FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID



Vergelijkbare documenten
FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Gearchiveerd op 01/03/2012

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Gearchiveerd op 09/06/2011

PRI 3017 Loonwerk met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Pesticiden [3017] v4

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

(G.I.4.2.) Zijn de taken / verantwoordelijkheden / bevoegdheden vastgelegd? KB , art. 3, 1 VO 852/2004, art. 3

PRI 3017 Loonwerk met gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Pesticiden [3017] v1

PRI 3097 Groothandel primaire producten niet bestemd voor consumptie (bedrijven met erkenning plantenpaspoorten) - TRACEERBAARHEID [3097] v2

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

SPECIFIEKE CHECKLIST VOOR DE VALIDATIE VAN HET AUTOCONTROLESYSTEEM IN DE BROOD- EN BANKETBAKKERIJEN (SECTOR DISTRIBUTIE)

LEIDRAAD VOOR DE UITVOERING VAN DE AUDITS BIJ DE BEDRIJVEN IN DE SECTOR VAN DE PRIMAIRE PRODUCTIE

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

SECTORGIDS SIERTEELT SECTORGIDS HELPT VOLDOEN AAN DE WET OP AUTOCONTROLE

Eis Schadelijke organismen en ziekten niveau 1

Opleiding OCI. Vegaplan.be 1. Sectorgids Sierteelt inleiding. Inhoud. Inhoud. I. Wat is autocontrole? I. Wat is autocontrole? NEE

LEIDRAAD VOOR DE PRIMAIRE PLANTAARDIGE PRODUCTIE

LEIDRAAD VOOR DE UITVOERING VAN DE AUDITS BIJ DE BEDRIJVEN IN DE SECTOR VAN DE PRIMAIRE PRODUCTIE

LEIDRAAD VOOR DE AANNEMERS VAN LAND- EN TUINBOUWWERKEN IN DE PRIMAIRE PLANTAARDIGE PRODUCTIE

Gearchiveerd op 02/02/2015

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

VEGAPLAN Standaard NET. Miet Poppe Consulent AVBS

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Gearchiveerd op 01/09/2014

Vegaplan Standaard Niet Eetbare Tuinbouwproducten: Minimum EG kwaliteit siergewassen. Studiedag boomkwekerij 21 februari 2019

DOSSIER 2018 VOEDSELVEILIGHEID BINNEN DE PRIMAIRE PLANTAARDIGE PRODUCTIE. De Vegaplan Standaard: een troef voor de plantaardige sector

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004.

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

Overzicht regelgevend werk Stand van zaken eind 2016 november 2017

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire invoercontroles (plantaardige productie) [2475] v2

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

FAQ OCI. 4) Zijn er modelcertificaten ter beschikking voor de controleorganismen?

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd.

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

PRI 3254 Groothandel groenten en fruit - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3254] v1

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen

Ir Walter VAN ORMELINGEN

Technische specificatie 2013/643/PCCB. Non-conformiteiten tijdens audits

PRI 2563 Productie van voedermiddelen andere dan voor eigen gebruik op het landbouwbedrijf en andere dan akkerbouwgewassen - Traceerbaarheid [2563] v2

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

Checklist Codiplan PLUS Varken Spotaudit - enkel te gebruiken in het kader van de 20% Codiplan PLUS Varken Spotaudits.

VEGAPLAN Standaard NET. Katrien De Bruecker Vegaplan Miet Poppe AVBS

GIDS FYTOLICENTIE - DEEL 6 BEWARING

TRA 3179 Gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen : bezit en verhandeling - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3179] v2

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering

Invoering van kwaliteitszorgsystemen : licence for export?

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1

Verplichte specifieke hygiënemaatregelen voor de productie van kiemgroenten

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de groothandel in voedingswaren

Gearchiveerd op 01/01/2017

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1

Gearchiveerd op 23/12/2010 1

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

LEIDRAAD VOOR DE PRIMAIRE PLANTAARDIGE PRODUCTIE

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids autocontrole vissector

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

TRA 3028 Vlees en afgeleide producten - TRACEERBAARHEID [3028] v1

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Gearchiveerd op 02/02/2016

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID

FAQ - Gids autocontrole vissector

Gearchiveerd op 15/12/2010

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is

PRI 3263 Sorteren en/of verzamelen van eieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3263] v1

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen:

Q-organismen in de boomkwekerij

Technische fiche activiteit TRA ACT 125 versie n 2 11/06/2015

KOPERS VAN MELK AFKOMSTIG VAN MELKGEVENDE DIEREN ANDERE DAN KOEIEN

Technische fiche activiteit IEC ACT 438

Fytolokaal en Transport. 27 januari 2017 Dirk Baets

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

DIS 3006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [3006] v1

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Transcriptie:

PB 07 - CL 07 - REV 1-2012 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VOEDSELVEILIGHEID CHECKLIST voor de VALIDATIE van de aanwezige autocontrole (hygiënevoorschriften en registers) in het kader van KB 14-11-03 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen (BS 12-12-03) VOOR DE BEDRIJVEN VAN DE PRIMAIRE PRODUCTIE ALGEMENE GEGEVENS Vestigingseenheid Naam bedrijf : Adres vestigingseenheid : Exploitant : Telefoonnummer : Faxnummer : E-mail : Website : Ondernemeringsnr : Erkenningsnummer : FAVV activiteit : Vestigingseenheidsnr : Personeelsbestand : AUDIT Naam auditor : Dossiernummer : Datum audit : / / Datum bezoek in kader van corr. Actie : / / PCE : Gepresteerde audittijd : Wordt er een gids toegepast : Ja Naam Gids : Sectorgids voor de primaire productie Neen Visum auditor : p 1/6

Documentatie Implementatie Besluit Na corr. Actie Volgnummer PB 07 - CL 02 - REV 1-2012 - 2/6 CHECKLIST voor de VALIDATIE van de aanwezige autocontrole (hygiënevoorschriften en registers) VOOR DE BEDRIJVEN VAN DE PRIMAIRE PRODUCTIE NIET VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMDE PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN CODES : ("0" = niet beoordeeld) + = voldoet +* = voldoet met opmerking B = Minor non-conformiteit plan van aanpak vereist A1 = Major non-conformiteit met melding onmiddellijk te verhelpen A2 = Major non-conformiteit zonder melding ten laatste binnen de maand te verhelpen voor audits, andere dan initiële audit X = niet van toepassing De vastgestelde non conformiteiten worden verduidelijkt in een apart verslag A. Hygiënevoorschriften voor de primaire plantaardige productie 1. BEDRIJF EN GEBOUWEN: 1.1. OPSLAG VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1.1.1. Het "fytolokaal" bevat alleen producten die daar aanwezig mogen zijn 1.1.2. De gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden opgeslagen in een afsluitbare ruimte die niet toegankelijk is voor kinderen en onbevoegden 1.1.3. De verplichte aanduidingen zijn op elke toegangsdeur aangebracht 1.1.4. De verlichting is goed 1.1.5. De voorschriften betreffende de opslag van de gevaarlijke producten (klasse A- producten - bijlage X) worden nageleefd 1.1.6. Het opslaglokaal voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden is droog 1.1.7. Het opslaglokaal voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden heeft een doelmatige verluchting 1.1.8. Het opslaglokaal voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden is vorstvrij 1.1.9. Gewasbeschermingsmiddelen worden in hun oorspronkelijke verpakking bewaard 1.1.10. Vervallen gewasbeschermingsmiddelen (NBGM) en biociden, en gewasbeschermingsmiddelen voor privé gebruik worden gegroepeerd opgeslagen met de aanduiding "vervallen" en/of privé 1.1.11. Geschikte weeg- en/of meetapparatuur is aanwezig 1.1.12. Er wordt correct omgegaan met in België niet-erkende gewasbeschermingsmiddelen die bestemd zijn voor gebruik in de buurlanden 1. BEDRIJF EN GEBOUWEN: 1.2. BEWERKINGS EN OPSLAGRUIMTE 1.2.1. De gebouwen waar plantaardige producten bewerkt en / of opgeslagen worden zijn proper en in goede staat 1.2.2. Er is voldoende en aangepaste verlichting in de ruimten 1.2.3. De gevaarlijke stoffen en hun afval worden derwijze opgeslagen en gehanteerd zodat verontreiniging voorkomen wordt 1.2.4. Afval wordt regelmatig verwijderd uit productie-, bewerkings- en opslagruimtes 1.2.5. Er wordt een visuele controle uitgevoerd van het uitgaand materiaal 2.1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING VOOR ALLE MACHINES (TRACTOREN, SPUITTOESTEL, OOGSTMACHINES, TRANSPORTMIDDELEN, ) 2.1.1. De machines, apparatuur en gereedschappen die voor, tijdens en na de oogst met het product in contact komen, zijn schoon en in goede staat 2.1.2. Ent-, oculeer-, griffel- en snoeimateriaal wordt regelmatig schoongemaakt en ontsmet

PB 07 - CL 02 - REV 1-2012 - 3/6 2.2. SPUITTOESTEL 2.2.1. De spuittoestellen waarmee vloeibare gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden op Belgisch grondgebied, zijn goedgekeurd volgens de wettelijke bepalingen 2.2.2. De toestellen die rechtstreeks in het buitenland aangekocht werden door de koper, werden gemeld aan de keuringsdienst 2.3. KISTEN, CONTAINERS, VERPAKKINGSMATERIAAL EN PALLOXEN 2.3.1. Kisten, containers, verpakkingsmateriaal en palloxen zijn proper en in goede staat, en worden desnoods op passende wijze ontsmet 2.4. LANDBOUWTRANSPORT 2.4.1. De operator treft de nodige voorzieningen om alle uitrustingen, recipiënten, kratten, voertuigen, laadbakken etc. (die worden gebruikt voor plantaardige producten) schoon te houden, en indien nodig te ontsmetten 3. BEDRIJFSLEIDER, PERSONEEL EN DERDEN: 3.1. TOEPASSING VAN BESTRIJDINGSMIDDELEN VOOR LANDBOUWKUNDIG GEBRUIK EN BIOCIDEN 3.1.1. De voorschriften betreffende het gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen van klasse A worden nageleefd 3.1.2. De voorschriften inzake hygiëne van het personeel worden na elke toegepaste fytobehandeling nageleefd 3. BEDRIJFSLEIDER, PERSONEEL EN DERDEN: 3.2. REGISTRATIES EN ERKENNINGEN 3.2.1. De operator is geregistreerd voor alle activiteiten die onder de bevoegdheid van het FAVV vallen 3.2.2. De operator die plantenpaspoorten aflevert, is daartoe erkend door het FAVV 4.1. UITGANGSMATERIAAL 4.1.1. De producent beschikt over een plantenpaspoort voor het plant- en zaaigoed waarvoor dat vereist is 4.1.2. Er wordt een visuele controle van de gezondheidstoestand van het geleverde uitgangsmateriaal verricht 4.2. BEMESTING 4.2.1. Er worden enkel meststoffen en bodemverbeterende middelen gebruikt die toegelaten zijn 4.2.2. Alle toegelaten meststoffen en bodemverbeterende middelen zijn voorzien van een etiket of begeleidend document (dit is voor de niet-verpakte producten door de leverancier aan de operator overgemaakt) 4.2.3. De toegelaten meststoffen en bodemverbeterende middelen afkomstig van afvalstoffen, en zuiveringsslib zijn voorzien van een etiket of een begeleidend document 4.3. GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 4.3.1. De teler gebruikt enkel in België erkende/toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en toegelaten biociden 4.3.2. De operator treft de nodige maatregelen om te vermijden dat schade wordt berokkend aan de gezondheid van de mens en van consumptie dieren en dat schade wordt toegebracht aan naburige teelten 4.4. IRRIGATIE 4.4.1. De operator kan aantonen dat het recirculatiewater en/of het oppervlaktewater dat hij gebruikt voor irrigatie niet besmet is met schadelijke organismen 5.1. ALGEMENE MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN VOOR PLANTEN EN PLANTAARDIGE PRODUCTEN SCHADELIJKE ORGANISMEN 5.1.1. De operator (of zijn verantwoordelijke voor fytosanitaire aangelegenheden) is op de hoogte van de fytosanitaire eisen die van toepassing zijn op de planten die hij teelt en hij kan aantonen dat het FAVV alle nodige inspecties heeft verricht 5.1.2. De operator (of zijn verantwoordelijke voor fytosanitaire aangelegenheden) voert regelmatig visuele controles uit om symptomen van schadelijke organismen op te sporen 5.1.3. Distels worden bestreden

PB 07 - CL 02 - REV 1-2012 - 4/6 5.1.4. De operator levert plantenpaspoorten af voor de soorten waarvoor dat vereist is 5.1.5. De operator voerde bestrijdingsmaatregelen uit die hem door het FAVV desgevallend werden opgelegd 5.2. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN AALTJES (NEMATODEN) 5.2.1. De operator (of zijn verantwoordelijke voor fytosanitaire aangelegenheden) kent de wettelijke vereisten i.v.m. aardappelcysteaaltjes (Globodera rostochiensis en Globodera pallida), en leeft die na 5.2.2. De operator past, indien relevant, een bestrijdingsstrategie voor aaltjes toe 5.3. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN BACTERIEVUUR (ERWINIA AMYLOVORA) 5.3.1. De specifieke eisen inzake bacterievuur (Erwinia amylovora) worden nageleefd 5.4. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN PHYTOPHTHORA RAMORUM EN P. KERNOVIAE 5.4.1. De specifieke eisen inzake Phytophthora ramorum en P. kernoviae worden nageleefd 5.5. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HET SHARKA- OF PLUM POX VIRUS 5.5.1. De specifieke eisen inzake het Sharka- of Plum Pox Virus worden nageleefd 5.6. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN DE OOST-AZIATISCHE BOKTOR (ANOPLOPHORA CHINENSIS) 5.6.1. De specifieke eisen inzake de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis) worden nageleefd 5.7. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN DE OOST-AZIATISCHE BOKTOR (ANOPLOPHORA CHINENSIS) 5.7.1. De specifieke eisen inzake de kastanjegalwesp (Dryocosmus kuriphilus) worden nageleefd 5.8. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN DE BANANENBOORDER (OPOGONA SACCHARI) 5.8.1. De specifieke eisen inzake de bananenboorder (Opogona sacchari) worden nageleefd 5.9. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN DE RODE PALMSNUITKEVER (RHYNCHOPHORUS FERRUGINEUS) 5.9.1. De specifieke eisen inzake de rode palmsnuitkever (Rhynchophorus ferrugineus) worden nageleefd 5.10. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HARSKANKER (GIBBERELLA CIRCINATA) 5.10.1. De specifieke eisen inzake harskanker (Gibberella circinata) worden nageleefd 5.11. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN POPULIERENROEST (MELAMPSORA MEDUSAE) 5.11.1. De specifieke eisen inzake populierenroest (Melampsora medusae) worden nageleefd 5.12. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN DE DENNENHOUTNEMATODE (BURSAPHELENCHUS XYLOPHILUS) 5.12.1. De specifieke eisen inzake de dennenhoutnematode (Bursaphelenchus xylophilus) worden nageleefd 5.13. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN BRUINROT (RALSTONIA SOLANACEARUM) 5.13.1. De specifieke eisen inzake bruinrot (Ralstonia solanacearum) worden nageleefd 5.14. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN XANTHOMONAS ARBORICOLA PV. PRUNI 5.14.1. De specifieke eisen inzake Xanthomonas arboricola pv. pruni worden nageleefd 5.15. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HET APPLE PROLIFERATION FYTOPLASMA (CANDIDATUS PHYTOPLASMA MALI, AP)

5.15.1. De specifieke eisen inzake het Apple Proliferation fytoplasma (Candidatus Phytoplasma mali) worden nageleefd PB 07 - CL 02 - REV 1-2012 - 5/6

PB 07 - CL 02 - REV 1-2012 - 6/6 5.16. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HET PEAR DECLINE FYTOPLASMA (CANDIDATUS PHYTOPLASMA PIRY) 5.16.1. De specifieke eisen inzake het Pear Decline fytoplasma (Candidatus Phytoplasma pyri) worden nageleefd 5.17. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN CHRYSANTENDWERGZIEKTEVIROÏDE (CHRYSANTHEMUM STUNT VIROID, CSVd) 5.17.1. De specifieke eisen inzake chrysantendwergziekteviroïde (Chrysanthemum Stunt Viroid) worden nageleefd 5.18. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HET TOMATENBRONSVLEKKENVIRUS (TOMATO SPOTTED WILT VIRUS, TSWV) 5.18.1. De specifieke eisen inzake het Tomatenbronsvlekkenvirus (Tomato Spotted Wilt Virus) worden nageleefd 5.19. MAATREGELEN TER BESTRIJDING VAN HET AARDAPPELSPOELKNOLVIROÏDE (POTATO SPINDLE TUBER VIROID, PSTVd) 5.19.1. De specifieke eisen inzake het aardappelspoelknolviroïde (Potato Spindle Tuber Viroid) worden nageleefd 6. CORRIGERENDE MAATREGELEN 6.1. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten passende herstelmaatregelen nemen wanneer zij in kennis worden gesteld van tijdens de officiële controles vastgestelde problemen B. Registraties (registers) 1.1.1. De operator is geregistreerd 1. ALGEMENE EISEN 1.1. IDENTIFICATIE VAN PRODUCENT 1.1.2. Elke productie-/teeltplaats kan duidelijk worden geïdentificeerd 1.2. DOSSIER IN EN OUT 1.2.1. De exploitant beschikt over systemen of procedures voor de registratie van ontvangen producten 1.2.2. De exploitant beschikt over systemen of procedures voor de registratie van afgevoerde producten 2. REGISTERS EN REGISTRATIES 2.1. Een register over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is beschikbaar en wordt correct ingevuld 2.2. Een register over de aanwezigheid van voor planten schadelijke organismen of ziekten die de veiligheid van producten van plantaardige oorsprong kunnen aantasten, met inbegrip van de fytosanitaire aspecten, is beschikbaar en wordt correct ingevuld 2.3. Een register over de analyseresultaten is beschikbaar en wordt correct ingevuld 2.4. Klachten worden geregistreerd C. Meldingsplicht 1. De meldingsplicht is gekend en wordt, indien nodig, toegepast DE EINDBEOORDELING ADVIES: gunstig / ongunstig Slotbemerkingen: De hoofdauditor De exploitant