken dat er iets anders aan de hand is. Het kan ook net het duwtje zijn dat ouders nodig hebben om hulp te gaan zoeken. En in situaties waarin ouders terughoudend, defensief of agressief reageren, heb je een reden te meer om je ernstige zorgen te maken. Daarnaast is het goed om jezelf de vraag te stellen: welke ouder vindt het nu vervelend dat iemand oog heeft voor zijn of haar kind? En houdt rekening met het feit dat het kind ook door iemand anders dan de ouders mishandeld kan worden. Probeer in het gesprek met ouders de zorgen die je hebt te delen door naast de ouder te gaan staan in plaats tegenover de ouder. Wanneer niet gelijk in gesprek gaan met ouders Wanneer de veiligheid van het kind in het geding is, wanneer je een ernstige vorm van mishandeling vermoedt, wanneer ouders eerder een gesprek geweigerd hebben, wanneer ouders weigeren de nodige hulp te zoeken of dreigen hun kind van de instelling weg te halen of dreigen het contact te beëindigen, bespreek de situatie dan eerst met het AMK. Afhankelijk van de gegeven informatie of omstandigheden kan met het AMK nagegaan worden of de politie benaderd dient te worden. Voorbereiding van gesprek met ouders De zorg over het kind kan van dien aard zijn dat een apart oudergesprek nodig is. Bedenk, voordat je hierover een afspraak maakt, samen met de aandachtsfunctionaris kindermishandeling wat het doel is van het 8

gesprek, wie het gesprek met de ouders gaat voeren en wat je aan ouders vertelt als reden voor het gesprek. Bedenk ook of je het nodig of prettig vindt het gesprek samen met een collega te voeren en of het voor je eigen veiligheid nodig is dat een collega op de hoogte is van het gesprek en in de buurt is. Overweeg van te voren ook waar je het gesprek wilt houden, hoe laat, en of er opvang is voor het kind en eventuele andere kinderen. En beslis of je met beide ouders afspreekt of met één ouder? In sommige organisaties kan het, afhankelijk van je professionele verantwoordelijkheid, wenselijk zijn om ook het kind voor (een gedeelte van) het gesprek uit te nodigen. Wanneer het om ernstige zorgen gaat, die met ouders besproken moeten worden, is het van belang dat de persoon die het gesprek aangaat daarvoor opgeleid is. Bijvoorbeeld een maatschappelijk werker of een beroepskracht die aanvullende training op het gebied van gespreksvaardigheden heeft gevolgd. Voor vragen of meedenken over de voorbereiding of uitvoering van het gesprek, kun je een ervaren collega raadplegen of advies of consult vragen bij het AMK. In gesprek met ouders Bespreek in het gesprek met ouders in ieder geval de zorg die je hebt over het kind. Vertel feitelijk wat de zorgen zijn en vraag of ouders deze zorg herkennen. Vertel ook wat goed gaat met het kind. Houd bij het delen van de zorg rekening met mogelijke reacties van schrik, boosheid of verdriet en wees je ervan bewust dat dit doorgaans normale reacties zijn op een vervelende boodschap. Het is niet makkelijk voor ouders om te horen dat het op sommige gebieden niet goed gaat met hun kind. Voor sommige ouders is het gesprek een opluchting, omdat ze zich erkend voelen in de eigen zorg over hun kind. Kijk tijdens het gesprek wat het verhaal bij ouders losmaakt, hoe ze reageren, of ouders al hulp krijgen en wat er kan gebeuren om de zorg te verminderen. Ga na wat de eigen mogelijkheden voor hulp zijn binnen het sociale netwerk van het gezin. In de sociale kaart van dit protocol is een aantal organisaties genoemd waar ouders en kind hulp kunnen krijgen (zie bijlage VI). Ouders hebben vaak tijd nodig om over de geuite zorg na te denken. Het kan zijn dat één gesprek niet voldoende is en dat het belangrijk is met ouders een vervolgafspraak te maken, om te bespreken of de zorgelijke situatie inderdaad verandert. Bepaal tevoren welke hulp je als organisatie aan ouders biedt en voor welke hulp andere instanties zijn. Ga na of de andere instantie een wachtlijst heeft. Bereid ouders voor op de mogelijkheid van een wachtlijst en overleg hoe deze periode te overbruggen. Wanneer ouders weigeren de nodige hulp te zoeken voor hun kind of wanneer ze dreigen hun kind van de instelling weg te halen/bij de instelling weg te gaan, overleg dan over de situatie met het AMK. Zie bijlage IV over hoe je ouders vertelt dat je jouw (vermoeden van kindermishandeling) bij het AMK meldt. In sommige situaties zijn ouders wel bereid tot hulp maar kan toch in overleg met het AMK gekozen worden voor een melding bij het AMK, omdat de aard van de problematiek dat vereist. Bijvoorbeeld bij duidelijke vormen van kindermishandeling, of, omdat onderzoek naar de oorzaken en risicofactoren nodig is. Tips voor het gesprek met ouders - Maak het doel van het gesprek duidelijk - Gebruik bij het delen van zorgen bij voorkeur niet het woord kindermishandeling, maar spreek vanuit de gezamenlijke concrete zorg over het kind. - Vertel de ouders wat feitelijk is opgevallen aan het kind - Geef ook aan wat wel goed gaat met het kind - Vraag of ouders de zorgen herkennen en zo ja, hoe zij de zorgen beleven - Vraag hoe ouders het kind thuis beleven - Respecteer de (ervarings-)deskundigheid van ouders m.b.t. hun kind - Spreek de ouders aan op hun verantwoordelijkheid als opvoeder - Nodig de ouders uit om te praten door open vragen te stellen (wie, wat, waar, hoe, wanneer..) - Praat vanuit jezelf (ik zie dat..) - Wees eerlijk en open, pas op voor vrijblijvendheid - Leg afspraken en besluiten na afloop van het gesprek kort en zakelijk vast en geef de ouders een kopie - Kies in het gesprek die invalshoek die aansluit bij de specifieke cultuur en gewoonten van een gezin - Laat een kind niet tolken voor zijn ouders - Doe geen toezegging die je niet waar kunt maken - Als ouders zich dreigend uitlaten (wat uitzonderlijk is), benoem dat de ouder dreigt en stop het gesprek. - Wanneer de ouder helemaal opgaan in hun eigen emoties, haal de ouder dan terug naar het hier en nu, bijvoorbeeld door te vragen of er nog geld in de parkeermeter moet of suiker in de koffie Wanneer je met ouders jouw zorg over hun kind wilt bespreken, kun je gebruik maken van hulpzinnen. Hieronder volgen enkele voorbeelden. Inleidende zinnen: Ik wil met u praten over de verandering in het gedrag van uw kind Ik maak me zorgen over uw kind, omdat.. Er is een verandering ontstaan in de groep, sindsdien is uw kind.. 9

De werkelijke boodschap: vanuit het benoemen van feiten, kan die als volgt luiden: Mij valt op., het lijkt of.. Ik merk, ik hoor, ik zie, ik denk., Uw kind is de laatste tijd wat stiller (ongeconcentreerder, rumoeriger, drukker, afweziger, verdrietiger, boos, geheimzinniger) en daar maak ik me zorgen over Uw kind heeft de laatste tijd wat moeite met andere kinderen, mij valt op Uw kind is de laatste tijd zo aanhankelijk en vraagt veel aandacht (heeft moeite met de regels). Hoe ervaart u dat zelf? Weet u misschien wat de oorzaak hiervan kan zijn? Hoe gaat het bij u thuis? Is er iets gaande in de omgeving van uw kind (vriendjes, op straat, familie) Het lijkt of uw kind gepest wordt (of uitgescholden/ bang/ straf krijgt/ klem zit/ gedwongen wordt/ niet gelukkig is) en daar last van heeft, wat merkt u daarvan? Het vervolg: Ik wil graag nog eens met u praten om te kijken of er verandering in het gedrag van uw kind heeft plaatsgevonden Tot slot Vraag het AMK of andere betrokken instellingen om advies of ondersteuning voor gespreksvoering met ouders. Kijk of een collega met jou het gesprek wil oefenen In bijlage IV staan tips over hoe je ouders vertelt dat je jouw zorg om hun kind bij het AMK meldt. Aan het einde van de derde fase zijn de mogelijkheden: - het vermoeden is onterecht; - er bestaat twijfel over (het vermoeden van) huiselijk geweld/kindermishandeling; - er bestaat gegrond vermoeden van huiselijk geweld/kindermishandeling. Fase 4: beslissing / hulp op gang brengen - hulp aan ouders - melding bij AMK; - in crisissituaties melding bij de Raad voor de Kinderbescherming of aangifte bij de politie (via AMK en Bureau Jeugdzorg) Specifiek: eergerelateerd : eventueel bemiddelingstraject leerling ouders door politie, of BJZ of SHG, in ieder geval een deskundige. Seksueel geweld? De methodieken kunnen preventie van seksueel geweld ten doel hebben, door bijvoorbeeld de weerbaarheid van risicogroepen te vergroten. Ook kan de methodiek betrekking hebben op een behandelaanbod voor een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld jongeren. Zowel methodieken voor slachtoffers als daders zijn opgenomen. Hulp aan slachtoffers Eergerelateerd Geweld Wat moet je niet doen? - Zelf actie ondernemen - Stappen zetten zonder overleg met het slachtoffer - Informatie doorgeven of vragen aan familie of gemeenschap - Met veel mensen, collega s erover praten - Normen en waarden opleggen Wat moet je wel doen? - Alle stappen in overleg met leerling/student - Ruimte geven aan verhaal - Informatie geven over rechten en hulp - Deskundigen inschakelen (politie, SHG) - Telefoonnummers voor noodgevallen geven - Vluchtplan maken voor acuut gevaar Bij acute dreiging van eergeweld - Bij acuut gevaar altijd melding bij politie! - Via ZAT of Steunpunt HG opvang, bescherming en vervoer regelen - Alles altijd in samenspraak met hulp vragende leerling 10

Fase 5 en 6: evalueren en nazorg - reboundcoördinator in afstemming met hulpaanbod - Wat nog nodig ter ondersteuning in school? - Signaleringslijsten voor docenten - Route bekendheid in de school Tips en achtergrond Bijlage signaleringslijsten www.zat.nl www.nji / dossier kindermishandeling www.movisie.nl / www.huiselijkgeweld.nl/eergerelateerdgeweld (i.o.) www.watiseer.nl (info voor jongeren) www.hallokezban.nl; (info en hulp voor jonge vrouwen) www.seksueelgeweld.info www.stayinlove.nl (voor jongeren, informatie over verliefdheid en grenzen) Voorbeeldprotocollen: www.amk-amsterdam.nl 11