Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398)



Vergelijkbare documenten
Veelgestelde vragen. Inhoud. Wat is Erasmus for all?

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus+ Vaak gestelde vragen

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL over Erasmus+

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING

Brussel, 13 mei Flash Eurobarometer over Jeugd in Beweging

Hoe is het Erasmus+-programma opgebouwd?

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Verwelkoming. Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

ERASMUS+ voor scholen

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

Erasmus+ Jeugd. Informatiebijeenkomst 20 januari 2014

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

KA 1 Mobiliteit Jeugd. Marrie Kortenbosch & Mireille Unger

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

Ryckevelde vzw. Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs. Programma. Mogelijkheden. Beweging voor Europees burgerschap

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Docentenvel Opdracht 10 (het paspoortenspel)

Uit programmagids Erasmus+:

erasmus meer perspectief basisonderwijs en voortgezet onderwijs

erasmus meer perspectief volwasseneneducatie

ERASMUS VOOR IEDEREEN ( )

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Jeugd in beweging: Europa steunt jongeren

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

ENTANGLE - Nieuwsbrief

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019

ZA5477. Flash Eurobarometer 319B (Youth on the Move - Respondents Aged Mobility in Education and Work) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

LEREN VAN EN IN HET BUITENLAND

JEUGD RECHTSGROND DOELSTELLINGEN RESULTATEN

JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het Europese subsidieprogramma Erasmus+ ( ) is de opvolger van onder andere het Leven Lang Leren programma (LLP, ).

Onderwijs, opleiding, jeugd. en sport. Onderwijs en opleiding Sleutel tot de toekomst DE EUROPESE UNIE IN HET KORT

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

JE EERSTE EURES-BAAN

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Leidraad voor programma's en acties

Commissie cultuur en onderwijs. van de Commissie cultuur en onderwijs. aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S23/2019. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

(Adviezen) BESTUURLIJKE PROCEDURES EUROPESE COMMISSIE

Erasmus+ Programmagids. Geldig met ingang van 1 januari 2014

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs

Bijlage Actieplan voor mobiliteit

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

A8-0250/1. Ontwerpresolutie (artikel 170, lid 4, van het Reglement) ter vervanging van de nietwetgevingsontwerpresolutie

Erasmus+ Programmagids

Samenvatting en toelichting

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Europees Sociaal Fonds Investeren in mensen

Erasmus+ Programmagids

L 347/50 Publicatieblad van de Europese Unie

Nationaal Agentschap Erasmus+ volwasseneneducatie. Peter van Deursen Hannah Achterbosch

Milan Zver "Erasmus": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport (COM(2018)0367 C8-0233/ /0191(COD))

7875/15 nuf/las/as 1 DG E - 1C

Europese. samenwerking. in de lerarenopleiding

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Kamerstukken II, 2015/16, nr Kamerstukken II, 2016/17, nr Kamerstukken II, 2013/14, nr. 1780

Koolstofarme economie Link met andere EU- subsidieprogramma s. 25 april 2014

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten

Fiche 5: Aanbeveling inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland,

Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering ( ) (Europees Globaliseringsfonds)

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S15/2018. Uitwisselingen en mobiliteit in de sport

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Klaartje Bult Creative Europe Desk NL Europadag 17 december 2013, Pakhuis de Zwijger

ZA4986. Flash Eurobarometer 260 (Students and Higher Education Reform) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

HET EUROPEES SOCIAAL FONDS INVESTEREN IN MENSEN. Wat het is en wat het doet. Sociaal Europa

Erasmus+ Programmagids

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

Erasmus+ Online Linguïstische Steun. Profiteer optimaal van uw Erasmus+ ervaring!

VAN SCHOOLWERKPLAN OF KWALITEITSONTWIKKELINGSPLAN NAAR HET EUROPEAN DEVELOPMENT PLAN

Nieuwe aanvragers Erasmus+ mbo

Hoe beïnvloedt het Europese beleid de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid in Vlaanderen?

Samenvatting project Blueprint - Toekomstbestendige vaardigheden voor de maritieme transportsector (Sector Skills Alliances for implementing a new

MODULE II. Wat heb jij aan de Europese Unie?

Voor de belangrijkste bevindingen van de Algemene Rekenkamer verwijzen wij naar ons Rapport bij de Nationale verklaring 2015.

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

Versie Studeren en onderzoek

Services & activiteiten

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

9123/19 gar/gra/ev 1 TREE 1.B

Wat is ESF? ESF financiert organisaties die:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 mei 2014 (12.05) (OR. en) 8883/14 EDUC 124 SOC 285

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Het Communiqué van Brugge over intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding voor de periode

Diagram 2: Erasmus voor studentenmobiliteit relatieve verandering van het aantal studenten per uitzendland tussen 2009/2010 en 2010/2011

Mobiliteit. Onderwijs Normen

Transcriptie:

MEMO/11/818 Brussel, 23 november 2011 Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398) Wat is Erasmus voor iedereen? Erasmus voor iedereen is het nieuwe door de Europese Commissie voorgestelde programma voor onderwijs, opleidingen, jeugdzaken en sport. Dankzij het programma, dat in 2014 van start gaat, zullen aanzienlijk meer financiële middelen worden toegewezen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. De basisgedachte van Erasmus voor iedereen is dat investeringen in onderwijs en opleidingen van cruciaal belang zijn om mensen ongeacht hun leeftijd of achtergrond de kans te geven hun mogelijkheden te benutten. Dankzij het programma kunnen mensen zich verder persoonlijk ontwikkelen, nieuwe vaardigheden verwerven en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Waaraan verleent Erasmus voor iedereen steun? Dankzij een gestroomlijnde structuur kan Erasmus voor iedereen efficiënter functioneren, waardoor er meer beurzen voor studenten, stagiairs, leerkrachten en anderen beschikbaar zijn. De voordelen voor individuele personen zullen ook de EUeconomie als geheel ten goede komen. Het nieuwe programma biedt aanzienlijk meer mogelijkheden op het gebied van mobiliteit en samenwerking. Er zullen vooral meer middelen beschikbaar zijn voor studenten in het hoger en beroepsonderwijs, stagiairs, leerkrachten, opleiders en jeugdwerkers om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen, te onderwijzen of vrijwilligerswerk te doen. Ook onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten en jeugdorganisaties krijgen meer mogelijkheden om partnerschappen te sluiten met het oog op de uitwisseling van goede praktijken en om samen met het bedrijfsleven de innovatie en de inzetbaarheid te bevorderen. Er zal ook meer steun worden verleend aan IT-platforms (bijvoorbeeld e-twinning) om scholen en andere aanbieders van onderwijs via internet met elkaar in verbinding te brengen. Het programma zal steun verlenen aan drie soorten acties: - Leermogelijkheden voor individuele personen zowel binnen als buiten de EU: studies en opleidingen, stages, onderricht en beroepsontwikkeling en nietformele activiteiten voor jongeren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk). Dankzij Erasmus voor iedereen kunnen vijf miljoen mensen uit alle onderwijs- en opleidingssectoren in het buitenland leren. Europeanen krijgen de kans om overal ter wereld te studeren, een opleiding te volgen of te onderwijzen aan een instelling voor hoger onderwijs en niet-europese studenten en leerkrachten krijgen meer mogelijkheden om in Europa te studeren, te onderwijzen en te leren. Door de reikwijdte van het programma te verruimen tot over de grenzen van de EU wordt het Europees hoger onderwijs attractiever en kan de ontwikkeling van het hoger onderwijs elders in de wereld worden bevorderd. - Institutionele samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties, bedrijven, plaatselijke en regionale autoriteiten en ngo's om de innovatie op het gebied van onderwijs, opleidingen en jeugdactiviteiten te stimuleren en de inzetbaarheid, de creativiteit en het ondernemerschap te bevorderen.

- Steun voor beleidshervormingen in de lidstaten en samenwerking met landen buiten de EU, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan de versterking van de kennisbasis voor beleidsvorming en de uitwisseling van goede praktijken. Er zal onder meer steun worden verleend voor het gebruik van EUtransparantie-instrumenten, cross-country studies en specifieke beleidsagenda's zoals het proces van Bologna (hoger onderwijs) en het proces van Kopenhagen (beroepsonderwijs en -opleiding). Erasmus voor iedereen zal twee volledig nieuwe elementen omvatten: - Een leninggarantieregeling om masterstudenten te helpen hun studies in het buitenland te financieren en de nodige vaardigheden voor kennisintensieve banen te verwerven. - De creatie van 400 "kennisallianties" en "allianties voor sectorspecifieke vaardigheden". Kennisallianties zijn grootschalige partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven om creativiteit, innovatie en ondernemerschap te bevorderen door nieuwe leermogelijkheden en kwalificaties aan te bieden. Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden zijn partnerschappen tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen enerzijds en bedrijven anderzijds om de inzetbaarheid te bevorderen met behulp van nieuwe sectorspecifieke curricula en innovatieve vormen van beroepsonderwijs en - opleiding. Waarin verschilt Erasmus voor iedereen van de huidige programma's? Het hoofddoel blijft hetzelfde: de vaardigheden van mensen en uiteindelijk hun inzetbaarheid verbeteren en de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels ondersteunen. Erasmus voor iedereen zal zeven bestaande programma's vervangen: het voegt het programma Een leven lang leren (Erasmus, Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig), Jeugd in Actie en vijf internationale samenwerkingsprogramma's (Erasmus Mundus, Tempus, Alfa, Edulink en het programma voor samenwerking met geïndustrialiseerde landen) samen. De belangrijkste activiteiten van de bestaande programma's zullen worden voortgezet (bijvoorbeeld leermobiliteit, samenwerkingsprojecten en steun voor beleidshervormingen), maar de aandacht zal vooral gaan naar activiteiten met het grootst mogelijk systemisch effect en een duidelijke EU-meerwaarde. Er worden ook een aantal nieuwe innovatieve voorstellen gedaan, zoals de leninggarantieregeling voor Erasmusmasterstudenten, de kennisallianties en de allianties voor sectorspecifieke vaardigheden. Het voordeel van één enkel programma is dat de voorschriften en procedures eenvoudiger zijn en versnippering en dubbel werk kunnen worden voorkomen. 2

Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van onderwijs en opleidingen? De wereld is veranderd sinds de bestaande programma's in het leven werden geroepen. We beleven momenteel een van de meest tumultueuze economische perioden van de laatste decennia. De EU heeft op de uitdagingen gereageerd met de gecoördineerde Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, waarvan onderwijs en opleidingen een integrerend deel uitmaken. Ook de Europese arbeidsmarkt ondergaat veranderingen. Het aantal banen voor hooggeschoolden stijgt terwijl het aantal banen voor laaggeschoolden afneemt. Verwacht wordt dat in 2020 voor bijna 35% van alle banen alleen nog hooggeschoolde werknemers met voldoende innovatie- en aanpassingsvermogen in aanmerking zullen komen. De Europa 2020-strategie streeft er onder meer naar het percentage houders van een dipoma hoger onderwijs tot 40% te doen stijgen (het percentage bedraagt momenteel 32%). Erasmus voor iedereen kan een bijdrage aan de Europa 2020-strategie leveren door mensen te helpen meer en betere vaardigheden te verwerven tijdens studies of opleidingen in het buitenland. Daarnaast beoogt de Europa 2020-strategie het percentage voortijdige schoolverlaters te verminderen van 14% tot minder dan 10%. Erasmus voor iedereen zal in dit verband de modernisering van alle onderwijs- en opleidingsniveaus ondersteunen (met inbegrip van het schoolonderwijs van het kleuteronderwijs tot het middelbaar onderwijs en de initiële beroepsopleiding). Ook niet-formeel leren zal worden gesteund via uitwisselingen van jongeren en vrijwilligerswerk. Hoe wil Erasmus voor iedereen de jeugdwerkloosheid aanpakken? Erasmus voor iedereen zal jongeren helpen een opleiding te volgen en vaardigheden te verwerven die hun persoonlijke ontwikkeling en hun kansen op de arbeidsmarkt ten goede komen. Door in het buitenland te studeren kunnen jongeren ook hun taalvaardigheden en hun aanpassingsvermogen ontwikkelen. Uit studies blijkt dat studenten die een deel van hun studietijd in het buitenland hebben doorgebracht, eerder bereid zijn in het buitenland te gaan werken. Erasmus voor iedereen erkent ook het belang van niet-formeel leren. Om een baan te vinden is niet alleen het juiste diploma van belang: werkgevers zijn steeds meer op zoek naar vaardigheden die via niet-formeel leren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) zijn verworven. Volgens 75% van de deelnemers aan het Europees Vrijwilligerswerk zijn hun kansen op de arbeidsmarkt dankzij hun deelname aan het programma verbeterd. Wie zijn de belangrijkste begunstigden? Zoals de naam het zegt, staat Erasmus voor iedereen open voor al wie wil leren of onderricht wil geven in een publieke of particuliere instelling die op het gebied van onderwijs, opleidingen, jeugdzaken of sport actief is. Het programma ondersteunt ook formeel en niet-formeel leren in alle sectoren. 3

Verschillen de begunstigden van de begunstigden van de bestaande programma's? Nee. Het nieuwe programma zal zich focussen op de behoeften van jongeren (leerlingen, studenten, stagiairs, vrijwilligers en jongeren die bij het verenigingsleven betrokken zijn). Het programma zal meer aandacht schenken aan steun voor leerkrachten, opleiders, voorlichters en jeugdwerkers, omdat zij een belangrijke rol als "multipliers" spelen. Bij samenwerkingsprojecten zal meer aandacht worden geschonken aan de rol van bedrijven als partners van onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties. Scholen zullen worden gestimuleerd met scholen in andere EU-landen samen te werken om het effect van de EU-steun te vergroten en synergieën tussen verschillende vormen van samenwerking te bevorderen (bijvoorbeeld de mobiliteit van leerlingen en personeel en onderwijsprojecten). Wat het volwassenenonderwijs betreft, zal het programma de mobiliteit van leerkrachten en opleiders bevorderen en een nauwere grensoverschrijdende samenwerking tussen organisaties ondersteunen. Sommige door de bestaande programma's ondersteunde activiteiten zullen worden teruggeschroefd of stopgezet omdat ze een beperkt systemisch effect sorteren, weinig rendabel zijn of doeltreffender via andere EU-financieringsbronnen (bijvoorbeeld het Europees Sociaal Fonds) kunnen worden gesteund. De mobiliteit van mensen op de arbeidsmarkt is bijvoorbeeld eerder een prioriteit van het ESF. Wat is de meerwaarde van een Europese garantie voor studieleningen wanneer veel lidstaten hun eigen regeling voor studieleningen hebben? In een aantal landen bestaan al regelingen voor studieleningen, maar die regelingen zijn vaak beperkt tot studies in nationale instellingen of tot undergraduates. Veel nationale regelingen zijn aan restricties gebonden wat de overdraagbaarheid naar het buitenland betreft. De voorgestelde EU-studieleningfaciliteit is toegespitst op masterstudenten die in een ander Europees land studeren. Masteropleidingen zijn doorgaans duurder dan opleidingen voor undergraduates. Het initiatief zal eventuele nationale financieringsregelingen aanvullen. Wat doet de Commissie nog meer om de mobiliteit van studenten en jongeren te bevorderen? Financiële steun is belangrijk, maar geld alleen volstaat niet om iedereen de kans te geven mobiel te zijn. Het is daarom zaak gezamenlijke inspanningen te leveren en nieuwe partnerschappen te sluiten om hardnekkige obstakels op nationaal en regionaal vlak uit de weg te ruimen. In het kader van deze inspanningen is het onder meer belangrijk voor meer informatie te zorgen, beurzen en leningen "overdraagbaar" te maken (zodat studenten die in het buitenland studeren of een opleiding volgen, er gebruik van kunnen maken) en de erkenning van studie- en opleidingsresultaten te verbeteren. In mei zijn de EU-ministers voor Onderwijs het eens geworden over een gezamenlijk plan [in de vorm van een aanbeveling van de Raad] om obstakels voor het studeren of het volgen van een opleiding in het buitenland uit de weg te ruimen. 4

Waarom heeft de Commissie besloten de bestaande namen van mobiliteitsprogramma's zoals Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig niet meer te gebruiken? Erasmus is een naam die door een groot deel van het publiek wordt herkend en sterk met leren in het buitenland en Europese samenwerking wordt geassocieerd. Bij de ontwikkeling van één geïntegreerd programma is het verstandig verschillende namen te vermijden en te kiezen voor een naam (Erasmus) die bekend is en veel populariteit geniet. Welke landen kunnen aan Erasmus voor iedereen deelnemen? Erasmus voor iedereen staat open voor alle EU-lidstaten, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie geldt, en de landen van de Westelijke Balkan. Bovendien kunnen ook landen buiten de EU (meestal buurlanden) profiteren van activiteiten voor jongeren en activiteiten ter bevordering van studie en opleidingsmogelijkheden in het buitenland. Belangrijke cijfers: Erasmus voor iedereen (2014-2020) Algemene begroting 19 miljard euro (met inbegrip van 1,8 miljard euro voor internationale samenwerking) Mobiliteitskansen 5 miljoen mensen Hoger onderwijs 2,2 miljoen studenten Mobiliteit van personeel 1 miljoen leerkrachten, opleiders, jeugdwerkers en andere personeelsleden Beroepsonderwijs en -opleiding 735 000 studenten Vrijwilligerswerk en uitwisselingen van 540 000 jongeren jongeren Leninggarantieregeling voor 330 000 studenten masterstudenten Internationale studenten 135 000 studenten Beurzen voor een gezamenlijk diploma 34 000 studenten Samenwerkingsdoelstellingen Strategische partnerschappen Meer dan 20 000 waarbij 115 000 instellingen zijn betrokken Kennisallianties Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden 200 opgezet door 2000 instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven 200 opgezet door 2000 onderwijs- en opleidingverleners en bedrijven 5