Redactioneel. Transparante steun, maar weinig transparant besluit AGV

Vergelijkbare documenten
Publicatieblad van de Europese Unie L 204/15

(Voor de EER relevante tekst)

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

BIJLAGE. bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van XXX

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

De nieuwe staatssteunregels en gebiedsontwikkeling. Prof.dr. Bart Hessel

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Autoriteit Consument en Markt en Stichting Autoriteit Financiële Markten,

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

5. De specifieke kenmerken van individuele gevallen kunnen evenwel een aanpassing of afwijking van deze gedragscode vereisen ( 5 ).

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Regeling klachtbehandeling werkzoekende/uitkeringsgerechtigde Senzer 2017

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

De subsidie is gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau enz. enz. enz.

Regeling melding misstand woningcorporaties

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Referentie: Klachtenregeling Zorginstituut Nederland. De Raad van Bestuur van Zorginstituut Nederland,

GEMEENTE SLUIS KLACHTENREGELING GEMEENTE SLUIS. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Besluit van 21 maart 1997 betreffende toegang van het publiek tot documenten van het Europees Milieuagentschap (97/C 282/04)

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

Landelijk model klachtenregeling

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

No.W /IV 's-gravenhage, 7 december 2007

Klachtenregeling Veiligheidsregio Hollands Midden

Beoordeling. h2>klacht

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

REGLEMENT BEZWAARSCHRIFTEN PUBLIEKE OMROEP

(Voor de EER relevante tekst)

Betreft: klacht over de lidstaat Nederland wegens bestuurlijke onregelmatigheid inzake de staatssteunzaak nr. NN 43/2009.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

BESLUIT. Juridisch kader

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus EH DEN HAAG

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Klachtenregeling NPO. conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht

Klachtenregeling VeWeVe

Nadere Voorwaarden Staatssteun Innovaties met maatschappelijke impact

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

(Voor de EER relevante tekst)

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

EUROPESE CENTRALE BANK

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

RICHTLIJN 2009/109/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/13

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

Transcriptie:

Redactioneel Transparante steun, maar weinig transparant besluit AGV Sinds het vorige nummer van het Tijdschrift voor Staatssteun heeft de Europese Commissie een belangrijke stap gezet naar het stroomlijnen van het staatssteunrecht. Vanuit theoretisch oogpunt lijkt de verandering klein. Nieuw 1 voor oud 2. Toch is de inwerkingtreding per 1 juli 2014 van de nieuwe Algemene Groepsvrijstelling een stap die een aanzienlijke impact zal hebben voor de praktijk, zowel vanuit het perspectief van de toezichthouder (Europese Commissie) als de overheden die voornemens zijn staatssteun te verlenen. De Europese Commissie stelt het volgende over de gevolgen: The previous Regulation, adopted in 2008, covers approximately 60% of all aid measures and slightly more than 30% of the aid amounts granted each year in the EU. Based on 2012 data, the Commission estimates that about 3/4 of today s state aid measures and some 2/3 of aid amounts will be exempted under the revised GBER. Even more aid measures could be exempted if Member States make smart use of the possibilities offered by the Regulation, designing their aid schemes so that they meet the conditions required. Aid measures, which are not covered by the GBER, will continue to be assessed by the Commission under the relevant state aid guidelines. 3 Opvallend is vooral de sprong die de Europese Commissie denkt te maken ten aanzien van het totale bedrag dat valt onder de AGV. De vrijstelling is thans zo ruim dat het grootste gedeelte van alle steunmaatregelen onder de algemene vrijstelling zal gaan vallen. Daarnaast houdt zij road shows om de lidstaten aan te zetten meer steunmaatregelen te brengen binnen het kader van de Algemene Groepsvrijstelling. Dat zou mits effectief het totaal bedrag van steunmaatregelen dat valt onder de vrijstelling verder moeten verhogen. Daarnaast is opvallend dat de nale tekst ten opzichte van het laatst gepubliceerde voorstel een aantal wezenlijke wijzigingen laat zien. Deze hebben geleid tot materiele aanpassingen van de vrijstelling. Enkele van deze wijzigingen trekken de aandacht. Art. 1 lid 2 bepaalt op welke steunmaatregelen de Verordening niet van toepassing is. De concept versie bepaalde in art. 1 lid 2 sub a dat dit het geval was bij regelingen op grond van deel 1 (met uitzondering van art. 15), de delen 2, 3 en 4, deel 7 (met uitzondering van art. 40) en deel 10 van de verordening, die meer dan 0.01% van het BBP van de lidstaat bedragen, voor zover de jaarlijkse uitgaven aan staatssteun meer dan 100 miljoen bedragen. n de nale Verordening is bepaald in art. 1 lid 2 sub a dat voor deze regelingen de Verordening niet van toepassing is, indien het gemiddelde jaarlijkse budget meer dan 150 miljoen bedraagt. Voor Nederlandse staatssteun zaken betekent dat een verruiming van circa 61 miljoen tot 150 miljoen. 4 Voor de de nitie van ondernemingen in moeilijkheden verwees de concept verordening naar de communautaire richtsnoeren reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. 5 In de verordening is dit begrip thans uitgewerkt in art. 1 lid 18 Verordening en wijkt af van de de nitie van onderneming in moeilijkheden in de Richtsnoeren. 1. Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de art. 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard. 2. Verordening (EU) Nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de art. 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstelling ). 3. Persbericht Europese Commissie d.d. 21 mei 2014, http://europa.eu/rapid/press-release_ip- 14-587_en.htm. 4. Het BBP van Nederland (2012) bedraagt circa 613 miljard, zodat 0,01% circa 61 miljoen bedraagt; zie http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/macro-economie/publicaties/dne/ sectoren/archief/2013/2013-29-03-03-ne-s.htm. Berekend op basis van het BNI vermeerderd met het saldo van de primaire geldstromen (607 + 6 miljard = 613 miljard). 5. Commissie Mededeling Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet- nanciële ondernemingen in moeilijkheden (2014/C 249/01), PbEU 31 juli 2014, p. L 249/1. Nr. 3 oktober 2014 Tijdschrift voor STAATSSTEUN 85

Redactioneel Een dergelijke aanpassing maakt het leven niet makkelijker. Begrijpelijk dat de Europese Commissie een beperktere toepassing voor ogen staat van de AGV ten opzichte van de richtsnoeren, maar eenzelfde de nitie maakt het leven wel makkelijker. Bijvoorbeeld aan de hand van de grootte van de steunmaatregel of het aantal werknemers had de Europese Commissie ook kunnen sturen. Vanaf 1 juli 2014 moeten we dus werken met 2 verschillende de nities van een onderneming in moeilijkheden. Wellicht werk aan de winkel voor de nieuwe commissaris regulering. Art. 4 Verordening kent een nieuwe regel die bekend is uit het aanbestedingsrecht en dezelfde ratio heeft als het splitsingsverbod in het aanbestedingsrecht. Art. 4 lid 2 Verordening kent een nieuwe bepaling in vergelijking met het ontwerp. Het tweede lid bepaalt dat de drempels niet mogen worden omzeild door kunstmatige opsplitsing van steunregelingen dan wel steunprojecten. Dat zal niet altijd gemakkelijk zijn te bepalen als verschillende steunverleners zijn betrokken of het karakter van sommige maatregelen onduidelijk is. De praktijk zal moeten uitwijzen of het splitsingsverbod effectief zal zijn. In het aanbestedingsrecht is het een weerbarstige materie, maar wellicht zal het in het staatssteunrecht gemakkelijker toe te passen zijn. Steun dient transparant te zijn wil de verordening van toepassing zijn. Art. 5 brengt in kaart welke steunmaatregelen dat zijn. Hieraan is ten opzichte van de concept verordening toegevoegd steun ten behoeve van regionale stadsontwikkeling. 6 Dat kan in Nederland een interessante zijn, omdat de Europese Commissie tot nu toe een aantal Nederlandse zaken heeft moeten behandelen. Het dient te gaan om steunmaatregelen in de steungebieden, zodat niet in alle gevallen een beroep op deze vrijstelling kan worden gedaan. 7 In art. 16 lid 8 Verordening worden de voorwaarden voor stadsontwikkeling verder uitgewerkt. In sub c was in de concept verordening bepaald dat in geval van een asymmetrische verliesdeling tussen publieke en particuliere investeerders, het eerste voor rekening van de publieke investeerder komende verlies gemaximeerd was op 25% van diens totale investering. In de de nitieve versie wordt niet gesproken over diens investering, maar de totale investering. Dit bedrag zal hierdoor dus wijzigen en tegen de algemene gedachte van het meip een zwaarder verlies voor de publieke partij toestaan. Het goede nieuws is voor consultants. KMO- c.q. MKB-steun kan ook consultancysteun behelzen. Art. 18 Verordening is nieuw en kwam niet voor in de conceptversie. Consultancysteun is onder voorwaarden verenigbaar met de interne markt, mits voldaan is aan de voorwaarden gesteld in hoofdstuk 1. Gangbaar advies is echter uitgesloten. Dat wordt nog een klus om vast te stellen wat gangbaar is (wellicht kunnen consultants hier assisteren). De consultant zal in ieder geval duidelijk moeten maken met speci caties wat de niet-gangbare adviezen zijn geweest om een gedeelte van de kosten te kunnen brengen onder de vrijstelling. Art. 35 is nieuw: de steun ter compensatie van de kosten voor de begeleiding van kwetsbare werknemers. Deze steun is verenigbaar met de interne markt in de zin van art. 107 lid 3 VWEU en is vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van art. 108 lid 3 VWEU, mits aan de voorwaarden uit dit artikel en Hoofdstuk I is voldaan. Ook voor milieusteun heeft een verruiming plaatsgevonden. Er zijn twee nieuwe artikelen ingevoegd, te weten de art. 47 en 48. Art. 47 ziet op investeringssteun ten behoeve van recycling en hergebruik van afval. Art. 48 heeft betrekking op investeringssteun voor energie-infrastructuur en biedt ook in Nederland en België mogelijkheden voor bevordering van opwekking van energie uit afval. Gezien de staat van de kerncentrales in België wellicht een van de vele denkpisten voor de Belgische overheid voor alternatieve energieopwekking. Ten slotte nog één belangrijke uitbreiding van de mogelijkheden steun te verlenen die is vrijgesteld: steun in verband met lokale infrastructuur. Art. 56 bepaalt echter niet wat lokale infrastructuur is, terwijl ook een de nitie in het eerste hoofdstuk ontbreekt. Art. 56 lijkt ruimte te bieden voor de praktijk, vooral bij gebiedsontwikkeling. Wat is lokale infrastructuur? In overweging 75 wordt aangegeven: de beschikbaarheid van lokale infrastructuurvoorzieningen is een belangrijke voorwaarde voor de uitbouw van het ondernemings- en consumentenklimaat en het moderniseren en ontwikkelen van de industriële basis, hetgeen ervoor zorgt dat de interne markt volwaardig functioneert in de zin van de aanbeveling van de Raad betreffende de globale richtsnoeren voor het economische beleid van de lidstaten en de Unie, die deel uitmaken van de geïntegreerde richtsnoeren Europa 2020. 6. De regeling is verder uitgewerkt in art. 16 Verordening. 7. Art. 16 lid 2 onder a Verordening. 86 Tijdschrift voor STAATSSTEUN Nr. 3 oktober 2014

Redactioneel Overweging 76 sluit wel een aantal infrastructuurvoorzieningen uit van toepassing van art. 56, namelijk: onderzoeksinfrastructuur, innovatieclusters, energie-ef ciënte stadsverwarming en -koeling, energie-infrastructuur, recycling en hergebruik van afval, breedbandinfrastructuur, cultuur en instandhouding van het erfgoed, sportinfrastructuur en multifunctionele recreatieve infrastructuur, luchthavens en havens. Deze infrastructuurvoorzieningen worden uitgezonderd, omdat deze mogelijk onderworpen zijn aan speci eke criteria of elders zijn geregeld. Uit de overwegingen blijkt dus niet wat er nu precies onder lokale infrastructuur moet worden verstaan. Ook in de consultatierondes is er weinig gezegd over lokale infrastructuur. Het Department for Business, Innovation and Skills (VK) geeft in de eerste consultatieronde aan dat zij graag een nieuwe categorie voor infrastructuur investeringen in de nieuwe Verordening ziet: to enable MS to offer aid to encourage infrastructure investment to meet community objectives on the environment, or to overcome market failures such as the presence of natural monopolies; or the existence of externalities, which can lead to underinvestment in infrastructure and justify Government intervention. In de laatste consultatieronde heeft Kroatië over lokale infrastructuur het volgende opgemerkt: Croatia would like to co-ask you to go beyond the exemptions contained in the present proposal and include far-reaching exemptions for measures for the expansion of business-related infrastructures which will grant the Member States the necessary scope for the funding of business-related infrastructures which involves state aids. Deze opmerking lijkt te doelen op het nieuwe art. 56. Desalniettemin verduidelijkt ook het Ministry of Finance, Economic Affairs Sector van Kroatië niet wat zij onder deze zogenoemde business-related infrastructures verstaat. De huidige tekst lijkt ruimer en niet alleen op business infrastructure betrekking te hebben. Ten derde heeft Veolia Environment hierover een zienswijze ingediend tijdens de laatste consultatieronde waarin zij aangeeft: Veolia considers that the revision of the GBER should not miss the opportunity to include a speci c category supporting all types of infrastructure (including environmental and energy infrastructure), considering the huge need to develop new infrastructure of general interest and to retro t existing ones of general interest in Europe, in line with the EU 2020 Strategy and its objectives of sustainable growth and climate change adaption. Blijft intrigerend door welke dynamiek zulke belangrijke wijzigingen op het laatste moment in de verordening belanden. De verordening gaat volgens art. 5 over transparante steun, maar het proces van vrijstelling van de steunmaatregelen lijkt niet zo transparant. Pieter Kuypers Nr. 3 oktober 2014 Tijdschrift voor STAATSSTEUN 87

Modernisering van het staatssteunbeleid Deel 1: Formeel recht mr. P.P. Huurnink en mr. R.J.M. van den Tweel * De Europese staatssteunregels zijn in de loop van vele jaren uitgegroeid tot een complex juridisch kader. Met de modernisering van het staatssteunbeleid tracht de Europese Commissie deze regels te verduidelijken en vereenvoudigen, de samenhang te versterken en het beoordelingsproces te stroomlijnen. In twee artikelen dit eerste over formeel recht en het tweede over materieel recht wordt een overzicht gegeven van het nieuwe Europese staatssteunbeleid. 1. Inleiding Het staatssteunbeleid kan een belangrijke rol spelen bij de versterking van de economie. Dat is hard nodig. Toch benut Nederland de mogelijkheden voor staatssteun te weinig, aldus Gert Jan Koopman, plaatsvervangend directeur-generaal Mededinging van de Europese Commissie, in een interview voor VNO-NCW in januari 2014. 1 Waarom dat zo is, zei hij er niet bij. De redenen laten zich denken: overheden zijn terughoudend omdat (geparafraseerd) staatssteun verboden is, de vrijstellingen onduidelijk zijn of te beperkte mogelijkheden bieden en een aanmelding bij de Europese Commissie omslachtig is en veel tijd en geld kost. De vraag is of de modernisering van het staatssteunbeleid veel verandering in deze (voor)oordelen gaat brengen. Alweer 2,5 jaar geleden kondigde Eurocommissaris Joaquin Almunia een nieuwe staatssteunhervorming aan. 2 De modernisering van het Europese staatssteunbeleid kreeg vorm in een mededeling van de Europese Commissie van 8 mei 2012. 3 Doel van dit hervormingspakket is om de lidstaten nog beter in staat te stellen economische groei te stimuleren. Drijfveer achter het nieuwe beleid is dus de economie. Insteek is volgens de Commissie dat overheidssteun aan het bedrijfsleven mag, zolang het de markt maar niet ontwricht. Uitvloeisel daarvan is dat de Commissie zich concentreert op zaken die de grootste impact op de interne markt hebben en daarom meer mogelijkheden voor de verlening van vrijgestelde steun worden geïntroduceerd. De Commissie creëert meer handvatten die het toezicht vereenvoudigen en meer transparantie moeten bieden. Tegelijk wordt de samenwerking met de lidstaten op het gebied van de handhaving van de staatssteunregels versterkt. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de nieuwe procedurele normen waar Nederlandse overheden rekening mee moeten houden als zij gevolg geven aan de oproep om vaker steun te verlenen, en waar marktpartijen mee te maken kunnen krijgen als zij of hun concurrenten steun ontvangen. De belangrijkste, maar niet de enige, veranderingen houden verband met de wijziging van de Procedureverordening 4 en zien op de informatievergaring en -verstrekking. Voor de procedurele normen van het nieuwe staatssteunbeleid is duidelijk aansluiting gezocht bij instrumenten en bevoegdheden waar in het mededingingsrecht bij kartelen fusieonderzoeken al jaren ervaring mee is opgedaan. Bij deze op zichzelf voor de hand liggende ontwikkeling, dient echter wel in het achterhoofd te worden gehouden dat de Commissie, de lidstaten en marktpartijen in het mededingingskader een andere rol hebben en spelen dan in het staatssteunkader. 2. De herziene Procedureverordening Met Verordening (EU) nr. 734/2013 van 22 juli 2013 heeft de Europese wetgever Verordening (EG) nr. 659/1999 herzien. 5 De herziene Procedureverordening is op 20 augustus 2013 in werking getreden. Om het staatssteuntoezicht van de Commissie ef ciënter te maken, zijn in de herziene Procedureverordening vier belangrijke veranderingen doorgevoerd: * Mr. P.P. Huurnink en mr. R.J.M. van den Tweel zijn beiden advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuyn te Den Haag. 1. Zie http://www.vno-ncw.nl/publicaties/forum/pages/ Roomser_dan_de_paus_met_staatssteun_18813.aspx?s ource=%2fpublicaties%2fnieuws%2fpages%2feutop ambtenaar_te_weinig_interesse_voor_mogelijkheden_ staatssteun_2717.aspx.#.vcj_uety7_a 2. Joaquín Almunia Vice President of the European Commission responsible for Competition Policy Modernising State aid control European Economic and Social Committee plenary meeting Brussels, 23 February 2012 European Commission - SPEECH/12/117, 23/02/2012. 3. Mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economische en Sociaal Comité en het Comité van de regio s van 8 mei 2012, De modernisering van het EU-staatssteunbeleid, COM(2012) 209 nal. 4. Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van art. 93 van het EG-Verdrag, PB 1999, L 83, p. 1. 5. Verordening (EU) nr. 734/2013 van de Raad van 22 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 659/1999 tot vaststelling van de nadere bepalingen voor de toepassing van art. 93 van het EG-Verdrag, PB 2013, L 204, p. 15. De herziening zal, blijkens het voorstel van de Commissie van 26 augustus 2014 (COM(2014) 534 nal), nog of cieel worden gecodi eerd in een nieuwe verordening. De nieuwe verordening zal geen inhoudelijke wijziging inhouden. Wel worden de bepalingen hernummerd. Omdat deze nieuwe verordening nog niet is vastgesteld, wordt in dit artikel aangesloten bij de nummering van de (niet-of ciële) geconsolideerde versie van de herziene Procedureverordening. 88 Tijdschrift voor STAATSSTEUN Nr. 3 oktober 2014

Modernisering van het staatssteunbeleid de introductie van een klachten lter, zodat de Commissie prioriteiten kan stellen en niet meer iedere klacht tot een onderzoek hoeft te leiden; de bevoegdheid van de Commissie om informatie rechtstreeks op te vragen bij andere lidstaten en marktpartijen; de mogelijkheid voor de Commissie om de informatieverzoeken aan marktpartijen af te dwingen door middel van geldboeten en dwangsommen; en een versteviging van de samenwerking tussen de Commissie en nationale rechters bij de toepassing van de staatssteunregels. Deze wijzigingen komen hierna een voor een aan de orde. 3. et l chten lter Uitgangspunt van de oude Procedureverordening was dat de Commissie ongeacht de bron iedere aanwijzing dat inbreuk zou zijn gemaakt op de staatssteunregels moest onderzoeken. 6 Er golden geen formele voorwaarden om bij de Commissie een klacht over staatssteun te kunnen indienen. 7 Het resultaat was dat gemiddeld 300 klachten per jaar werden ingediend, al dan niet afkomstig van belanghebbenden. 8 Veel van deze klachten zo constateerde de Commissie waren niet ingegeven door echte mededingingsbezwaren en vaak (ook) onvoldoende onderbouwd. Zo is de Commissie de laatste jaren welhaast bedolven onder klachten uit Nederland van burgers, milieuorganisaties en wat dies meer zij over uiteenlopende grondtransacties en gebiedsontwikkelingen. Mede als gevolg daarvan blijven de gemiddelde doorlooptijden van staatssteunzaken oplopen. 9 In de herziene Procedureverordening is daarom een klachten lter geïntroduceerd. 10 De Europese Commissie heeft net als voorheen de bevoegdheid om ambtshalve informatie uit welke bron dan ook te onderzoeken met betrekking tot mogelijk onrechtmatige steun. 11 Belangrijk verschil met de oude situatie is dat de Commissie onder de herziene Procedureverordening niet langer de verplichting heeft om, als zij beschikt over dergelijke informatie, die informatie (onverwijld) aan een onderzoek te onderwerpen. Alleen klachten dient de Commissie steeds (zo snel mogelijk) te onderzoeken. In dat kader is van belang dat enkel een belanghebbende een klacht kan indienen. Het is aan klagers om aan te tonen dat zij belanghebbenden zijn. Anders gezegd: het indienen van een klacht maakt van een klager niet automatisch een belanghebbende. Ook de oude Procedureverordening kende overigens de mogelijkheid tot indiening van klachten over beweerdelijk onrechtmatige steun en kende beweerd misbruik van steun alleen toe aan belanghebbenden. 12 Omdat op de Commissie op grond van de oude Procedureverordening tegelijkertijd de verplichting rustte om informatie met betrekking tot beweerdelijk onrechtmatige steun uit welke bron dan ook steeds te onderzoeken, kon in de praktijk eenieder belastende informatie indienen en moest de Commissie vervolgens een onderzoek instellen. 13 Onder de oude Procedureverordening kon de Commissie die informatie dus niet naast zich neerleggen. Met de herziene Procedureverordening is daar verandering in gekomen. Veel hangt af van de invulling die het belanghebbende - begrip zal krijgen. Het ligt voor de hand dat wordt aangesloten bij de uitleg die het Hof van Justitie daaraan heeft gegeven in de rechtspraak over toegang tot de rechter in staatssteunzaken. Uit deze rechtspraak volgt dat de kring van ondernemingen die een staatssteunbesluit van de Commissie kan aanvechten, beperkt is. Alleen een onderneming die rechtens genoegzaam kan aantonen dat de steun haar situatie concreet dreigt te beïnvloeden, bijvoorbeeld een concurrent van de begunstigde(n) en wiens concurrentiepositie door de steun wezenlijk wordt aangetast, kan als belanghebbende worden aangemerkt en in die hoedanigheid in rechte opkomen tegen een dergelijke besluit. 14 De toekomst zal moeten uitwijzen of deze rechtspraak daadwerkelijk bepalend zal zijn voor de beantwoording van de vraag wie een klacht kan indienen bij de Commissie. Als een klager als belanghebbende kan worden beschouwd, dan geldt daarnaast nog dat de klager onder de herziene Procedureverordening gehouden is om via een verplicht klachtenformulier aan de Commissie een bepaalde hoeveelheid gevraagde informatie te verschaffen. 15 Is de klager naar het oordeel van de Commissie geen belanghebbende of biedt de informatie die de belanghebbende verstrekt volgens de Commissie onvoldoende grond om op basis van een voorlopig onderzoek aan te tonen dat er sprake is van onrechtmatige steun of misbruik van steun, dan behandelt de Commissie het formulier niet als klacht, maar als algemene marktinformatie. Overigens krijgt een klager de gelegenheid om het gebrek aan de verlangde informatie te herstellen, en wel in de regel binnen één maand. Als de klager niet binnen de vastgestelde termijn haar standpunten kenbaar maakt en de informatie verstrekt, wordt de klacht geacht te zijn ingetrokken. 16 De betrokken lidstaat wordt hiervan in kennis gesteld door de Commissie. Als de klacht als algemene marktinformatie wordt behandeld, hoeft de Commissie geen onderzoek in te stellen. Wel blijft voor de Commissie de mogelijkheid behouden om (in een later stadium) deze marktinformatie te gebruiken voor ambtshalve onderzoek. 6. Art. 10, lid 1 oude Procedureverordening. 7. Gerecht 29 september 2011, zaak T-442/07, Ryanair Ltd/ Commissie, ECLI:EU:T:2011:547, punt 33. 8. In art. 1, sub h (oude en herziene) Procedureverordening is het begrip belanghebbende gede nieerd. 9. COM(2012) 725 nal, p. 5. 10. Art. 10, lid 1, tweede alinea jo. art. 20, lid 2 herziene Procedureverordening. 11. Art. 10, lid 1, eerste alinea herziene Procedureverordening. 12. Art. 20, lid 2 oude Procedureverordening. 13. Zie tevens B. Hessel, De veranderingen in de Procedureverordening en de Machtigingsverordening: belangrijke opstappen naar 2014 in Staatssteun 2014, nr. 1, p. 17. 14. Zie o.a. HvJ EU 24 mei 2011, zaak C-83/09 P, Kronopoly en Kronotex, ECLI:EU:C:2011:341, punten 63 e.v., en Gerecht 12 juni 2014, zaak T-488/11, SARC/Commissie, ECLI:EU:T:2014:497, punten 31 t/m 58. 15. Art. 20, lid 2, tweede alinea en art. 27, onder c) herziene Procedureverordening. Het klachtenformulier is raadpleegbaar via: http://ec.europa.eu/competition/ forms/download_en.html. Zie tevens art. 11 bis, lid 2 van Verordening (EG) nr. 794/2004 wat betreft de berekening van bepaalde termijnen, de afhandeling van klachten en de identi catie en bescherming van vertrouwelijke informatie, PB 2004, L 140, p. 1, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 372/2014, PB 2014, L 109, p. 14. 16. Art. 20, lid 2, tweede alinea herziene Procedureverordening. Nr. 3 oktober 2014 Tijdschrift voor STAATSSTEUN 89

Modernisering van het staatssteunbeleid Kortom, de Commissie hoeft onder de herziene Procedureverordening alleen klachten te onderzoeken die: i) door een belanghebbende zijn ingediend en ii) voldoende informatie bevatten. Doordat niet alle verklaringen als klacht gelden en algemene marktinformatie niet steeds hoeft te worden onderzocht, kan de Commissie prioriteiten in haar (ambtshalve) onderzoeken stellen. En daar is het haar om te doen, namelijk om de echt grote steunzaken te kunnen aanpakken. Dit laat onverlet dat echte klachten, groot of klein, wel altijd tot een onderzoek van de Commissie moeten leiden. 4. Nieuwe marktinformatie-instrumenten Het procedurele raamwerk voor de bevoegdheden van de Commissie om in staatssteunonderzoeken informatie in te winnen, zoals dat was vastgelegd in de oude Procedureverordening, kende beperkingen. Zo ontbrak in de vaak technisch ingewikkelde zaken een bevoegdheid tot marktconsultatie. De Commissie was grotendeels afhankelijk van de informatie die zij ontving van de betrokken lidstaat en (indirect) van de begunstigde(n), terwijl de nationale autoriteiten niet altijd gemakkelijk aan informatie kunnen komen die bij marktpartijen berust. Door deze indirecte benadering kwam die informatie soms in het geheel niet boven tafel en in elk geval leverde deze aanpak vertraging op. Bovendien kon het leiden tot een zware administratieve belasting voor de nationale autoriteiten. De Commissie was verder afhankelijk van de informatie die marktpartijen uit eigener beweging verstrekten. Zij kon daarin niet sturen, anders dan door de overwegingen kenbaar te maken die ten grondslag liggen aan de opening van de formele onderzoeksprocedure. Met de herziene Procedureverordening zijn daarom verschillende nieuwe marktinformatie-instrumenten geïntroduceerd in het staatssteunrecht: de bevoegdheid voor de Commissie om tijdens de formele onderzoeksprocedure rechtstreeks, en dus buiten de betrokken lidstaat om, van entiteiten (niet zijnde de betrokken lidstaat) alle benodigde marktinformatie te verlangen; 17 en de bevoegdheid voor de Commissie om onderzoeken naar bepaalde economische sectoren of bepaalde steuninstrumenten in verscheidene lidstaten in te stellen. 18 Gerichte marktinformatieverzoeken tijdens de formele onderzoeksprocedure Van belang is dat het eerste nieuwe marktinformatie-instrument (uitsluitend) door de Commissie kan worden ingezet na inleiding van de formele onderzoeksprocedure als bedoeld in art. 6 van de herziene Procedureverordening; niet daarvóór al. De Commissie zal dus op basis van de door de betrokken lidstaat in het voorlopige onderzoek verschafte informatie moeten beoordelen of er twijfel bestaat over (het steunkarakter of) de verenigbaarheid van de betrokken (al dan niet aangemelde) maatregel. Blijkens de considerans van de herziene Procedureverordening is het instrument speci ek bedoeld als hulpmiddel voor de beoordeling van de verenigbaarheid van de steun en niet zozeer om het steunkarakter te bepalen. 19 Het nieuwe instrument biedt de Commissie de mogelijkheid om in de formele onderzoeksprocedure actief en rechtstreeks een informatieverzoek te richten aan andere lidstaten en aan marktpartijen (ondernemingen en ondernemersverenigingen, waaronder ook de begunstigde(n)) als zij de door de betrokken lidstaat tijdens het voorlopige onderzoek verschafte informatie ontoereikend vindt. De Commissie hoeft dan niet meer af te wachten welke informatie de bekendmaking van het openingsbesluit in het Publicatieblad van de EU oplevert. Bij een informatieverzoek moet de Commissie steeds het evenredigheidsbeginsel in acht nemen, met name met betrekking tot kleine en middelgrote bedrijven. 20 Ook geldt dat een verzoek alleen kan zien op informatie die de desbetreffende andere lidstaten of marktpartijen ter beschikking staat. 21 Dit roept wel de vraag op hoe de Commissie weet welke informatie ter beschikking staat en hoe zij kan controleren of bepaalde informatie wordt verzwegen. Dit laatste is overigens voor zowel de betrokken marktpartij als de betrokken lidstaat niet zonder risico (waarover hierna meer). Interessant zal worden om te bezien welke marktpartijen de Commissie gaat benaderen voor marktinformatie. De herziene Verordening spreekt over een onderneming of ondernemingsvereniging dus het ligt voor de hand dat (afgezien van de begunstigde(n) zelf) vooral kan worden gedacht aan concurrenten die op dezelfde of naastgelegen dan wel aanverwante geogra sche of productmarkten actief zijn. Maar wie zegt ons dat het daartoe beperkt blijft? Interessante marktinformatie is ook (juist) beschikbaar bij partijen die uit hoofde van hun werkzaamheden of taken over inside information beschikken, zoals accountantskantoren of forensisch deskundigen. In de nationale mededingingspraktijk is daar een mooi voorbeeld van. ACM vorderde van Difotrust, leverancier van diensten op het gebied van forensisch digitaal onderzoek onder meer tot vaststelling van eventuele inbreuken op het mededingingsrecht, bepaalde informatie (overzicht van de namen van ondernemingen voor wie Difotrust in de vijf jaar voorafgaand mededingingsrechtelijke onderzoeken had verricht) op grond van de art. 5:16 en 5:20 Awb. Het Gerechtshof Den Haag oordeelde dat ACM deze informatie in dat kader mocht opvragen en dat Difotrust gehouden was om die informatie te verstrekken. 22 Als de Commissie rechtstreeks informatie wil opvragen bij de (potentieel direct of indirect) begunstigde(n) van de steun zelf, dan is daarvoor toestemming van de betrokken lidstaat vereist. 23 Dit, zo volgt uit de considerans van de herziene Procedureverordening, vanwege de bijzondere verhouding tussen de begunstigde(n) van steun en de betrokken lidstaat. 24 Dit betekent dat de Commissie ten aanzien van de rechtstreekse vergaring van informatie van de steunontvanger(s) nog steeds afhankelijk is van de medewerking van de betrokken lidstaat, terwijl juist bij die marktpartijen de (al dan niet rechtstreekse) positieve effecten van de onderzochte maatregel zich voordoen en daar mogelijk waardevolle informatie is te verzamelen. 17. Art. 6 bis jo. art. 10 herziene Procedureverordening. 18. Art. 20 bis herziene Procedureverordening. 19. Overweging 8 van de considerans herziene Procedureverordening. 20. Art. 6 bis, lid 1 herziene Procedureverordening. 21. Art. 6 bis, lid 4 herziene Procedureverordening. 22. Gerechtshof Den Haag 23 april 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:CA3041. 23. Art. 6 bis, lid 2, onder b) herziene Procedureverordening. 24. Overweging 4 van de considerans herziene Procedureverordening. 90 Tijdschrift voor STAATSSTEUN Nr. 3 oktober 2014