blad 1 van 11 1. INLEIDING Het examineren van de certificatieschema s vakbekwaamheid is aan voorwaarden gebonden. Dit geldt voor zowel de bij de examinering betrokken personen, als het proces van examinering. De bij de examinering betrokken personen moeten een directe relatie hebben met de certificatie-instelling (CI) c.q. de exameninstelling (EXI). De accreditatienorm ISO/IEC 17024:2003 Paragraaf 5.1.2 stelt hierover: De certificatie instelling moet haar personeel in loondienst of personen met een contract een document doen ondertekenen waarmee zij zich ertoe verbinden om de regels na te leven die door de certificatie-instelling zijn bepaald, inclusief die in verband met de vertrouwelijkheid en de onafhankelijkheid ten opzichte van commerciële en andere belangen, en het ontbreken van elke vroegere en/of huidige band met de te examineren personen die de onpartijdigheid in het gedrang zou brengen. Conform de ISO/IEC 17024 kan en mag een CI werken met personeel in loondienst en met personen met een contract. Dit laatste is van belang nu het afnemen van examens geen continue proces is waarbij voor vaste uren per week werkzaamheden moeten worden verricht. Het afnemen van examens is afhankelijk van de vraag en niet van tevoren te plannen. Om toch een waarborg te hebben omtrent de kwaliteit en onafhankelijkheid van het examenpersoneel, mogen CI s die actief zijn op het gebied van persoonscertificering onder uitsluitend gebruik maken van examenpersoneel dat is opgenomen in het register examenpersoneel In dit reglement is dit nader uitgewerkt 2. ASCERT REGISTER EXAMENPERSONEEL Onder toelating en toezicht van de Examencommissie (waarin alle door gecontracteerde CI s zitting hebben) wordt examenpersoneel ingeschreven in het register. Eisen aan hun kwaliteit en onafhankelijkheid worden bewaakt door het CCvD dat verantwoordelijk is voor de Examencommissie. Uitsluitend dit examenpersoneel mag door de aangesloten CI s worden ingezet voor het afnemen van examens. Op deze wijze kan haar verantwoordelijkheid nemen voor de gezamenlijke inzet van examenpersoneel, zoals het geven van instructies en voorlichting, het bewaken van de competenties, raadpleging bij interpretatiekwesties, etc. Definities Toezichthouder: Examinator: Corrector: Beoordelaar: Beslisser: Diegene die toezicht houdt op een ordentelijk verloop van het theorie- en praktijkexamen; Diegene die het praktijkexamen afneemt en de beoordeling uitvoert; Diegene die de beoordeling van het theorie- en praktijkexamen uitvoert; Diegene die beoordeelt of het examen conform de eisen uit het certificatieschema en het examenreglement is uitgevoerd; Diegene die beslist over het verlenen of intrekken van het certificaat.
blad 2 van 11 2.1 Register praktijk-examenpersoneel Door wordt het register ingericht en onderhouden. Het register is niet openbaar en alleen toegankelijk voor en de deelnemende CI s. Van de praktijkexaminator worden de volgende gegevens geregistreerd: Naam : Geboorte Datum : Geboorte Plaats : Straat : Woonplaats : Email : Sofinummer : Telefoonnummer : DTA-code* : ADK-code* : DIA-code* Ingeschreven : Uitgeschreven : Voorwaarden voor inschrijving zijn: - Voldoen aan de eisen vermeld in par 2.3; - Voorgedragen door een aan de Centrale Examencommissie deelnemende CI. - * voorzover van toepassing Voor het overige examenpersoneel geldt dat deze moeten zijn geregistreerd bij de CI waar zij een overeenkomst mee hebben afgesloten. 2.2 Status Praktijkexaminator De praktijkexaminatoren, die zijn ingeschreven in het onderhavige register zijn bevoegd om de volgende titel te voeren: Ingeschreven in Register Examenpersoneel 2.3 Nadere eisen te stellen aan examenpersoneel (ISO/IEC 17024 par. 5) De certificatie-instelling moet beschikken over medewerkers met onderstaande kwalificaties, voor de uitvoering van de volgende taken: - fase 1: examineren van de kandidaat: o theorie-examen o praktijk examen - fase 2: beoordelen van de examenresultaten van de kandidaat - fase 3: beslissen omtrent verlening, en eventueel intrekking, van het certificaat door medewerkers in dienstverband van de CI. Deze medewerkers zijn niet betrokken bij de afname van de examens. De CI dient voor de verificatie van onderstaande eisen, voor zover niet reeds elders in een toets opgenomen, over een specifieke verificatiemethode te beschikken. Met deze methode dient te zijn aangetoond dat het certificatiepersoneel voldoet aan de eisen.
blad 3 van 11 Toezichthouder examen De Nederlandse taal in woord en geschrift machtig zijn; Communicatieve en contactuele vaardigheden hebben; Onafhankelijk en zelfstandig kunnen handelen; Het vermogen regelend en besluitvaardig op te treden; Kennis van het examenreglement; In dienst te zijn van dan wel contractueel verbonden te zijn aan de CI; Getekende verklaring van geheimhouding, onafhankelijkheid en beslotenheid van de examens. Geen werkzaamheden uit te voeren of andere verrichtingen van welke aard dan ook te doen, gevraagd of ongevraagd, in opdracht van de kandidaat of het opleidingsinstituut van de kandidaat voor het betreffende certificatieschema. Corrector DAV-theorie-examen Alle eisen gesteld aan de Toezichthouder examen Examinator DAV praktijk-examen Alle eisen gesteld aan de Toezichthouder examen Objectief en zonder vooroordelen kunnen examineren; Gedegen kennis van SC-520: 2011; Minimaal twee jaar relevante werkervaring in het vakgebied; In het bezit van het diploma ADK (SC-570) of het persoonscertificaat DTA (SC-510), Corrector DTA theorie-examen Alle eisen gesteld aan de Toezichthouder examen; Objectief en zonder vooroordelen kunnen examineren; Gedegen kennis van SC-510: 2011 (alleen bij open vragen); Minimaal twee jaar relevante werkervaring in het vakgebied (alleen bij open vragen); In het bezit van het diploma ADK (SC-570) of het persoonscertificaat DTA (SC-510) (alleen bij open vragen) Examinator DTA praktijk-examen Alle eisen gesteld aan de Toezichthouder theorie-examen Objectief en zonder vooroordelen kunnen examineren; Gedegen kennis van SC-510: 2011; Minimaal twee jaar relevante werkervaring in het vakgebied; In het bezit van het diploma ADK (SC-570) of het persoonscertificaat DTA (SC-510). Corrector DIA theorie-examen (open vragen) Alle eisen gesteld aan de Toezichthouder examen; Objectief en zonder vooroordelen kunnen examineren; Gedegen kennis van SC-560: 2011; Minimaal twee jaar relevante werkervaring in het vakgebied; Bouwkundige kennis t.b.v. het Bouwkundige deel, aangetoond door bezit van MBO-diploma Bouwkunde of een verklaring van het met goed gevolg afleggen van het DIA-examen onderdeel bouwkunde of gelijkwaardig; In het bezit van het diploma ADK (SC-570) of het SCA-scertificaat DIA (SC-560) (alleen bij open vragen);
blad 4 van 11 Corrector DIA bouwkunde examen (open vragen) Bouwkundige kennis t.b.v. het Bouwkundige deel, aangetoond door bezit van MBO-diploma Bouwkunde of een verklaring van het met goed gevolg afleggen van het DIA-examen onderdeel bouwkunde of gelijkwaardig (alleen bij bouwkundig examen); Examinator / corrector DIA praktijk-examen Alle eisen gesteld aan de Corrector DIA theorie-examen open vragen Voor locatie 1 is het persoonscertificaat/diploma DIA of ADK-cki vereist; Voor locatie 2 is het persoonscertificaat/diploma DIA of DTA of ADK vereist; Voor locatie 3 en 4 gelden de eisen zoals gesteld bij de Toezichthouder examen is het persoonscertificaat/diploma Beoordelaar van theorie-examen en praktijkexamen Zie algemene eisen gesteld aan Toezichthouder examen; Actuele vakinhoudelijke kennis en inzicht van de werkzaamheden van de DAV / DTA / DIA; Gedegen kennis van respectievelijk SC-510: 2011, SC-520: 2011 en SC-560: 2011. Certificaatbeslisser Zie algemene eisen excl. objectief en zonder vooroordelen kunnen examineren; Degene die beslist over het verlenen of intrekken van het certificaat dient niet betrokken te zijn bij de directe afname en de beoordeling van de resultaten van theorie-examen en praktijkexamen In loondienst van de CI
blad 5 van 11 3. ALTERNATIEVE THEORIE-EXAMENS De volgende alternatieve wijzen voor het afnemen van een theorie-examen worden onderscheiden: Een voorlees examen (op geluidsdrager) Een verlengd examen Een voorlees examen kan alleen en onder de hierna benoemde voorwaarden - worden afgenomen bij een DAV-kandidaat; voor DTA en DIA-kandidaten is dit niet toegestaan. Een voorleesexamen wordt vanuit beschikbaar gesteld. Een verlengd examen kan alleen en onder de hierna benoemde voorwaarden worden afgenomen bij kandidaten die aantoonbaar aan dyslexie leiden (aantonen via een dyslexieverklaring). 3.1 Algemene voorwaarden: Een kandidaat dient een schriftelijk verzoek voor het mogen afleggen van een alternatief theorie-examen te richten aan de examenorganisatie dan wel certificatie-instelling. Een verzoek tot het mogen afleggen van een verlengd examen kan alleen gehonoreerd worden bij kandidaten die aantoonbaar aan dyslexie leiden. Voor een alternatief theorie-examen kunnen hogere kosten in rekening worden gebracht. De kandidaat dient van deze kosten vooraf op de hoogte te worden gebracht. Voor een voorlees examen is de beschikbare tijd 100% van de reguliere maximale examenduur, voor een verlengd examen is de beschikbare tijd 150% van de reguliere maximale examenduur. Bij een alternatief theorie-examen geldt het examenreglement van de certificatie-instelling én de in deze voorschriften genoemde vereisten. Waar het examenreglement van de certificatie-instelling en deze voorschriften strijdig zijn, geldt het examenreglement van de certificatie-instelling. Strijdigheden dienen door de toezichthouder in het Proces Verbaal te worden gerapporteerd. De uitslag van het examen mag NIET door de corrector of toezichthouder worden meegedeeld, maar moeten eerst ter goedkeuring aan de door certificatie-instelling aangestelde beoordelaar worden aangeboden en door certificatie-instelling worden gevalideerd. 3.2 Afname voorlees examen: o De toezichthouder instrueert de kandidaat dat hij indien hij dit wenst op het vragenformulier aantekeningen mag maken en foute antwoorden in een keuze tekst mag wegstrepen. (Kandidaten voor een voorlees examen kunnen meestal geen lange zinnen onthouden en moeten erop worden gewezen dat zij een fout antwoord, in een antwoordzin met meerdere keuzes, direct moeten markeren) o De kandidaat krijgt het examen aangeboden op een geluidsdrager en kan zelf vragen opnieuw afspelen binnen de beschikbare tijd. o De kandidaat dient het goede antwoord te duiden en te noteren.
blad 6 van 11 3.3 Rapportage: Een standaard Proces Verbaal kan worden opgesteld. Deze dient door de toezichthouder te worden ondertekend. Op het examenprotocol dient altijd te worden vermeld wie de toezichthouder is geweest.
blad 7 van 11 4. EXAMINERINGSPROCES 4.1 Eisen aan de examinering De CI en/of de EXI is gehouden aan de eisen zoals vermeld in het betreffende schema persoonscertificatie op basis waarvan wordt geëxamineerd. Bij zaken waarin niet is voorzien, adviseert de examencommissie het CCvD-. 4.2 Examencommissie Binnen is een door het CCvD ingestelde onafhankelijk examencommissie actief. De examencommissie stelt de examenvragen vast, beheert de Itembank en bemiddelt in geschillen die door een CI aan de examencommissie worden voorgelegd inzake de inhoud van een examen dat is verstrekt vanuit de itembank. 4.3 Klachten, bezwaar en beroep In de Sc-510 en Sc-520 is onder paragraaf opgenomen: - 4.6 een regeling Klachten, en - 4.7 een regeling Bezwaarschriftenprocedure. De CI is gehouden deze procedures te volgen voor de betreffende certificatieschema s. De regeling is onverkort van toepassing op de Sc-560 en leidend voor de Sc-570 en Sc-580. 4.4 uitvoering examens Onderstaand zijn de minimale eisen gegeven waaraan de uitvoering van de examinering dient te voldoen. Deze eisen gelden aanvullend op de specifieke eisen uit het certificatieschema. Met goedkeuring van de CI en de Examencommissie kan de EXI aanvullende eisen, procedures en instructies vastleggen in haar kwaliteitssysteem. 4.4.1 Toetsmiddelen Naast de eisen die worden gesteld aan de toetslocatie dient bij iedere toetsing voldoende algemene middelen ter beschikking te worden gesteld voor kandidaat en assessor/toezichthouder voor een correct verloop van de toetsing. Voor de assessor/toezichthouder is minimaal aanwezig: Tafel en stoel Instructies Examenreglement Voldoende opgaven en antwoordbladen Proces-verbaal Presentielijst Klok/horloge Voor de kandidaat is minimaal aanwezig: Tafel en stoel Opgaven Antwoordbladen Schrijfgerei (+ eventueel vlakgom)
blad 8 van 11 4.4.2. Locatie Theorie toetsen: De toetsing wordt afgenomen op een locatie die minimaal voldoet aan de volgende criteria: Iedere kandidaat dient te zitten aan een tafel met minimaal 50cm x 70cm vrije werkruimte. Kandidaten dienen minimaal 75cm van de dichtstbijzijnde andere kandidaat te zitten. De locatie dient vrij te zijn van verstorende invloeden (lawaai, tocht, hoge/lage temperaturen, ongewenste toegang) De locatie dient voldoende verlicht te zijn en te voldoen aan de wettelijke veiligheidsvoorschriften. De locatie dient te voldoen aan de in de werkinstructies van de toezichthouder(s) vastgelegde eisen, welke onderdeel zijn van het kwaliteitssysteem van de examenorganisatie. Praktijktoetsen: Deze dient zoveel mogelijk gelijkwaardig te zijn aan de situatie in de praktijk. De eisen waaraan een praktijklocatie dient te voldoen, zijn vastgelegd in het betreffende schema. 4.5 Assessor/toezichthouder De taken en verantwoordelijkheden van de assessor/toezichthouder zijn: Ontvangst en controle van de toetsopgaven en toetsmiddelen van de examenorganisatie. Het instrueren en leidinggeven aan de surveillanten. Toezicht op de toetsing en de daarmee verband houdende organisatorische werkzaamheden. Het (doen) controleren van de identiteit van de kandidaten. Bewaken van de geheimhouding van de opgaven. Beoordeling inrichting van de toetslocatie en -middelen. Afname van de toetsen Uitreiken en innemen van de toetsopgaven, - middelen en werkstukken. Het identificeren van de toetswerkstukken en -middelen wanneer relevant Het zorg dragen voor een goede orde tijdens de toetsing en overige zaken zoals vastgelegd in het examenreglement en zijn instructies. Het opstellen van het proces-verbaal. De assessor/toezichthouder bepaalt, eventueel in overleg met de CI, wat er moet gebeuren in geval van calamiteiten of onregelmatigheden. 4.6 Duur van de toetsing De maximale duur van de toetsen zijn gespecificeerd in de betreffende certificatieschema s.
blad 9 van 11 4.7 Orde bij het afnemen van de toets Voor zover het geen organisatorische inlichtingen betreft, is contact tussen kandidaten onderling of tussen de kandidaat en de assessor/toezichthouder niet toegestaan tijdens de toetsing. In het toetslokaal is roken verboden. Tijdens het verblijf van de kandidaat in het toetslokaal dient communicatieapparatuur (mobiele telefoons, piepers, semafoons en dergelijke) uitgezet te worden. De kandidaat mag tijdens de toetsing het toetslokaal niet verlaten, tenzij met toestemming van de assessor/toezichthouder. Laatkomers worden niet meer toegelaten, nadat de eerste kandidaat klaar is en het toetslokaal heeft verlaten. 4.8 Identificatie tijdens de toetsing Tijdens de toetsing dient de kandidaat een geldig en origineel legitimatiebewijs te kunnen tonen (paspoort, Europese identiteitskaart, rijbewijs). Andere bewijzen zoals bankpasjes of bedrijfspasjes e.d. worden niet geaccepteerd. Een kandidaat die zich niet op een genoemde wijze kan legitimeren, kan geen examen doen. 4.9 Maatregelen bij bedrog of onregelmatigheden Een kandidaat die op onrechtmatige wijze deelneemt aan het examen en/of frauduleuze handelingen verricht voorafgaand, tijdens, en/of na het examen en/of frauduleuze handelingen een examen aangaande niet meldt aan de CI, kan worden gesanctioneerd, zulks ter beoordeling van de assessor/toezichthouder en/of de examencommissie. Sancties zijn: de kandidaat wordt uitgesloten van verdere deelname aan het examen. de kandidaat wordt geacht niet aan het examen te hebben deelgenomen. Het examen zal niet worden beoordeeld en er zal geen uitslag worden vermeld. de uitslag van de kandidaat zal worden herroepen en eventueel afgegeven certificaten zullen ongeldig worden verklaard. Het examengeld wordt niet gerestitueerd. De kandidaat behoudt wel de mogelijkheid om zich opnieuw aan te melden voor een nieuw examen. Bij constatering van bedrog of poging tot bedrog dan wel onregelmatigheden brengt de assessor/toezichthouder schriftelijk verslag door middel van een proces verbaal uit aan de EXI en CI. Een hoog slagingspercentage is niet per definitie een onregelmatigheid. 4.10 Regeling bij afwezigheid Een kandidaat die wegens bijzondere omstandigheden verhinderd is deel te nemen aan het examen, krijgt de gelegenheid om op een ander tijdstip het examen alsnog af te leggen. Onder bijzondere omstandigheden worden verstaan: ziekte van de kandidaat; overlijden van een familielid tot in de tweede graad; andere door de examencommissie te bepalen omstandigheden.
blad 10 van 11 De kandidaat dient zelf schriftelijk een beroep te doen op deze regeling bij de examenorganisatie dan wel bij de CI, onder overlegging van een doktersverklaring en/of andere bewijsstukken. Bij melding van afwezigheid door de kandidaat dient de EXI de kandidaat van deze bepaling op de hoogte te brengen. 4.11 Regeling voor kandidaten in bijzondere omstandigheden De certificatietoetsen zoals genoemd in dit reglement worden afgenomen conform de specificaties in de betreffende certificatieschema s. Mocht een kandidaat wegens bijzondere omstandigheden niet aan de reguliere examinering kunnen deelnemen (bijvoorbeeld door dyslexie), dan dient hij voorafgaand aan de reguliere examinering een schriftelijk verzoek te richten aan de CI om aan een andere toetsvorm deel te mogen nemen. Dit schriftelijke verzoek dient minimaal 12 weken voorafgaand aan de geplande examendatum te worden gedaan. 4.12 Bekendmaking resultaat Het behaalde resultaat wordt schriftelijk bevestigd. Indien de kandidaat is geslaagd, zal de CI overgaan tot het verstrekken van het Certificaat van Vakbekwaamheid. 4.13 Herexamen Indien een kandidaat is afgewezen kan hij zich opnieuw aanmelden voor de toetsing, binnen de condities die voor het betreffende certificatieschema gelden. Voor het DIA-schema Sc-560 gelden additionele condities: Indien voor één of beide onderdelen van het theorie-examen een onvoldoende wordt behaald, dient het gehele theorie-examen herkanst te worden. Herkansen op onderdelen is niet toegestaan. Indien voor het onderdeel maken rapportage een onvoldoende wordt behaald, is het mogelijk om alleen voor dit onderdeel herexamen te doen. Voorwaarde is wel dat de andere praktijkonderdelen met een voldoende zijn afgesloten. Indien dit niet het geval is dient het hele praktijkexamen herkanst te worden. Indien voor het onderdeel maken rapportage een voldoende wordt behaald, maar op één of meer van de overige onderdelen van het praktijkexamen een onvoldoende, dient het praktijkexamen op nieuw gedaan te worden, met uitzondering van het gedeelte maken rapportage. Een kandidaat kan uiterlijk 6 maanden na het behalen van een voldoende resultaat voor zijn praktijk- of theorietoets herexamen doen voor het nog als onvoldoende gekwalificeerde examengedeelte theorie of praktijk. In dit geval kan de kandidaat maximaal twee maal een herexamen aanvragen. Hierna, of na het verstrijken van de termijn, zal zowel het theorie- als het praktijkexamen afgelegd dienen te worden. Indien een kandidaat een onvoldoende resultaat behaalt voor het theoriegedeelte en een onvoldoende resultaat voor zijn praktijktoets, dient het gehele (her)examen te worden volbracht. Er is geen maximum verbonden aan het aantal gecombineerde praktijk- en theorie-examens
blad 11 van 11 4.14 Hercertificatie Indien een kandidaat voor hercertificatie in aanmerking komt kan hij zich opnieuw aanmelden voor de toetsing. 4.15 Bewaartermijn Het werk van de kandidaten wordt gedurende de geldigheidstermijn van het Certificaat bewaard met een minimum van zes maanden. 5. BEOORDELING De samenstelling van de examens, alsmede de cesuur van de examens is weergegeven in de betreffende certificatieschema s. Het werk van de kandidaat wordt na verwerking door de EXI door de CI beoordeeld ter vaststelling van het resultaat. 5.1 Correctieprocedure en correctienormen Het examen van de kandidaat wordt beoordeeld met inachtneming van de vastgestelde cesuur. In geval deze beoordeling van zogeheten multiple-choice schrapkaarten machinaal plaatsvindt, dient de betrouwbaarheid hiervan door de CI te zijn vastgesteld. Indien correctie van de schrapkaarten handmatig plaats vindt, zal dit tweemaal worden uitgevoerd. Beoordeling, weging en vaststelling van het resultaat van het examen zal door de CI plaatsvinden. 5.2 Evaluatie Periodieke evaluatie van de resultaten van de toetsen, aanpassing van toetsvragen en toetsen vindt plaats door de -examencommissie.