Regionale analyse 2012 2015 Voortijdig Schoolverlaten. RMC-regio 24 Noord-Kennemerland. C. Pouw



Vergelijkbare documenten
Handreiking voor het maken van een regionale analyse betreffende het voorkomen van voortijdig schoolverlaten

RMC Regio 23 Kop van Noord-Holland. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

RMC Factsheet. RMC Regio 23 Kop van Noord-Holland

RMC Factsheet. RMC Regio 24 Noord-Kennemerland

- CONCEPT - Regionale analyse Voortijdig Schoolverlaten. RMC-Regio 23 Kop van Noord-Holland. C. Pouw

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

Nadere uitwerking definitieve Vsv Cijfers voor regio 36b

Handreiking voor het maken van een regionale analyse betreffende het voorkomen van voortijdig schoolverlaten

Opmerkelijke cijfers en interpretaties versie 7 maart 2013

RMC Factsheet. RMC Regio 22 West-Friesland

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 16/17 in RMC regio Eem en Vallei vs

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 16/17 in RMC regio Eem en Vallei vs

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 17/18 in RMC regio Eem en Vallei vs

Aanval op schooluitval

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Samenleving BOW/ RIS december Evaluatie Haagse vsv-maatregelen

RMC Factsheet. RMC Regio 20 Gooi en Vechtstreek

Nadere analyse voorlopige VSV cijfers 15/16 in RMC regio Eem en Vallei vs

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

RMC Noord-Kennemerland. Presentatie PORA 6 januari 2016

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Vervolgaanpak VSV en JiKP

FACTSHEET VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN RMC-REGIO 026 ZUID-HOLLAND NOORD

Voortijdige schoolverlaters VO

Beantwoording vragen rondom in- en uitschrijving in het voortgezet onderwijs

8 Samenvatting en conclusies

Bronnen en Berekeningswijze

tt 4 C"O Y tc.7 'tfçtj..--airl 7337V2 APELDOORN t.a.v. het college van bestuur INGEKo 4EN tl JA t. 20t5

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers Uitgave: oktober 2014

Doelstelling Percentage en streefcijfers uitval naar onderwijssoort Haaglanden Tussenstand verloop dit schooljaar

Aanval op schooluitval

RMC. RMC Subregio Vallei Ede Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal - Wageningen

Bijlage B. Behorende bij artikel 3.3 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

RMC Factsheet. RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg

RMC Regio 39 Gewest Zuid-Limburg. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

Aanval op schooluitval

Stromen door het onderwijs

Achtergrondinformatie formatiemeter 2014

Landelijke doelstelling

RMC Regio 33 Zeeuwsch-Vlaanderen. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers Uitgave: maart 2015

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D17 (PA 4 september 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Factsheet vsv-cijfers en nieuwe meetsystematiek

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Programmabegroting RBL Oosterschelderegio

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

Inhoudsopgave verzuimkaart Clusius College mbo

Programmabegroting RBL Oosterschelderegio

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

Jaarverslag Leerplicht Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant

Opheldering over het uitschrijven van leer/kwalificatieplichtige leerlingen uit BRON Met ingang van 1 juli De leerling blijft op school

Aanval op Schooluitval: Regiobijeenkomst vervolgaanpak VSV

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

RMC Factsheet. RMC Regio 30 Zuid-Holland-Zuid

Jaarverslag Leerplicht en RMC gemeente Tilburg

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2018

Programmabegroting RBL Oosterschelderegio

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op

RMC jaarverslag

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

RMC Factsheet. RMC Regio 3 Centraal en Westelijk Groningen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds CONVENANT VSV NOORD-KENNEMERLAND

Aan de voorzitters van de Commissie Jeugd en Burgerschap en de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale zaken

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

Aanval op schooluitval

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Protocol. Schoolverzuim 18+ ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten

~atwijk. o Intern advies nv! o Extern advies nvgt. Overeenkomstig het vcorstel besloten. 1 3 MRT 2012 Nr. 1S. Voorstel

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

RMC Factsheet. RMC Regio 2 Noord-Groningen-Eemsmond

Voorwoord. In dit jaarverslag over het schooljaar vindt u de cijfers over de aanpak

Jaarverslag leerplicht gemeente Rijswijk. Schooljaar

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2016

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet. Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2016

RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: maart 2017

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Oplegvel Collegebesluit

Jaarplan Leerplicht. Schooljaar Gemeente Velsen

Leerplichtbeleid gemeente Tynaarlo Administratie van scholen en gemeente Leerplicht; verzuimmelding, vrijstelling

Raadsinformatiebrief Nr. :

Leerplicht in Baarn. Jaarverslag en

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers

Programmabegroting/Jaarrekening

Aanval op schooluitval

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

Jaarverslag Leerlingzaken

23JA Grafisch Lyceum Rotterdam

RMC Regio 32 Walcheren. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Definitieve cijfers - versie 1 Uitgave: oktober 2018

Almeerse Monitor Voortijdig Schoolverlaten Schooljaar

Bijlage G behorende bij artikel 28. Model RMC-effectrapportage, met handleiding. Inleiding

RMC Regio 12 Twente. RMC Factsheet Convenantjaar Nieuwe voortijdige schoolverlaters Voorlopige cijfers - versie 1 Uitgave: februari 2019

Tabellenbijlage voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord

Transcriptie:

Regionale analyse 2012 2015 Voortijdig Schoolverlaten RMC-regio 24 Noord-Kennemerland C. Pouw

RMC-regio 24 Noord-Kennemerland Regionale analyse 2012 2015 Voortijdig Schoolverlaten Juni 2012 C. Pouw 2012 Ciska Pouw in opdracht van het ROC Horizon College. Het is niet geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in publicaties zonder nauwkeurige bronvermelding. 2 van 35

Inhoudsopgave Leeswijzer... 4 Conclusies... 5 Algemeen... 5 Focus nieuwe maatregelen... 6 Nader onderzoek wenselijk... 7 Inleiding... 8 Kwantitatieve analyse... 9 1. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met landelijk gemiddelde en norm 2012-2013... 9 2. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met RMC-regio 22 West-Friesland... 10 3. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met RMC-regio 26 Zuid-Holland Noord... 11 4. Vergelijking individuele scholen RMC-regio 24 met norm 2012-2013 en streefnorm 2014-2015... 12 5.1 Specifieke aandacht voor uitval in bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 3-4... 15 5.2 Specifieke aandacht voor de overgang van vo naar mbo leerjaar 1... 16 5.3 Specifieke aandacht voor VSV binnen ROC Horizon College... 18 5.4 Specifieke aandacht voor opvallende kenmerken voortijdig schoolverlaters... 19 5.5 Specifieke aandacht voor witte vlekken... 20 5.6 Specifieke aandacht voor leerlingen uit RMC-regio 24 die elders onderwijs volgen... 21 Kwalitatieve analyse... 22 6. Uitvalsredenen voortijdig schoolverlaters RMC-regio 24 Noord-Kennemerland... 22 7. Effect VSV-maatregelen RMC-regio 24 tranche 2008-2009 en 2010-2011... 22 8. Schets regionaal verzuimbeleid... 24 9. Evaluatie van de plusvoorzieningen onderzoek ResearchNed... 26 10. Evaluatie samenwerking in de regio... 26 11. Schets ideaalbeeld... 28 Bijlagen... 29 A. Effect VSV maatregelen RMC-regio 24 tranche 2008-2009 en 2010-2011... 30 1. Noord-Kennemerland verzuimt niet... 30 2. Noord Kennemerland vangt op... 31 3. Noord Kennemerland draagt over... 32 4. Kiezen doe je zelf... 33 B. Verklaring bij VSV-convenant... 35 3 van 35

Leeswijzer Alle cijfers die gebruikt zijn in de regionale analyse hebben betrekking op schooljaar 2010-2011. De conclusies zijn dan ook aan de hand van de meest recente uitvalscijfers getrokken. Graag wil ik benadrukken dat het rapport mede tot stand is gekomen door de inzet en betrokkenheid van Femke Blokker, Rian Agterof, Saskia Schoenfeld, Kees van Bruggen, Marijke van der Meer en Ada Heijkoop. Hieronder is weergegeven van welk bronmateriaal gebruik is gemaakt voor het schrijven van de regionale analyse VSV 2012-2015 Noord-Kennemerland. Bronmateriaal: Handreiking voor het maken van een regionale analyse 2012-2015; Ministerie van OCW Bijlage VSV-brief 2012; Ministerie van OCW Convenant Aanval op Schooluitval RMC-regio 24 Noord-Kennemerland; presentatie Gerda Brinkman Voorlopige cijfers convenantjaar 2010-2011 DUO RMC-regio 24 Noord-Kennemerland Voorlopige cijfers convenantjaar 2010-2011 DUO RMC-regio 22 West-Friesland Regionale factscheet RMC-regio 26 Zuid-Holland-Noord Regionale analyse VSV 2010-2011; presentatie RMC NKL Regionale analyse witte vlekken vo en mbo RMC-regio 24; RMC NKL / Regionaal Steunpunt VSV VSV per vo school in doelgroepen onderbouw vo, bovenbouw vmbo en bovenbouw havo/vwo; Regionaal Steunpunt VSV Analyse VSV ROC Horizon College; Marijke van der Meer VSV mbo instellingen naar verblijfsjaar, uitgesplitst naar de 18-jarigen en jonger en 18-plussers voor schooljaar 2010-2011; Ministerie van OCW Doorstroomuitval mbo: aantal deelnemers en VSV-ers per vo school dat binnen een jaar na inschrijving is uitgevallen voor schooljaar 2010-2011; Ministerie van OCW Verzuimprotocol vo/mbo; Kenniskring Noord-Kennemerland Verzuimt niet Samenvatting onderzoeksrapport tussenrapportage plusvoorzieningen ResearchNed 4 van 35

Conclusies De regionale analyse VSV RMC-regio 24 biedt een fundament waarmee ketenpartners binnen de regio gezamenlijk kunnen bepalen waar maatregelen kansrijk en gewenst zijn. Alvorens dieper in te gaan op conclusies die getrokken kunnen worden op basis van de regio analyse, nog het volgende ter overweging: Het ministerie van OCW ziet graag dat de nieuwe maatregelen volledig onderbouwd worden met uitvalscijfers per doelgroep, de te verwachten daling per doelgroep en een eventuele kostprijs per niet uitgevallen jongere / per maatregel. Daarnaast wordt een analyse gevraagd van de reeds genomen maatregelen en die gebieden waar maatregelen nog kansrijk zijn omdat hier in eerdere maatregelen wellicht nog geen aandacht aan is besteed. Deze eisen en/of kaders zouden er toe kunnen leiden dat maatregelen heel exact worden geformuleerd om vooraf precies aan te geven waaraan deze precies moet bijdragen en in welke mate. Echter, zoals ook door de onderwijsinstellingen in de regio is opgenomen in de Verklaring bij VSVconvenant Noord-Kennemerland periode 2012 2015, vindt de nieuwe subsidieregeling plaats in een context die volop in beweging is: zowel in onderwijs als maatschappij. Te noemen zijn de invoering van passend onderwijs; de hogere eisen en centrale examinering voor Nederlands, Engels en rekenen in het mbo; de invoering van de entreeopleidingen met een bindend studieadvies; de gewijzigde zak- /slaagregeling voor het eindexamen vo; economische tegenvallers; de oplopende werkeloosheid en de bezuinigingen op Jeugdzorg. Onvermijdelijk gaat hiervan invloed uit op kwetsbare jongeren zelf en hun naaste omgeving. Hoewel in de onderwijsveranderingen het boeien en binden aandachtspunten zullen zijn, behoort toenemende druk op voortijdig schoolverlaten tot de mogelijkheden. Deze druk valt niet in omvang te voorspellen en ondanks grote inspanningen door alle ketenpartners moeilijk te voorkomen. Flexibiliteit om te kunnen inspelen op specifieke veranderingen en effecten van maatregelingen is gewenst. Helder geformuleerde maatregelen, met een duidelijke focus op een doelgroep, kunnen dienen als kapstok/kader waaronder diverse projecten en/of deelactiviteiten geplaatst kunnen worden. Afhankelijk van de wijze waarop het onderwijs en de schooluitval zich de komende jaren zal ontwikkelen, kunnen deze projecten en/of deelactiviteiten worden opgestart en vormgegeven. Vooraf ruimte creëren om te allen tijde gezamenlijk adaptief te kunnen inspelen op de realiteit, maakt achteraf openbreken overbodig. Uiteindelijk is de leerling/deelnemer die dreigt uit te vallen het meest gebaat bij een maatregel die aansluit bij zijn/haar situatie. Binnen de regio is door gezamenlijke inspanningen, een mooi resultaat voor schooljaar 2010-2011 gerealiseerd. Het is van belang om reeds ingezette en succesvol gebleken maatregelen en activiteiten te continueren en te borgen. Algemeen Op korte termijn zou de regio er verstandig aan doen om zich te richten op bovenbouw havo/vwo, mbo 1 en mbo 3-4 om te voldoen aan de prestatienormen. Daarnaast laten de aantallen zien dat relatief veel winst valt te behalen met maatregelen die zich richten op de uitval in bovenbouw vmbo en mbo 2. De regio kent nu een gemiddelde schooluitval van 3,1% en dat dient te worden teruggebracht naar 1,8% in 2014-2015. De uitval onder deelnemers van 18 jaar en ouder maakt 73% van de totale uitval in RMC-regio 24 uit. (preventieve) maatregelen gericht op deze groep VSV-ers zijn dan ook wenselijk. Verder is het aan te bevelen om nader te onderzoeken wat de reden is dat jongens relatief vaker uitvallen dan meisjes en in hoeverre de school invloed kan uitoefenen om deze jongens naar een startkwalificatie te begeleiden. 5 van 35

Focus nieuwe maatregelen Voortgezet Onderwijs RMC-regio 24 voldoet met de schooluitval in de doelgroepen onderbouw vo en bovenbouw vmbo aan de prestatienorm voor 2012-2013. Uitgaande van de streefnormen voor 2014-2015 dient de schooluitval binnen onderbouw vo te worden teruggebracht van 58 naar 13 VSV-ers. Voor bovenbouw vmbo geldt dat het maximum toelaatbaar aantal VSV-ers 50 betreft tegen 93 VSV-ers nu. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat nog geen rekening is gehouden met de witte vlekken. De schooluitval binnen de doelgroep bovenbouw havo/vwo is met 0,9% hoger dan de prestatienorm van 0,5% voor 2012-2015. Het ministerie hanteert echter ook een streefnorm voor 2014-2015 van maximaal 0,1% uitval, voor RMC-regio 24 betekent dit een maximum toelaatbaar aantal VSV-ers van 6, ten opzichte van de huidige 55 VSV-ers. Hierbij moet wederom worden opgemerkt dat nog geen rekening is gehouden met de witte vlekken. RMC-regio 24 kent 206 VSV-ers in het voortgezet onderwijs, hiervan behoren er 101 tot een zogenoemde witte vlek, wat het totaal aantal VSV-ers terugbrengt tot 105. In 2014-2015 dient het totaal aantal VSV-ers in het voortgezet onderwijs voor RMC-regio 24 te zijn teruggebracht tot 69, wat een gewenste daling van 35% VSV-ers betekent. In paragraaf 4 is per school nagegaan binnen welke doelgroepen het aantal schoolverlaters hoger is dan de prestatienorm en streefnorm. Hieruit blijkt wederom dat met name de uitval in de bovenbouw havo/vwo de komende jaren aandacht zal behoeven. Nadere bestudering van deze uitval levert interessante inzichten op: - De uitval binnen de leerjaren havo 3 t/m 5 bedraagt 1,1% ten opzichte van de norm van 0,5%. - Om te voldoen aan de prestatienorm dient het aantal VSV-ers, bij een gelijkblijvend leerlingenaantal, in de bovenbouw havo te worden teruggebracht van 32 naar 14. De streefnorm voor 2014-2015 is echter 0,1% wat gelijk staat aan maximaal 3 VSV-ers in de bovenbouw havo, ofwel een daling van 90% ten opzichte van de uitval in 2010-2011. - De uitval in vwo 3 t/m 6 is 0,8% en daarmee 0,3% hoger dan de prestatienorm van 0,5%. - Uitgedrukt in aantallen betekent dit een gewenste daling, bij een gelijkblijvend leerlingenaantal, van 23 VSV-ers naar 14 VSV-ers. De streefnorm van 0,1% voor 2014-2015 staat ook voor bovenbouw vwo gelijk aan maximaal 3 VSV-ers, wat neerkomt op een daling van 87% ten opzichte van 2010-2011. Bovenstaande geeft aan dat binnen de doelgroep bovenbouw havo/vwo de focus meer zal liggen in het terugdringen van uitval in de bovenbouw havo. Middelbaar beroepsonderwijs De uitval binnen mbo 1 vindt voornamelijk plaats op het ROC Horizon College; 72 VSV-ers van de in totaal 83 VSV-ers mbo 1. Regionale inzet in deze doelgroep zal dan ook met name op het ROC Horizon gericht dienen te zijn. Het maximum toelaatbaar VSV-ers mbo 1 zal in 2014-2015 voor de gehele regio 54 uitvallers bedragen. Naast de uitval in mbo 1 is de uitval in mbo 3-4 voor RMC-regio 24 hoger dan de prestatienorm. 4,4% van alle deelnemers mbo 3-4 valt uit, ofwel 184 VSV-ers. De uitval zal bij een gelijkblijvend aantal deelnemers moeten worden teruggebracht tot 4,25% in 2012-2013 ofwel 178 VSV-ers. Om in 2014-2015 te voldoen aan de streefnorm van 2,75% zal de uitval verder moeten dalen tot 115 VSV-ers. Nadere bestudering van de gegevens levert echter een aantal opmerkelijke feiten op: - Slechts 99 van de 184 VSV-ers komen voor rekening van de twee regionale opleidingscentra het ROC Horizon College en het Clusius College. 85 VSV-ers ofwel ruim 46% vallen uit op omliggende opleidingsinstellingen buiten de regio. - Binnen de doelgroep mbo 3-4 is de uitval percentueel het hoogst onder de bbl 3 opleidingen, namelijk 5,3%. 6 van 35

- In absolute aantallen uitgedrukt maakt de uitval binnen bol 4 met 102 VSV-ers echter de meerderheid uit, het betreft daarmee 15,2% van alle regionale VSV-ers. Hoewel de schooluitval binnen mbo 2 met 12,3% binnen de prestatienorm van 13,5% blijft, laten de aantallen zien dat het een grote groep VSV-ers betreft, namelijk 198 van de 465 VSV-ers in het mbo. Ook voor mbo 2 geldt dat nadere bestudering van de cijfers interessante feiten oplevert: - Van de 198 VSV-ers in RMC-regio 24 komen er 139 voor rekening van het ROC Horizon College en Clusius College. Ofwel 59 VSV-ers volgt onderwijs aan een ROC buiten de regio, het gaat dan om bijna 30% uitval buiten de regio. - Om in 2014-2015 te voldoen aan de streefnorm van 10% zal het aantal VSV-ers verder moeten dalen tot 161. Het aantal witte vlekken in het mbo is te verwaarlozen, dit geeft aan dat de VSV-cijfers voor schooljaar 2011-2012 niet substantieel lager zullen zijn doordat witte vlekken niet langer meetellen. De cijfers laten zien dat een (nauwere) regionale samenwerking met de omringende mbo-instellingen zeer wenselijk is om verdere daling van VSV in het mbo te realiseren. Opvallend is dat de uitval onder deelnemers van ROC s buiten de regio met name de hogere niveaus betreft; het gaat om jongeren waarvan men mag verwachten dat zij cognitief in staat zijn om een diploma/startkwalificatie te behalen. Nader onderzoek wenselijk De vergelijking tussen RMC-regio 24 en RMC-regio 22 laat zien dat RMC-regio 22 wat betreft de schooluitval op bijna alle doelgroepen beter scoort. Belangrijk gegeven is echter dat de maatregelen voor beide regio s gelijk zijn geweest en dat het mbo onderwijs wordt verzorgd door dezelfde instellingen. Het zou dan ook interessant kunnen zijn voor RMC-regio 24 om met name voor de doelgroepen mbo 2 en mbo 3-4 na te gaan waar deze verschillen door veroorzaakt worden. Gericht onderzoek naar de redenen van uitval onder de eerste- en tweedejaars deelnemers van 18 jaar en ouder in het mbo is wenselijk om de nieuwe maatregelen succesvol te kunnen laten aansluiten bij de problematiek die leidt tot schooluitval. In hoeverre is hierin bijvoorbeeld sprake van een verkeerde keuze? Wanneer hier sprake van is ligt de meer preventieve aanpak binnen het voortgezet onderwijs. Daarnaast is het aan te bevelen om nader te onderzoeken wat de reden is dat jongens relatief vaker uitvallen dan meisjes en in hoeverre de school invloed kan uitoefenen om deze jongens naar een startkwalificatie te begeleiden. Voordat RMC-regio 24 overgaat tot het inzetten van activiteiten en maatregelen om de schooluitval onder deelnemers in mbo 2 en mbo 3-4 terug te dringen, doet men er goed aan na te gaan wat de uitvalsredenen zijn voor jongeren die onderwijs volgen buiten de eigen woonregio. Vermoedelijk zal samenwerking met de betreffende mbo-instellingen noodzakelijk zijn wil men VSV succesvol terugdringen. Verder is de uitval binnen mbo 3-4 relatief hoog te noemen, gezien het feit dat het deelnemers betreft die cognitief in staat zouden moeten zijn hun diploma te behalen. Nadere analyse van de uitvalsredenen is dan ook gewenst: betreft het hier een te hoge inschaling of is er sprake van andersoortige problematiek? Analyse zou ook kunnen uitwijzen in hoeverre voortijdig schoolverlaters in mbo 3-4 een andere aanpak behoeven dan uitvallers in mbo 2. 7 van 35

Inleiding Het ministerie heeft alle RMC-regio s opdracht gegeven om een regionale analyse VSV voor 2012 tot en met 2015 op te stellen. Leidend principe hierin is het uitgangspunt dat succesvol VSV beleid een kwesties is van blijven sturen op cijfers. De analyse biedt richtlijnen waar de nieuwe maatregelen zich op dienen te richten om VSV in RMC-regio 24 verder terug te dringen en daarmee te (blijven) voldoen aan de streefnormen van het ministerie van OCW. Achtergrond Op 19 mei 2008 hebben de scholen voor voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs en de RMC-functie in de regio Noord-Kennemerland het eerste convenant voorkomen voortijdig schoolverlaten afgesloten met het Ministerie van OCW. Doel van het convenant was om in 4 jaar tijd het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters met 40% tot een (landelijk) aantal van 35.000 te verminderen ten opzichte van het peiljaar 2005-2006. Dat is het schooljaar waarin zowel vo-instellingen als mbo-instellingen de in- en uitschrijvingen voor het eerst volledig hebben gemeld aan DUO. De scholen uit de regio die een samenwerkingsovereenkomst hebben getekend zijn het ROC Horizon College, het Clusius College, de Berger Scholen Gemeenschap, het Petrus Canisius College, het Murmellius Gymnasium, het Stedelijk Dalton College, de OSG Willem Blaeu, het Huygens College, het Trinitas College, het Van der Meij College, de CSG Jan Arentsz en de Vrije School (Adriaan Roland Holstschool). Een jaar later hebben het Jac. P. Thijsse College en het Bonhoeffercollege het convenant ook ondertekend. In 2005-2006 werd VSV in de regio nog rood weergegeven op de landelijke VSV kaart: het percentage VSV-ers lag heel dicht bij de 5%. In de convenantperiode is, na een wat trage start, vanaf 2009-2010 een gestage daling van het aantal VSV-ers ingezet. Het afgelopen schooljaar 2010-2011 behoorde Noord- Kennemerland zelfs tot de top 3 van snelst dalende regio s met een reductie van 34,1% ten opzichte van 2005-2006. Voortijdig schooluitval in absolute aantallen en percentages: Aantallen vsv ers 2005-2006 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Totaal onderwijsdeelnemers 21.599 21.798 21.696 21.701 21.813 Totaal VSV vo 353 (2.2%) 254 (1.6%) 251 (1.6%) 204 (1.3%) 206 (1.3%) Totaal VSV mbo 665 (11.6%) 650 (11.0%) 657 (11.2%) 548 (9.2%) 465 (7.7%) Totaal VSV regio 1.018 (4.7%) 904 (4.1%) 908 (4.2%) 752 (3.5%) 671 (3.1%) Landelijk% VSV 4% 3.6% 3.2% 3% 2,9% Hoewel de doelstelling van 40% reductie dus (net) niet gehaald is, is er een behoorlijke daling ingezet. Dit is met name te danken aan de gezamenlijke inzet van scholen en gemeenten/rmc-functie. Deze gezamenlijke inzet betrof de onderwijsprogramma s VSV en de Plusvoorzieningen. Naast de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters zijn ook andere positieve ontwikkelingen zichtbaar in RMC-regio 24. Het onderwerp VSV heeft een vaste plek verworven in het bestuurlijke overleg waarbij de toegenomen aandacht voor VSV-cijfers een beweging op gang heeft gebracht waarin scholen zeer actief zijn in het controleren en analyseren van de eigen maandelijkse verzuim- en VSV-cijfers. Achterliggend doel is vanzelfsprekend dat de leerlingen waarop de cijfers betrekking hebben de juiste ondersteuning aangeboden krijgen zodat zij geen VSV-er zijn en/of blijven. 8 van 35

Kwantitatieve analyse 1. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met landelijk gemiddelde en norm 2012-2013 RMC-regio 24 landelijk gemiddelde Peiljaar 2010/2011 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo/vwo mbo 1 mbo 2 mbo 3-4 NKL 0,9% 2,7% 0,9% 35,9% 12,3% 4,4% Gemiddelde 0,9% 2,8% 0,8% 37,6% 14,3% 4,9% regio NKL correctie 0,5% 1,8% 0,7% Verwacht gem. regio correctie 0,3% 1,7% 0,3% 32,6% 13,3% 4,6% RMC-regio Noord-Kennemerland scoort met name met de schooluitval in het mbo substantieel beter dan het landelijk gemiddelde. Voor de schooluitval in het voortgezet onderwijs geldt dat de uitvalspercentages nagenoeg gelijk zijn. Wanneer we dan vervolgens kijken naar de gecorrigeerde cijfers doordat de witte vlekken uit de statistieken zijn gehaald dan zien we voor het voortgezet onderwijs* een ander beeld: RMCregio 24 scoort op de drie doelgroepen hoger dan het verwachte landelijk gemiddelde. Dit geeft aan dat, hoewel RMC-regio 24 uitstekende VSV-cijfers laat zien over schooljaar 2010-2011, dit zeker niet betekent dat de regio op zijn lauweren kan rusten. * de gecorrigeerde cijfers voor het mbo zijn niet bekend. RMC-regio 24 prestatienorm 2012-2013 en streefnorm 2014-2015 Doelgroep Prestatienorm Streefnorm 2014-2015 VSV in% RMCregio 24 VSV in aantallen RMC-regio 24 Max. aantal VSV* n.a.v. streefnorm Totaal 671 / 21.599 (3,1%) 397 / 21.599 (1,8%) Onderbouw vo 1,0% 0,2% 0,9% 58 / 6509 13 Bovenbouw vmbo 4,0% 1,5% 2,7% 93 / 3386 50 Bovenbouw 0,5% 0,1% 0,9% 55 / 5891 6 havo/vwo Mbo niveau 1 32,5% 22,5% 35,9% 83 / 231 52 Mbo niveau 2 13,5% 10,0% 12,3% 198 / 1609 161 Mbo niveau 3-4 4,25% 2,75% 4,4% 184 / 4187 115 * bij gelijkblijvende leerlingenaantallen Vergelijking van de schooluitval onder de zes doelgroepen met de prestatienormen laat zien dat RMC-regio 24 zich met name dient te richten op het terugdringen van schooluitval in de bovenbouw havo/vwo, mbo 1 en mbo 3-4. De schooluitval onder de doelgroepen in absolute aantallen levert echter een genuanceerder beeld op. Hoewel RMC-regio 24 voldoet aan de norm met de uitval onder de doelgroepen bovenbouw vmbo en mbo niveau 2 is in totaal sprake van 291 VSV-ers in deze doelgroepen, oftewel ruim 43% van het totaal aantal VSV-ers in de regio. Verder is de doelstelling van het ministerie van OCW om het aantal voortijdig schoolverlaters in 2014-2015 landelijk terug te brengen naar 25.000. Bovenstaande streefnormen zijn aan dit maximum aantal gerelateerd. Voor de regio betekent dit dat de schooluitval de komende drie jaar sterk in alle doelgroepen moet worden teruggedrongen wil men voldoen aan deze streefnormen. In de laatste kolom is weergegeven wat het maximum toelaatbaar aantal VSV-ers per doelgroep is, bij een gelijkblijvend regionaal leerlingenaantal, gerelateerd aan de streefnormen. 9 van 35

Conclusie Op korte termijn zou de regio er enerzijds verstandig aan doen om zich met maatregelen om de schooluitval terug te dringen te richten op bovenbouw havo/vwo, mbo 1 en mbo 3-4 om te voldoen aan de prestatienormen. Anderzijds laten de aantallen zien dat relatief veel winst valt te behalen met maatregelen die zich richten op de uitval in bovenbouw vmbo en mbo 2. Op langere termijn is het van belang dat de maatregelen bijdragen aan het terugdringen van schooluitval onder alle doelgroepen gezien het streven van het ministerie voor 2014-2015. De regio kent nu een gemiddelde schooluitval van 3,1% en dat dient te worden teruggebracht naar 1,8% in 2014-2015. 2. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met RMC-regio 22 West-Friesland Doelgroep VSV in% RMCregio 24 VSV in aantallen RMC-regio 24 VSV in% RMCregio 22 VSV in aantallen RMC-regio 22 Totaal 3,1% 671 / 21.599 2,8% 496 / 17.426 Onderbouw vo 0,9% 58 / 6.509 0,9% 46 / 5.286 Bovenbouw vmbo 2,7% 93 / 3.386 2,6% 73 / 2.810 Bovenbouw havo/vwo 0,9% 55 / 5.891 0,8% 34 / 4.218 Mbo niveau 1 35,9% 83 / 231 41,7% 80 / 192 Mbo niveau 2 12,3% 198 / 1.609 9,2% 139 / 1.507 Mbo niveau 3-4 4,4% 184 / 4.187 3,6% 124 / 3.413 In bovenstaande tabel zien we dat RMC-regio 22 beter scoort in de doelgroepen bovenbouw vmbo, bovenbouw havo/vwo, mbo 2 en mbo 3-4. Met name de schooluitval in mbo 2 en mbo 3-4 is substantieel lager dan die in RMC-regio 24. Interessant is dat de maatregelen om schooluitval terug te dringen in de basis gelijk zijn (geweest) voor beide regio s en ditzelfde geldt voor de mbo-instellingen: in beide gevallen ROC Horizon College en Clusius College. Conclusie Belangrijk gegeven is dat de maatregelen om VSV terug te dringen voor beide regio s gelijk zijn (geweest) en dat het mbo onderwijs wordt verzorgd door dezelfde instellingen. De cijfers laten echter zien dat de maatregelen meer effect lijken te hebben gehad in RMC-regio 22. Het zou dan ook interessant kunnen zijn voor RMC-regio 24 om specifiek voor de doelgroepen mbo 2 en mbo 3-4 na te gaan waar deze verschillen door veroorzaakt worden. Daarbij kunnen bijvoorbeeld de volgende vragen gesteld worden. Is de invulling die regionaal aan de maatregelen wordt gegeven anders? Kent RMC-regio 22 een ander type leerling/deelnemer? Valt het verschil te verklaren door de persoonlijke invulling/inzet door betrokken stakeholders (directie, docenten, decanen, DIA, mentoren/coaches). Aanvulling/naschrift Naar aanleiding van het gesprek wat heeft plaatsgevonden met de accountmanager over de concept regioanalyse hebben de RMC s van regio Noord-Kennemerland en regio West-Friesland de handelswijzen inzake RMC en leerplicht met elkaar vergeleken en doorgesproken. De accountmanager merkte op dat een verschil in werkwijze mogelijk de oorzaak is in de verschillen in VSV-cijfers per doelgroep. De vergelijking in handelswijzen heeft plaatsgevonden aan de hand van vragen die door de accountmanager zijn opgesteld. Een meer uitgebreide toelichting op de handelswijze in RMC-regio Noord-Kennemerland is opgenomen in onderdeel 8: een schets van het regionaal verzuimbeleid. Een analyse van de betreffende handelswijzen laat zien dat RMC/Leerplicht in beide regio s grotendeels overeenkomstig georganiseerd is wat betreft de organisatie en aansturing van de gemeentelijke leerplichtfunctie, de RMC-functie en de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Echter, met name op gebied van overleg en uitwisseling zijn verschillen zichtbaar. In RMC-regio 24 vindt sinds jaar en dag het portefeuillehouderoverleg plaats waarbij op regionaal bestuurlijk niveau waarbij Leerplicht, RMC, VSV, Jeugdzaken, onderwijsontwikkelingen en dergelijke worden besproken. Dit overleg vindt jaarlijks driemaal 10 van 35

plaats en wordt voorgezeten door de wethouder Onderwijs & Jeugd van de gemeente Alkmaar. RMC-regio 22 kent geen bestuurlijk overleg leerplicht, echter wel een bestuurlijk overleg RMC wat wordt voorgezeten door de wethouder van de gemeente Hoorn. De frequentie van dit overleg ligt laag en dit geldt ook voor de prioriteit van het overleg. Naast het portefeuillehouderoverleg kent RMC-regio 24 ook een regionaal beleidsoverleg waarin beleidsmedewerkers onderwijs tezamen met de RMC-coördinator bijeenkomen om het portefeuillehouderoverleg inhoudelijk voor te bereiden. Dit overleg wordt voorgezeten door de beleidsmedewerkers RMC en komt drie tot vier keer per jaar bijeen. RMC-regio 22 kent geen regionaal beleidsoverleg. Beide regio s kennen een leerplichtoverleg waarbij dit overleg in RMC-regio 24 vier keer per jaar plaatsvindt en in RMC-regio 22 iedere zes weken. Beide regio s kennen ook een RMCtrajectbegeleidersoverleg waarbij de frequentie echter sterk uiteenloopt: in RMC-regio 24 wordt drie keer per jaar bijeengekomen, terwijl de trajectbegeleiders in RMC-regio 22 tweewekelijks samenkomen. In beide RMC-regio s is regiobreed een verzuimprotocol vastgesteld en afgesloten en voeren leerplicht spreekuren verzuim houdt op de scholen. De wijze waarop deze worden uitgevoerd verschilt per regio: In RMC-regio 24 verzorgen alleen de leerplichtambtenaren van de gemeente Alkmaar spreekuren op de betreffende scholen, terwijl in RMC-regio 22 meer gemeenten meedoen en het spreekuur juist op de scholen binnen gemeente Hoorn nog niet wordt uitgevoerd. Gesprekken met leerplicht en/of RMCtrajectbegeleider vinden plaats op een stadskantoor van de gemeente. Ten slotte worden VSV-cijfers maandelijks naar de scholen teruggekoppeld waarbij scholen de plek van bestemming moeten aangeven. RMC-regio 24 laat de scholen inmiddels ook invullen waarom de leerling is uitgevallen om inzicht te verkrijgen in de uitvalsredenen. Beide leerplicht- en RMC-functies benaderen leerlingen actief; de VSV-ers worden maandelijks besproken en mogelijkheden voor deze leerlingen worden onderzocht. Leerplichtigen worden vrijwel altijd in het ZAT ingebracht en wanneer nog geen vervolgonderwijs in beeld is wordt leerplicht ingeschakeld. Inmiddels geldt ook voor het mbo dat deelnemers niet kunnen worden uitgeschreven zonder een handtekening van de sectordirecteur. Conclusie Hoewel wel degelijk sprake is van verschillen in werkwijze van de leerplicht- en RMC-functies in beide regio s, met name in de overlegstructuren en frequentie van overleg, kunnen verschillen in uitvalscijfers in de doelgroepen (vooral mbo) hiermee nog niet of onvoldoende verklaard worden. Nadere analyse van verschillen in werkwijzen en aanpak per doelgroep is dan ook nog steeds relevant. 3. Vergelijking VSV RMC-regio 24 met RMC-regio 26 Zuid-Holland Noord Doelgroep VSV in% RMCregio 24 VSV in aantallen RMC-regio 24 VSV in% regio 26 VSV in aantallen regio 26 Totaal 3,1% 671 / 21.599 2,8% 871 / 31.138 Onderbouw vo 0,9% 58 / 6.509 0,6% 59 / 9.396 Bovenbouw vmbo 2,7% 93 / 3.386 2,5% 102 / 4.009 Bovenbouw havo/vwo 0,9% 55 / 5.891 1,0% 94 / 9.883 Mbo niveau 1 35,9% 83 / 231 37,3% 60 / 161 Mbo niveau 2 12,3% 198 / 1.609 13,6% 247 / 1.819 Mbo niveau 3-4 4,4% 184 / 4.187 5,3% 309 / 5.870 RMC-regio 26 is gekozen omdat de regio de afgelopen jaren een vergelijkbare (scherpe) daling heeft getoond in de schooluitval. Daarnaast kent gemeente Leiden net als gemeente Alkmaar een centrumfunctie in de regio. Een vergelijking van de VSV-cijfers laat zien dat RMC-regio 24 slechter scoort in de doelgroepen onderbouw vo en bovenbouw havo/vwo. RMC-regio 26 scoort echter slechter op alle doelgroepen in het mbo. 11 van 35

Conclusie Bovenstaande cijfers vormen niet direct aanleiding om nader onderzoek te doen in RMC-regio 26 naar de maatregelen aldaar om de schooluitval terug te dringen. Hooguit kan men nagaan welke maatregelen de regio inzet om uitval onder de doelgroepen onderbouw vo en bovenbouw vmbo terug te dringen. 4. Vergelijking individuele scholen RMC-regio 24 met norm 2012-2013 en streefnorm 2014-2015 Vergelijking vo scholen met norm voor prestatiesubsidies 2012-2013 School Aantal Lln/dln Abs. # Witte vlekken Onderbouw vo in% Bovenbouw vmbo in% Bovenbouw havo / vwo in% Prestatienorm 2012-2013 1,0% 4,0% 0,5% Incl. wit Excl wit Incl. wit Excl wit Incl. wit Excl wit AR Holst 375 5 1 0,7% (1) 0,7% 3,4% (3) 2,3% 0,7% (1) 0,7% BSG 712 15 14 1,3% (3) 0,0% 8,8% (7) 0,0% 1,3% (5) 0,8% Bonhoeffer 756 9 1 0,0% 0,0% 2,7% (2) 2,7% 1,8% (7) 1,6% Clusius 963 16 14 0,7% (3) 0,0% 2,4% (13) 0,9% Dalton 1.017 25 4 3,3% (14) 3,3% 2,9% (9) 2,3% 0,7% (2) 0,7% Huygens 658 10 6 1,2% (4) 0,0% 1,7% (2) 0,0% 1,9% (4) 1,9% Jac. P. Thijsse 2.040 7 3 0,1% (1) 0,1% 1,4% (3) 0,5% 0,3% (3) 0,2% Jan Arentsz 2.310 24 12 0,8% (8) 0,1% 2,2% (10) 1,8% 0,7% (6) 0,3% Murmellius 702 3 2 0,3% (1) 0,0% 0,5% (2) 0,2% PCC 2.544 30 20 0,5% (6) 0,3% 2,0% (13) 0,3% 1,4% (11) 0,8% Trinitas 2.338 28 11 0,4% (4) 0,0% 2,9% (14) 2,1% 1,1% (10) 0,8% Willem Blaeu 1.041 27 13 2,1% (9) 0,5% 5,0% (15) 3,7% 1,0% (3) 0,6% anders 330 7 Totaal 15.456 206 101 0,9% 0,45% 2,7% 1,82% 0,9% 0,71% Bron: RMC/Leerplicht RMC-regio 24 Wanneer we de schooluitval in de onderbouw vo vergelijken met de prestatienorm, en daarbij rekening houden met de witte vlekken, dan zien we dat alleen het Stedelijk Dalton College nog niet voldoet aan de norm van 1,0%. Voor de schooluitval in de bovenbouw vmbo geldt dat, rekening houdend met de witte vlekken, alle scholen voldoen aan de prestatienorm van 4,0%. De schooluitval in de bovenbouw havo/vwo laat een ander beeld zien, rekening houdend met de witte vlekken, voldoen alleen het Jac. P. Thijsse, het Jan Arentsz en het Murmellius aan de prestatienorm van 0,5%. Conclusie De cijfers laten zien dat voor de Adriaan Roland Holstschool, de Berger Scholengemeenschap, het Bonhoeffercollege, het Stedelijk Dalton College, het Huygens College, het Petrus Canisius College, het Trinitas College en OSG Willem Blaeu de focus voor schooljaar 2012-2013 zal liggen in het terugdringen van de schooluitval binnen de bovenbouw havo/vwo om te voldoen aan de prestatienorm en daarmee in aanmerking te komen voor de subsidie. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het bij een aantal scholen om een zeer gering aantal VSV-ers gaat, voorbeeld hiervan is de Adriaan Roland Holstschool die 1 VSV-er in de bovenbouw havo/vwo heeft. Daarnaast doet het Stedelijk Dalton College er goed aan zich te richten op het terugdringen van de schooluitval in bovenbouw vmbo. 12 van 35

Vergelijking mbo-instellingen met prestatienormen School mbo 1 mbo 2 mbo 3 + 4 Jaar 2010-2011 Totaal 35,9% (83/231) 12,3% (198/1609) 4,4% (184/4187) Clusius College 66,7% (2/3) 10,7% (6/56) 3,9% (9/227) ROC Horizon College 35,8% (72/201) 11,7% (133/1145) 3,9% (90/2317) ROC v A dam 100% (1/1) 14,3% (13/91) 5,1% (19/371) Nova 33,3% (1/3) 10,3% (10/97) 5,6% (30/539) ROC Kop v NH 66,7% (2/3) 20,3% (15/74) 6,1% (6/99) Overig 25,0% (5/20) 14,4% (21/146) 4,7% (30/634) Prestatienorm% 12-13 32,5% 13,5% 4,25% Prestatienorm% 13-14 27,5% 11,5% 3,5% Prestatienorm% 14-15 22,5% 10% 2,75% Max. aantal VSV 14-15* 52 161 115 * bij een gelijkblijvend leerlingaantal In bovenstaande tabel is per mbo-instelling het percentage VSV-ers in de doelgroepen weergeven. Tussen haakjes staan het aantal VSV-ers in de doelgroep en het totaal aantal deelnemers in de doelgroep. Opvallend is dat van alle 465 schoolverlaters in het mbo er 153 voor rekening komen voor mbo instellingen buiten de regio. Concreet valt 32,9% van de schooluitval onder deelnemers woonachtig in RMC-regio 24 toe te schrijven aan ROC s buiten de regio. Voor de uitval in doelgroep mbo 1 geldt dat geen enkele onderwijsinstelling voldoet aan de streefnorm voor 2012-2013. De aantallen laten echter zien dat het voor alle instellingen, op het ROC Horizon College na, gaat om marginale aantallen in deze regio. Voor de doelgroepen mbo 2 en mbo 3-4 valt verder op dat zowel ROC Horizon College als Clusius College voldoen aan de streefnorm voor schooljaar 2012-2013. Met het oog op de streefnormen voor 2013-2014 en 2014-2015 dienen beide instellingen zich desalniettemin te blijven richten op het verder terug dringen van schooluitval onder hun deelnemers. Conclusie Hoewel ROC Horizon College met de uitval onder mbo 1 deelnemers bijna voldoet aan de streefnorm, komt in absolute aantallen het overgrote deel van de VSV-ers in deze regio voor rekening van de instelling (72 VSV-ers mbo 1 op een totaal van 83). Hoewel de nieuwe maatregelen regionaal dienen te worden geïnitieerd en geïmplementeerd, zal de focus logischerwijs liggen in het terugdringen van uitval op het ROC Horizon College. In schooljaar 2014-2015 mogen er, bij een gelijkblijvend aantal deelnemers, slechts 52 uitvallers zijn in mbo 1 voor de gehele regio. De aantallen laten verder zien dat regionale maatregelen gericht op het terugdringen van uitval in mbo 2 en mbo 3-4 wenselijk zijn; 139 VSV-ers mbo 2 en 99 VSV-ers mbo 3-4 komen voor rekening van ROC Horizon College en Clusius College. Daarnaast is een nauwe(re) samenwerking met ROC s buiten de regio noodzakelijk wil RMC-regio 24 de uitval in mbo 2 en mbo 3-4 verder kunnen terugdringen: 59 van de 198 VSV-ers mbo 2 (bijna 30%) en 85 van de 184 VSV-ers mbo 3-4 (ruim 46%) hebben namelijk onderwijs gevolgd aan een ROC buiten de regio. In paragraaf 5.5 wordt uitgebreid ingegaan op de schooluitval onder jongeren woonachtig in RMC-regio 24 die elders onderwijs volgen. Ten slotte de toekomstige prestatienormen: wil de regio in aanmerking blijven komen voor de prestatiesubsidies dan dient het aantal VSV-ers, bij een gelijkblijvend deenemersaantal, in schooljaar 2014-2015 in mbo 2 te zijn teruggebracht tot 161 en in mbo 3-4 tot 115 uitvallers. 13 van 35

Vergelijking vo-scholen met streefnormen 2014-2015 School Aantal Lln/dln Abs. # Witte vlekken Onderbouw VO in% Bovenbouw vmbo in% Bovenbouw havo / vwo in% Streefnorm 2014-2015 0,2% 1,5% 0,1% Incl. wit Excl wit Incl. wit Excl wit Incl. wit Excl wit AR Holst 375 5 1 0,7% (1) 0,7% 3,4% (3) 2,3% 0,7% (1) 0,7% BSG 712 15 14 1,3% (3) 0,0% 8,8% (7) 0,0% 1,3% (5) 0,8% Bonhoeffer 756 9 1 0,0% 0,0% 2,7% (2) 2,7% 1,8% (7) 1,6% Clusius 963 16 14 0,7% (3) 0,0% 2,4% (13) 0,9% Dalton 1.017 25 4 3,3% (14) 3,3% 2,9% (9) 2,3% 0,7% (2) 0,7% Huygens 658 10 6 1,2% (4) 0,0% 1,7% (2) 0,0% 1,9% (4) 1,9% Jac P Thijsse 2.040 7 3 0,1% (1) 0,1% 1,4% (3) 0,5% 0,3% (3) 0,2% Jan Arentsz 2.310 24 12 0,8% (8) 0,1% 2,2% (10) 1,8% 0,7% (6) 0,3% Murmellius 702 3 2 0,3% (1) 0,0% 0,5% (2) 0,2% PCC 2.544 30 20 0,5% (6) 0,3% 2,0% (13) 0,3% 1,4% (11) 0,8% Trinitas 2.338 28 11 0,4% (4) 0,0% 2,9% (14) 2,1% 1,1% (10) 0,8% Willem Blaeu 1.041 27 13 2,1% (9) 0,5% 5,0% (15) 3,7% 1,0% (3) 0,6% anders 330 7 4 2 1 Totaal 15.456 206 101 0,9% 0,45% 2,7% (93) 1,82% 0,9% (55) 0,71% (58) Max. aantal VSV 14-15* 13 50 6 * bij een gelijkblijvend leerlingaantal / Bron: RMC/Leerplicht RMC-regio 24 Vergelijking met streefnormen voor 2014-2015 laat zien dat voor de uitval bovenbouw havo/vwo geldt dat geen enkele school hieraan voldoet. De streefnorm van 0,1% uitval betekent concreet dat bij een gelijkblijvend leerlingaantal, het maximum toelaatbaar aantal 6 VSV-ers betreft ten opzichte van de huidige 55 VSV-ers. Wanneer we, rekening houdend met de witte vlekken, kijken naar de streefnorm voor bovenbouw vmbo en de absolute aantallen dan valt op dat de uitval op met name het Stedelijk Dalton College, CSG Jan Arentsz, het Trinitas College en OSG Willem Blaeu relatief hoog is. Conclusie Wanneer de streefnormen voor 2014-2015 vertaald worden naar een maximum toelaatbaar aantal VSV-ers in het voortgezet onderwijs voor RMC-regio 24 dan blijkt dit 69 VSV-ers te zijn: 13 voor onderbouw vo, 50 voor bovenbouw vmbo en 6 voor bovenbouw havo/vwo. Momenteel heeft de regio, rekening houdend met de witte vlekken, 105 VSV-ers in het voortgezet onderwijs, dit betekent een daling van zo n 35% in de periode van 2012 tot en met 2015. 14 van 35

5.1 Specifieke aandacht voor uitval in bovenbouw havo/vwo en mbo niveau 3-4 Bovenbouw havo/vwo Leerlingen Aantal VSV-ers 2010-2011 % VSV in doelgroep % VSV t.o.v. totaal aantal VSV-ers Totaal regio 21.599 671 3,1% 100% Havo 3-5 2.952 32 1,1% 4,8% Vwo 3-6 2.939 23 0,8% 3,4% Het ministerie vraagt om specifiek aandacht te besteden aan de schooluitval in de bovenbouw havo/vwo omdat de landelijke ambitie is om deze uitval tot (bijna) nul terug te brengen. Voor RMC-regio 24 geldt dat de uitval in de bovenbouw havo 4,8% van de totale uitval uitmaakt en de uitval in bovenbouw vwo is 3,4% van de totale uitval. Belangrijk is op te merken dat hierin geen rekening is gehouden met witte vlekken, bovenstaande cijfers zijn overgenomen uit de bijlage van de VSV-brief 2012. Wanneer we specifiek kijken naar de uitval in de eigen doelgroep dan zien we dat de uitval binnen de leerjaren havo 3 t/m 5, 1,1% bedraagt, ofwel 0,6% boven de prestatienorm van 0,5%. Om te voldoen aan de prestatienorm dient het aantal VSV-ers in de bovenbouw havo te worden teruggebracht van 32 naar 14. De streefnorm voor 2014-2015 is echter 0,1% wat gelijk staat aan maximaal 3 VSV-ers in de bovenbouw havo. De uitval in vwo 3 t/m 6 is 0,8% en daarmee 0,3% hoger dan de prestatienorm van 0,5%. Uitgedrukt in aantallen betekent dit een gewenste daling van 23 VSV-ers in 2010-2011 naar 14 VSV-ers in 2012-2013. De streefnorm van 0,1% voor 2014-2015 staat ook voor bovenbouw vwo gelijk aan maximaal 3 VSV-ers. Conclusie Uitgaande van een gelijkblijvend aantal leerlingen dient de uitval in de bovenbouw havo met ruim 56% (18 VSV-ers minder) te zijn teruggedrongen in schooljaar 2012-2013 om te voldoen aan de prestatienorm. Om daarnaast ook de streefnorm 2014-2015 te behalen dient de totale regionale uitval in de bovenbouw havo met 90% teruggebracht ten opzichte van de uitval in schooljaar 2010-2011. Voor bovenbouw vwo geldt dat de prestatienorm 2012-2013 wordt behaald wanneer de uitval regionaal met 39% (9 VSV-ers minder) wordt teruggebracht. Om ook in 2014-2015 te voldoen aan de streefnorm zal het aantal VSV-ers met 87% moeten zijn teruggebracht ten opzichte van de uitval in schooljaar 2010-2011. Een nadere analyse van uitvalsredenen zou inzicht kunnen bieden in de aard van de gewenste begeleiding om onder potentiële VSV-ers uitval te voorkomen. Daarin wordt tevens duidelijk in hoeverre de vo school invloed kan uitoefenen in het voorkomen van deze uitval. Ten slotte geeft een analyse mogelijk inzicht in de aard van de maatregelen: is er meer preventieve begeleiding nodig of zijn curatieve maatregelen gewenst? 15 van 35

Mbo niveau 3-4 Deelnemers Aantal VSV-ers 2010-2011 % VSV % VSV t.o.v. totaal aantal VSV-ers Totaal regio 21.599 671 3,1% 100% Bol 3 1.061 53 5,0% 7,9% Bol 4 2.476 102 4,1% 15,2% Bbl 3 511 27 5,3% 4,0% Bbl 4 139 2 1,4% 0,3% De landelijke ambitie is om de schooluitval het sterkst te laten dalen in de doelgroep mbo 3-4 en daarom wordt verzocht om ook specifiek aandacht te besteden aan deze doelgroep. RMC-regio 24 kent een uitval van 4,4% in deze doelgroep. Dit wil zeggen dat van alle deelnemers in mbo-opleidingen niveau 3 en 4 (bol + bbl), 4,4% uitvalt, ofwel 184 VSV-ers. Bovenstaande tabel laat in absolute aantallen zien hoe deze uitval is opgebouwd. Tevens is te zien hoe het aantal VSV-ers per opleidingsniveau/type zich verhoudt tot het totaal aantal VSV-ers. Conclusie De meeste uitval per opleidingsniveau/type komt voor rekening van bbl 3-opleidingen; 5,3% van alle deelnemers valt uit. Daarnaast is ook de uitval onder deelnemers bol 3 en bol 4 aanzienlijk hoger dan de streefnorm van 2,75% voor 2014-2015. De regio doet er dan ook verstandig aan om de nieuwe maatregelen te richten op het terugdringen van schooluitval in bol 3-, bol 4- en bbl 3-opleidingen. Daarnaast valt op dat in absolute aantallen de uitval in bol 4 veruit het hoogst is: 102 VSV-ers ofwel 15,2% van alle VSV-ers in RMC-regio 24. Dit betekent dat de nieuwe maatregelen voor 2013 tot en met 2015 ook gericht zullen moeten zijn op het verminderen van het aantal deelnemers bol 4 wat zonder startkwalificatie/diploma uitstroomt. Verder komt bijna 50% van de uitval in RMC-regio 24 binnen doelgroep mbo 3-4 voor rekening van jongeren die onderwijs volgen op een ROC buiten de regio. De invloed die RMC-regio 24 kan uitoefenen op het terugdringen van uitval onder deze jongeren is beperkt en samenwerking/afstemming met de betreffende ROC s is dan ook noodzakelijk. Voor zowel niveau 3- als niveau 4-opleidingen geldt dat de regio er wellicht verstandig aan doet na te gaan wat de voornaamste uitvalsredenen zijn voor deze deelnemers, dit omdat zij cognitief in staat zouden moeten zijn een startkwalificatie te behalen. Vermoedelijk is de aard van de problematiek van deze deelnemers anders dan die van deelnemers in niveau 1 en 2 en vragen zij om die reden een ander soort begeleiding. Mocht dit het geval zijn dan heeft dit consequenties voor de inhoud en de focus van de nieuwe maatregelen. 5.2 Specifieke aandacht voor de overgang van vo naar mbo leerjaar 1 Landelijke cijfers laten zien dat de uitval in het mbo in het eerste leerjaar het hoogst is en het ministerie verzoekt de regio om in de analyse aandacht te besteden aan de kritieke overgangsfase van v(mb)o naar mbo. Hieronder wordt allereerst aandacht besteed aan de uitval in het eerste leerjaar van het mbo gerelateerd aan de aanleverende vo scholen. Vervolgens wordt verder ingezoomd op de uitval per leerjaar van de twee regionale mbo-instellingen en relevante omringende ROC s. 16 van 35

Uitval leerjaar 1 mbo gerelateerd aan de school van herkomst van de uitvaller School Totaal deelnemers VSV in mbo jaar 1 % VSV t.o.v. totaal deelnemers Trinitas College 275 15 5,5% Bonhoeffercollege 73 1 1,4% OSG Willem Blaeu 149 10 6,7% Petrus Canisius College 295 16 5,4% CSG Jan Arentsz 267 11 4,1% Berger Scholengemeenschap 36 1 2,8% Adriaan Roland Holstschool 82 5 6,1% Stedelijk Dalton College Alkmaar 170 12 7,1% Huygens College Heerhugowaard 49 6 12,2% Murmellius Gymnasium 1 0 0,0% Jac. P. Thijsse College 74 1 1,4% Clusius College 1.005 75 7,5% Conclusie Uit bovenstaande gegevens blijkt dat van de oud-leerlingen van het Clusius College, het Huygens College, Stedelijk Dalton College en OSG Willem Blaeu, die doorstromen naar het mbo, een relatief hoog percentage in het eerste jaar uitvalt. Hierbij moet worden opgemerkt dat de uitval van het Clusius College betrekking heeft op alle acht vmbo-vestigingen van deze instelling. Wanneer we kijken naar de absolute aantallen dan valt met name de uitval van het Trinitas College, het Petrus Canisius College en het CSG Jan Arentsz op. Deze cijfers geven geen inhoudelijke inzichten in de reden van uitval, het is daarom ook aan te bevelen om nader onderzoek te doen naar de oorzaken achter de uitval. Daarnaast kunnen deze cijfers als uitnodiging worden opgevat om de loopbaanoriëntatie en begeleidingsprogramma s van de vo-instellingen nader te bestuderen. Schooluitval per leerjaar relevante mbo-instellingen Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4 Instelling Jonger dan 18 jaar Ouder dan 18 jaar 18 jaar of ouder 18 jaar of ouder 18 jaar of ouder dln VSV % VSV dln VSV % dln VS %VS dln VSV %VSV dln VSV %VSV VSV V V AOC Clusius 232 7 3,0% 196 23 11,7% 366 18 4,9% 284 13 4,6% 215 5 2,3% ROC Horizon 1.625 59 3,6% 1.563 197 12,6% 2.898 282 10,1% 2.205 154 7,0% 1.344 48 3,6% ROC van A dam 2.399 110 4,6% 3.236 451 13,9% 5.357 683 12,7% 4.402 464 10,5% 2.931 244 8,3% ROC Nova 1.443 52 3,6% 1.502 184 12,3% 2.733 329 12,0% 2.158 191 8,9% 1.317 81 6,2% ROC Kop van 423 11 2,6% 339 61 18,0% 641 73 11,4% 460 31 6,7% 264 10 3,8% NH N.B. Bovenstaande cijfers hebben betrekking op alle VSV-ers per instelling en niet per regio. Conclusie In het eerste leerjaar van het mbo is de uitval onder kwalificatieplichtige deelnemers jonger dan 18 jaar met een gemiddelde van 3,9% relatief laag te noemen. De uitval in het eerste leerjaar mbo onder deelnemers ouder dan 18 laat echter een heel ander beeld zien, waarbij met name de uitval op ROC Kop van Noord-Holland en ROC van Amsterdam opvallend hoog is. Verder laten de gegevens zien dat de uitval in het tweede jaar van het mbo ook nog (relatief) hoog is, waarna de uitval in schooljaar 3 en 4 verder terugloopt. Het landelijke beeld waarbij de uitval in het eerste leerjaar van het mbo het grootst is, is voor de regio herkenbaar onder deelnemers ouder dan 18. 17 van 35

In eerste instantie is het opvallend te noemen dat onder deelnemers in het eerste jaar de uitval voornamelijk plaatsvindt bij hen die 18 jaar of ouder zijn, dit omdat je zou verwachten dat deelnemers in het eerste jaar rechtstreeks van het v(mb)o afkomen en dan nog geen 18 zijn. Een verklaring zou kunnen zijn dat het hier gaat om jongeren die (steeds) opnieuw in een andere opleiding starten in leerjaar 1 omdat zij in eerste instantie een verkeerde keuze hebben gemaakt en dan alsnog uitvallen. Of jongeren die meerdere jaren een kans krijgen een opleidingsjaar af te ronden, maar bij wie dat uiteindelijk niet lukt. Wanneer dit het geval is, geeft dit aan dat de pijn en nadelige gevolgen van een verkeerde keuze voor vervolgonderwijs pas zichtbaar wordt in het mbo terwijl het keuzeproces plaatsvindt in het vo/vmbo. Onderzoek naar de uitvalsredenen van deelnemers in leerjaar 1 mbo is wenselijk om na te gaan in hoeverre de uitval een gevolg is van een verkeerde keuze of dat er andere redenen zijn. Wanneer dit het geval is geeft dit aan dat maatregelen die inzetten op loopbaanoriëntatie en begeleidingsprogramma s in het vo gewenst zijn. 5.3 Specifieke aandacht voor VSV binnen ROC Horizon College 1 Het ROC Horizon College heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om, zowel intern als in samenwerking met regiopartners, een aantal algemene maatregelen in te zetten en de interne uitvoering en samenwerking op orde te krijgen. Aandachtsgebieden daarbij waren met name de aanpak van verzuim; de overstap van vmbo naar mbo; kiezen voor beroep en opleiding; afstemming en ondersteuning voor de begeleiding van deelnemers die meer aandacht nodig hebben en het organiseren van een vangnet voor deelnemers die uitvallen. Dit heeft geresulteerd in een forse daling van het aantal VSV-ers: van 1106 in 2005-2006 naar 771 als resultaat in 2010-2011. Uitgaande van de nieuwe door het ministerie gestelde te behalen VSV normen uitgedrukt in percentages, ligt de opdracht voor het ROC Horizon College de komende jaren met name bij het mbo niveau 1 en bij de mbo-opleidingen niveau 3-4. Wanneer we echter ook kijken naar absolute aantallen dan blijft het aantal deelnemers dat uitvalt in de niveau 2 opleidingen om aandacht vragen: Uitval niveau 1: 185 VSV-ers Uitval niveau 2: 325 VSV-ers Uitval niveau 3: 97 VSV-ers Uitval niveau 4: 162 VSV-ers Inmiddels is van alle VSV-ers bekend wie ze zijn, wat hun status is en waarom ze zijn uitgevallen. Met ingang van maart 2012 vindt overleg plaats tussen alle ketenpartners om gezamenlijk de VSV-ers na te trekken en gerichte acties te ondernemen. Aan alle afdelingen binnen het ROC Horizon College is gevraagd aan te geven welke activiteiten tot dusver, in het kader van het terugdringen van het aantal VSV-ers succesvol zijn gebleken, verbetering behoeven danwel zouden moeten worden voortgezet. Daarnaast is gevraagd activiteiten te benoemen die als zinvol worden gezien maar nog niet eerder zijn ingezet. Als begeleiding bij deze vragen is het kader beschreven van de nieuwe richtlijnen voor de aanvraag als geschetst vanuit het ministerie van OCW. Uit deze inventarisatie komen in hoofdlijnen de volgende, in het kader van de aanvraag relevante activiteiten naar voren: 1. Activiteiten die zijn ingezet om verzuim van deelnemers aan te pakken, verdienen voortzetting en op sommige punten verbetering. 2. Men is van mening dat ook de opvangklassen gecontinueerd moeten worden, maar dat er op een aantal punten verbetering mogelijk is. 1 Aangeleverd door Marijke van der Meer / totaalbeeld ROC Horizon College Alkmaar, Hoorn en Heerhugowaard. 18 van 35

3. Er vallen nog steeds veel deelnemers uit omdat de gemaakte keuze voor beroep en opleiding niet de juiste blijkt. Sectoren pleiten voor activiteiten die inzetten op voorlichting waarbij zowel jongeren en ouders als decanen en mentoren vanuit het voorgezet onderwijs betrokken zijn. Daarnaast wordt nagedacht over een breed basisprogramma dat geldt voor alle opleidingen of over sectorinstroom waarbij pas later een definitieve opleidingskeuze hoeft te worden gemaakt. 4. Ook de overstap van voortgezet onderwijs naar middelbaar beroepsonderwijs blijft aandacht vragen. Ondersteuning en begeleiding aan deelnemers in het eerste jaar vragen een andere aanpak. Op grond van experimenten in de afgelopen projectperiode wordt nu gezocht naar model van begeleiding dat voor alle sectoren toepasbaar is, hierbij worden verschillende vormen van coachen genoemd. 5. De eisen die het middelbaar beroepsonderwijs aan jongeren stelt worden aan één kant verzwaard (Nederlands, rekenen, Engels) en zijn anderzijds gebaseerd op een geheel andere studieaanpak. Beide punten veroorzaken uitval en leveren suggesties op vanuit de afdelingen om jongeren hierin te ondersteunen. 6. De uitval van bbl-deelnemers heeft verschillende oorzaken, die de school alleen in samenwerking met partners in de regio verder kan aanpakken. De huidige activiteiten vormen slechts het begin van de aanpak binnen de school. 7. In voorgaande projectperiode heeft het ROC Horizon College sterk ingezet om het terugdringen van schooluitval bij niveau 2 deelnemers. Gezien het aantal deelnemers dat uitviel bij dit niveau opleidingen was deze focus terecht. Op dit moment komt er meer ruimte om ook te kijken naar de aanpak van uitval bij niveau 3- en 4-opleidingen. Voor de ene groep geldt dat uitval vaak wordt veroorzaakt doordat te hoog is ingestoken. Hier worden activiteiten voorgesteld die de inschatting vooraf kunnen verbeteren (voorlichting aan/op vo-scholen; verbeteren van de intake; begeleiding bij studieaanpak). Voor een andere groep uitvallers op dit niveau geldt net als voor leerlingen die instromen vanuit de havo juist, dat het onderwijs onvoldoende uitdaging biedt of te ver afstaat van een gewenst hbo-traject (onderwijs bieden dat boeit en bindt). 8. Uitstroombegeleiding: waar gaat de deelnemer die het ROC Horizon College verlaat zonder startkwalificatie naar toe? Dat vraagt een goede afstemming met collega ROC s, RMC/leerplicht en UWV. 5.4 Specifieke aandacht voor opvallende kenmerken voortijdig schoolverlaters Deelnemers Aantal VSV % VSV % t.o.v. totaal Totaal regio 21.813 671 3,1% 100% Man 11.157 406 3,6% 60,5% Vrouw 10.656 265 2,5% 39,5% Jonger dan 18 15.019 179 1,2% 26,7% 18 jaar en ouder 6.794 492 7,2% 73,3% Nadere bestudering van de kenmerken van de voortijdig schoolverlaters levert de volgende gegevens op. - Ruim 60% van alle schoolverlaters is van het mannelijk geslacht. - Ruim 73% van alle schoolverlaters is ouder dan 18 jaar en dus niet langer leerplichtig. Conclusie Het is van belang om in de nieuwe maatregelen aandacht te besteden aan terugdringen van schooluitval onder de groep van 18 jaar en ouder, zij vormen met ruim 73% veruit de grootste groep VSV-ers. Hierin zal de nadruk zoveel mogelijk moeten liggen op preventieve begeleiding zolang jongeren nog leer- en kwalificatieplichtig zijn. Daarna is de invloed die kan worden uitgeoefend sterk afgenomen. Daarnaast is het aan te bevelen om nader te onderzoeken wat de reden is dat jongens relatief vaker uitvallen dan meisjes en in hoeverre de school invloed kan uitoefenen om deze jongens naar een startkwalificatie te begeleiden. 19 van 35

5.5 Specifieke aandacht voor witte vlekken Witte vlekken vo School Aantal vsv witte vlekken Betekenis afkortingen AR Holstschool 5 1 (pa.o.) BSG 15 14 (2 svo & 12 pa.o.) Bonhoeffer 9 1 (pa.o.) Clusius 16 14 (8 svo & 3 pa.o. & 3 vrijst) Dalton 25 4 (3 svo & 1 onb.) Huygens 10 6 (5 svo & 1 vrijst) Jac. P. Thijsse 7 3 (1 pa.o. & 2 vrijst) Jan Arentsz 24 12 (8 svo & 3 pa.o. & 1 vrijst) Murmellius 3 2 (1 pa.o. &1 vrijst) PCC 30 20 (8 svo & 8 pa.o. & 4 vrijst) Trinitas 28 11 (8 svo & 3 pa.o.) Willem Blaeu 27 13 (11 svo & 1 pa.o. & 1 onb.) Anders 7 0 totaal 206 101 (53 svo & 34 pa.o. & 2 onb. & 12 vrijst) Pa.o. = particulier onderwijs Svo = speciaal voortgezet onderwijs Vrijst. = vrijstelling Onb. = onbekend Door maandelijks contact tussen de RMC-functie en de scholen in de regio is bekend welke jongeren onterecht als VSV-er geregistreerd zijn, het gaat hierbij om jongeren die onderwijs volgen in RMC-regio 24. In totaal gaat het om 53 leerlingen die de overstap naar het speciaal onderwijs hebben gemaakt, 34 leerlingen die naar het particuliere onderwijs zijn gegaan, 2 onbekend en 12 vrijstellingen van leerplicht. In totaal zijn 101 leerlingen in het vo onterecht als VSV-er geteld, bijna 50% van het totaal aantal VSV-ers. Het beeld is echter nog niet compleet, asielzoekers van 12 tot 23 jaar behoren ook tot een witte vlek en deze jongeren zijn nu nog niet in beeld. Ten slotte is inbreng van scholen nodig om de witte vlekken in kaart te brengen onder leerlingen die buiten de regio woonachtig zijn. Witte vlekken mbo School Aantal deelnemers Aantal vsv witte vlekken % vsv %vsv zonder witte vlekken Clusius College 286 17 3 svo 5,94% 4,90% ROC Horizon 3.653 295 2 svo & 2 vrijst 8,08% 7,97% College Mediacollege 247 10 1 vrijst 4,05% 3,64% Nova college 639 41 0 6,42% 6,42% Amarantis 61 7 0 11,48% 11,48% ROC van A dam 463 33 1 vrijst 7,13% 6,91% ROC Kop v NH 176 23 0 13,07% 13,07% ROC Regio College 214 16 0 7,48% 7,48% Overige ROC s 3 23 2 (1 svo & 1 pa.o) totaal 5.742 465 11 (6 svo, 4 vrs, 1 pao) 8,10% 7,91% Bovenstaande tabel maakt inzichtelijk dat van de 465 VSV-ers in het mbo er slechts 11 tot de witte vlekken behoren. Daarmee gaat het om een dusdanig klein aantal dat dit nauwelijks verschil maakt voor de regionale prestaties afgezet tegen de prestatienormen. Het kleine aantal witte vlekken in het mbo wordt deels veroorzaakt doordat het privacygevoelige informatie betreft. Het ROC Horizon College is gestart met het in kaart brengen van leerlingen die tot een witte vlek behoren. 20 van 35